Categoriearchief: Dossier constructies

Varianten op Google Adsense?

Google Adsense

In feite kun je google adsense ook inzetten als een bron van slimme financiering. Wat houdt Google Adsense in? Het aanbod is dat je een deel van je website ter beschikking stelt aan adverteerders. Google houdt in opdracht van adverteerders bij welke websites welke bezoekers trekken (wordt bepaald op basis van de inhoud van de website) en plaatst daar dan gericht de advertentie. Uiteraard wordt nauwgezet berekend waar welke advertentie het meeste resultaat oplevert. De adverteerder betaalt per klik die de bezoeker van de website op zijn advertentie doet. De eigenaar van de site ontvangt vervolgens een percentage van deze omzet van google.

Ik heb als opdrachtgever wel advertenties via google geplaatst maar omgekeerd nog niet eerder een advertentie van een ander op mijn/onze site gezet. Ik wil graag weten hoe het werkt en dus hebben we gisteren besloten hier eens mee te experimenteren. Zie het maar als een vorm van mini-veldonderzoek. Waar ben ik benieuwd naar?

  • Wat voor advertenties lokt de inhoud van deze site uit?
  • Past de inhoud zich aan op basis van gegenereerde nieuwe informatie?
  • Hoeveel procent van de bezoekers klikt uiteindelijk op zo’n advertentie?
  • Wat levert een klik gemiddeld op? Over wat voor bedragen hebben we het dan op jaarbasis?
  • Is dit inderdaad per saldo een vorm van slimme financiering?

Alternatief geldsysteem

De laatste tijd hoor ik weer meer over locale valuta. 25 jaar geleden ben ik dat ook al eens tegengekomen. Is dit een serieuze ontwikkeling? Een ontwikkeling die in tijden van economische crisis meer aandacht krijgt? Of is het toeval? Ik zal eerlijk zijn, ik ben er heel sceptisch over. Desalniettemin is het een interessant fenomeen om eens nader te onderzoeken en vooral om te kijken of het ons kan helpen bij het oplossen van financieringsproblemen. Hierbij mijn eerste gedachten, wordt vervolgd.

Wat is het?

Het bestond in ieder geval al in de jaren 80 onder de titel LETS, Local Exchange trading Systems. In het kort komt het er op neer dat we elkaar diensten of producten leveren en de waarde hiervan administreren. Die waarde drukken we uit in een eigen eenheid. Voorbeeld ik repareer de auto van iemand om de hoek en we komen overeen dat dit een waarde heeft van 50. Dat wordt bijgeschreven op mijn tegoed en bij de ander afgeschreven. Met mijn tegoed kan ik weer andere diensten of producten afnemen, een zelfgebreide trui, een cursus Spaans etc. De locale eenheid heeft een eigen naam en waarde, meestal gelijk aan de gangbare munt. Voorbeeld Noppes, één Noppe = één Euro. Dit soort systemen kennen geen rente en als je er teveel hebt of juist erg in het rood staat wordt je verzocht daar wat aan te doen (uitgeven of gaan verdienen).

Lees verder

Verdienmogelijkheden (13): grondsaldering

Deze verdienmogelijkheid wordt door de auteurs van ‘Nederland boven Water’ grondsaldering genoemd. Lezing van de tekst wekt bij mij de indruk dat de term ‘verlies nemen’ passender is. Wat is er aan de hand? Gemeentes hebben jarenlang grond aangekocht, bouwrijp gemaakt en later weer doorverkocht. Dat ging altijd tegen forse winsten die weer andere dingen in de begroting mogelijk maakten. Dit oude verdienmodel van alsmaar stijgende grondprijzen (en dus duurdere panden en/of hogere huren) is sinds de crisis ten einde gekomen. Het spelletje is uitgewerkt. Gemeenten hebben deze manier van inkomsten generen desondanks voor jaren naar de toekomst alvast ingeboekt. De verkoop van de grond bij deze (steeds hogere) tarieven stagneert en daarmee de locale bouweconomie.

Wat is de oplossing dan? Erkennen dat dit niet meer mogelijk is. Gemeenten (en projectontwikkelaars) moeten hun verlies nemen en dus de grond afwaarderen naar een meer reële economische waarde. Dat opent dan de mogelijkheid dat grond tegen een lagere prijs verkocht mag worden en daarmee kan de bouw verder rendabel worden. Op zich een prima gedachte wat mij betreft. Maar het is slechts een eerste stap. De auteurs stellen vrolijk dat bij eventuele toekomstige waardestijging van woningen en bedrijfsgebouwen het verlies weer kan worden gecompenseerd. Maar dat is natuurlijk het alsnog ontkennen van de nieuwe realiteit. Wat als die waardestijging er gewoonweg niet meer gaat komen? Wat gebeurt er met een projectontwikkelaar die zijn balans op deze manier opschoont? Krijgt die nog een lening van de bank als er zich een echt rendabel project voordoet? De gemeente zal bij de opgeschoonde balans gedwongen zijn de tering naar de nering te zetten, het mes in de uitgaven te zetten. Welke gevolgen heeft dat voor de economie?

Verdienmogelijkheden (12): groenaandelen

Ook deze verdienmogelijkheid is innovatief. De stelling is dat groen voordelen biedt die nu onvoldoende tot hun recht komen. Wonen en werken in een groene omgeving verhoogt de arbeidsproductiviteit, verlaagt de kosten van zorg (minder ziekte, sneller herstel) en verhoogt de waarde van vastgoed. Ik heb geen poging gedaan de achterliggende onderzoeken erbij te halen (en dan nog: na de wetenschappelijke fraude die gisteren in het nieuws kwam weten we niet meer zeker of de ‘feiten’ uit de gepubliceerde onderzoeken ook echt kloppen …), maar ik kan me daar van alles bij voorstellen.

Het achterliggende probleem bij deze constructie is: groen heeft voordelen (deels te herleiden tot echte euro’s, deels te herleiden tot hoger welbevinden) maar op een of andere manier is dat geen garantie dat het groen niet wordt verdrongen door andere (op korte termijn beter renderende) bestemmingen. Op welke manier zouden we met een constructie de lange termijn voordelen kunnen ‘insluiten’ in de actuele beslissingen van partijen? Eerlijk gezegd kan ik uit de tekst van de auteurs van ‘Nederland boven water’ niet helemaal opmaken wat de constructie nu behelst. Ik moet dus noodgedwongen hardop denken. De kern van hun betoog is dat de koppeling tussen natuur en grondbezit moet worden losgekoppeld. Dus, denk ik dan, om van grond te kunnen genieten hoef je er niet de eigenaar van te zijn. Klopt, maar ik zie nog geen verdienmodel.

Even kijken. Huidige grondeigenaren kunnen geld vragen om op hun groen te vertoeven. Dat is een verdienmodel dat extra inkomsten genereert om weer in dat groen te investeren. Maar hier zie ik vooralsnog geen grote markt. Een gemeente kan stringenter bestemmingen voor groen toewijzen aan delen van woon- en werkgebieden. Maar dat gebeurt nu ook al. Maar de eventuele kosten zijn dan wel voor de gemeente als instantie. Een alternatief voor de gemeente zou kunnen zijn om de licentie om op die grond iets groens te mogen doen (en ook niets anders dan dat) te vermarkten. Maar als er geen sprake is van entreegelden (en daar ga ik dan maar van uit) dan is het alleen zinvol die grond/licentie te kopen door de direct betrokken bewoners of gebruikers ervan. Mogen alleen de licentiehouders dan de groene grond betreden? Lijkt me niet haalbaar. Dus iedereen mag de groene grond betreden. Maar dan moet ook iedereen mede-eigenaar van de licenties worden. Het gaat dan dus om een verplicht aankoop van groene grond door alle bewoners die ervan gebruik maken. In de praktijk komt dat erop neer dat de grondprijs per vierkante meter van de bebouwbare grond een opslag voor de groengrond krijgt. Maar dat is nu ook al het geval: de gemeente financiert de aanleg en het onderhoud van groene grond in woonwijken door opslagen bij de verkoop van overige grond.

Kortom: groenaandelen klinkt leuk maar ik vat het verdienmodel niet. Verdonkerde ramen in kantoren maken die alleen opengaan met zicht op groen als je er eerst een Euro ingooit (zoals je bij het drielandenpunt alleen van het vergezicht kan genieten als je een munt in de verrekijker gooit)? Wie kan me uitleggen hoe het zit?

Verdienmogelijkheden (11): gebiedsaandelen

Aandelen zijn bij uitstek een Nederlandse vinding. Juist nu particulieren en pensioenfondsen op zoek zijn naar gematigd rendement en hoge continuïteit, zou het een idee kunnen zijn gebieden en projecten te ‘vermarkten’ door de uitgifte van aandelen. De auteurs van ‘Nederland boven water’ stellen dat het hier om een niet eerder toegepast en spraakmakende constructie gaat (meteen de reden waarom er nog wel wat water door de zee moet voor we de eerste toepassing mogen verwachten). Als voorbeeld wordt verwezen naar Amerikaanse snelwegen waar tol wordt geheven. Het gaat dan om ‘gebieden’ die de snelwegen en de daar naast gelegen tankstations en restaurants betreffen. De overheid kan licenties uitgeven (of aandelen met voorwaarden) (vergelijk ook met veilingen voor zendfrequenties voor radio en mobiele telefonie) die de eigenaren het recht geven de gronden uit te ponden door tol te heffen, grond voor bestemming restaurants te verhuren etc. We zouden de Amerikaanse literatuur er eens op na moeten slaan wat de ervaringen in de praktijk hiermee zijn.

Bij de snelweg met tolheffing kan ik me wel een verdienmodel voorstellen. Bij het uitgeven van aandelen met betrekking tot een industrieterrein of woonwijk heb ik het niet helder voor ogen. Moeten we dan entree gaan betalen om de wijk in te mogen? Of gaat het om het heffen van parkeergelden? Of geeft het de eigenaar het recht de grond te verpachten (waardoor het een ingewikkelde omweg wordt die neerkomt op erfpacht in licentie oid)? Verder lijkt het tijdsgewricht nu niet ideaal om de markt weer zijn zegenrijke werk te laten doen. We hebben net geleerd dat marktwerking alleen goed uitpakt als nauwkeurig naar de randvoorwaarden (met name op langere termijn) wordt gekeken. In combinatie met goede verhandelbaarheid en fiscale voordelen is deze constructie zeker de moeite waard nader uit te werken. En hoe dan ook: een echt nieuwe constructie.

Verdienmogelijkheden (10): garantiefonds

Dit is wederom een interessante en mogelijk nieuwe manier om denken over lange termijn rentabiliteit op gang te brengen. Het klassieke dilemma bij bouwen en wonen (in relatie tot duurzaamheid) is dat extra maatregelen nu extra geld kosten en dat de voordelen pas op langere termijn geoogst kunnen worden. Nog los van het andere dilemma: dat de voordelen bij een andere partij neerslaan dan de partij die de extra kosten voor zijn rekening nam. Voorwaarde is wel dat er een goede en rationele calculatie van de voor- en nadelen wordt gemaakt van de maatregelen of voorstellen. Als het rendement over een langere tijdshorizon positief is (rekening houdend met mogelijke risico’s) dan zou de investering in principe doorgang moeten vinden (vanuit de leerboekjes bezien). Als de cash op dat moment bij de partijen niet aanwezig is en banken (gezien de huidige crisis en/of andere prioriteiten) niet bereid zijn het geld uit te lenen, dan kan een garantiefonds met publieke participatie een oplossing zijn. Een publieke partij kan de bank dan garanderen dat de lening hoe dan ook zal worden afgelost. Vanuit de wet van de grote getallen en vanuit goede calculaties zal de publieke partij zich die garantie ook kunnen veroorloven. Sterker nog: als de gebruikelijke subsidies die nu worden verstrekt worden verruild voor zo’n garantiefonds zou dat overheden zelfs geld moeten opleveren.

We denken bij garantiefonds nu met name aan een ‘aflossings-‘ of ‘betaal-‘ garantie. Maar je kunt ook denken aan een afnamegarantie. Stel dat de bouw van gewenste woningen uitblijft (liquiditeitsproblemen in de bouwsector etc) dan kan een derde (dat zal meestal een publieke) partij de afname van de te bouwen woningen garanderen. Hierdoor vervalt voor de bouwers het risico van niet-verkopen en zal de bouw doorgang vinden. Deze vorm van garantie lijkt me meer tricky: in tegenstelling tot de vorm van betaalgarantie is hier in de toekomst mogelijk geen sprake van een contractuele tegenpartij. Oftewel: de partij die de garantie afgeeft blijft mogelijk met een voorraad niet verkoopbare woningen zitten. De wet van de grote getallen gaat hier niet zonder meer op. In mijn ogen kan een dergelijke garantie alleen in bijzondere gevallen gedurende een korte periode worden afgegeven (en heeft dan weinig met rentabiliteit of duurzaamheid sec te maken maar zal eerder in het mandje economische conjuncturele stimulering maatregelen vallen).

Overzicht financieringsconstructies: eerste gedachten

Stijn geeft in een eerder bericht toekomstwaarde nu aan dat hij graag een overzicht wil maken van de belangrijkste financieringsconstructies. Dat lijkt me een strak plan en ik vermoed dat meer mensen hier belangstelling voor hebben, zeker als het visueel kan worden weergegeven in een samenvattend overzicht met belangrijke vormen en kenmerken. En waarom zouden we de discussie hierover niet gewoon hier voeren? Laat ik als start weer wat stellingen formuleren. En een stelling kan uiteraard verworpen of verbeterd worden.

Stelling:

De kern van financieringsconstructies is dat zij geldstromen in de tijd sturen, manipuleren of beïnvloeden zodat betrokken partijen daarmee hun doelen beter kunnen bereiken (een hoger intertemporeel nut kunnen bereiken).

Stelling:

In wezen gaat het hier om ‘verdienmodellen’. Eerst probeer je alles zo goed en optimaal mogelijk in te richten (het verdienmodel). Vervolgens kan als sluitstuk blijken dat de resulterende geldstromen tussen de partijen en in de tijd niet altijd matchen. De constructie die je opzet om die geldstromen tussen partijen en in de tijd te laten matchen noem je een financieringsconstructie. Eerder hebben we al eens gesteld dat als het verdienmodel klopt (goed in elkaar zit, een positief totaalrendement genereert) dat dan de financieringsconstructie een kwestie van uitwerken is, nooit het echte probleem kan zijn.

Stelling:

Omdat het spraakgebruik nu eenmaal anders is en ook de praktijk van verdienmodellen en financiering weerbarstig is, is mijn voorstel ze door elkaar te gebruiken. Het gaat erom hoe je je activiteiten of projecten zodanig opzet dat er voldoende rendement wordt gegenereerd en dat de financiële stromen in de tijd en tussen partijen zodanig wordt gematcht dat de projecten doorgang kunnen vinden.

Stelling:

Stap 1 is dan om zoveel mogelijk bestaande financieringsconstructies en verdienmodellen bij elkaar te harken. We hebben al een aantal recente publicaties genoemd op deze site zoals ‘Verdienmogelijkheden’ van Nederland onder Water en ‘Toekomstwaarde nu!’ van Agentschap NL. Zonder al te veel moeite kom je in eerste instantie op 40-50 soorten en vormen. De volgende stap 2 is dan om de verzameling te gaan ordenen. Een aantal vormen zullen bij nadere bestudering sterk op elkaar lijken. Zo zal een indikking ontstaan en blijven x aantal elementaire vormen over.

Lees verder

Verdienmogelijkheden (8): erfpacht

Dit is een verdienmogelijkheid die aparte behandeling en verdieping verdient. Ik kan niet alle consequenties overzien. Het idee is dat je niet de nieuwe eigenaar van grond wordt maar dat je de grond als het ware huurt. Elke maand betaal je dan de vergoeding die hoort bij het gebruik van de grond aan de (bestaande) eigenaar. Je kunt op allerlei manieren de maandelijkse vergoeding afspreken, tegen een vaste rente op een variabele grondwaarde, tegen een vast bedrag per maand maar met een periodieke aanpassing etc. Voordeel is dat de initiële kosten van een bouwproject omlaag gaan en dat de financiering makkelijker zal worden. Een ander voordeel lijkt mij dat bij kopers het motief om te speculeren op een toekomstige waardestijging van de grond komt te vervallen. Hiermee zal de huizenmarkt wellicht een stabieler beeld vertonen qua waardeontwikkeling. Maar hier zit meteen ook het addertje vermoed ik. Huizenkopers vinden het juist leuk om eigenaar van de grond te zijn en daar ook de toekomstige voordelen van te plukken. Bovendien kunnen ze nu speelbal worden van de onzekere maandelijkse vergoeding die ze wellicht in de toekomst moeten betalen voor het gebruik van de grond. Ongetwijfeld zal dan allerlei regelgeving nodig worden geacht om dat in goede banen te leiden. En wat te denken van de rente-aftrek die dan niet van toepassing is op de grondwaarde voor de gebruiker annex bewoner? Toch zijn er ook nieuwe constructies te bedenken die lijken op de bestaande praktijk maar wellicht zonder een aantal nadelen. Je zou de grondvergoeding voor 50 jaar vast kunnen leggen. Dan ben je van de onzekerheid af. In dat geval kun je het recht tegen die prijs de grond te mogen gebruiken ook gewoon verhandelen of door verkopen als je je woning verkoopt. Ook dan kun je dus weer winst of verlies maken. Maar de grond blijft dan eigendom van ..  Ja, van wie eigenlijk. Ik kan me zo’n model voorstellen als grond in principe altijd eigendom blijft van de gemeente of een of andere niet-commerciële grondexploitatie-maatschappij. Op het moment dat de grond al in eigendom is van een willekeurige particulier of commerciële partij dan blijft een speculatief motief bestaan. Het voordeel van een lagere initiele aankoopsom blijft echter staan in deze variant. Zoals ik al zei: dit verdient nader onderzoek. Ik houd me aanbevolen voor mogelijke bestaande studies en verkenningen die voor- en nadelen van erfpacht ten opzicht van traditionele koop op een rij zetten (in dit cahier zult u ze dus tevergeefs zoeken).

Rudy van Stratum

Opdrachtgeverschap, aanbesteding

Bij het werken aan een duurzame ontwikkeling in de bouw en bij ruimtelijke ontwikkelingen is een belangrijke rol weggelegd voor opdrachtgevers. Wie betaalt bepaalt en een opdrachtgever kan eisen wat hij of zij wil zolang het maar binnen het wettelijke kader past en haalbaar en betaalbaar is. Aan het einde van dit bericht een verwijzing naar een aantal interessante publicaties.

Allereerst wie betaalt bepaalt. Ik zie dat heel letterlijk, wie is een architect of aannemer om het niet uit te voeren zoals de opdrachtgever het wil? Natuurlijk ieder z’n vak en een architect of aannemer ziet dingen die een klant niet ziet en zij moeten de ruimte krijgen voor eigen inbreng. Maar ik zie ook dat opdrachtgevers slordig zijn. Er is wel een mooi plan , een programma van eisen en er liggen eisen en wensen op het gebied van duurzame ontwikkeling. Zorg dan wel dat architecten, adviseurs en aannemers ook van de duurzaamheidseisen op de hoogte zijn en dat deze door de hele bouwkolom gecommuniceerd worden. Controleer bij alle tussenproducten of aan de eisen is voldaan, stel kritische vragen als ambities niet gehaald worden, ga in discussie en regel zo nodig contra-expertise. Tot zover het eerste deel van goed opdrachtgeverschap. Lees verder