Categoriearchief: SF

Blogs die kern van oude slimmefinanciering vormen

Verdienmogelijkheden (10): garantiefonds

Dit is wederom een interessante en mogelijk nieuwe manier om denken over lange termijn rentabiliteit op gang te brengen. Het klassieke dilemma bij bouwen en wonen (in relatie tot duurzaamheid) is dat extra maatregelen nu extra geld kosten en dat de voordelen pas op langere termijn geoogst kunnen worden. Nog los van het andere dilemma: dat de voordelen bij een andere partij neerslaan dan de partij die de extra kosten voor zijn rekening nam. Voorwaarde is wel dat er een goede en rationele calculatie van de voor- en nadelen wordt gemaakt van de maatregelen of voorstellen. Als het rendement over een langere tijdshorizon positief is (rekening houdend met mogelijke risico’s) dan zou de investering in principe doorgang moeten vinden (vanuit de leerboekjes bezien). Als de cash op dat moment bij de partijen niet aanwezig is en banken (gezien de huidige crisis en/of andere prioriteiten) niet bereid zijn het geld uit te lenen, dan kan een garantiefonds met publieke participatie een oplossing zijn. Een publieke partij kan de bank dan garanderen dat de lening hoe dan ook zal worden afgelost. Vanuit de wet van de grote getallen en vanuit goede calculaties zal de publieke partij zich die garantie ook kunnen veroorloven. Sterker nog: als de gebruikelijke subsidies die nu worden verstrekt worden verruild voor zo’n garantiefonds zou dat overheden zelfs geld moeten opleveren.

We denken bij garantiefonds nu met name aan een ‘aflossings-‘ of ‘betaal-‘ garantie. Maar je kunt ook denken aan een afnamegarantie. Stel dat de bouw van gewenste woningen uitblijft (liquiditeitsproblemen in de bouwsector etc) dan kan een derde (dat zal meestal een publieke) partij de afname van de te bouwen woningen garanderen. Hierdoor vervalt voor de bouwers het risico van niet-verkopen en zal de bouw doorgang vinden. Deze vorm van garantie lijkt me meer tricky: in tegenstelling tot de vorm van betaalgarantie is hier in de toekomst mogelijk geen sprake van een contractuele tegenpartij. Oftewel: de partij die de garantie afgeeft blijft mogelijk met een voorraad niet verkoopbare woningen zitten. De wet van de grote getallen gaat hier niet zonder meer op. In mijn ogen kan een dergelijke garantie alleen in bijzondere gevallen gedurende een korte periode worden afgegeven (en heeft dan weinig met rentabiliteit of duurzaamheid sec te maken maar zal eerder in het mandje economische conjuncturele stimulering maatregelen vallen).

Overzicht financieringsconstructies: eerste gedachten

Stijn geeft in een eerder bericht toekomstwaarde nu aan dat hij graag een overzicht wil maken van de belangrijkste financieringsconstructies. Dat lijkt me een strak plan en ik vermoed dat meer mensen hier belangstelling voor hebben, zeker als het visueel kan worden weergegeven in een samenvattend overzicht met belangrijke vormen en kenmerken. En waarom zouden we de discussie hierover niet gewoon hier voeren? Laat ik als start weer wat stellingen formuleren. En een stelling kan uiteraard verworpen of verbeterd worden.

Stelling:

De kern van financieringsconstructies is dat zij geldstromen in de tijd sturen, manipuleren of beïnvloeden zodat betrokken partijen daarmee hun doelen beter kunnen bereiken (een hoger intertemporeel nut kunnen bereiken).

Stelling:

In wezen gaat het hier om ‘verdienmodellen’. Eerst probeer je alles zo goed en optimaal mogelijk in te richten (het verdienmodel). Vervolgens kan als sluitstuk blijken dat de resulterende geldstromen tussen de partijen en in de tijd niet altijd matchen. De constructie die je opzet om die geldstromen tussen partijen en in de tijd te laten matchen noem je een financieringsconstructie. Eerder hebben we al eens gesteld dat als het verdienmodel klopt (goed in elkaar zit, een positief totaalrendement genereert) dat dan de financieringsconstructie een kwestie van uitwerken is, nooit het echte probleem kan zijn.

Stelling:

Omdat het spraakgebruik nu eenmaal anders is en ook de praktijk van verdienmodellen en financiering weerbarstig is, is mijn voorstel ze door elkaar te gebruiken. Het gaat erom hoe je je activiteiten of projecten zodanig opzet dat er voldoende rendement wordt gegenereerd en dat de financiële stromen in de tijd en tussen partijen zodanig wordt gematcht dat de projecten doorgang kunnen vinden.

Stelling:

Stap 1 is dan om zoveel mogelijk bestaande financieringsconstructies en verdienmodellen bij elkaar te harken. We hebben al een aantal recente publicaties genoemd op deze site zoals ‘Verdienmogelijkheden’ van Nederland onder Water en ‘Toekomstwaarde nu!’ van Agentschap NL. Zonder al te veel moeite kom je in eerste instantie op 40-50 soorten en vormen. De volgende stap 2 is dan om de verzameling te gaan ordenen. Een aantal vormen zullen bij nadere bestudering sterk op elkaar lijken. Zo zal een indikking ontstaan en blijven x aantal elementaire vormen over.

Lees verder

Toekomstwaarde nu!

 In juni 2011 is door Agentschap NL de publicatie “Toekomstwaarde nu! Duurzaamheid verzilveren in gebiedsontwikkeling” uitgegeven (hier te downloaden). De publicatie stelt dat bij gebiedsontwikkeling duurzame ontwikkeling een randvoorwaarde is. Het is niet meer vanzelfsprekend dat elke woning of elk kantoorpand direct verkocht of verhuurd is. Ook de uitgifte van bedrijventerreinen loopt moeizaam. Focus op kwaliteit is dus noodzakelijk.

Globale inhoud

De aanpak die wordt voorgesteld is het centraal stellen van waarden. Dit gaat verder dan alleen economische  waarden want het zijn vaak de niet economische, zachte,  waarden die een groot deel van de kwaliteit van een gebied bepalen. Denk aan comfort, gezondheid, groen, etc. De volgende stap is te denken in opbrengsten in plaats van in kosten. Welke toekomstige opbrengsten zijn er? Als de opbrengsten bekend zijn kan ook de financiering geregeld worden. Namelijk alle gebruikers en partijen die delen in de opbrengst kunnen gevraagd worden een bijdrage te leveren aan de investering. De publicatie draagt diverse hulpmiddelen aan om dit voor elkaar te krijgen. Met andere woorden ook het proces rondom het denken in waarden krijgt aandacht. Bijvoorbeeld de vraag hoe ik partijen om me heen verzamel, welke partijen relevant zijn, hoe ik draagvlak organiseer en wat slimme, goede oplossingen zijn.

Zonder volledig te zijn, een aantal interessante zaken die we kunnen vinden in deze rapportage.

  • Uitleg van begrippen op het gebied van financiering, gebiedsontwikkeling en duurzame ontwikkeling Lees verder

Verdienmogelijkheden (8): erfpacht

Dit is een verdienmogelijkheid die aparte behandeling en verdieping verdient. Ik kan niet alle consequenties overzien. Het idee is dat je niet de nieuwe eigenaar van grond wordt maar dat je de grond als het ware huurt. Elke maand betaal je dan de vergoeding die hoort bij het gebruik van de grond aan de (bestaande) eigenaar. Je kunt op allerlei manieren de maandelijkse vergoeding afspreken, tegen een vaste rente op een variabele grondwaarde, tegen een vast bedrag per maand maar met een periodieke aanpassing etc. Voordeel is dat de initiële kosten van een bouwproject omlaag gaan en dat de financiering makkelijker zal worden. Een ander voordeel lijkt mij dat bij kopers het motief om te speculeren op een toekomstige waardestijging van de grond komt te vervallen. Hiermee zal de huizenmarkt wellicht een stabieler beeld vertonen qua waardeontwikkeling. Maar hier zit meteen ook het addertje vermoed ik. Huizenkopers vinden het juist leuk om eigenaar van de grond te zijn en daar ook de toekomstige voordelen van te plukken. Bovendien kunnen ze nu speelbal worden van de onzekere maandelijkse vergoeding die ze wellicht in de toekomst moeten betalen voor het gebruik van de grond. Ongetwijfeld zal dan allerlei regelgeving nodig worden geacht om dat in goede banen te leiden. En wat te denken van de rente-aftrek die dan niet van toepassing is op de grondwaarde voor de gebruiker annex bewoner? Toch zijn er ook nieuwe constructies te bedenken die lijken op de bestaande praktijk maar wellicht zonder een aantal nadelen. Je zou de grondvergoeding voor 50 jaar vast kunnen leggen. Dan ben je van de onzekerheid af. In dat geval kun je het recht tegen die prijs de grond te mogen gebruiken ook gewoon verhandelen of door verkopen als je je woning verkoopt. Ook dan kun je dus weer winst of verlies maken. Maar de grond blijft dan eigendom van ..  Ja, van wie eigenlijk. Ik kan me zo’n model voorstellen als grond in principe altijd eigendom blijft van de gemeente of een of andere niet-commerciële grondexploitatie-maatschappij. Op het moment dat de grond al in eigendom is van een willekeurige particulier of commerciële partij dan blijft een speculatief motief bestaan. Het voordeel van een lagere initiele aankoopsom blijft echter staan in deze variant. Zoals ik al zei: dit verdient nader onderzoek. Ik houd me aanbevolen voor mogelijke bestaande studies en verkenningen die voor- en nadelen van erfpacht ten opzicht van traditionele koop op een rij zetten (in dit cahier zult u ze dus tevergeefs zoeken).

Rudy van Stratum

Verdienmogelijkheden (7): energieproductie

Daar is die dan eindelijk: dit is de meest grijsgedraaide mogelijkheid om geld (terug) te verdienen met duurzame maatregelen. In tegenstelling tot de vorige verdienmogelijkheid (nr 6: energietransport) gaat het hier om de opwekking of productie van energie. Een huishouden kan door extra investeringen in energieopwekkende apparatuur jaarlijks een lagere energierekening realiseren. Er komt steeds meer ‘evidence’ dat het hier ook om een reële terugverdienmogelijkheid gaat. De apparatuur wordt door massaproductie en technologische verbetering steeds goedkoper en ondertussen blijven de prijzen van energie structureel stijgen. Deze terugverdienmogelijkheid kan in belang dus alleen nog maar toenemen.

In de praktijk zijn er nog wel wat hobbels. Zo is het niet zonder meer mogelijk om extra geld te lenen (als je bijvoorbeeld een nieuw huis koopt) om de meer-investeringen in duurzame maatregelen te financieren. Hoewel er mondjesmaat uitzonderingen binnen bijzondere regelingen (zoals de klimaathypotheek) worden toegestaan, stemt de huidige crisis op de financiële markten (en de bijbehorende economische neergang) hier niet tot vrolijkheid. Op zich vreemd (zelfs of juist bij een economische crisis) als je kunt aantonen dat je jaarlijkse cash-flow alleen maar toeneemt door deze ingrepen.

Een andere hobbel is dat je je zelf opgewerkte energie bij overschotten alleen tegen lagere tarieven aan het net terug kunt leveren. Hier zijn ook wel oplossingen voor in de maak. De zuiverste lijkt te zijn dat je tegen dezelfde tarieven levert als afneemt (eventueel minus een bepaald percentage voor ‘handling’ door de netwerkbeheerder). In Duitsland kennen ze een dergelijke regeling al langer. Een andere mogelijkheid is dat je zelf een energiebedrijf opricht of een ‘smart-grid’ van onderling gekoppelde gebruikers en mini-leveranciers realiseert waardoor je zoveel mogelijk decentraal oplost voordat je centraal aanlevert. Hierbij is weer een issue dat het vigerende belastingregime voor kleinproducenten belemmerend kan werken (ik ken hier niet alle ins en outs, maar ervan uitgaande dat je efficiënt energie produceert dan moet je ook in staat zijn de bijbehorende belastingen te innen en af te dragen, hooguit kan de hele administratieve rompslomp voor de beperkte schaalgrootte de pan uit rijzen, maar met de moderne ict moet dat op te lossen zijn).

Verdienmogelijkheden (6): energiebesparing

Dit is een belangrijke verdienmogelijkheid. Enerzijds omdat energie een aansprekende en bekende vorm van geld verdienen is, anderzijds omdat hij ook echt zoden aan de dijk zet. Het gaat hier in het cahier specifiek om besparingen die je kunt realiseren in het transport(-verlies) van energie in de nieuwbouw van woningen en commercieel vastgoed. Waarom alleen transport noemen als besparingsmogelijkheid? Omdat besparingen in het verbruik nog apart aan bod komen onder verdienmogelijkheden (7): energieproductie. Waarom alleen nieuwbouw? Daar geeft de tekst niet echt een antwoord op, ik vermoed dat bij bestaande bouw het transport al voor langere tijd bepaald is en daar dan minder is te halen. Maar terug naar het transport van energie: daar ligt een potentieel aan besparing van 40%! De hoogte van dit percentage is voor mij in ieder geval een verrassing. Als dilemma (waarom gebeurt het dan niet op grote schaal als hier met bestaande technologie zoveel is te halen?!) wordt door de tekst genoemd dat bestaande belangen van energiereuzen in de weg zitten en dat bouwers onkundig of ongeïnteresseerd zijn. Verder is de regelgeving complex en weinig uitnodigend voor vernieuwende toepassingen. Als het klopt wat hier staat vermeld dan trek twee conclusies: 1) er moet ruchtbaarheid worden gegeven aan dit besparingspotentieel, het moet een ‘issue’ worden, 2) beleidsmakers moeten eens stevig met de energiereuzen aan tafel gaan zitten om niet-vrijblijvende afspraken te maken (als Neelie Smit-Kroes kan afdwingen dat de kosten van je mobiele telefoonrekening in het buitenland omlaag gaan, dan moet hier ook meer mogelijk zijn?). En hoe kan het zo zijn dat ‘bouwers onkundig en ongeïnteresseerd kunnen blijven als hier zoveel is te halen? En waarom maakt niemand zich hier dan echt druk over? Dat lijkt een duidelijk geval van onvoldoende marktwerking.

Rudy van Stratum

Verdienmogelijkheden (5): delfstoffenwinning

Wat deze verdienmogelijkheid eigenlijk zegt is: als je iets op een locatie wilt doen, dan is het handig als er waardevolle spullen in de ondergrond zitten. Die waardevolle spullen kun je dan namelijk verkopen waardoor je een hoger budget beschikbaar hebt dan je zonder die waardevolle spullen zou hebben. In de praktijk in Nederland gaat het dan voornamelijk om zandwinning en grindwinning. Voorbeelden zijn de realisatie van de Grensmaas in Limburg en de herinrichting van de Veluwerandmeren. Er zijn wel wat mitsen en maren. Om te beginnen moet er maar net wat waardevols onder de grond zitten, anders ben je snel klaar. Dan is nog een punt dat de baten van deze delfstoffenwinning sterk conjunctuurafhankelijk zijn (lijkt me een luxe probleem vergeleken met het eerdere punt van non-aanwezigheid). Tenslotte is er nog sprake van (niet altijd even duidelijke) afdrachten aan het Rijksvastgoed- en ontwikkelbedrijf.

Rudy van Stratum

MKBA in duurzame gebiedsontwikkeling

Deze rapportage is opgesteld in opdracht van het RVOB, Rijks Vastgoed en OntwikkelingsBedrijf. Aanleiding is de constatering dat duurzame doelstellingen en ambities vaak niet gerealiseerd worden omdat de financiering niet geregeld kan worden. Een MKBA zou daarbij kunnen helpen. Door alle maatschappelijke kosten en baten in beeld te brengen en deze vervolgens over partijen te verdelen zou je tot financiering van een ambitie kunnen komen. Zo simpel ligt het niet volgens de auteurs, het toepassen van een MKBA bij duurzame gebiedsontwikkeling kent beperkingen. De vraag is dus hoe kan dit beter?

Waardedenken. Allereerst moeten we meer aandacht besteden aan het waardedenken. Wat zijn de financiële en maatschappelijke waarden van een ingreep. Pas als je hier duidelijkheid over hebt kan je werken aan verdeling van waarden en financieringsconstructies gaan bedenken. Een instrument dat daarvoor ontwikkeld is, is de MKBA arena. Het idee is om in een vroeg stadium in een workshop van drie uur met stakeholders de ingreep, de gevolgen en de waarden die dit oplevert te bespreken. Zo krijg je overzicht van het veld en neem je de betrokkenen mee in de gedachtengang. Als er een overzicht is van waarden kunnen deze aan partijen gekoppeld worden en kan gezocht worden naar financiering. Het interessante is natuurlijk dat je vroeg in het proces een overzicht krijgt van partijen, belangen en mogelijke bronnen van financiering. Lees verder

Kosten en rendement van alcoholgebruik

Vandaag 9-7-2011 gaat de Volkskrant uitgebreid in op alcoholgebruik in Nederland. Op zich past zo’n onderwerp niet op deze site ware het niet dat in het artikel van Bert Wagendorp een aantal interessante kengetallen vermeld staan (titel van artikel is overigens: ‘Op naar een alcoholvrij Nederland). Deze kengetallen zeggen iets over het rendement van investeringen om het alcohol gebruik te verminderen. Daarnaast laat het artikel zien dat ondanks een hoog rendement van die maatregelen ze nog niet zomaar worden uitgevoerd.

De totale schade van alcolhol gebruik in Nederland in 2011 wordt geraamd op € 3,74 mrd. Het grootste deel van deze schadepost ligt in een hoger ziekteverzuim en lagere productiviteit op de werkplek. De volgende hoofdcomponent van de schadepost wordt gevormd door de met alcohol samenhangende criminaliteit. De kosten van gezondheidszorg en verslavingszorg voor alcohol gebruikers vallen relatief mee (met name begrijp ik omdat de levensverwachting van gebruikers lager is en dat pensioenkosten scheelt). Bovenop dit bedrag van € 3,74 mrd komen nog de kosten van verkeersongevallen door alcohol-gebruik, ongeveer € 1,7 mrd op jaarbasis. De opbrengsten voor de staat bedragen minder dan € 1 mrd aan accijnzen.

Nu is het blijkbaar zo dat de prijs van een glas bier niet de totale maatschappelijk schade compenseert. De huidige 8 cent accijns per glas zou dan naar 32 cent per glas moeten. Verder toont een studie uit 2010 aan dat elke Euro die geïnvesteerd wordt in alcohol reducerende maatregelen de samenleving € 2,80 oplevert. Een rendement van 180%! Ongetwijfeld zal er op de berekeningen wat af te dingen zijn, maar duidelijk is dat vanuit ‘maatschappelijke kosten baten analyse’ perspectief hier veel winst is te halen. De vraag is dus waarom ondanks dit hoge rendement striktere maatregelen achterwege blijven.

Het artikel noemt 2 hoofdoorzaken. Op de eerste plaats zijn daar de belangen van de alcohol-producerende sector met de bijbehorende lobby-inspanningen. Ik weet ook niet in welke mate winsten en werkgelegenheid van deze sector in de bovengenoemde berekeningen zijn meegenomen (maar nog los hiervan: een verhoging van accijnzen leidt zonder twijfel tot hogere opbrengsten voor de staatskas zonder een navenante daling van winsten en werkgelegenheid in de sector). De tweede oorzaak is het onvermijdelijke van alcohol, het is er altijd geweest en het zal er altijd zijn, het is de smeerolie van veel levens en overstijgt economie en rendement.

Rudy van Stratum

Verdienmogelijkheden (4): cultuur

Met deze verdienmogelijkheid wordt bedoeld het betrekken van de kansen die kunst en cultuur biedt bij de gebouwde omgeving. Kunst en cultuur kunnen een (economische) bijdrage aan een gebied leveren (zie bijvoorbeeld dit eerdere artikel op deze site). Succesvolle musea trekken bezoekersstromen aan, door meer ketensamenhang tussen de verschillende voorzieningen in een gebied (ik denk hier maar aan het beter laten aansluiten van de bus en de trein als metafoor) blijven bezoekers langer in een gebied en geven ze meer uit. De stijgende inkomsten van deze langer blijvende bezoekers vormen een bredere economische basis van de ontwikkeling van de regio. De verschillende betrokken culturele instituties (ketenpartners) zouden zich meer bewust moeten worden van de kansen die deze samenhang biedt, het cahier pleit hier voor meer ondernemerschap bij kunst en cultuur zodat ze eerder en beter werk maken van de samenhangende arrangementen (sorry voor het jargon, maar ik probeer dicht bij de oorspronkelijke tekst te blijven 🙂 ). Lees verder