Tag archieven: verdienmogelijkheden

Crowdfunding in de praktijk, afronding / infographic

We gaan ongetwijfeld nog wel eens over crowdfunding schrijven maar voorlopig ronden we de reeks af. Als afronding een infogrpahic die het verloop van een corwdfundingsproject laat zien. Voor een toelichting op verschillende onderdelen verwijs ik naar de eerdere artikelen.

Wat we met de infographic vooral willen laten zien is dat crowdfunding niet alleen het openen van een rekeningnummer is (of aanmelding bij een platform) en het versturen van een aantal mails. Crowdfunding is uiteindelijk gewoon een zakelijk activiteit, die vraagt om een goede keuze aan het begin, een gedegen voorbereiding en een goede uitvoering.

crowdfunding nieuw-01Stijn van Liefland

Crowdfunding in de praktijk 4, nieuwe slimme verdienmogelijkheid?

We gaan onze reeks over crowdfunding afronden. In deze een na laatste aflevering de vraag of crowdfunding nou een slimme nieuwe verdienmogelijkheid is. In de laatste aflevering een infographic om het geheel samen te vatten.

Successen

Om te bepalen of het een slimme verdienmogelijkheid is moeten we eerst maar eens kijken naar de successen. Hiervoor verwijs ik naar de volgende link die ik toegestuurd kreeg. NU.nl geeft een overzicht van de 15 meest succesvolle crowdfunding projecten van 2012. Wat blijkt, crowdfunding kan heel succesvol zijn. Uitschieter is de € 7 miljoen die werd binnengehaald voor de bouw van twee windmolens, ik kom daar zo op terug. Ook bij andere projecten worden er aanzienlijke bedragen opgehaald (tonnen). Om een snelle indruk te geven van deze top 15, vijf projecten zijn commercieel, vijf in de sector kunst en cultuur, vier liefdadigheid (soms wel met financieel rendement) en dan hebben we nog de windmolens.

Teleurstelling

Dan mijn eigen investeringen, een schril contrast met deze 15. Van mijn woning duurzaam.nl is de termijn inmiddels ruim verstreken. Het streefbedrag is niet gehaald wel kreeg ik een mailtje:

“Helaas hebben we het streefbedrag van 10.000,- niet gehaald. Daarom hebben we jullie nog een vraag te stellen:
willen jullie alsjeblieft jullie investering standhouden en ons blijven steunen ook al hebben wij het streefbedrag niet gehaald?

Ja? Stuur deze mail dan aan ons terug met de tekst: “ja, ik ga akkoord en houd mijn investering stand.
Doe dit wel graag direct. We hebben een strikte deadline die komende donderdag verloopt.”

Ik ben nieuwsgierig naar het vervolg en ben akkoord gegaan. Maar, eigenlijk is het raar. Je hebt een bedrag nodig, start een campagne en geeft aan dat het project alleen start wanneer de complete investering binnen is. Als het dan niet is gelukt het volledige bedrag binnen te halen, ga je ‘bedelen’. Deze mail en mijn toezegging waren van eind november, daarna is het angstig stil gebleven.

Ook van een ander project is de doelstelling niet gehaald (gelukkig geen bedelbrief ontvangen), twee andere projecten lopen nog maar er zit niet veel progressie in. Op de platforms die ik nu een beetje volg bruist het ook niet van de activiteit. Mijn indruk is vooral dat de meeste projecten het gewenste bedrag niet halen. Wellicht maken de platforms het te gemakkelijk om met crowdfunding te starten en wordt het dus niet echt serieus genomen door de initiatiefnemers (‘ach dat kunnen we ook wel eens proberen’). Dan zou je overigens wel verwachten dat er een eindeloze stroom projecten op de sites binnenkomt en dat is nou ook weer niet zo.

Analyse en conclusie

Terug naar de successen en de windmolens in het bijzonder. Ruim 20 jaar geleden liep ik stage bij een organisatie die duurzame energie in Nederland promootte en veel contacten had met windmolenverenigingen. De leden van deze verenigingen legden geld in en kochten vervolgens gezamenlijk een windmolen en deelden weer in de opbrengsten of investeerden deze in nieuwe molens. Het is dus niet zo raar dat crowdfunding werkt bij de aankoop van een windmolen, het is een bewezen formule. En in zekere zin geldt dat ook voor veel andere projecten uit de top 15 van NU.nl. Liefdadigheid, dat kennen we ook al heel lang en ook in de kunst en cultuur sector is het niet ongebruikelijk geld te doneren. Voor de commerciële projecten geldt dat hiervan één de opschaling van een goed lopend restaurant betreft (dus ook een bewezen succes) en de overige toch ook ergens een ideële doelstelling hebben (gezonder, socialer, duurzamer etc.).

Ik durf  geen hele harde conclusies te trekken want realiseer me dat ik maar een heel beperkt onderzoek heb gedaan (eerder snuffelen dan onderzoek), toch een poging op basis van mijn eigen gesnuffel. Crowdfunding werkt goed bij bewezen succes zoals, opschaling, liefdadigheid, kunst en cultuur. Bij volledig nieuwe commerciële initiatieven (een product) is het lastig*.

Is crowdfunding dan een nieuwe slimme verdienmogelijkheid? Ik vind het in ieder geval niet dom, maar net als bij oudere verdienmogelijkheden vraagt ook crowdfunding om een goed idee, een goed businessplan, gedrevenheid en inzet. Ook crowdfunding is gewoon hard werken. Het slimme zit vooral in de binding met de investeerders, die kunnen je helpen bij het ontwerp, de marketing etc. Daar staat tegenover dat als het niet lukt het benodigde kapitaal voor een idee binnen te halen het vertrouwen in dit idee vermoedelijk sterk zal dalen.

Stijn van Liefland

*Dit laatste wordt overigens tegengesproken door het boek “crowdfunding, realiseer je droom zonder bank of subsidie. Hier staan wel degelijk succesvolle commerciële voorbeelden in (maar niet de vele mislukkingen die er ongetwijfeld ook zij).

Crowdfunding, realiseer je droom zonder bank of subsidie (literatuur)

Crowdfunding is blijkbaar in, ik kom het regelmatig tegen in de krant en op televisie en we schrijven er zelf ook over. Nu is er een boekje verschenen over crowdfunding. “Crowdfunding, realiseer je droom zonder bank of subsidie”. Geschreven voor mensen die crowdfunding willen gebruiken om een project te realiseren.

De titel van het boekje roept bij mij een paar vragen op. Waarom je droom realiseren zonder bank of subsidie? Omdat jouw project daar niet voor in aanmerking komt? Omdat je project niet goed genoeg is? Of zijn er nog andere redenen om voor crowdfunding te kiezen?

De insteek van het boekje is in eerste instantie vooral dat het lastig is ergens andere geld vandaan te krijgen. Het lukt niet om aan voldoende financiële middelen te komen, dan is er altijd nog de mogelijkheid van crowdfunding. Het boekje geeft tips en trucs voor crowdfunding, onder andere 10 stappen naar crowdfundingsucces. Waar moet je op letten, hoe pak je dat aan. Ik zie in het boekje veel terug van mijn eigen constateringen na mijn (zeer beperkte) onderzoekje. Het boekje laat zien hoe je een aantal van de dilemma’s aan kunt pakken. Bijvoorbeeld de tijdsperiode waarin je geld werft en hoe je dat organiseert.

Even kort door de bocht een samenvatting. Kies een korte periode, zo’n 30 dagen. Bereid deze periode goed voor, hou voldoende tijd vrij voor een campagne en start deze campagne al ruim voor de crowdfundingperiode. Dat begint dus met het bouwen van een netwerk van mensen die het project kennen. Het netwerk wordt in de crowdfundingperiode gevraagd een bijdrage te leveren aan het project en wordt uiteraard steeds verder uitgebreid. De crowdfundingperiode kan je ook weer voorbereiden, maak vooraf afspraken met een aantal investeerders (vrienden, familie) en zorg vooral in de eerste dagen voor een gestage geldstroom. Dat zorgt voor vertrouwen. Vervolgens is het bijna een dagtaak om in de crowdfundingperiode reclame te maken, online en offline.

Is geld werven dan het belangrijkste? Ja, maar naast het werven van geld is er ook veel positieve spin off van crowdfunding. “Natuurlijk gaat het bij crowdfunding in de eerste plaats om geld. (…) Maar er zijn nog vijf elementen die crowdfunding een boeiend en waardevol fenomeen maken.”

  • Marktonderzoek. Crowdfunding laat direct zien of er marktkansen zijn.
  • Productontwikkeling. Betrokken investeerders kunnen meedenken over het product.
  • Marketing. Betrokken investeerders, fans, dragen het verhaal rondom het product verder uit.
  • Sales. Investeerders worden bijna verkopers van het bedrijf, zeker als het gaat om een lening of aandeel heeft de investeerder natuurlijk een duidelijk belang in het succes.
  • Klantenbinding.

Het boekje laat een aantal voorbeelden zien van projecten waarbij crowdfunding vooral gebruikt werd om een idee in de markt te zetten. Met een succesvolle crowdfunding kan je richting banken en andere investeerders laten zien dat dit een potentiële succes is. Het verhaal over crowdfunding wordt zo wel erg positief, waarom doen we dat niet altijd? En dat wordt nog erger als de vraag aan de orde komt of crowdfunding iets voor mij is. Op basis van drie vragen kan ik de knoop doorhakken en mijn campagne starten:

  • “Heb je een duidelijk en haalbaar doel?
  • Kun je de urgentie duidelijk maken?
  • Ben je bereid hier je ziel en zaligheid in te stoppen?

Je weet wat je te doen staat! het kan!”

Ik kan de beredenering goed volgen, het zijn belangrijke criteria. Maar, tegelijkertijd, er zijn heel veel crowdfundingprojecten die mislukken. Het boekje gaat daar nauwelijks op in, maar duidelijk wordt wel dat meer dan de helft van de projecten niet lukt. Het boek sluit af met 20 geslaagde casussen. Daar worden succesfactoren en tips aan gehangen. Erg nuttig allemaal, daar niet van. Maar zou het niet aardig zijn ook een aantal mislukte projecten ter sprake te brengen. Hoe kijken de initiatiefnemers er nu tegenaan? Waar liepen ze op vast? Zouden ze het nog een keer proberen? Wat zouden ze dan anders doen? In één faalfactor is het boek heel duidelijk, het succes van crowdfunding staat of valt bij een goede campagne en dat kost héél véél tijd. Voor het overige, ik mis een kritische reflectie, het tegendenken.

Wat ik verder mis is de ‘zachte’ kant van crowdfunding. Het boek beschrijft netjes hoe je het aan moet pakken maar er speelt altijd meer. Zo zou ik denken dat crowdfunding ook bij je persoonlijkheid moet passen. Sommige mensen zijn heel goed in het mobiliseren van anderen en het voeren van campagne. Andere zijn beter in het onderhandelen met een bank en weer andere slepen de ene na de andere subsidie binnen. En, er zijn ook mensen die niet zakelijk zijn ingesteld. Crowdfunding wordt mijns inziens nu te makkelijk geschetst, als je netjes tien stappen doorloopt, aan de criteria voldoet etc. dan moet het wel goed komen.

Rest de vraag of dit een nuttig boekje is. Als je wilt starten met een project en crowdfunding overweegt moet je het zeker lezen. Voor alle andere, het is een aardig boekje over crowdfunding maar verder niet heel erg bijzonder.

 

Stijn van Liefland

 

p.s. Ik heb me voorgenomen een aantal ‘mislukte’ crowdfundingprojecten na te bellen en daar volgend jaar kort verslag van te doen.

Verdienmogelijkheid: Peerby

Omschrijving

Met dank aan een artikel in de Volkskrant van vandaag worden we gewezen op een nieuwe verdienmogelijkheid. Het gaat om Peerby. Wat is het en hoe zit het in elkaar? Het gaat om een internetsite waarop je spullen kunt vragen waar je (soms tijdelijk) behoefte aan hebt. Vaak gaat het om wat duurdere spullen als een zware boormachine waar je alleen maar wat gaten mee hoeft te boren bijvoorbeeld. Het past naadloos in een tijd van economische crisis maar ook in een tijd waarin sociale contacten in een buurt blijkbaar niet meer volstaan.

De vraag of behoefte is bij deze site het uitgangspunt. De andere kant wordt bepaald door de eigenaren en aanbieders van de spullen die blijkbaar bereid zijn al dan niet tijdelijk afstand van die spullen te doen. Heel kort door de bocht zou je kunnen zeggen dat het een marktplaats is voor het lenen van spullen ergens bij je in de buurt. Maar soms vinden eigenaren het ook prima als je de spullen houdt, ze kunnen er toch niks meer mee of hebben het dubbel. Of dat je er een klein bedragje voor betaalt.

Caire.nu

Het initiatief doet me ergens denken aan het eerder besproken caire.nu. Ook daar gaat het om een lokale aangelegenheid waar je onderling zorgdiensten uitruilt. Zo heeft iemand behoefte aan vervoer naar het ziekenhuis en is er altijd wel iemand bij je in de buurt die bereid is voor je op en neer te rijden. Bij caire bouw je punten (credits) op waar je op termijn eigen zorgbehoefte mee kunt inkopen. Maar de kern blijft toch wel onderlinge hulp en vrijwilligheid. Bij caire zit er wel degelijk een groter verdienmodel achter: de ouderenzorg is op de reguliere manier op termijn financieel onhoudbaar geworden, en dit initiatief kan gezien worden als een laagdrempelige manier om in ieder geval de simpele zaken onderling te regelen. Kostenbesparing en ‘zelf hulp’ zijn hier dus leidende principes.

Verdienmodel?

Hoe dat bij Peerby zit is niet geheel duidelijk. Het initiatief is ontstaan vanuit een duurzaamheidsgedachte: waarom zou je iets kopen als je het bij een buurman kan lenen? Elkaar helpen, sociale cohesie, allemaal woorden die in het artikel terug komen. Wat is dan het verdienmodel? De oprichter had het idee om van elke transactie een klein percentage te vragen, maar in de praktijk worden de transacties vaak gratis onderling uitgewisseld, dus van inkomsten is geen sprake.

Maar het opmerkelijke is dat er toch makkelijk (? dat is de indruk die het artikel wekt) financiers zijn te vinden. Grote marktpartijen die een aardige som geld inleggen. Dus is de vraag: waarom doen die partijen dat? Het antwoord is in het artikel niet goed terug te vinden. Ik zie twee mogelijkheden:

1. Het is een initiatief á la facebook of zelfs marktplaats. Aanvankelijk is het niet geheel duidelijk waar het geld mee verdiend moet worden maar het kan wel eens heel groot worden. Hier is blijkbaar wat aan de hand en nu kun je hier relatief makkelijk instappen. Op termijn wordt het bedrijf dan verkocht en deel je mee in de opbrengst. Maar nog steeds is niet duidelijk waar ‘in the end’ geld mee kan worden verdiend. Bij facebook is dat nog steeds niet duidelijk, maar de meest voor de hand liggende reden is toch inkomsten uit advertenties en de beschikbaarheid van een groot vertrouwenswaardig netwerk.

2. Niemand weet het eigenlijk. Er hangt bij deze crisis iets in de lucht dat het ‘oude’ verdienmodel deuken oploopt. Je zult als grote marktpartij overal je neus in moeten steken, gevoel krijgen welke kant het allemaal uit kan gaan. Blijkbaar is dit iets wat aanspreekt: een sfeer van duurzaamheid, sociale cohesie, vrijwilligerswerk, lokale warme contacten. Wat er allemaal uit gaat komen, we weten het niet, maar als het iets wordt dan wil je er bij zijn en in ieder geval er nu iets van leren als het niks wordt. Misschien levert deze site wel bruikbare inzichten op hoe je als bedrijf vertrouwen terug kunt winnen en is dat inzicht geld waard?

Rudy van Stratum

Financiering van landschap 7, geld verdienen vraagt zakelijke aanpak

[Dit artikel is een uitgebreidere versie van onze bijdrage aan de opiniepagina van Trouw op 4 oktober 2012]
Voorpaginanieuws in de Trouw: “Natuurclubs gaan hun eigen geld verdienen”. Wij vinden dat goed nieuws. De afgelopen jaren is gebleken dat de afhankelijkheid van overheidsgeld de sector erg kwetsbaar maakt. Blijkbaar hebben wij op dit moment als samenleving minder geld over voor natuur en dat uit zich in een kleinere bijdrage van de overheid. De natuurorganisaties willen graag de natuur in Nederland behouden en zelfs versterken, het geld moet dus ergens anders vandaan komen. Naar aanleiding van het artikel in Trouw zien we twee belangrijke vragen: Wat voor natuur willen we in Nederland? en, wat valt daarmee te verdienen?

Wat voor natuur willen wij in Nederland?

Het valt ons op dat natuurorganisaties nogal wat willen. Grofweg gaat het om drie zaken: geld binnenhalen bij het grote publiek; verdubbeling van de biodiversiteit en allerlei neveninkomsten genereren. De experts moeten zich maar buigen over de inhoudelijke vraag of dat allemaal samengaat. Vanuit het financieringsvraagstuk willen we het zakelijk bekijken. Wil je geld krijgen van het publiek, dan moet je ze wat bieden. Wil je  neveninkomsten genereren dan heeft dat invloed op de kwaliteit van je gebied. Simpeler gesteld, het vraagt van natuurorganisaties dat ze marktgericht gaan werken. Zie de natuur als een product of dienst waar mensen graag voor betalen.

Een goede ondernemer zou in zo’n geval een marktonderzoek doen, vervolgens het product optimaliseren en tot slot een reclamecampagne organiseren. Hoewel de natuurorganisaties geen ondernemingen zijn kan het geen kwaad dit soort ‘ondernemersvragen’ te stellen. Wij hebben het gevoel dat het op dit punt niet helemaal lekker gaat. Het product is feitelijk al gedefinieerd, natuur met meer biodiversiteit, maar wij vragen ons echt af of mensen in Nederland daarop zitten te wachten? Gaan ze meer betalen voor extra biodiversiteit of juist liever voor ruimtelijke kwaliteiten, een mooi plaatje, zichtbare natuur en natuur die spannend is?

Natuurlijk is het belangrijk een aantal bijzondere gebieden te behouden en de soorten daar te beschermen. We zijn er zelfs toe verplicht. Maar in andere gebieden kan het wellicht wat minder. Dat betekent minder geld uitgeven aan verhoging van de biodiversiteit, wat meer aan aantrekkelijkheid en op die manier minder uitgeven en meer inkomsten genereren. Zie de natuurbeleving maar als een grote markt en natuurgebieden als producten en kom zo tot differentiatie, kijknatuur, biodiverse natuur, doe-natuur, dierennatuur, productienatuur, etc.

Waar ga je aan verdienen?

In Trouw wordt gesproken over verbreding richting gezondheidszorg, waterveiligheid en energievoorziening “niet alleen kan daar veel geld worden verdiend dat ten goede komt aan de natuur, ook laat de verbinding zien dat natuur andere waarden heeft dan alleen recreatie”. Wij kunnen dat alleen maar bevestigen en hebben daar al eerder over geschreven. Het lijkt eenvoudig, geld verdienen met de natuur de praktijk is echter weerbarstig.

Gezondheidszorg. Het rustgevende karakter van de natuur wordt hier ingezet om mensen te genezen. We kennen natuurlijk al de zorgboerderij, maar zo zou je ook kunnen denken aan de zorgnatuurwerkplek en vroeger hadden we al de sanatoria. Maar vergis je niet, er liggen al diverse zorginstellingen in groene gebieden, met name in de psychische zorg. De vraag is dus of er behoefte is aan meer ruimte in het groen? Is hier nog een markt voor? Wat zijn hier nou de werkelijke mogelijkheden? Welke instellingen / patiënten hebben behoefte aan natuur en willen daar voor betalen? Maar allereerst zal je aan moeten tonen dat natuur ingezet kan worden in de zorg, dat natuur beter en goedkoper is dan andere middelen en dat er uiteindelijk voor de natuurbeheerder een positief rendement te halen is.

Waterveiligheid. In het verleden is hier natuurlijk rondom de grote rivieren een enorme slag geslagen. Meer ruimte creëren voor de rivieren en tegelijkertijd ruimte voor de natuur. Maar hier ben je wel gebonden aan een locatie. Wij hebben toch de indruk dat je hier bijvoorbeeld in een gebied als de weerribben niet zo veel mee kunt en ook op de zandgronden is waterveiligheid minder relevant. Ook hier dus een hoop vragen. Waar is waterveiligheid relevant? Kan natuurontwikkeling op die plekken een bijdrage leveren? Werkt dat beter of goedkoper dan andere maatregelen? En, net als bij de zorg, blijft er uiteindelijk nog een positief rendement over voor de natuurbeheerder?

Energievoorziening. Op de website van InnovatieNetwerk staat een aardig filmpje dat laat zien hoe je windturbines in het bos beleeft. Boodschap, eigenlijk zie je ze niet, je moet ze echt zoeken en pas als je heel dichtbij bent kun je ze zien. Wellicht ligt hier een mogelijkheid, ook zonne-energie (bijvoorbeeld in bufferzones) zou een mogelijkheid kunnen zijn. Biomassa uit de natuur lijkt zo voor de hand liggend maar blijkt over het algemeen niet echt rendabel, het is te nat, gebieden zijn niet goed ontsloten en het ligt ver van centrales die het kunnen gebruiken. Maar, de techniek staat niet stil mogelijk dat kleinschalige toepassingen een deel van de problemen weg kunnen nemen. Echter, wil je echt geld gaan verdienen met energie uit de natuur dan heeft dat absoluut gevolgen voor hoe die natuur eruit ziet en functioneert.

Drinkwater, afvang van CO2, waterzuivering, de zogenaamde ecosysteemdiensten. Tot nu toe wordt hier niet of weinig voor betaald terwijl deze diensten zeer waardevol zijn. Hier zal toch vooral een lobby richting overheid nodig zijn om op langere termijn tot inkomsten te komen.

 Conclusie

  • Met het oog op het genereren van nieuwe inkomsten is een heroriëntatie op de doelen van natuur in Nederland gewenst. Je kunt niet alles en moet dus een keuze maken.
  • Simpele oplossingen zijn niet voor handen. De voorbeelden die in Trouw genoemd worden lijken mooi maar de praktijk is weerbarstig. Er zijn zoveel factoren die bepalen hoe en wat er verdiend kan worden, de ligging, de karakteristieken, de omgeving etc. dat alleen maatwerk kan volstaan. Als voorbeeld de windmolens in een bos. Dit is wellicht een goede mogelijkheid, maar als er geen weg ligt en geen kabels wordt het heel lastig.
  • Naast creativiteit is ook een kritische blik noodzakelijk. Een kritische blik op de doelen voor natuurgebieden en een kritische blik op het rendement van nieuwe verdienmogelijkheden.

Financiering van het landschap 4, waardevol groen

Na het wat pessimistische bericht naar aanleiding van de SWOT analyse bespreken we nu een rapport dat vooral over verdienmogelijkheden gaat. Ook deze is uitgegeven door InnovatieNetwerk, de titel “waardevol groen”. De publicatie gaat in op het particulieren natuurbezit in Nederland en dan vooral over de verschillende financieringsvormen voor natuur en landschap. Aan de hand van interessante praktijkcasussen die kort samengevat worden in verdienmodellen ontstaat zo een beeld van de mannier waarop je geld kunt verdienen met natuur en landschap. Achterliggende gedachte uiteraard dat dit geld weer geïnvesteerd kan worden in de aankoop van nieuwe terreinen en het beheer en onderhoud van bestaande terreinen.

Eerst het goede nieuws. Er zijn wel heel veel mannieren om geld te verdienen aan natuur en landschap. Van het verkopen van jam gemaakt van producten van een landgoed tot de verkoop van gronden en van het heffen van entree tot het verpachten van grond t.b.v. een gasverdeelstation. In de inleiding wordt gesproken van meer dan 100 verdienmogelijkheden. Ik heb ze niet nageteld, maar het zal ongetwijfeld kloppen. Conclusie, er is wat te verdienen.

Dan het slechte nieuws. Er is een beperkt aantal mogelijkheden dat echt substantiële inkomsten genereert. Het overgrote deel leidt tot beperkte inkomsten, wat niet wil zeggen dat je daar niets mee kunt. We zullen later deze substantiële mogelijkheden en beperktere mogelijkheden verder uitdiepen.

We hebben de verdienmogelijkheden die wij al lezend tegenkwamen geordend en in een mindmap geplaatst. Het eindbeeld lijkt veel op het overzicht met verdienmogelijkheden dat we eerder maakte n.a.v. de reeks verdienmodellen van Nederland Boven Water. Gebruik de mindmap om de verschillende mogelijkheden te bekijken, voor meer achtergrondinformatie zal je de publicatie moeten lezen (tip: voer de verdienmogelijkheid als zoekterm in bij het lezen van het pdf document). Hier een korte samenvatting / toelichting.

Kernvraag is: hoe kunnen we de aankoop en het beheer van natuur en landschap betaalbaar houden? We onderscheiden vier hoofdrichtingen:

Bezuinigen. Minder uitgeven is natuurlijk altijd een goede mannier om iets betaalbaar te houden. Dat kan bijvoorbeeld op arbeid door de inzet van vrijwilligers, gedetineerden, scholieren etc. Maar het gaat daarbij ook om de vraag of je met vast personeel werkt of met inhuur. Een andere mogelijkheid is het bijstellen van je doelen. Als voorbeeld komen in de publicatie ecoducten aan de orde. Die zijn vreselijk duur. Door de doelen bij te stellen, een iets minder robuuste verbinding voor wat minder soorten kan je volstaan met een eenvoudig tunneltje. De kosten dalen enorm en het geld kunnen we uitgegeven aan andere maatregelen. Het is niet voor niets de eerste stap in onze beslisboom om (kritisch) naar het doel te kijken.

Oogsten. Hieronder verstaan we het te gelde maken van bestaande kwaliteiten. Heel voor de hand liggend zijn natuurlijk allerlei grondstoffen en producten die een gebied op kunnen leveren (hout, riet, biomassa, jacht, etc.). Maar het kan ook gaan om de verkoop van grond of vastgoed. Strikt genomen is dat natuurlijk geen oogsten omdat het alleen éénmalig werkt. Door de opbrengst in een fonds te storten kan je daar toch op de langere termijn van profiteren. Ook het verzilveren van waarden is een mogelijkheid, zoals het laten betalen voor een mooie wandeling of het mooie uitzicht.

Nieuwe activiteiten / neveninkomsten. In deze categorie is het aantal mogelijkheden natuurlijk eindeloos, zeker als het verder van de natuurbeleving af komt te staan. We hebben dit soort activiteiten ingedeeld naar de relatie die ze hebben met de natuur en / of het landschap. Natuur kan de kern zijn van een activiteit maar ook dienen als decor. Vooral in deze laatste categorie is natuurlijk van alles mogelijk denk aan een ijsbaan, een autoshow, etc. Interessant is de subcategorie die we toevalstreffer hebben genoemd. Som is er iets in het gebied waar je heel veel geld mee kunt verdienen. Interessante vraag voor iedereen, heb ik ook zo’n mogelijkheid?

Geld krijgen. Onze laatste categorie zou je bijna niet serieus nemen, want in hoeverre is geld krijgen een verdienmodel. Toch laten de voorbeelden uit binnen- en buitenland zien dat ook hier goede mogelijkheden liggen. We komen er nog op terug.

Tot slot, voor alle verdienmogelijkheden geldt dat ze weer een eigen rendement hebben. Ook daar moet je kritisch naar blijven kijken. Wat zijn bijvoorbeeld de kosten voor het heffen van entree (kaartjesautomaat, hek om het gebied, handhaven, minder bezoekers, etc.) en welke inkomsten staan daar tegenover? Wat kost het begeleiden van scholieren bij een maatschappelijke stage en hoeveel werk wordt er verzet? Welke administratiekosten gaan er gepaard met het innen van vrijwillige bijdragen? De vraag is dus steeds of een potentiële verdienmogelijkheid ook in een specifiek geval nog zinvol is.

Volgende aflevering bespreken we de verdienmogelijkheden die relatief veel op kunnen leveren.

Duurzame financiering van het landschap

Onlangs hebben wij vanuit slimme financiering een lezing verzorgd voor het Plattelandshuis in de Achterhoek en de Liemers. Eén van de dilemma’s die in deze regio speelt is de financiering van het landschap. Het landschap is daar prachtig, maar om dat te beheren is geld nodig. Tot voor kort kwam veel van dat geld van buiten de regio. Vanuit het Rijk en de provincie was hiervoor geld beschikbaar. Door bezuinigingen wordt dit steeds minder, ook de gemeenten in de regio hebben minder te besteden, kortom er zijn weinig middelen beschikbaar.

Vanuit het gedachtegoed van slimme financiering zijn we vooral van het rendement uitgegaan. Wat kost het beheer van het landschap en wat levert het vervolgens op. Leidt het tot meer recreatie, meer omzet voor de horeca, meer overnachtingen etc. dan levert het landschap duidelijk wat op. Als partijen verdienen aan een mooi landschap kan je ze ook om een bijdrage vragen is onze gedachte. De praktijk blijkt hier weerbarstig, een mooi landschap is een vanzelfsprekendheid waar een aantal ondernemers al jaren van profiteert. Het zal niet meevallen om daar een bijdrage van te krijgen. Maar dat neemt niet weg dat het zinvol is je af te vragen of een investering in het landschap voldoende rendeert (financieel én maatschappelijk).

Zoals verwacht leidde onze insteek tot  wisselende reacties, de één vindt het een interessante kijk, de ander moet er weinig van hebben. Door één van de deelnemers werd ik geattendeerd op een rapportage van KPMG over de kosten van het landschap, “duurzame financiering van het landschap”. Een interessante publicatie uit 2010, Mijn verwachtingen waren hoog gespannen, duurzame financiering pretendeert een oplossing. Helaas, het gaat alleen over financieringsbehoefte van beheer en herstel van waardevol landschap. Enigzins teleurgesteld dus, maar een oplossing begint bij een goede analyse en dat biedt deze rapportage zeker.

Het rapport geeft een onderbouwing voor de kosten die de komende tien jaar nodig zijn voor beheer en herstel. Gemiddeld is dat € 418 miljoen per jaar. Waarbij opgemerkt moet worden dat niet alle landschappen en ingrepen meegenomen zijn. De ecologische hoofdstructuur en maatregelen t.b.v. de waterkwaliteit vallen er bijvoorbeeld buiten. In het rapport veel kentallen voor herstel en beheer, bijvoorbeeld de kosten voor de aanleg en het beheer van een bomenrij of de kosten voor de aanleg van een fietspad. Waarschijnlijk zijn er betere bronnen voor dit soort kentallen, maar die ken ik niet dus vind dit al een aardig overzicht. Suggesties welkom, we verwijzen op slimme financiering graag naar dit soort cijfers.

Aan het eind wordt de totale financieringsbehoefte bepaald, € 4.183 miljoen in 10 jaar (de eerdere 418 miljoen per jaar). Deze is onderverdeeld in verschillende type ingrepen, bijvoorbeeld de aanleg van nieuwe elementen (herstel, ca. 40 miljoen per jaar) en beheer van water en aardkundige elementen (beheer, ca. 19 miljoen per jaar). Een interessante vraag is natuurlijk welke maatregelen / ingrepen uiteindelijk het hoogste rendement hebben voor het landschap.  Met andere woorden, waar kunenn we onze euro’s het beste instoppen? beheer, herstel? en daarbinnen wat dan? Bij gebrek aan middelen zal je deze keuze moeten maken. Een tweede vraag is natuurlijk hoe we tot een echte duurzame financiering van het landschap komen?

Rapport downloaden kan hier, meer informatie te vinden op landschapsmanifest.nl.

 

 

Nieuwe Businessmodellen

De Radboud Universiteit voert onderzoek uit naar nieuwe businessmodellen. Achterliggende gedachte is dat de huidige businessmodellen niet voldoen bij een transitie naar een duurzame maatschappij en dat we nieuwe modellen nodig hebben om tot een duurzame samenleving te komen.  Onderzoek derhalve naar nieuwe businessmodellen, zijn die er? hoe onderscheiden die zich van de traditionele? en wat zijn de belangrijkste kenmerken? De resultaten van een eerste verkenning zijn opgenomen in een paper (hier te vinden). Het is een eerste publicatie in het kader van een lopend onderzoek, de komende tijd kunnen we hier dus meer over verwachten. Best aardig om te lezen, wel wat academisch en lopend onderzoek dus nog niet volledig, maar dat geven de auteurs zelf ook regelmatig aan. Hier gaan we kort in op de belangrijkste bevindingen.

Traditionele businessmodellen werken niet goed voor het creëren van meervoudige waarde. Duurzaamheid is meer dan alleen geld en de extra waarden die een duurzame ontwikkeling oplevert zijn niet altijd terug te vertalen naar geld. Een belangrijk kenmerk van nieuwe businessmodellen is dat waarde(n) niet alleen in geld uitgedrukt worden. Nieuwe modellen kijken dus naar meer dan alleen de financiële waarde. Dit betekent anders denken over geld, transacties, over ruilen en vooral over de vraag wat waarde betekent.

In het huidige denken (de bestaande businessmodellen) staat de eigen organisatie centraal. Het verdienmodel is diensten en producten te ontwikkelen die beter, sneller, zuiniger, groener en liefst ook goedkoper zijn dan die van de concurrent. Transacties zijn gebaseerd op geld. Bij nieuwe businessmodellen staat het waardenetwerk centraal, daarbinnen worden activiteiten georganiseerd. Het paper onderscheidt drie belangrijke stromingen:

  • Delen. Businessmodellen die zijn geënt op samenwerking in een netwerk en daar hoort delen bij. Delen van tijd, van kennis, van netwerk, van eigendom etc. voorbeeld. Kernbegrippen, gelijkwaardigheid en wederkerigheid.
  • Ruilen. Modellen waarbij een deel van de transacties met gesloten beursen wordt gedaan. Er wordt dus niet alleen met geld gerekend, maar ook met andere waarden zoals kennis, netwerken en aandacht. Ook andere betaalmiddelen kunnen hier een rol spelen zoals credits, punten etc. Centrale gedachte, ruilen leidt automatisch tot andere waarden.
  • Creëren. Het gaat hier vooral om het creëren van winwin situaties waarbij niet alleen financiële waarden ontstaan maar ook andere waarden. Bijvoorbeeld naast financiële waarden ook kennis, vertrouwen, en zekerheid.

Verder in het paper, aardige lijstjes met kenmerken, criteria en waarden die van belang zijn voor nieuwe businessmodellen. Belangrijk criterium is in ieder geval dat een nieuw businessmodel ook financieel duurzaam moet zijn. De organisatie moet zichzelf draaiende kunnen houden, met andere woorden de baten moeten hoger zijn dan de kosten. In dat opzicht wijkt het dus niet zo af van het oude model, uiteindelijk moet er ook hier brood op de plank, anders is het hobbyisme.

Tot slot, de moeite van het lezen waard is zeker de bijlage waarin 9 voorbeelden van ondernemingen die volgende een nieuw businessmodel werken beschreven worden.

Belonen vrijwilligerswerk

Soms komen lijntjes bij elkaar. Bij de diverse sportsclubs waar mijn kinderen lid van zijn wordt geklaagd over te weinig vrijwilligers. We organiseren een symposium slimme financiering waar mensen betalen met een tegenprestatie. Een medewerker van Caire houdt een lezing over een alternatief betaalsysteem in de zorg. Wij zijn altijd geïnteresseerd in verdienmodellen en dan liefst modellen die voor iedereen voordeel opleveren.

Te beginnen bij de sportclubs. Er zijn mensen die veel meer doen dan ik, maar ik draag zeker mijn steentje bij als het gaat om trainingen, bardiensten, autorijden, jury en wat er allemaal niet meer bij komt kijken. Desondanks krijg ik regelmatig mails met een, soms geïriteerde, oproep voor vrijwilligers. Volkomen terecht en ik begrijp dat het lastig is iedereen eruit te filteren die al wat doet. Maar bij mij roept het vragen op, ik geef training bij een club waar mijn kinderen niet op zitten en wordt gevraagd bij de club waar mijn kinderen wel opzitten. Niemand die weet wat je elders doet. En, dat geldt natuurlijk nog sterker voor mensen die wellicht dagelijks een oude buurvrouw helpen. Ik vraag me dan af kan dat niet slimmer en beter? Slimmer, “het is duidelijk dat je al wat doet, we vragen jou niet” en beter, er komen meer vrijwilligers.

Bij ons symposium vragen we een tegenprestatie. Nou ben ik ondernemer en wil ik, zeker in deze tijden, graag geld verdienen. Dus als ik rijk had kunnen worden met ons symposium, graag. Dat hebben we echter niet gedaan, we willen experimenteren en dus hebben we om een tegenprestatie gevraagd. En dat is leuk. Mensen bieden wat aan, iets dat zij hebben of kunnen en waar wij behoefte aan hebben. Lang niet altijd in geld uit te drukken. Een aantal levert een bijdrage aan het symposium. Voor ons een mooie invulling van het programma, voor hun reclame. Dan blijkt het zonder geld te kunnen en leidt dat tot meer kwaliteit dan je met geld kunt kopen.

Caire doet hetzelfde in de zorg. Mensen verlenen elkaar onderling zorg. Geen specialistische, wel iemand wegbrengen, boodschapje doen, praatje maken etc.. Allemaal heel belangrijk en heel duur als het door professionele krachten gedaan moet worden. Als tegenprestatie voor een zorgdienst kan je zelf ook weer aanspraak maken op zorg. Op termijn willen ze dit verder ontwikkelen. De zorgcredits moeten ook op andere wijze verzilverd kunnen worden. Meer hierover horen we op 6 juni, we komen er nog op terug.

Dan komen de lijntjes bij elkaar. Kunnen we bijhouden wat ik doe aan vrijwilligerswerk? Ja, geen probleem, we hebben airmiles, bonuskaarten en nu dus ook Caire. Het kan geen probleem zijn om ook mijn vrijwilligerscredits bij te houden, sportclub, zorg maakt niet uit. Uit Caire en ons symposium leer ik dat het niet alleen om geld gaat. Een beetje extra kwaliteit is soms veel belangrijker. Eigenlijk niets nieuws, of je nou eerste of  tweede klas reist met de trein, je komt even laat aan op hetzelfde perron. Maar het zit wel prettig en de kans op een zitplek is groter, veel mensen willen daarvoor betalen. Conclusie, mijn vrijwilligerscredits moet ik in kunnen wisselen voor extra kwaliteit.

Ik heb inmiddels ook een soort van verdienmodel bedacht. Of het tot meer vrijwilligers leidt is natuurlijk de vraag, het is in ieder geval leuk voor de mensen die het werk nu doen. Voor mijn credits krijg ik voordelen die niet zozeer economisch zijn maar voor mij wel heel prettig. Ik denk bijvoorbeeld aan het inwisselen van 100 (of wat dan ook) punten bij de Efteling of ander pretpark (ze moeten natuurlijk allemaal meedoen!). In ruil daarvoor krijg ik een kaartje waarmee ik de wachtrij bij atracties kan omzeilen, of op de eerste rij kan zitten. Het kost de Efteling niets, is voor vrijwilligers leuk, en de Efteling kan het nog als maatschappelijk verantwoord ondernemen wegzetten ook. Sterker nog, de Efteling kan er aan verdienen want het wordt extra leuk voor vrijwilligers om er heen te gaan (een voordeel dat natuurlijk wegvalt als alle pretparken meedoen of mensen die geen vrijwilliger zijn wegblijven). Maar een voorkeursbehandeling in het theater, de bioscoop kan natuurlijk ook. Wat me ook wel aardig lijkt zijn speciaal gereserveerde parkeerplaatsen of bij de dolle dwaze dagen van de Bijenkorf een uur eerder naar binnen mogen. Zo kan ik nog wel meer bedenken, het gaat om het principe van een dienst die hééé’l leuk is en de aanbieder (Efteling, Bijenkorf etc.) vrijwel niets kost.

Tot slot een kritische noot, wat kan er misgaan? Als eerste, iedereen gaat heel veel vrijwilligerswerk doen. Zou kunnen, ik zou het vieren als een groot succes. De mensen met de meeste punten krijgen uiteindelijk de grootste voordelen, inflatie van vrijwilligerscredits dus daar komen we wel uit. Als tweede, de bijkomende kosten zijn hoog. Een systeem opzetten, credits bijhouden, de overhead van het systeem dus. Mogelijk ook de kosten van de dienstverleners, iemand bij atracties die kijkt of je wel / geen voorrang hebt. Als derde, misbruik. Rudy kwam al met het briljante idee vrijwilligerswerk te doen voor een groep bierdrinkers. Tja wat moet je daarmee? Er is van alles te bedenken (bijv. certificering) met het risico dat de kosten daarmee omhoog gaan. Het aardige is dat je veel systeemkosten intern in het systeem op zou kunnen vangen. Beheer van het systeem, levert ook credits op, certificering uitvoeren, krijg je ook credits voor.

Ik ben benieuwd naar reacties. Hebben we hier een nieuw verdienmodel? De oplossing voor het vrijwilligersprobleem? Is het toepasbaar op andere terreinen? Of zijn dit slechts onrealistische hersenspinsels?

Stijn van Liefland

Toolbox Financieringsconstructies

Door een van de deelnemers aan ons symposium werd ik getipt over de toolbox financieringsconstructies, uitgegeven door Agentschapnl. Het is work in progress en moet de komende tijd verder ingevuld worden. Doel van deze publicatie: het bundelen, en ontsluiten van de creatieve wildgroei op het het gebied van financieringsconstructies. Dit leidt tot een overzicht van 49 constructies. Net als bij het overzicht van Nederland Boven Water ook hier weer een hele verzameling.

Bij nederland boven water ging het om verdienmogelijkheden, maar stonden er ook constructies tussen. Hier gaat het om constructies echter, ook verdienmogelijkheden staan er tussen. Misschien ben ik puriteins, maar volgens mij is het onderscheid wel belangrijk. Bij het een (de constructie) probeer je aan geld te komen voor de investering (en exploitatie en afdanking), bij het ander (de verdienmogelijkheid)  probeer je de investeringskosten zo laag mogelijk te krijgen. Hoewel de toolbox het allemaal constructies noemt wordt er wel een duidelijk onderscheid gemaakt en helpt het bij het structureren van alle constructies en verdienmogelijkheden. In de  gekozen structuur wordt onderscheid gemaakt in

  • Garantie   –   Subsidie   –   Fonds   –   Project-efficiency/maatwerk   –   enerzijds, en
  • Risicoverlagende constructies   –   prijsverlagende constructies   –   anderzijds

Daarnaast wordt nog onderscheid gemaakt in de deelnemende partijen (publiek, privaat en consument) en de vraag wie het geld verstrekt. Lees verder