Jaarlijks archief: 2011

Varianten op Google Adsense?

Google Adsense

In feite kun je google adsense ook inzetten als een bron van slimme financiering. Wat houdt Google Adsense in? Het aanbod is dat je een deel van je website ter beschikking stelt aan adverteerders. Google houdt in opdracht van adverteerders bij welke websites welke bezoekers trekken (wordt bepaald op basis van de inhoud van de website) en plaatst daar dan gericht de advertentie. Uiteraard wordt nauwgezet berekend waar welke advertentie het meeste resultaat oplevert. De adverteerder betaalt per klik die de bezoeker van de website op zijn advertentie doet. De eigenaar van de site ontvangt vervolgens een percentage van deze omzet van google.

Ik heb als opdrachtgever wel advertenties via google geplaatst maar omgekeerd nog niet eerder een advertentie van een ander op mijn/onze site gezet. Ik wil graag weten hoe het werkt en dus hebben we gisteren besloten hier eens mee te experimenteren. Zie het maar als een vorm van mini-veldonderzoek. Waar ben ik benieuwd naar?

  • Wat voor advertenties lokt de inhoud van deze site uit?
  • Past de inhoud zich aan op basis van gegenereerde nieuwe informatie?
  • Hoeveel procent van de bezoekers klikt uiteindelijk op zo’n advertentie?
  • Wat levert een klik gemiddeld op? Over wat voor bedragen hebben we het dan op jaarbasis?
  • Is dit inderdaad per saldo een vorm van slimme financiering?

Wat is slim? (1)

Bijna een half jaar zijn we actief actief met slimmefinanciering.nl. Niet alleen is het leuk om kennis te verzamelen en weer verder te verspreiden, het is ook een enorme stimulans om verder na te denken over slimme financiering. In een korte serie wil ik wat inzicht geven in de discussies die we de afgelopen tijd gevoerd hebben. Titel van de serie, wat is slim? Als eerste een reflectie op de titel, wat is nou eigenlijk slimme financiering?

Slimme financiering, het lijkt zo simpel. Een slimme manier om geld bij elkaar te krijgen, een slimme manier om een wens of ambitie gefinancierd te krijgen. Maar, na een kleine 50 artikelen op de site, hebben we nog geen antwoord gegeven op de vraag wat we onder slim verstaan. Is het slim om geld te lenen of juist om een subsidie aan te vragen of moet je een stichting te beginnen. Wat is nou slim? Natuurlijk, het is altijd afhankelijk van de situatie, de plek, de partijen, de ingreep etc. Toch denk ik dat we iets in algemene termen kunnen zegge, in ieder geval ik ga het proberen. Ik wil hier allereerst beginnen met een onderscheid te maken tussen slimmigheidjes en echt slim.

Er zijn talloze slimmigheidjes ook hier op deze site genoemd die kunnen helpen bij een financieringsprobleem. Om er een paar te noemen, het vormen van een fonds, het afstaan van eigendom, slim omgaan met inkoop en aanbesteding etc. Niets mis mee, de een wellicht wat slimmer dan de ander. Ik ga proberen de komende tijd een aantal vragen en criteria te benoemen die ons helpen bij het bepalen hoe slim het slimmigheidje eigenlijk is. Ik stel me een soort slimheidsscore voor.

Wat is dan echt slim? Ik ben er nog niet helemaal uit, maar zie wel dat sommige financieringsvormen voor mij onverwachte en onbekende neveneffecten hebben. Neem het fenomeen crowdfunding (mijn nieuwe favoriet), niet alleen een manier om geld bij elkaar te krijgen maar ook om mensen bij elkaar te brengen, betrokkenheid te creëren, en verantwoordelijkheid te delen. Zo wordt een financieringsvorm meer dan alleen het verzamelen van geld, maar tevens iets dat extra waarde creëert. Een artikel op CNN geeft een aantal voorbeelden hoe de financiering van locale ondernemers tot extra waarde leidt. Hoe dit te gebruiken in mijn eigen vakgebied (duurzame gebiedsontwikkeling) is voor mij nog een vraag waar ik het antwoord niet op weet. Voorlopig eerst maar eens op zoek naar constructies die echt slim zijn. Aan welke criteria moeten die voldoen en welke zijn er dan.

Overigens, het allerslimste, slim plannen en ontwerpen zodat je investeringsbedrag en beheerskosten naar beneden gaan, laat ik hier voorlopig even buiten beschouwing.

Wordt vervolgd.

Stijn van Liefland

 

 

 

Greco: the end of money (3)

The end of moneyMeerdere personen simpel

We maken van onze Robinson economie een echtere economie door aan te nemen dat we een land hebben met meerdere Robinsons die met elkaar spullen kunnen uitruilen. Niet elke Robinson hoeft hetzelfde te doen. De ene kan nu meer werken en later vrije tijd hebben en andersom. De ene kan nu meer consumeren en later minder en andersom. We laten de noten even varen en noemen het gewoon goederen. Nog steeds is er geen sprake van geld.

Uitgangspunt is weer dat elke inwoner een pakket ‘resources’ tot zijn beschikking heeft. Die resources bestaan uit zijn potentie om arbeid te verrichten (uitvindingen te doen etc). Elke inwoner van dit land staat nu voor de uitdaging om zijn resources in de tijd zo goed mogelijk in te zetten en te verdelen. De enige randvoorwaarde daarbij is dat je over de duur van je leven niet meer kunt opmaken dan je totaal aan resources en vergoedingen hebt of krijgt. In economen jargon heet dit de ‘lifetime budget constraint’. De totale consumptie over een heel leven mag niet groter zijn dan de totale inkomsten of verdiensten in een heel leven. Bij Robinson was er ook zo’n conditie maar die ging daar vanzelfsprekend op omdat hij alleen was en er geen enkele mogelijkheid was om meer te consumeren dan door harder te werken. Met meerdere personen ontstaat nu de mogelijkheid elkaar dingen uit te lenen om die later weer terug te geven. Nu kun je hetzelfde blijven consumeren en toch minder werken door het missende deel bij te lenen van iemand anders. Lees verder

Verdienmogelijkheden (20): retail

Deze verdienmogelijkheid is aardig. Bij het toekennen van vergunningen om (nieuwe) winkelruimten te exploiteren moet de plicht worden verbonden een deel van die winkelruimte tegen kostprijs beschikbaar te stellen voor sociale functies. In de VS schijnen dergelijke voorwaardelijke ontwikkelrechten te bestaan.

In wezen gaat het hier om een verkapte belasting enerzijds en een verkapte subsidie anderzijds. Kleine winkeliers hiermee belasten in niet wenselijk dus blijven de grote vermogende ketens over die moeten betalen. Winkels lijken het gezien de op opkomst van internet winkelen sowieso moeilijker te krijgen. Er lijkt een trend zichtbaar waarin we met name grootschalige winkelactiviteiten (boulevards) zien op grotere terreinen buiten het stadscentrum. In de kernen blijft zo minder economisch draagvlak over voor genoemde belasting/subsidie.

Het idee om draagkrachtige retailers de stimuleren een bredere maatschappelijke rol op te pakken is zeker het onderzoeken waard.

 

Greco: the end of money (2)

The end of money

De investeringsbeslissing

We maken het model nog een stapje ingewikkelder. De noten kunnen niet alleen bewaard worden, ze kunnen ook worden ingezet om een stuk gereedschap van te maken. Nu kun je met de noten dus drie verschillende dingen doen: je kunt ze meteen opeten, je kunt ze gewoon bewaren (laten liggen, sparen) of je kunt ze bewerken om er gereedschap van te maken. Nu kan Robinson niet alleen sparen, hij kan ook investeren. Waarom zou Robinson investeren? Het idee is dat als je nu noten gebruikt om er gereedschap van te maken, dat je dan in de toekomst met minder tijd meer noten kunt rapen of plukken. Je maakt van de noten bijvoorbeeld stokken of scheppen die je arbeidsproductiviteit in de toekomst vergroten. Ook bij een stationaire groei (of nulgroei) zul je moeten blijven investeren omdat machines en apparatuur verslijt en/of onderhoud behoeft.

Investeren zal Robinson alleen maar doen als hij daar een positief rendement van verwacht. De tijd die hij nu nodig heeft om het gereedschap te maken moet meer dan goed worden gemaakt door de tijd die hij in de toekomst uit kan sparen door snellere pluk of vangst. De verhouding tussen toekomstig bespaarde tijd versus nu extra benodigde tijd zouden we hier de reële rentevoet kunnen noemen. Hoe hoger deze rentevoet hoe meer Robinson geneigd is nu minder te consumeren en meer tijd te stoppen in de productie van ‘machines’. Let op: ook bij een eenpersoonseconomie kan dus sprake zijn van een rentevoet (hebben we later nodig bij de behandeling van Greco). Maar de voordelen van de rente komen geheel en al ten goede aan Robinson zelf, het is zijn extra inspanning in het heden versus zijn eigen beloning in de toekomst.

Lees verder

Discussiegroep Linkedin Slimme Financiering

Vanaf vandaag gaan wij actief aan de slag met  de Linkedingroep Slimme Financiering. Elke week starten we een nieuwe discussie over een actueel onderwerp of een onderwerp dat ons bezighoudt. Zelf een discussie aandragen kan natuurlijk ook, graag zelfs! De eerste discussie gaat over de mogelijkheden van crowdfunding bij het realiseren van kwaliteit in de fysieke omgeving (gebouwen en gebieden). Welke mogelijkheden liggen er? Zijn er al voorbeelden? Is dit een nieuwe vorm van financieren?

Wij zullen wanneer een discussie ten einde loopt een samenvatting plaatsen op deze site.

Om mee te kunnen discussiëren moet je je eerst aanmelden bij de Linkedin groep.

Greco: the end of money (1)

The end of money

 

Een aantal weken gelden zijn we in het kader van slimme financiering op het thema van alternatieve geldsystemen gekomen. Ik zei al eerder dat dit een hele nieuwe wereld is, ook voor ons. Maar ondanks de overvloed aan informatie, is er ook veel kaf tussen het koren. Na wat speurwerk heb ik besloten eens te starten met een recent werk van Thomas Greco. Greco is iemand die als sinds de jaren 80 op dit thema zit en inmiddels een van de bekendste namen op het gebied is. Ik neem een recent werk van hem als uitgangspunt voor verdere discussies over en afbakeningen van het thema alternatieve geldsystemen.

Ik heb besloten uitvoerig op dit boek in te gaan. Inclusief een uitgebreide inleiding van mezelf betekent dat een serie van een aantal blogs die op elkaar voortborduren. Ik weet nog niet hoeveel blogs ik nodig heb maar ik zal ze netjes nummeren en er komt er om de 1-2 weken eentje bij.

Voordat ik op de inhoud van Thomas Greco ‘The end of money’ (2009) in ga, is het handig eerst een economisch-theoretisch kader neer te zetten. Misschien een lange inleiding, maar het voorkomt misverstanden en later bij de bespreking van Greco bespaart het ook weer tijd.

Eén enkel persoon: Robinson Crusoë

De arbeidsbeslissing

Voor de duidelijkheid vind ik het handig helemaal terug te gaan naar de kern van de economie. Stel er is maar 1 persoon op de wereld (en dat is dus de metafoor van Robinson Crusoë op het onbewoonde eiland), hoe ziet het plaatje er dan uit? Robinson heeft eigenlijk twee dingen tot zijn beschikking: tijd en een eiland met spullen om zich heen. Die spullen, laten we zeggen noten, liggen op het eiland maar om ze op te kunnen eten moet hij moeite doen, hij moet de noten oprapen en openmaken voordat hij ze kan eten. In wezen is hier het economische vraagstuk: hoeveel van mijn (vrije) tijd moet ik opofferen om tot een bevredigende consumptie te komen? Afhankelijk van hoeveel moeite het hem kost de noten te vinden en open te maken (in economisch jargon: de productiefunctie) enerzijds en hoeveel honger hij heeft en hoe lui hij is (zijn voorkeur voor consumptie en vrije tijd, in economisch jargon: de nutsfunctie) anderzijds, bepaalt hij de optimale hoeveelheid arbeid die hij naar de ‘markt’ brengt. Zijn ‘reële loon’ is nu in feite hoeveel noten hij krijgt voor een uur of een dag arbeid.

Lees verder

Crowdfunding

Gisteren was ik op het symposium Duurzame Gebiedsontwikkeling, georganiseerd door het Platform Duurzame Gebiedsontwikkeling. Eén van de meest inspirerende momenten was de bijdrage van Pim Betist (www.pimbetist.com), in het programma aangekondigd als crowdfunding pionier. Wat is crowdfunding en, kan ik er wat mee bij het werken aan een duurzame ontwikkeling? Omdat het symposium specifiek ging over duurzame gebiedsontwikkeling is het natuurlijk ook interessant na te denken over de vraag of ik hier iets mee kan in een gebied of bij een gebouw. Voor alle duidelijkheid, hij heeft mij en anderen geïnspireerd maar gaf hier geen antwoord op. Dat zullen we dus zelf moeten vinden, hierbij dus een aanzet voor een discussie over crowdfunding bij duurzame gebiedsontwikkeling.

Wat is crowdfunding?

Lees verder

Verdienmogelijkheden (19): recreatie

Het aanbieden van recreatieve diensten kan investeringen in water, groen en cultuurhistorie rendabel maken. Als voorbeeld wordt genoemd Waterdunen in Zeeland. Daar is vanuit particuliere bronnen 80 miljoen Euro geïnvesteerd in omgevingsgroen en het verbeteren van een verwaarloosde omgeving. In ruil hiervoor zijn recreatieve voorzieningen in het gebied gekomen die kwaliteit bieden aan recreanten die daarvoor willen en kunnen betalen.

Wat zit bij dit soort oplossingen in de weg (volgens de auteurs)? De meeste ondernemers in deze recreatieve sector zijn klein en slecht georganiseerd. De oplossing is het stimuleren van ketendenken en bewustwording van wensen van doelgroepen.

Kanttekening. Alleen grote kapitaalkrachtige bedrijven zijn in specifieke gevallen en onder randvoorwaarden bereid dit soort grote investeringen te doen. Ik ben reuze benieuwd in een bijbehorende (gebieds-) exploitatie. We zullen ook betere voorbeelden moeten vinden in deze hoek dan de bekende golfbanen of luxe huizenparkjes die niet vrij toegankelijk zijn en ook geen echte voorbeelden zijn van gevarieerd groen.

Alternatief geldsysteem (3)

Vandaag, 21-10-2011, een passend artikel over de crisis en de rol van banken daarin van de hand van Bernard van Praag (oud hoogleraar economie) in de Volkskrant. Strekking van het verhaal is dat banken een bijzondere eigenschap hebben. Ze kunnen namelijk zelf ‘geld’ maken. Door het verdwijnen van de scheiding tussen gewoon bankieren en zakelijk bankieren enerzijds en het aanhouden van steeds lagere buffers anderzijds, is op grote schaal misbruik van dit voorrecht gemaakt. Ook voor gewone spaarders kan het daarom flink misgaan doordat de banken nu praktisch failliet kunnen gaan. Door misbruik van de bijzondere positie worden te grote risico’s genomen die afgewenteld kunnen worden op spaarders en de belastingbetaler. Nog los van de enorme effecten die het afnemende vertrouwen heeft op de echte economie en de levensomstandigheden van miljoenen mensen. Voorwaar een perverse causaliteit. Van Praag sluit niet uit dat er binnen afzienbare tijd nog grote banken failliet zullen gaan. Hij stelt voor de oude scheiding weer in ere te herstellen. Maar nog zal dat niet voldoende zijn: er moeten regels worden gesteld aan speculatieve bewegingen van grote hoeveelheden geld over de aardbol. Wat we nodig hebben, aldus Van Praag, is een nieuwe Pieter Lieftinck. Maar niet voor Nederland, minstens voor Europa.

Een paar dagen geleden kwam Ronald Plasterk ook al met een stappenplan voor het beteugelen van banken en de inherente risico’s van de huidige praktijk. Nadenken over alternatieve geldsystemen (of bestaande geldsystemen maar dan wel met andere spelregels) is zo vreemd nog niet dus.

Rudy van Stratum