Categoriearchief: BP

deel van oude blogs die naar blokjesenpijltjes kunnen

Slag om Nederland: stadskantoren

Weer een interessante aflevering in de serie ‘Slag om Nederland’. Ditmaal over de geplande bouw van een aantal dure en grote stadskantoren of gemeentehuizen. Hoewel de onderwerpen steeds boeiend zijn en de aanpak me ook aanspreekt, blijf ik vinden dat de uitwerking slordig is. Maar misschien is het voldoende dat een tv-programma de discussie aanzwengelt?

De stelling of suggestie

De stelling is dat er in Nederland te veel nieuwe gemeentehuizen worden gebouwd. Dat terwijl het lang niet altijd nodig is. En dan zijn ze ook nog eens veel te duur. Moet er te veel worden geleend. Dat terwijl er al zoveel schulden zijn bij gemeentes. Dat zonder de alternatieven van renovatie goed bekeken te hebben. En dat terwijl er al zoveel leengstand is. En dat allemaal van onze belastingcenten.

Lees verder

Vestia en ‘slimme financiering’

Afgelopen zaterdag waren er in de Volkskrant diverse artikelen te vinden over wat er bij Vestia op financieel gebied aan de hand is. Ondanks deze aandacht kan ik me niet voorstellen dat voor iedereen nu duidelijk is wat er precies aan de hand is. Wat is de motivatie geweest, wat was de constructie nu precies, wat gaat of ging er dan fout en voor wie.

Vraag is of het de moeite waarde is de ‘Vestia’ constructie hier eens in een schema te zetten à la de KPMG-leegstand.

Probleem is dat er niet zoveel concrete cijfermatige informatie voorhanden is. Wat ik nu uit de diverse artikelen af kan leiden:

Lees verder

Wat is slimme financiering, de slag om Nederland 16 januari 2012

Met veel plezier heb ik gekeken naar de aflevering van de slag om Nederland van 16 janauri 2012. Dat leidde tot verschillende discussies en gesprekken met anderen. De uitzending maakt duidelijk dat hier iets heel vreemds aan de hand is.

In het kort, KPMG huurt een groot kantoorpand  in Amstelveen, ze verlaten dit pand voor een nieuw een paar honderd meter verderop, nog steeds in Amstelveen. Het nieuwe pand is zeer duurzaam, maar …. het oude pand staat leeg. En meest opmerkelijk, voor KPMG is het financieel aantrekkelijk om te verhuizen. Niet omdat die nieuwe huisvesting beter past of tot tot een hoger rendement leidt, maar omdat de constructie achter de huur en verhuizing geld oplevert. Tot zover een korte samenvatting, kijk hier voor de hele aflevering.

Tegelijkertijd blijven we met een onbestemd gevoel achter, want we missen het overzicht. Wij willen weten:

  1. Hoe werkt deze constructie?
  2. Wie is hier nou de dupe?
  3. Mag dit?
  4. Kan je dit ook op een positieve manier toepassen?

Ik heb geprobeerd meer inzicht te krijgen in deze constructie door een tijdlijn te maken, wat gebeurt er nou precies op welk moment, wat gebeurt er met de waarde van het vastgoed, waar gaat het geld heen? Klik op de afbeelding om deze tijdlijn te bekijken. Als er denkfouten zitten in deze visualisatie hoor ik het graag dan werken we dat weer verder uit. Conclusie de waardestijging van het vastgoed wordt gecasht door ontwikkelaar en huurder.

Als de tijdlijn klopt dan rolt het antwoord op vraag twee er direct uit. De belegger is de dupe, maar heeft ook bewust een risico genomen. Een huurcontract voor tien jaar is voldoende om de waarde van de belegging 25% hoger in te schatten en dat geld ook daadwerkelijk uit te geven. We weten dat resultaten uit het verleden geen garanties bieden voor de toekomst, daar zou je aan toe kunnen voegen dat garanties voor de nabije toekomst geen garanties zijn voor de verre toekomst.

Is het dan erg wat hier gebeurt, mag dit? Wij hebben niet kunnen ontdekken dat hier iets gebeurt wat niet mag. Het is toch vooral een zakelijke overeenkomst tussen partijen die allemaal als doel hebben om meer winst te maken. Maar tegelijkertijd, leuk is het niet, zelfs onethisch, de gemeenschap en een belegger (ons pensioen?) zitten met het probleem.

Toch, een interessante constructie wat ons bij de vierde vraag brengt, wat kunnen we hier van leren, kan je dit ook positief inzetten? Rudy had een aardige suggestie. Stel dat je een achterstands wijk hebt, de waarde van de woningen is niet zo hoog. Stel ik overweeg als goede familie een nieuw huis te gaan bouwen in zo’n wijk, zodanig dat de verwachting is dat andere gegoede burgerij mij gaat volgen en dat alle huizenprijzen omhoog gaan. Nu ga ik bij alle bestaande bewoners eisen dat ze bij verkoop van hun woning de helft van de prijsstijging op mijn rekening gaan storten. Uiteindelijk kan ik dan voor niks naar die wijk komen, ik krijg mijn huis helemaal gratis of zelfs geld toe. Ik verzilver mijn marktwaarde om goede mensen de buurt in te trekken. De burgemeester die in een achterstandswijk gaat wonen zeg maar. Ik zelf ben er nog niet helemaal uit, is hier nog een verliezer? Of hebben we werkelijk een constructie met alleen maar winnaars?

Stijn van Liefland

 

Paul de Beer over economische groei

Ik kom een al weer wat ouder artikel van prof Paul de Beer tegen over de ‘valse beloften van economische groei’. Naar mijn mening een goede introductie op de problematiek. Ik vat hier zijn redenering samen:

aanleiding

Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat voorbij een bepaald welvaartsniveau extra economische groei niet meer bijdraagt aan het welzijn of het geluk van de bevolking. Integendeel, groei gaat vergezeld van negatieve bijverschijnselen zoals files, milieuvervuiling, stress en klinische depressies.

3 vragen

  1. waarom levert economische groei zo weinig echte welvaart op?
  2. waarom zijn we er dan toch aan verslaafd?
  3. en wat valt er aan te doen?

waarom levert economische groei zo weinig echte welvaart op?

  • Meer fysieke productie gaat gepaard met onbedoelde (negatieve) bijverschijnselen zoals hierboven al genoemd.
  • Loskoppelen van economie en ecologie (dus opheffen van negatieve bijverschijnselen) is een illusie (onderbouwing wordt niet bij geleverd).
  • Fred Hirsch (1). Eindelijk een mede-fan van Fred Hirsch met zijn klassieker ‘social limits to growth’: van sommige zaken komt er bij economische groei niet meer van, terwijl ondertussen de vraag ernaar wel stijgt. Voorbeelden zijn tijd en ruimte. Als we rijker worden willen we meer ruimte (grotere huizen, golfbanen) maar de totale hoeveelheid ruimte blijft gelijk. Naarmate we meer gaan verdienen hebben we meer tijd nodig om het uit te kunnen geven, maar de totale hoeveelheid tijd neemt niet toe. We kunnen steeds meer uitbesteden en zo tijd winnen maar het probleem is dat bij iedereen tijd schaarser wordt en de prijs van inhuur van arbeidsintensieve diensten steeds duurder wordt. Dat betekent nog harder werken en nog minder tijd en zo verder.
  • Fred Hirsch (2). Sociale schaarste. Iedereen wil een topfunctie, maar die zijn per definitie schaars. De waarde ervan wordt namelijk bepaald door het feit dat anderen er niet over beschikken. Iedereen wil een hoge opleiding, maar als iedereen een hoge opleiding volgt dan is die niet meer bijzonder. Dit is een vicieuze cirkel: naarmate we rijker worden gaan we meer belang hechten aan statusgoederen (waar topfuncties en hoge opleidingen voorbeelden van zijn).
  • Fred Hirsch (3). Meer keuzemogelijkheden. Toenemende welvaart gaat gepaard met meer keuzes maar het maken van keuzes is niet kosteloos. Kiezen kost tijd, geld en geestelijke inspanning. Als er meer te kiezen valt, dan is de kans dat je niet het beste kiest groot en als het jouw keuze is dan ben je daar zelf verantwoordelijk voor.

waarom zijn we dan toch verslaafd aan economische groei?

  • Voor iedereen persoonlijk levert economische groei wel degelijk voordelen op, als ik rijker word en jij niet dan wordt het milieu er echt niet slechter van en kan ik me toch een groter huis veroorloven.
  • Rijke mensen zijn gemiddeld wel degelijk gelukkiger dan arme mensen.
  • Het is onmogelijk dat iedereen rijker wordt ten opzichte van de anderen, daarom is een groot deel van de inspanningen die we leveren om rijker te worden voor de samenleving als geheel verspilde energie (in economisch jargon: niet efficient). (RvS: dit ziet er niet uit als een reden, lijkt op een herhaling van waarom het zo weinig oplevert).
  • Wellicht is het een genetische kwestie dat we altijd meer willen? Een overblijfsel van onze biologische overlevingsdrift? Misschien is het cultureel bepaald?

en wat valt er aan te doen?

  • Oplossingsrichting 1. Aanname: mensen worden gedreven door onderlinge vergelijking en status en eindeloze jacht naar meer. Er is sprake van een klassiek collectieve actieprobleem. Gedrag dat voor een individu rationeel is, is dat niet voor de gemeenschap als geheel. Individuele rationaliteit leidt tot collectieve dwaasheid. Als individu dit probleem op willen lossen is irrationeel: wie zijn auto vaker laat staan is langer onderweg naar zijn bestemming terwijl de files er niet korter door worden. Wie geen hogere functies meer ambieert die daalt op de statusladder. Er moet dus beleid komen dat hier expliciet rekening mee houdt.
  • Oplossingsrichting 2. Aanname: mensen hebben een eigen verantwoordelijkheid en willen ander gedrag vertonen als het gaat om relatie tussen welvaart en geluk. Aanknopingspunt is anders omgaan met rijkdom en status. (RvS: dat lijkt goed nieuws voor trainers en coaches, heel Nederland op cursus …).

Het gaat hier om een eerste voorzet van Paul de Beer circa 2006. Er zou discussie moeten komen met een doorwrochtere analyse als vervolg. Zover ik kan nagaan is dat vervolg er nooit gekomen. Jammer.

Rudy van Stratum

NB Met verwijzing naar ons eigen materiaal op slimme financiering wordt hier ook een lans gebroken voor verborgen kosten. Wij lopen daar in de praktijk vaak tegenaan. Je kunt uitrekenen dat het vervangen van de traditionele verlichting in een kantoor zich binnen pak hem beet 10 jaar terug verdient. Desondanks leidt zo’n inzicht beslist niet altijd tot acute vervanging van die verlichting. Er is dan blijkbaar sprake van verborgen kosten: – ik heb geen zin om erover na te denken, – andere problemen hebben een veel grotere prioriteit, – verlichting is niet sexy om in de board te bespreken (geen statusverhogende beslissing), – ik vertrouw de nieuwe leveranciers niet, – ik zit er jaren aan vast, – nu loopt het gesmeerd, er zijn geen klachten. Kortom: het maken van keuzes kost tijd en geld en die moeten in de afweging worden meegenomen. Wat wij voorstaan is: transparant beslissen. Inzichtelijk maken wat de ins en outs van de vraagstelling zijn. Op basis van alle relevante informatie de opdrachtgever zelf de beslissing laten nemen.

Greco (slot): kredietunies

The end of money

In de vorige bijdragen over het boek van Greco (‘The end of money’) heb ik nogal eenzijdig benadrukt dat het simpele feit dat het fenomeen rente bestaat niet de hoofdoorzaak van onze economische crisis is. Daarbij is enigszins het zicht verloren op de oplossing die Greco bepleit en waar de kaarten nog steeds goed voor zijn. Laten we deze nieuwe werkelijkheid van Greco eens nader bekijken.

Huidige problemen

Eerst nog even wat de problemen zijn in de huidige situatie (geen volledigheid):

  • Er is op grote schaal groot wantrouwen richting de bancaire sector
  • Er is sprake van quasi-monopolie situaties in de financiële sector
  • Er zijn nieuwe producten ontwikkeld die door consumenten als onnodig zijn ervaren en vooral tot doel hadden de winstbijdrage te vergroten
  • Leningen zijn op grote schaal herverpakt en doorverkocht, dit leidde tot ondoorzichtigheid op de achterliggende risico’s en eigenschappen, tot speculatief gedrag en lucht in de prijsvorming, en uiteindelijk tot instabiliteit op de financiële markten
  • Een te grote afhankelijkheid van de ‘echte’ economie van de financiële markten die een eigen leven zijn gaan leiden
  • Overmatige beloningen en bonussen met perverse prikkels die tot genoemde fenomenen hebben geleid
  • Afwenteling van de problemen op de belastingbetaler
  • Afnemende mogelijkheden voor het MKB om toegang te krijgen tot krediet (toenemende afstand MKB tot bancaire sector door schaalvergroting, meer afstand en minder kennis van de klant)

Het alternatief: mutual credit clearing

Het uitgangspunt van Greco is ‘in the end we each pay for the things we buy with the things we sell’ (p. 131). En dit is de kern van wat hij ‘mutual credit clearing’ noemt. Waar het op neer komt is dat er sprake is van leden of gebruikers die gezamenlijk gefaciliteerd worden door een administratieve ‘bijhoud fabriek’. Je ruilt als het ware diensten of producten tegen kredietpunten. Die kredietpunten worden over en weer bijgehouden in een modern ict-ondersteund web-based systeem. Het is dus in essentie niet veel meer dan een hoogwaardig kasboekje waarin netjes staat beschreven welk tegoed iedereen heeft op basis van zijn geleverde diensten. Er is sprake van ‘mutual credit clearing’ omdat er niet 1-op-1 wordt bijgehouden aan wie je hebt geleverd en van wie je een tegoed hebt, nee per persoon wordt het netto tegoed of de netto schuld berekend. Zo wordt dus inzichtelijk welke positie je als het ware hebt ten opzicht van het systeem of het grotere geheel (de collectiviteit van de aangesloten deelnemers).

Een dergelijk systeem is destijds ook de opzet geweest van het huidige bankwezen. Maar nu is de techniek beschikbaar om dit eenvoudigweg over te doen zonder de eerdergenoemde nadelen ervan. Het is een systeem van onderop met een grote nadruk op de eigen lokale economie. In principe denkt Greco aan lokale credit clearing associations die via (ict-) netwerken gekoppeld zijn aan grotere federaties dit uiteindelijk de hele aardbol omspannen. Greco maakt hier de vergelijking met een (decentrale) energie-opwekking (ook wel smart grid genoemd). Hier wekt elke consument via bijvoorbeeld zonnepanelen op zijn dak zijn eigen energie op. Maar daar waar sprake is van een lokaal en tijdelijk surplus en tekort kan hij dat uitwisselen mijn zijn directe omgeving. Eerst in een kleine cirkel, waar alle plussen en minnen weer worden gesaldeerd, en later eventueel als dat nodig is, in een grotere cirkel buiten het lokale netwerk. Zo zijn uiteindelijk alle lokale energie-leveranciers gekoppeld in een wereldomvattend smart grid van energielevering. En zo kan het ook gaan met onderlinge kredieten.

In deze constructie kan makkelijk rekening worden gehouden met de mogelijkheid van wanbetaling door een interne reserve aan te houden. Jaarlijks wordt de optimale buffer berekend en een eventueel overschot wordt weer uitgekeerd aan de deelnemers.

Krediet-unie

Ik leg hier de koppeling met een recente bijdrage van Piet Duffhues en Benjamin Camdzic in het Brabants Dagblad van 28 december (artikel is te vinden op: artikel kredietunie ). Ook deze auteurs starten met de problemen rondom het huidige bankwezen en financiering. Zij leggen in hun betoog veel meer de nadruk op de problemen die het MKB ondervindt bij het niet meer of steeds moeilijker kunnen financieren bij de gebruikelijke banken. Banken zijn gericht op het vergroten van hun winst leningen gaan doorverkopen, gekoppeld aan schaalvergroting is de afstand tot en daarmee de kennis van de MKB-klant vergroot. De auteurs breken een lans voor het alternatief van de krediet-unie. Het gaat in wezen om wat ooit de gedachte achter de oprichting van de Rabo-bank was. De leden zoeken elkaar op en belenen elkaar. In de kern heeft de krediet-unie geen winstoogmerk en blijft in principe kleinschalig. Uiteindelijk zou dat moeten leiden tot lagere kostenniveaus, minder risico’s van wanprestatie door kredietnemers en tot hogere spaarrentes. In het buitenland bestaan dergelijke krediet-unies en werken ze zoals verwacht. In Nederland zijn op dit moment nog geen krediet-unies operationeel. Er is sinds een aantal jaren een werkgroep aan de slag om nieuwe krediet-unies in Nederland van de grond te krijgen. Zie ook www.dekredietunie.nl.

Overwegingen

Ik denk dat we moeten concluderen dat de nieuwe opzet technisch gesproken realiseerbaar is. Oud geld is simpelweg niet meer nodig, het openstellen van kredietlijnen kan in al onze behoeften voorzien. De techniek is zover dat we op deze manier een geldsysteem van onderop kunnen organiseren. Natuurlijk zijn er wel kanttekeningen te plaatsen. De kernvraag is hoe zo’n systeem een goede ’take-off’ kan krijgen. Er is immers een voldoende grote kritische massa van deelnemers nodig en die deelnemers moeten in hun aanbod ook voldoende diversiteit bieden. Ook moeten de deelnemers of leden ‘gekend’ worden, er zal sprake moeten zijn van een rating of iets dergelijks. Maar eerder hebben we gezien dat nagenoeg vanuit het niets grote nieuwe systemen kunnen ontstaan, denk hierbij aan marktplaats, google, amazon, ebay of paypal om maar wat voorbeelden te noemen. Het online verkoopsysteem ebay heeft zelfs een interactief rating-systeem ingebouwd dat zo overgenomen kan worden in het nieuwe bankieren. Technisch gesproken bieden sites als ebay en paypal al behoorlijk wat ingrediënten die we nodig hebben. Dan hebben we nog een infrastructuur nodig van pasjes (credit cards) en inlees systemen. Ook hier zou je kunnen denken dat simpele aanpassingen op onze mobiele telefoons voldoende zijn om van start te kunnen.

En dan zijn er nog juridische en fiscale aspecten. Als het systeem gaat werken en uit de pilot fase komt (serious business) dan ontkom je niet aan belastingheffing op transacties die in de nieuwe eenheden plaats vinden. Ook zullen er allerlei afspraken gemaakt moeten worden in geval van wanbetaling, faillissementen, overlijden etcetera. Maar niets dat niet gewoon is op te lossen.

Tenslotte, en dit zou wel eens de grootste hobbel kunnen zijn, zijn er de gevestigde machten en belangen. We weten hoe krachtig de lobby van banken is. Het gaat hier om enorme belangen. Grote banken zullen alles in het werk stellen om nieuwe alternatieven klein te houden. De huidige markten kennen hoge toetredingsdrempels. Maar ook hier geldt: waar een wil is, is een weg.

En, nog niet helemaal tenslotte dus, we moeten niet naïef zijn. Zoals gezegd is de Rabo ook ooit begonnen met deze gedachte als uitgangspunt. Inmiddels voldoet de Rabo blijkbaar niet meer aan de kernvereisten van een krediet-unie (anders zouden we hier nu niet deze discussie hebben). En dit gevaar ligt voor alle nieuwe initiatieven op de loer. Elk nieuw systeem creëert weer nieuwe belangen. En als er nieuwe belangen zijn dan zullen die op hun beurt weer verdedigd worden door hun houders. Ook binnen krediet-unies ontstaan weer management-lagen met hun baasjes. Er ontstaan met andere woorden wat in de economische literatuur ‘agency costs’. We zullen dus toezicht moeten organiseren op de ‘agents’ die voor ons het onderhoudswerk doen. En zo wordt het systeem vanzelf ingewikkelder en gaat een eigen leven leiden.

Maar zover is het nog niet: vooralsnog is er behoefte aan een nieuw geld- en leensysteem. Technisch hebben we alle tools tot onze beschikking om er vandaag mee aan de slag te gaan!

Rudy van Stratum

Groei is belangrijk, maar wel die van de echte economie

Een raadselachtige titel. Gebaseerd op een artikel in VK van enkele dagen geleden. ‘Meer groei maakt minder gelukkig’. De kern van het artikel, op zich niet nieuw, is dat we de laatste 20 jaar flink zijn gegroeid maar dat ons welzijn en ons geluk er nauwelijks op zijn vooruit gegaan. Als we een nieuwe snelweg aanleggen, op zich begrijpelijk omdat dat bestaande behoeften bevredigt, dan gaat dat steeds meer ten koste van andere belangrijke zaken. Die andere zaken kennen echter geen prijs in de economie van bestuur en media. Ik haal aan uit het artikel:

“In een echte economie moet rekening worden gehouden met indicatoren die moeilijk in geld zijn uit te drukken maar daarom nog niet minder belangrijk zijn. In een echte economie wordt structureel inzichtelijk gemaakt wat er verloren gaat wanneer we nog een snelweg aanleggen: meer afhankelijkheid van olie, interen op ecologisch kapitaal, een toename van longziekten, het verdwijnen van stilte en natuur in Nederland. Wanneer we deze overwegingen meenemen, merken we dat de meeste spullen uiteindelijk olie-intensieve artifacten zijn die enkel psychologische doelen dienen.”

Het sluit aan bij de strekking van onze website slimme financiering. We moeten eerst het rendement van een maatregel inzichtelijk maken. Bij het berekenen van het rendement horen alle effecten te worden meegenomen. Ook (negatieve) rendementen die bij anderen terecht komen of later in de tijd vallen, horen daar bij. Pas dan, als inzichtelijk is wat het rendement is, kan een discussie plaats vinden of de maatregel wel of niet verstandig is om te nemen en pas dan kan een onderhandeling plaats vinden over de verdeling van (hopelijk) winst of (liever niet) verlies.

En het rare is, zoals ik al zei, dit is niets nieuws. Lees een willekeurige inleiding in de economie er maar op na, het staat er allemaal in. Nergens zul je teksten aantreffen dat het eenzijdig sturen op een eendimensionale groei verstandig is. Desondanks doen we alsof het lessen uit de economische wetenschap zijn waar we ons op baseren. De schoorsteen moet immers blijven roken.

Diezelfde dag, in een andere krant, een interview met Herman Wijffels. Hij stelt dat er op dit moment, als reactie op bovenstaande, op het grondvlak van de samenleving initiatieven ontstaan waarbij ‘ze’ het heft in eigen handen nemen. Het gaat om zogenaamde prosumenten die een nieuwe samenleving aankondigen waarin het winstprincipe niet langer centraal gesteld wordt. Want de laatste 20 jaar is winst het doel geworden in plaats van een middel. En verderop in het artikel: De financiële markt heeft te veel macht gekregen, we steken ons financieel en ecologisch in de schulden.

Hier worden wel heel veel stappen tegelijk genomen. Ik betwijfel of de oplossing van de prosumenten gaat komen. Het klinkt leuk maar het zijn vooralsnog kleinschalige initiatieven. Nog los daarvan blijken consumenten in the end gevoelig voor korte termijn verleidingen, daar zijn vele voorbeelden van te noemen en boeken over vol geschreven. Hier moet de psychologie de economie helpen. En of het afschaffen van het winstprincipe de oplossing is weet ik ook niet. Als we winst eng interpreteren als het op korte termijn najagen van materiële welvaart en eigen belang dan klopt het wel. Maar als je winst ziet als het zetten van een stap richting het doel wat je jezelf hebt gesteld dan blijft dat een goed kompas. Maar los van deze trivialiteiten is het wel duidelijk wat Wijffels bedoelt.

De conclusie is dat het inmiddels wel mainstream aan het worden is dat we op deze weg niet door kunnen gaan. We gaan linksom of rechtsom de prijs een keer betalen (en doen dat nu al, de een wat meer dan de ander). Dat is goed nieuws. Maar volstrekt onduidelijk is nog hoe het dan verder moet. Ik zou zelf wel behoefte hebben aan een soort ‘belisboom’ of ‘mindmap’. Welke stromingen zijn er, wat zijn de onderliggende vooronderstellingen van die stromingen, en welke voor- en nadelen hebben ze? Want de stelling volmondig onderschrijven is één, het accepteren van de gevolgen van het onderschrijven is twee. Zelfs bij publieke organisaties als gemeenten zie we dat ze graag duurzaam bouwen maar als het puntje bij paaltje komt niet de portemonnee willen trekken en (zie bijvoorbeeld discussie over verbouwing binnenstad Eindhoven)   daarbij afschuiven op de toekomst of op andere partijen. Ik spreek hier geen waarde-oordeel uit. Ik neem aan dat ook een gemeente een positieve intentie heeft met dit gedrag. Maar als publieke partijen het al zo moeilijk afgaat, hoe moet dat dan zijn voor private partijen?

Rudy van Stratum

Greco: the end of money (8)

Tussentijdse reflectieThe end of money

Op een aantal punten kan ik met Greco meegaan. Als ik geschiedenisboeken lees en naar de evolutie van onze soort kijk (biologieboeken) dan is strijd en macht een grote constante. Dat staat en banken elkaar de bal toespelen wil ik best geloven. Natuurlijk is er een lobby van banken om hen onwelgevallige beslissingen te mitigeren en natuurlijk zijn er politici die gevoelig zijn voor toekomstige beloningen. Het gaat om veel geld en grote belangen, dus laten we vooral niet naïef zijn. Banken hebben een unieke monopolie positie en zullen die zo lang het kan profijtelijk in stand houden. Ook is het ontegenzeggelijk zo dat de staat op meerdere manieren tot herverdeling van macht en rijkdom kan komen. Officieel is het door belastingheffing (en herverdeling van de opbrengsten) maar feitelijk worden inflatie en afstempeling ook (al dan niet bewust )ingezet bij herverdeling.

Maar is de oorzaak van de crisis dat er rente op schulden wordt berekend? Ik hoop in mijn lange inleiding te hebben laten zien dat rente een normaal onderdeel is van economische interactie. Rente vindt zijn oorsprong in tijdsvoorkeur, risico op wanbetaling en alternatieve mogelijkheden van aanwending van middelen met een hoger reeel rendement. Ook zonder staat en zonder banken zouden we het verschijnsel rente krijgen. Overigens kan die rente zoals eerder aangetoond in principe ook negatief zijn. Lees verder

Stijgende energieprijzen

Hoe hebben de prijzen voor onze brandstoffen zich de afgelopen jaren ontwikkeld? Op het compendium voor de leefomgeving is een mooi overzicht te vinden voor olie, gas, elektriciteit en kolen. De veronderstelling dat energie steeds duurder wordt lijkt hiermee gerechtvaardigd. Kijk hier.

Greco: the end of money (7)

GrecoThe end of money

Vooraf is het goed te stellen dat Greco niet zomaar een onderzoeker of wetenschapper is. Onder een wetenschapper versta ik dan iemand die ‘gewoon’ naar de feiten kijkt en daar dan conclusies uit trekt (ik denk niet dat die bestaan, maar dat terzijde). Greco is iemand met een missie, iemand die met een passie de verschijnselen van geld en krediet bestudeert met als doel de democratisering van financiering en de economie. Het gaat hem niet alleen om het begrijpen maar ook om het veranderen, het gaat hem om economische gelijkheid, persoonlijke vrijheid, wereldvrede en ecologisch herstel. Het is maar dat u het weet.

Het mooie of uitzonderlijke van dit boek (van Greco) is dat het oplossen van het geldprobleem geen onderdeel is van een bredere aanpak, nee, het is de werking van de huidige economie en het huidige bankwezen die een andere, betere, duurzamere, rechtvaardigere inrichting van onze samenleving fundamenteel in de weg staat. Banken als veroorzaker van de diepe crises en wortel van het kwaad dus. De ondertitel van het boek luidt dan ook: ‘.. en de toekomst van onze samenleving’. Als het financiële stelsel niet fundamenteel anders wordt ingericht zullen wereldoorlogen over de schaarse hulpbronnen (energie, water, voedsel, grondstoffen) onvermijdelijk zijn en zitten we nu aan de vooravond van een ‘new dark age’. Lees verder

Greco: the end of money (6)

OverheidThe end of money

Om het verhaal van Greco te kunnen volgen moet ik nog twee dingen kort uitleggen. Dat is de rol van de overheid en die van het bankwezen. Een overheid zou je in termen van onze voorbeeld economie gewoon als een individu kunnen behandelen. Een overheid consumeert ook gewoon goederen (ambtenaren die moeten eten). Een overheid heeft echter een unieke bron van inkomsten, namelijk belastingheffing. Belastingheffing betekent in termen van onze voorbeeld economie dat je van alle burgers een deel van hun goederen opeist. Verder kan een overheid ook investeren. Ze kan bruggen bouwen, scholen stichten etc. Ook voor de overheid geldt een ‘budget constraint’. De goederen die ze bij haar burgers afvangt (belastingen) kunnen worden aangewend voor consumptie (ambtenaren salarissen) of voor investeringen (bruggen bouwen). Als ze op enig moment meer wil doen dan de belastinginkomsten toelaat, dan zal ze net als een burger gewoon moeten lenen. En net als bij een burger geldt dat ze over de leningen een vergoeding moet betalen en dat alle uitgaven in de tijd niet groter mogen zijn dan alle inkomsten in de tijd (life time budget constraint voor de overheid).

Een overheid is anders dan een burger omdat een overheid in principe oneindig lang leeft en altijd maar weer opnieuw aan haar renteverplichting kan voldoen door weer nieuwe schulden aan te gaan. Zolang iedereen gelooft dat de overheid uiteindelijk toch haar schuld aflost is dat geen probleem (maar zie de huidige discussie: schulden van landen kunnen zomaar worden afgeboekt, dus het verschil met een burger is hier relatief). Maar de overheid is ook anders dan een burger omdat de overheid de basis geld hoeveelheid in een economie bepaalt. Door aan de knoppen van de geldhoeveelheid te draaien ontstaat inflatie en worden de schulden van de overheid in reële termen kleiner. Op deze manier heeft de overheid een monopolie om haar eigen schulden in waarde te laten afnemen (rationele consumenten zullen dit in hun afweging betrekken en een hogere vergoeding vragen) en zo consumenten-beleggers via de achterdeur te benadelen (inflatie is daarom een vorm van belastingheffing).

Banken

In wezen kan in onze voorbeeld economie iedereen voor bank (als inlener-uitlener) spelen. Je kunt gewoon zelf een schuldbekentenis uitgeven en onderling elkaar belenen. Bij het verhaal van Greco gaat dat gegeven nog een belangrijke rol spelen. Dat is allemaal niet erg praktisch natuurlijk. In termen van de goederen economie is een bank een regeling waar het surplus aan goederen wordt gestald en waar iemand met een tekort naar toe kan om goederen op te halen. Er worden wat formulieren getekend en klaar. Later worden de goederen met vergoeding weer teruggebracht en kan de oorspronkelijke eigenaar ze weer ophalen. So far so good. In deze termen is een bank gewoon een soort administratie-huis die de handel versoepelt. Lees verder