Tag archieven: energie

Energienota-nul woningen, de constructie

Nadat Rudy een artikel geschreven had over de energienota-nul woning kregen we nog een aantal mails en kwamen we verschillende artikelen tegen op het web. Sommige waren enthousiast, andere kritisch. Bij een aantal hadden wij ook het gevoel dat de constructie niet geheel duidelijk was. In ieder geval voldoende aanleiding om hier nog eens verder in te duiken. Waarschijnlijk worden het drie afleveringen. Vandaag de kern van de constructie, hoe werkt het en is hier sprake van een slimme financieringsvorm? In de volgende aflevering wat praktische kanttekeningen voor de huizenbezitter, in de laatste wat overwegingen op macro-economisch / maatschappij niveau.

Praktische kanttekeningen, macro-economische overwegingen doet wellicht vermoeden dat wij niets zien in deze constructie. Maar, niets is minder waar. Het is wat ons betreft een mooi voorbeeld van een slimme constructie. In de afbeelding nog eens schematisch de kern van de constructie, je zou zeggen op het energiebedrijf na alleen maar winnaars.ons huis verdient het-01

Voor een verdere beoordeling van de constructie pakken we onze beslisboom erbij, toch onze referentie:

  • Doel: Helder, minder uitgeven aan energie, minder energie gebruiken, minder CO2 uitstoot.
  • Ingreep: Isoleren, installatie vervangen, dubbel glas etc.
  • Rendement: Positief en heel behoorlijk. De investering verdient zich binnen 15 jaar terug en dan blijft er ook nog genoeg over om rente aan de bank te betalen. Ook aan de andere doelen levert de investering een bijdrage.
  • Verdeling van het rendement: Geen probleem, het initiatief gaat over de particuliere woningbezitter, die doet de investering en krijgt ook de baten. In principe is belangen fuseren geen issue. Toch zit het wel een beetje in dit initiatief. Voor de bank is het prettig geld uit te lenen en rente te ontvangen, voor aannemers levert het werk op, de eigenaar krijgt meer comfort en een lagere rekening. Blijkbaar is er wel iets voor nodig om dit uiteindelijk te laten werken en partijen bij elkaar te brengen. Dat zou je belangen fuseren kunnen noemen.
  • Kapitaal beschikbaar / constructie: Hier zit de kern van de constructie en zo hoort het ook. Pas als het rendement en de verdeling in orde zijn komt een constructie in beeld. Deze constructie is bedoeld voor mensen die het geld voor deze investering niet beschikbaar hebben of wel geld hebben maar dat niet kunnen of willen missen. Lenen isin dit geval een prima oplossing, tegenover de lening en de investering staan duidelijke besparingen om de lening mee te financieren. Maar let wel, we bespreken hier de kern van de constructie zoals deze theoretisch werkt, in de praktijk kan dat een stuk ingewikkelder liggen. Heb je het geld wél en kun je het missen dan is het direct door naar uitvoering. Dit is een goede investering. Volgens Rudy is het rendement 8%, ik geloof het onmiddellijk. Het betekent dat het beter is te investeren in de woning dan bijvoorbeeld af te lossen.
  • Uitvoering: Als het allemaal zo goed werkt, waarom gebeurt het dan nog niet? Enerzijds wellicht omdat banken mee moeten werken, dat traject is dan nu blijkbaar in gang gezet. Maar er zit ook een andere kant aan het verhaal. Bewoners moeten ook meewerken en dat gaat niet alleen over geld maar ook over ongemak, of beter het vermijden van ongemak. Rudy heeft er al een paar keer over geschreven in het kader van de denkfouten. Al voorbeeld noemde hij een ander telefoonabonnement, dat kan best goedkoper, sneller, beter etc. zijn, je hebt gewoon geen zin in het gedoe. En bij een telefoon is het gedoe vrij gering. Bij verbouwing is het behoorlijk, aannemer over de vloer, offertes beoordelen, nadenken, knopen doorhakken, thuisblijven voor aannemer, rotzooi in huis en in de tuin etc.

 

Slimme financiering gaat wat mij betreft over dingen voor elkaar krijgen. Daarbij gaat het vaak om geld, maar het gaat ook om al die randzaken. Dit lijkt mij een prima constructie, het principe staat als een huis en financieel is (voor wat betreft de kern van de constructie) geen speld tussen te krijgen. Ik zou zeggen minimaal 4 sterren, nu nog iets briljants bedenken voor de uitvoering (geen gedoe voor bewoners) en de vijf sterren zijn binnen. Zijn we daarmee klaar met deze constructie? Nee want zelf blijven nadenken is wel heel belangrijk bij dit soort besluiten. In de volgende aflevering daarom wat kanttekeningen.

Stijn van Liefland

 

Energieprijzen, dynamiek en systeem

In drie artikelen hebben we de argumenten / factoren verzameld die de energieprijzen bepalen. We zijn daarin zeker niet volledig geweest, maar de belangrijkste hebben we wel gehad. Echter, alleen het op een rij zetten van argumenten is niet voldoende. Sommige argumenten komen op meerdere plaatsen terug, schaliegas kan je als argument gebruiken voor dalende energieprijzen, maar je kunt ook een verhaal bedenken waarom het tot stijgende energieprijzen gaat leiden. Hetzelfde geldt voor duurzame energie.

We hebben daarom een poging gedaan de argumenten / factoren meer dynamisch weer te geven. Het argument van technologische vooruitgang en daardoor dalende prijzen is wel aardig, maar het gaat alleen maar op als de prijzen hoog zijn. Bij lage prijzen is er helemaal geen noodzaak voor innovaties, het zoeken naar nieuwe bronnen etc. Door de verbanden in beeld te brengen worden dit soort relaties duidelijk.

Het is een eerste poging van ons om systemen en dynamiek in beeld te brengen. We hebben het als een van de ambities voor 2014 op ons lijstje staan, ons verder verdiepen en scholen in dynamiek en systemen. Er gaan er dus nog meer volgen.

Terug naar de dynamiek rondom de energieprijzen. We hebben de  verschillende argumenten en  factoren opgenomen en met behulp van pijlen de relatiesweergegeven. Een pijl kan betekenen dat het een het ander versterkt of dat het een het ander juist tegenwerkt.

  • Versterking betekent dat de richting van het een tot dezelfde richting van het ander leidt. Bijvoorbeeld, wordt de vraag groter (hoger) dan stijgen de energieprijzen (hoger). Omgekeerd, wordt de vraag kleiner (lager) dan dalen de energieprijzen (lager). Versterking betekent dus niet dat het altijd groter wordt maar dat het tot hetzelfde effect leidt. We hebben dat aangegeven met “S” van same direction, een soort universele notatie die op veel plekken gebruikt wordt. Voor het overzicht hebben we deze pijlen blauw gemaakt.
  • Tegenwerking betekent precies het omgekeerde. Een ontwikkeling in de ene richting leidt tot een effect in de andere richting. Bijvoorbeeld, als het aanbod van energie stijgt (hoger) dalen de prijzen (lager) en omgekeerd, als het aanbod van energie daalt (lager) dan stijgen de prijzen (hoger). We hebben dat aangegeven met “O” van opposite direction (ook hier universeel taalgebruik). Voor het overzicht hebben we deze pijl oranje gemaakt.

Als je dat weet dan spreekt de rest van de figuur voor zich. In de figuur zijn verschillende lussen te zien. De belangrijkste zijn de lussen met vraag en aanbod. Beide lussen zijn zogenaamde “balancing loops”, een hogere energieprijs leidt tot toename van zuinig gedrag, dat leidt tot een afname van de vraag en dat leidt weer tot een lagere prijs. Er zijn ook versterkende lussen (meer leidt tot meer of minder leidt tot minder), in het Engels reinforcement loops, maar die komen in deze figuur niet voor (dan zou je een lus moeten hebben met alleen blauwe lijnen).

Energieprijzen
Leidt deze figuur nou tot een ander of nieuw inzicht? Laat ik daar eerlijk in zijn, ik weet het niet. Ik zie twee grote balancing loops wat suggereert dat de prijzen daardoor altijd ongeveer gelijk zullen blijven, maar dat hoeft natuurlijk niet. Een balancing loop kan ook betekenen dat er nooit grote uitschieters komen, of beter dat grote uitschieters ook werkelijk uitschieters zijn en dat we na verloop van tijd weer terugkeren richting het gemiddelde. Maar dat wil niet zeggen dat er geen trend mogelijk is omhoog of naar beneden en dat de prijzen over een langere periode omhoog of naar beneden gaan.

Stijn van Liefland

De energieprijzen gaan stijgen

In het vorige artikel de argumenten waarom de energieprijzen gaan dalen. In dit artikel de argumenten waarom de prijs omhoog gaat. Het klinkt raar, maar heel veel argumenten voor een stijgende energieprijs heb ik niet kunnen vinden. Misschien lag het jaren lang zo voor de hand dat de prijzen zouden stijgen dat niemand de behoefde voelde dat te onderbouwen. Maar uiteindelijk gaat het niet zozeer om de hoeveelheid argumenten als wel om het belang ervan. Immers, één argument kan uiteindelijk de doorslag geven.

Rechttoe rechtaan

Als eerste hebben we de, ik noem het maar klassieke, argumenten. Groei, van de bevolking, de economie, onze consumptie etc., leidt tot meer energiegebruik. Meer gebruik leidt tot snellere uitputting van hulpbronnen en daarmee tot hogere prijzen. Hierbij gaat het niet alleen om de groei in Nederland maar ook in de rest van de wereld, de prijs voor fossiele brandstoffen wordt immers voor een groot deel op de wereldmarkt bepaald. Overigens, los van uitputting zal een grotere vraag in een vrije economie sowieso tot een hogere prijs leiden.

Naast deze simpele rechttoe rechtaan beredenering spelen er, als het gaat om groei van het gebruik, ook subtielere mechanismen. De ontwikkeling van de laatste jaren in Nederland is dat we vooral meer elektriciteit gaan gebruiken. Woningen en bedrijven die verwarmd worden met behulp van een warmtepomp gebruiken geen gas voor de verwarming maar een omgekeerde koelkast. Heel efficiënt voor de verwarming, maar het werkt op elektriciteit. Ook de elektrische auto kan op termijn de vraag naar elektriciteit flink toe laten nemen. Allereerst zal dit mogelijk tot een hogere prijs voor elektriciteit leiden (meer vraag, hogere prijs). Een tweede effect is dat het elektriciteitssysteem mogelijk aangepast moet worden (zie hieronder).

Aanpassingen sector

Dat laatste punt is in de mindmap weergegeven in de tak aanpassingen sector. Er verandert veel op het gebied van onze energievoorziening, de energiesector moet zich daaraan aanpassen en dat kost geld. Een van die aanpassingen betreft het energiesysteem. Door veranderend gebruik en door opwekking met wind en zon (minder voorspelbaar) is: meer transportcapaciteit nodig; wordt gedacht aan een smart grid en is mogelijk opslag van energie noodzakelijk. Overigens is het natuurlijk de vraag of de benodigde investeringen zo hoog zijn dat het een merkbaar effect heeft op de energieprijzen. Het bouwen van een nieuwe energiecentrale kost immers ook zeer veel en leidde tot nu toe niet tot hogere rekeningen.

De energiesector kent ook een aantal problemen. De overcapaciteit voor elektriciteitsproductie betekent dat centrales mogelijk vervroegd uit bedrijf worden genomen, een kostenpost. Een ander probleem is dat het oude verdienmodel niet meer zo goed werkt. Elektriciteitsproducenten verdienden veel geld door het leveren van elektriciteit op momenten van piekgebruik. De stroomprijs voor grootverbruikers varieert door de dag heen en op momenten met veel vraag valt er dus veel te verdienen (vooral overdag). Door de opkomst van duurzame energie vallen deze pieken in gebruik steeds vaker samen met pieken in de productie (overdag schijnt immers de zon), met een groter aanbod en lagere prijs tot gevolg. Zo nemen de inkomsten van de energieleveranciers af die ze weer op een andere manier moeten compenseren (prijsverhoging?).

Een laatste verandering binnen de sector betreft schaliegas. Mogelijk is het een nieuwe en goedkope bron van energie, maar het zou ook op een fiasco uit kunnen lopen dat tot grote verliezen leidt die op de een of andere manier weer gecompenseerd moeten worden.

Tot slot speelt ook bij een mogelijke prijsstijging de politieke factor een rol. Klimaatverandering staat nog steeds hoog op de agenda en is een probleem dat we niet binnen vijf jaar oplossen. Extra belastingen om dit probleem aan te kunnen pakken zijn daarom m.i. niet uitgesloten. De opkomst van zonne-energie en windmolens kan weer leiden tot restricties waardoor het aanbod minder snel groeit en de prijs omhoog gaat.

Tot zover de argumenten voor een stijging of daling van de energieprijzen. Er volgt nog één artikel waarin we ingaan op de dynamiek / het systeem.

 

Stijn van Liefland

De energieprijzen gaan dalen

Na de algemene beschouwingen van de vorige week, nu een betoog waarom de energieprijzen de komende jaren gaan dalen. Vier hoofdlijnen, de politiek, de vraag, het aanbod en de opwekking.

Uiteindelijk leidt dit tot voldoende argumenten om te betogen dat de energieprijzen de komende jaren gaan dalen. Maar nogmaals het gaat hier vooral om een verzameling argumenten die in verschillende artikelen en nieuwsberichten opduiken. Ik som ze op zonder verder oordeel maar wel met enige beschouwing. In het volgende artikel zullen we zien dat er ook voldoende argumenten zijn om te betogen dat de prijzen gaan stijgen. In de mindmap (onderaan het artikel, zelfde als in vorig artikel) een samenvatting, hieronder een toelichting.

Politiek
De belasting op energie bestaat nu voor een deel uit milieubelasting, wanneer er meer duurzame energie opgewekt wordt zou het logisch zijn dat deze belasting naar beneden gaat. Dit argument wordt natuurlijk pas echt relevant als duurzame energie de komende tijd een enorme vlucht neemt.

Afname van de vraag
Een van de kernprincipes van de economie is dat bij een afname van de vraag de prijzen naar beneden gaan. Belangrijke vraag dus: gaat de vraag naar energie de komende jaren afnemen? En gaan in het verlengde daarvan de prijzen naar beneden?. Op dit moment staat de economie in Nederland nagenoeg stil. Het is maar de vraag wanneer dit weer een beetje in beweging komt en hoe groot de economische groei dan zal zijn. Er zijn mensen die betogen dat de economische groei van de jaren 90 en begin deze eeuw voorlopig niet (of zelfs nooit) meer terugkomt. Aannemende dat het energiegebruik gelijke tred houdt met de stand van de economie, zou er in dat scenario dus geen of nauwelijks groei van het energiegebruik zijn. Wat overigens niet hetzelfde is als een afname. Maar stel dat de economie wel gaat groeien, neemt de de vraag naar energie dan automatisch toe? Zou kunnen, maar ondertussen werken we, onder andere in het kader van het energieakkoord, hard aan energiebesparing. Als we er echt in slagen om een flink percentage energie te besparen en zelf (decentraal) duurzaam op te wekken zal de vraag naar energie alsnog afnemen.

Toename van het aanbod.
Hier geldt een vergelijkbaar principe, meer aanbod van energie zal zorgen voor lagere prijzen. Belangrijke vraag is dus groeit het aanbod? Intuïtief zou je zeggen dat het aanbod aan fossiele energie af zal nemen. Immers fossiele brandstoffen zijn eindig en kunnen dus ooit uitgeput raken, dat staat volgens mij niet ter discussie. Twee vragen zijn hier van belang: Hoe hard gaat het met die uitputting en is er een verband tussen de grootte van de voorraad en de prijzen.

Al tientallen jaren wordt er gewaarschuwd voor de uitputting van hulpbronnen. Toch blijkt er steeds (als het bijvoorbeeld om olie en gas gaat) een voorraad voor de komende 30 tot 50 jaar te zijn. Terwijl het gebruik van deze hulpbronnen alleen maar toeneemt. Maar, is het dan niet zo dat nieuwe bronnen die aangeboord worden steeds moeilijker te exploiteren zijn? En dat dus de kosten voor winning toenemen en daarmee de prijs? Zou kunnen maar hier valt ook wat tegenin te brengen. Het eerste vat olie dat uit de Noordzee gewonnen werd was erg duur, inmiddels kunnen we dat door schaalvergroting en nieuwe technologieën steeds goedkoper. Ter illustratie een aantal innovaties die tot kostenreductie hebben geleid:

  • Het beter in kaart brengen van reservoirs.
  • Betere boortechnieken (schuin en horizontaal boren)
  • Minder kosten voor veiligheid. Het ongeluk op het platform Piper-Alfa in 1988 leidde tot veel slachtoffers maar verrassend genoeg op de langere termijn tot lagere (veiligheids-)kosten. Men ging vanuit veiligheidsoverwegingen met minder mensen per platform werken en er kwamen zelfs onbemande platformen. Gevolg was dat deze een stuk lichter en goedkoper gebouwd konden worden.

 

Rudy vertelde mij dat er een econoom is (Harold Hotelling) die heeft beschreven dat natuurlijke hulpbronnen nooit uitgeput raken en dat vermindering van de voorraad niet tot hogere prijzen leidt. “The Hotellings rule” beschrijft het tijdpad van de winning van natuurlijke hulpbronnen die de waarde van de voorraad maximaliseert. Dit (sociaal en economisch meest rendabele) pad leidt tot een prijs voor de hulpbron die gelijk oploopt met de rentevoet. Volgens mij betekent deze regel in gewone mensentaal dat de prijs van een hulpbron nooit extreem zal stijgen als gevolg van uitputting (wel als gevolg van kunstmatige schaarste, kartels en conflicten). Misschien dat Rudy dit nog een keer verder uit kan leggen want zelf begrijp ik het ook niet helemaal, het is nogal wiskundig ;-). En hoewel het hier om een theorie gaat concludeer ik dat het argument ‘uitputting leidt tot stijging van prijzen’ niet vanzelfsprekend is want:

1. Het einde van de voorraden is nog niet in zicht, we vinden steeds weer nieuwe.

2. We slagen er steeds weer in deze nieuwe bronnen op een efficiënte manier te exploiteren.

Groot aanbod uit Duitsland. In Duitsland is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in duurzame energie. Als het hard waait en of er is veel zon, dan is er in Duitsland een overschot aan elektriciteit dat tegen lage prijzen op de Europese markt gedumpt wordt.

Overcapaciteit. Nederland had de wens een exporteur van elektriciteit te worden. De afgelopen jaren zijn veel nieuwe kolen en gascentrales gebouwd. In korte tijd is de elektriciteitsmarkt echter veranderd. Door de crisis en de opkomst van duurzame energie is de vraag afgenomen en is er geen behoefte aan in Nederland opgewekte elektriciteit.

De overcapaciteit kan nog groter worden doordat Nederland (volgens het energieakkoord) de komende jaren fors gaat investeren in duurzame energie. Zonne-energie is inmiddels voor huishoudens rendabel, de verwachting is dat het niet lang duurt voordat het ook voor ondernemers interessant wordt te investeren in zonne-energie. Nog meer energie op de markt.

Goedkopere opwekking
Niet alleen het aanbod neemt toe, de productie wordt ook goedkoper. Schaliegas in de Verenigde Staten heeft er toe geleid dat in de VS de vraag naar steenkool is afgenomen en steenkool goedkoop is geworden (en daarmee stroom opgewekt uit kolen, ook in Nederland). Dit staat los van de discussie die in Nederland over schaliegas gevoerd wordt.

In de discussie over winning van schaliegas in Nederland hoor je veel argumenten dat winning erg duur is. Het is dan ook een argument dat je kunt gebruiken om een stijging van de energieprijzen te voorspellen (zie volgende artikel). Denkend aan de discussie over uitputting en ‘Hotellings rule’ is het echter niet uitgesloten dat schaliegas op termijn wel rendabel wordt en mogelijk zelfs zeer goedkoop, het heeft gewoon wat tijd nodig.

Goedkope elektriciteitsproductie wordt ook veroorzaakt doordat zonnepanelen financieel gezien een steeds hoger rendement krijgen.

Energieprijzen

Energieprijzen

Tot zover argumenten die gebruikt worden om te voorspellen dat de energieprijzen gaan dalen, volgend bericht, de energieprijzen gaan stijgen.

Stijn van Liefland

Stijgende of dalende energieprijzen

In de zomer heb ik twee artikelen geschreven over het rendement van zonnepanelen voor mijn woning. Inmiddels ligger ze al een tijdje op mijn dak en tot nu toe doen ze het goed. Als ik door de oogharen een berekening maak dan vermoed ik dat we de voorspelde opbrengst wel gaan halen. Maar, leidt dat de komende jaren ook tot de voorspelde besparingen of inkomsten? Een aantal jaar geleden werd standaard bij een investering in duurzame energie gezegd dat de energieprijzen de komende jaren alleen maar omhoog zouden gaan. Goed nieuws dus voor een woningbezitter, het rendement kon alleen maar hoger uitpakken en niet lager.

Door de crisis is de vraag naar energie afgenomen en daardoor is de prijs de afgelopen jaren niet of nauwelijks gestegen. Bij economische groei zou dat dus weer goed moeten komen. Maar steeds vaker lees ik artikelen waarin gesteld wordt dat de energieprijzen de komende jaren helemaal niet gaan stijgen maar zelfs gaan dalen. Voor mijn panelen maakt het niet zoveel meer uit, ze liggen op het dak, ze zijn betaald en ik krijg gratis stroom. Maar het prikkelt mij wel.

Als wij het over het berekenen van rendement zeggen we ook altijd dat je moet kijken naar onzekerheden, worstcase scenario’s en mogelijke risico’s. Bij de aanschaf van zonnepanelen gaat het om relatief kleine bedragen (best veel geld overigens, maar relatief klein). Maar als een corporatie gaat investeren in de renovatie van haar woningbezit of als je als woningkoper extra gaat betalen voor een energiezuinige woning, dan gaat het om grotere bedragen en moet je in ieder geval weten waar je voor kiest en welke scenario’s er mogelijk zijn.

Mijn vraag is dus, hoe zit het nou met die energieprijzen? Gaan ze omhoog of gaan ze naar beneden? Maar vooral welke argumenten worden er gebruikt? Niet dat ik de illusie heb dat ik de tendens in de energieprijzen kan voorspellen, ik kan al wel verklappen dat ik niet tot een conclusie ga komen. Wat ik wel wil doen is de argumenten in beeld brengen die genoemd worden als het over de energieprijzen gaat. Iedereen moet dan zelf maar aanvullend onderzoek doen of mijn verhaal interpreteren.

Denkfout

Overigens doet zich bij mijn onderzoekje naar de energieprijzen een grappig fenomeen voor. Typ in Google de vraag ‘waarom stijgen de energieprijzen’ en er komt een reeks van sites naar boven die allemaal argumenten geven waarom de prijzen gaan stijgen. Doe hetzelfde met de vraag ‘waarom dalen de energieprijzen’ en wederom een groot aantal hits met argumenten waarom de prijzen gaan dalen. Dat kennen we van de denkfouten, de confirmation bias zegt dat als je bevestiging zoekt voor een standpunt je die ook zult vinden. Door deze denkfout laat ik mij dus niet misleiden maar waarschijnlijk liggen er nog meer op de loer, uiteindelijk moet je toch een selectie maken uit alle informatie en probeer dat maar eens objectief te doen.

Ik heb de argumenten samengevat in een mindmap. Veel argumenten vragen om een toelichting, zie hieronder en in de volgende artikelen. Maar nog even de betekenis van deze mindmap. Deze geeft niet aan hoe ik er over denk en geeft ook niet aan wat waar is of niet waar. Ik heb gewoon gekeken welke argumenten aangedragen worden om te laten zien dat de prijzen gaan stijgen of dalen. Dat is het, geen mening, geen oordeel. Overigens ben ik uiteraard wel wat kritisch geweest, grote onzin staat er volgens mij niet in. Maar het zou kunnen dat ik argumenten vergeten ben, of dat er de komende tijd nieuwe argumenten in beeld komen. Ik heb het voornemen om de mindmap de komende tijd verder aan te vullen en indien mogelijk nader te specificeren. Dus als je aanvullingen hebt, geef ze door.

Energieprijzen

Onzekerheden

Los van de argumenten gaat het bij een voorspelling van de toekomstige energieprijzen ook om onzekerheden. Kan je veel argumenten nog wel volgen (ik verwacht dit … het gevolg is …..). Bij onzekerheden ligt dat anders, voor sommige zaken geldt dat je gewoon niet weet wat je moet verwachten. Ik heb uit mijn speurtocht twee belangrijke onzekerheden gedestilleerd:

  • De prijzen worden voor het grootste deel bepaald door belasting en netwerkkosten. Ik heb het dan overigens vooral over de prijzen voor consumenten. Enerzijds heeft die een stabiliserend effect, een stijging van de prijs van fossiele brandstoffen van zeg 20% heeft daarom een veel kleiner effect op onze energierekening. Maar, met name de belastingen zijn een onzekere factor. Voor het berekenen van het rendement van mijn zonnepanelen wil ik precies weten wat ik aan energie uit moet geven. Een verhoging van de BTW van 19% naar 21% heeft effect op mijn rendement, energie wordt duurder. Naast de BTW zitten in de energieprijzen een energiebelasting en sinds begin dit jaar een toeslag duurzame energie verwerkt. De eerste betalen we omdat energiegebruik tot milieubelasting leidt, de tweede om het gebruik van duurzame energie te stimuleren. Ik noem het allemaal onzekerheden. Wat de politiek gaat doen is moeilijk te voorspellen. Voor zowel BTW, energiebelasting als de toeslag geldt dat ze in mijn ogen zomaar omhoog of naar beneden kunnen gaan. Ook zou er een nieuwe belasting bij kunnen komen (net als dit jaar de toeslag voor duurzame energie).
  • Conflicten en rampen. Het mag duidelijk zijn dat een conflict in een regio waar veel fossiele brandstoffen gewonnen worden tot een stijging van de prijzen leidt. Maar je moet er ook rekening mee houden dat conflicten opgelost worden. Stel dat de relatie tussen het westen en Iran de komende jaren ingrijpend verbetert dan gaan de prijzen mogelijk naar beneden. Rampen zijn uiteraard al helemaal niet te voorspellen maar een natuurramp op de verkeerde plek (Katrina in de Golf van Mexico) leidt tot hogere prijzen.

 

Wat moeten we nu met deze onzekerheden? Ik denk dat we vooral moeten beseffen dat onzekerheden een belangrijke rol spelen en dat we vooral niet de illusie moeten hebben dat we ontwikkelingen in de energieprijs precies kunnen voorspellen. Praktisch betekent het dat je goed moet luisteren naar de scenario’s die experts voorspellen en er vervolgens van uit moet gaan dat het een stuk ongunstiger uit kan pakken. Slechter dus dan het worst case scenario.

In de volgende artikelen volgt een toelichting op respectievelijk dalende en stijgende energieprijzen.

Stijn van Liefland

Rendement van zonnepanelen (deel 2)

In het vorige artikel heb ik de rationele kant van een investering in zonnepanelen laten zien. Financieel zeer aantrekkelijk, maar wel onder de voorwaarde dat je het geld niet ergens anders voor nodig hebt. Naast deze rationeel financiële kant spelen ook andere zaken. Als eerste een aantal argumenten dat minder financieel is maar wel van belang, als tweede de vraag of de afweging werkelijk rationeel is of vol met denkfouten zit.

Andere argumenten

Als het rendement zo mooi is en het geld beschikbaar, waarom dan zo lang gewacht? Bij al dit soort investeringen (groot of klein) spelen ook andere overwegingen een rol.

  • Wordt 14 panelen niet heel erg zwaar op een dak? Kan ons dak daar wel tegen? Dat bleek mee te vallen, er was geen extra ballast nodig voor de panelen, dus niet veel extra gewicht.
  • Dan krijg ik weer zo’n installateur over de vloer, moet ik thuisblijven, veel rommel etc.
  • Ik moet allerlei formulieren invullen voor subsidies.
  • Er moet een nieuwe leiding door het huis komen, waar komt die? Hoe gaat dat eruit zien? Hoeveel troep geeft dat?
  • Etc.

 

Je zou dat allemaal verborgen kosten kunnen noemen en proberen te vertalen in financiële argumenten. Maar het gaat eigenlijk om iets anders, heb je er een goed gevoel bij of niet. Vooraf zie je er erg tegenop, achteraf blijkt het allemaal wel mee te vallen. Na een halve dag was de installateur klaar, een paar uur opruimen (één kamer moest i.v.m. een nieuwe kabel leeggemaakt worden) en schoonmaken en dat was het. Is hier een denkfout voor? Ja ik denk het wel, Les 3 uit Rudy z’n lessen psychologie “korte termijn bevrediging is belangrijk, we hebben last van tijdsvoorkeur”. Ook hier, geen panelen is genot op korte termijn of in ieder geval geen gedoe. En, die korte termijn kan zich vervolgens eindeloos herhalen.

Denkfouten

Ik ben zelf natuurlijk de laatste die kan inschatten of ik bij mijn afweging denkfouten heb gemaakt maar ik ga het toch proberen. Eerst iets over de achtergrond van dit project. De gemeente Delft heeft sinds een aantal jaar het project steek energie in je woning om particuliere woningeigenaren te verleiden energiemaatregelen te nemen. Per wijk wordt een campagne georganiseerd en gekeken welke maatregelen passen bij de woningen in die wijk (gezien leeftijd van de woning, type etc.). Zonnepanelen was één van de maatregelen die door de gemeente en een groep bewoners was uitgewerkt.

Samen met een kleine groep bewoners heeft de gemeente een tweetal bedrijven geselecteerd voor dit project (op basis van prijs, kwaliteit, service etc.). Omdat de verwachting is dat er relatief veel deelnemers in een klein gebied zijn bieden deze bedrijven een korting voor de deelnemende huishoudens.

Denkfout 1. De gemeente en bewoners hebben kritisch gezocht naar een goed bedrijf, dat zal dus wel goed zitten. Ik heb nog wel gegoogeld of er geen problemen waren met het bedrijf of de panelen maar heb niets negatiefs kunnen vinden. Denkfout vermeden? Ja en nee. Ik ben op zoek gegaan naar negatieve informatie en heb die niet gevonden. Maar ik ben niet op zoek gegaan naar andere bedrijven. Is er werkelijk geen bedrijf dat het goedkoper of beter kan? Zijn deze bedrijven echt zo goed? Ik ben toch in availability bias en authority bias (gemeente) getrapt. Ik zou me daar nu natuurlijk wel wat zorgen over moeten maken, maar dat doe ik niet. Ik weet op basis van mijn rendementsberekeningen dat het aanbod van dit bedrijf zeer aantrekkelijk is. Dus als er iemand beter is kan het nooit heel veel zijn (maar dat is natuurlijk weer een geval van cognitieve dissonantie, achteraf goed praten / denken).

Denkfout 2. Hoewel het aanbod van zonnepanelen zonder meer aantrekkelijk is heb ik niet naar alternatieven gekeken (afgezien van niets doen en geld op de bank laten staan). Het was natuurlijk beter geweest om te kijken wat het rendement is van een nieuwe CV-ketel, wasmachine of het isoleren van een muur, dak of vloer. Al deze alternatieven leiden ook tot minder CO2 uitstoot en mogelijk ook tot een financieel rendement. Een ander mogelijkheid is investeren in een windmolen, geen idee wat dat oplevert, had ik natuurlijk wel moeten weten… Nog een geval van availability bias, maar ook van de alternatieve paden.

Denkfout 3. De subsidiepot die het rijk beschikbaar stelde voor zonnepanelen was bijna leeg toen ik mijn besluit genomen had. Het ging om een aardig bedrag (15% van de investering). Daarnaast dreigde een importheffing voor panelen uit China. Haast is geboden, zelf denk ik dat ik een weloverwogen besluit heb genomen, of is hier toch sprake van schaarstedwaling?

Denkfout 4. “En als ik nou de komende tijd wat minder verdien en het zit wat tegen?” “Ja, maar zo erg zal het ons toch niet tegenzitten, wij hebben hier toch goed over nagedacht? In ieder geval beter dan de meeste andere mensen. Trouwens het zou heel goed kunnen dat die panelen veel meer op gaan leveren dan gemiddeld, in het westen schijnt de zon meer en ons dak is perfect ..” Overconvidence-effect?

 

Stijn van Liefland

Rendement van zonnepanelen (deel 1)

Deze week zijn er 14 zonnepanelen op ons dak geplaatst. We hebben een plat dak en in de omgeving geen daken die hoger zijn, een ideale situatie want op een plat dak kunnen de panelen perfect georiënteerd worden. Verder worden de panelen niet gehinderd door schaduw van andere gebouwen. Hoewel de panelen financieel zeker rendabel zijn was het toch een lastig besluit. Het leek mij aardig in het kader van onze series over rendement en denkfouten kort verslag te doen van mijn zoektocht die uiteindelijk tot deze beslissing leidde.

De aanleiding om deze panelen te kopen ligt al ver achter ons. Toen we ruim 5 jaar geleden gingen verhuizen en er behoorlijk wat verbouwd moest worden wilden we dat ook duurzaam doen. Dat viel nog niet mee, maar dat is een ander verhaal. Eén van de ideeën was zonnepanelen op het dak. Maar verhuizing en verbouwing kosten veel geld en zonnepanelen waren duur. Het compromis, bij het vervangen van de dakbedekking in ieder geval zorgen voor een voorziening waarmee je later eenvoudig zonnepanelen op het dak aan kunt brengen. Nu, 5 jaar later zijn zonnepanelen een stuk goedkoper geworden en lijkt een investering in zonnepanelen zeer aantrekkelijk.

Als eerste het rationele verhaal, het financiële rendement. In het volgende deel een aantal andere overwegingen en kijk ik of er geen denkfouten gemaakt zijn.

Rationeel, het rendement

Kort een aantal cijfers:

  • De aanschaf en installatie van de 14 panelen kost in totaal € 4.342,=. Dit is na aftrek van subsidie en korting vanwege collectieve aanpak (daarover later meer).
  • Volgens de leverancier leveren de panelen jaarlijks gemiddeld 3024 kWh op.
  • Bij een kWh prijs van €0,23 is dat jaarlijks € 695,=.
  • Dit leidt tot een terugverdientijd van iets meer dan 6 jaar, niet slecht.

 

Nou is er natuurlijk een alternatief scenario (lees de serie over rendement), in dit geval het geld op de bank laten staan tegen een rente van 1,6%. Daar staat tegenover dat ik de jaarlijkse opbrengst uit de panelen ook netjes op een rekening stort en daar ook 1,6% rente over krijg. Om een lang verhaal kort te maken, het maakt niet veel uit, na een kleine 7 jaar staat er in beide scenario’s evenveel op de bank (komt dus vrijwel overeen met de terugverdientijd). Leuker is het na tien jaar te kijken, dan staat er bij het scenario zonnepanelen € 2.400,= meer op de bank (na 20 jaar is dat zelfs € 10.000,=). Hieronder staan de tabellen met berekeningen.

rendement zonnepanelen

Toch speelt er meer. Voor een zzp-er zijn het onzekere tijden en spaargeld is er ook om moeilijke tijden te overbruggen. Stel nou dat het tegenvalt met het werk, de auto en de wasmachine kapot gaan en dat er een flinke investering in het huis nodig is (lekkage, schilder o.i.d.). Over 5 – 6 jaar is dat geen probleem (of in ieder geval geen groter probleem dan een paar weken geleden), de panelen hebben dan voldoende opgeleverd. Als het over drie weken gebeurt zou ik waarschijnlijk snel spijt krijgen van deze onbezonnen actie (wijsheid achteraf). Het dilemma, hoog rendement maar op korte termijn minder geld beschikbaar heeft steeds door mijn hoofd gespeeld en daardoor heb ik de beslissing steeds uitgesteld. Zo’n twee maanden geleden heb ik een truc bedacht (of constructie) om uit dit dilemma te komen.

Rationeel, constructies

Naast alle betaalrekeningen en spaarrekeningen die ons gezin heeft heb ik ook nog een depositospaarrekening. Hierop staat een flink bedrag voor tien jaar vast met een rente van 4%. We hebben het nooit over dit geld, het valt volledig buiten ons huishoudboekje. Als we iets willen (dure vakantie, auto, verbouwing of wat dan ook) dan kijken we op al onze rekeningen behalve deze. Het is bedoeld voor mijn pensioen dus daar blijven we af. Maar je kunt het wel gebruiken. Als je geld op wilt nemen betaal je een boete van 5% en uiteraard krijg je over het opgenomen bedrag niet meer de mooie rente van 4%.

Het eerste idee was de zonnepanelen van deze rekening te betalen. De 5% opname kosten beschouwen we gewoon als extra investeringskosten. Het alternatieve scenario is dan geld op een rekening laten staan met 4% rente. De jaarlijkse opbrengst storten we weer op een nieuwe depositorekening (voor mijn pensioen), deze levert nu bij dezelfde bank een rente van 3,2% op (looptijd 10 jaar). In dit scenario hebben we na 8 jaar evenveel geld op onze rekeningen staan als in het scenario niets doen en geld op de depositorekening laten staan. Geen slecht scenario, want ook hier geldt, de inkomsten blijven doorlopen en op langere termijn levert het meer op. Feitelijk is deze constructie een lening: van mijn persoonlijke pensioenfondsje aan mijzelf.

Het kan natuurlijk nog slimmer, het geld is er nu wel en het geld van de depositorekening is pas nodig als we heel veel pech krijgen. De constructie wordt dus zonnepanelen betalen uit onze reserveringen voor calamiteiten en de calamiteiten (als die zich voordoen en er niet voldoende geld beschikbaar is) betalen uit de depositorekening en deze vervolgens weer aanvullen met winst uit de zonnepanelen. Waarschijnlijk is dat niet nodig maar het grootste risico is hiermee afgedekt, de constructie wordt daarmee een garantstelling.

Dan blijft er nog één scenario over, namelijk dat alles op korte termijn zo tegenzit en we heel veel geld nodig hebben. Het zou kunnen dat spaarrekeningen en depositie gezamenlijk voldoende waren geweest en dat nu (na deze investering) niet meer zijn. Dat is dan het risico dat we nemen bij deze investering, met de volgende overwegingen:

  • De investering is niet extreem hoog gezien de bedragen op de verschillende rekeningen
  • Het gaat om een beperkte periode die redelijk te overzien is
  • We kunnen altijd onze vrienden en familie nog heel lief aankijken
  • We kunnen tegen die tijd misschien wel weer een nieuwe constructie bedenken. Bijvoorbeeld het verkopen van onze panelen, ze wel op het dak laten staan en jaarlijks een deel van onze uitgespaarde energiekosten aan de koper overmaken. (constructie eigendom afstaan)

 

Stijn van Liefland

 

Constructies Energie

Gisteren was er een bijeenkomst van het Netwerk Milieu en Economie. Naast een initiatief om groene investeringen te bevorderen (waarover later mogelijk meer) werden en twee initiatieven gepresenteerd om zonne-energie en energiebesparing betaalbaar te maken. In feite twee financieringsconstructies.

Eerste constructie, de zonnefabriek. Uitgangspunt, de prijs van zonnepanelen is zover gezakt dat het voor huishoudens financieel aantrekkelijk is hierin te investeren. Probleem is echter dat niet iedereen voldoende kapitaal heeft voor deze investering. Een bekend probleem, we hebben het hier over ca. $10.000,= per woning. De zonnefabriek investeert daarom in de panelen en verkoopt de stroom tegen een vast tarief aan de eigenaar van de woning. Tot zover leidt dat voroal tot CO2 reductie, financieel wordt de bewoner er nog niet wijzer van. Het contract legt de stroomprijs echter voor 20 jaar vast. Bij stijgende energieprijzen (en waarom zouden die niet stijgen) ontstaat een voordeel voor de bewoners.

Tweede constructie, de Energy Service Companies (ESCo’s). Deze zijn gericht op energiebesparing en dan vooral de bestaande bouw. Hier is nog steeds veel winst te behalen en ligt zelfs als het om klimaatbeleid gaat de komende jaren de grootste uitdaging. Een ESCo sluit een prestatiecontract af met de eigenaar of gebruiker van een pand. Denk aan een woningbouwcorporatie of een kantoor. De afspraak is een daling van het energiegebruik en als gevolg daarvan een lagere energierekening. Uit deze besparing wordt de ESCo betaalt. Wat doet de ESCo bijvoorbeeld? Inregelen van een CV-systeem, vervangen van verlichting, aanbrengen van isolatie etc. Het is natuurlijk een prachtige constructie, toch blijkt de praktijk weerbarstig. Om er twee te noemen, mensen voelen zich mogelijk gepasseerd als een ESCo hun taak overneemt en investeringen in een gebouw door de ESCo worden in de loop van de jaren terugverdient, maar wat doe je als een gebouw tussentijds van eigenaar verandert? Kortom, iets wat eenvoudig lijkt blijkt in de praktijk toch lastig, toch meer verborgen kosten dan verwacht.

Stijn van Liefland

 

 

Stijgende energieprijzen

Hoe hebben de prijzen voor onze brandstoffen zich de afgelopen jaren ontwikkeld? Op het compendium voor de leefomgeving is een mooi overzicht te vinden voor olie, gas, elektriciteit en kolen. De veronderstelling dat energie steeds duurder wordt lijkt hiermee gerechtvaardigd. Kijk hier.

Verdienmogelijkheden (7): energieproductie

Daar is die dan eindelijk: dit is de meest grijsgedraaide mogelijkheid om geld (terug) te verdienen met duurzame maatregelen. In tegenstelling tot de vorige verdienmogelijkheid (nr 6: energietransport) gaat het hier om de opwekking of productie van energie. Een huishouden kan door extra investeringen in energieopwekkende apparatuur jaarlijks een lagere energierekening realiseren. Er komt steeds meer ‘evidence’ dat het hier ook om een reële terugverdienmogelijkheid gaat. De apparatuur wordt door massaproductie en technologische verbetering steeds goedkoper en ondertussen blijven de prijzen van energie structureel stijgen. Deze terugverdienmogelijkheid kan in belang dus alleen nog maar toenemen.

In de praktijk zijn er nog wel wat hobbels. Zo is het niet zonder meer mogelijk om extra geld te lenen (als je bijvoorbeeld een nieuw huis koopt) om de meer-investeringen in duurzame maatregelen te financieren. Hoewel er mondjesmaat uitzonderingen binnen bijzondere regelingen (zoals de klimaathypotheek) worden toegestaan, stemt de huidige crisis op de financiële markten (en de bijbehorende economische neergang) hier niet tot vrolijkheid. Op zich vreemd (zelfs of juist bij een economische crisis) als je kunt aantonen dat je jaarlijkse cash-flow alleen maar toeneemt door deze ingrepen.

Een andere hobbel is dat je je zelf opgewerkte energie bij overschotten alleen tegen lagere tarieven aan het net terug kunt leveren. Hier zijn ook wel oplossingen voor in de maak. De zuiverste lijkt te zijn dat je tegen dezelfde tarieven levert als afneemt (eventueel minus een bepaald percentage voor ‘handling’ door de netwerkbeheerder). In Duitsland kennen ze een dergelijke regeling al langer. Een andere mogelijkheid is dat je zelf een energiebedrijf opricht of een ‘smart-grid’ van onderling gekoppelde gebruikers en mini-leveranciers realiseert waardoor je zoveel mogelijk decentraal oplost voordat je centraal aanlevert. Hierbij is weer een issue dat het vigerende belastingregime voor kleinproducenten belemmerend kan werken (ik ken hier niet alle ins en outs, maar ervan uitgaande dat je efficiënt energie produceert dan moet je ook in staat zijn de bijbehorende belastingen te innen en af te dragen, hooguit kan de hele administratieve rompslomp voor de beperkte schaalgrootte de pan uit rijzen, maar met de moderne ict moet dat op te lossen zijn).