Categoriearchief: Dossier ondernemerschap

Ondernemerschap (3): Mastery (Robert Greene)

Enkele relativeringen

Waarom het boek van Greene? Ik liep er toevallig tegenaan en zag veel herkenning in relatie tot ondernemerschap. Maar ook veel verschillen. Want moet een ondernemer ergens ‘master’ in worden? ‘Master’ betekent hier: ergens heel goed in worden, een voorbeeld voor anderen, een meester. Ik zou een ondernemer juist definiëren als iemand die slim gebruikt maakt van zijn capaciteiten om zo efficiënt mogelijk zijn doel te bereiken. En vooral geen ‘meester’ willen worden want een klein beetje beter worden kost meestal onevenredig veel inspanning.

Een tweede relativering is dat het boek van Greene qua aanpak wel wat lijkt op de bestsellers van Malcolm Gladwell. Als je ze de eerste keer leest dan word je meteen enthousiast en denk je de wereld een stuk beter te snappen. Als je het later nog eens beet wilt pakken (‘wat is nu precies de kern van zijn betoog’) dan glipt het tussen je vingers door en blijft er een dunnere boodschap over dan je dacht te hebben bij eerste lezing. Susanne Weusten besprak onlangs het laatste boek van Gladwell en meende een patroon in zijn aanpak te herkennen. Malcolm begint met een contra intuïtieve conclusie: hij heeft gevoel voor rare dingen en de tijdsgeest en weet daar een pakkende titel bij te bedenken. Nadat hij je in het onderwerp heeft getrokken, geeft hij de lezer een gevoel van troost. Hij gaat relativeren dat al die hoogvliegers het ook niet gratis hebben gekregen. Dus ik hoef me geen looser te voelen, er is nog hoop, ook voor mij. En tenslotte: heel veel smakelijke anekdotes. De lezer verhalend naar de enig mogelijke conclusie leiden. De conclusie van Weusten lijkt daarmee ook te zijn: na ontleding en dissectie houd je niet meer zo veel substantie over. Dat doet overigens niets af aan de lol je aan de boeken beleeft.

Een derde relativering: dit soort boeken zijn niet geschreven door en voor ondernemers. Het zijn boeken die vooral bedoeld zijn voor ons simpele zielen die een inkijkje willen krijgen in het succes van anderen. Zoals ik eerder al zei: de groten der aarde zijn niet groot geworden door het lezen van boeken over het succes van anderen.

Een vierde relativering: het is allemaal achteraf praat. Er wordt nauwelijks aan tegendenken gedaan. Greene neemt een stuk of 10 succesvolle meesters en ontleedt wat hen tot succes heeft geleid en trekt daar de grootste gemene delers uit. Niks mis mee, zeker inspirerend. Maar er is minder aandacht voor de toevalsfactor en soortgelijke lieden met soortgelijke capaciteiten die totaal mislukt zijn, komen in dit soort boeken niet aan het woord.

Wat kenmerkt de meester?

Even nog wat discipline betrachten en dicht bij de tekst van Greene blijven! ‘Meester worden’ heeft niet te maken met veel talent of een hoog IQ. Sterker nog: dat kan wel eens een hinderpaal worden voor het worden van een ware meester (een conclusie die we later bij de bespreking van ondernemerschapstesten nog tegen zullen komen. In dat geval lijkt er ook statistisch bewijs voor deze stelling te zijn). Het hele verhaal begint bij het vinden van je ware passie of drive. Iedereen heeft zoiets (volgens Greene) maar je moet het ontdekken, er naar op zoek gaan. Dit startpunt noemt Greene de ‘primal inclination’.

Vervolgens moet je op zoek naar een niche, een manier om het best uitdrukking te geven aan die ‘primal inclination’. Je gaat dus op zoek naar de beste ‘outlet’ om de passie uit te kunnen leven. Dan zitten daar nog wat randvoorwaarden bij. Zoals ‘vermijd valse paden’. Dat zijn paden die lijken te gaan over je echte drive maar eerder manieren zijn om de leegte die in je huist te vullen (te veel focus op geld en uiterlijk vertoon bijvoorbeeld). Ik zou het omschrijven als: blijf dicht bij jezelf, laat je niet teveel leiden door wat anderen doen en belangrijk vinden. En: houdt niet onnodig lang vast aan het verleden. Dat betekent zoiets als: pas je aan, neem je verlies. En zoiets als: focus op de langere termijn, kijk niet elke dag of je al iets hebt bereikt maar denk aan een horizon van 5-10 jaar. Dit betekent: geduld hebben, niet opgeven, je lange termijn doel in het oog blijven houden. ‘Time is on your side’. Maak van het verloop van de tijd je vriend en laat je er niet door opjagen en van je pad af brengen.

En dan is het een kwestie van uitwerking. Je moet goed om je heen kijken en kansen zien. Op zoek naar een mentor waar je het vak kunt leren. Je nederig opstellen en goed jatten van je meester. Waarom zelf het wiel uitvinden als iemand anders al weet hoe het moet (aha, hier zien we toch de ondernemer terug)? En dan komt die beroemde 10.000 uren regel waar ook Gladwell het over heeft in zijn boek ‘Outliers’. Oefenen, oefenen en nog eens oefenen. De mens is uniek in zijn gave iets na te doen, te imiteren wat hij een ander ziet doen. Wij hebben het vermogen ons in een ander in te leven. Het kopiëren is een proces van virtueel in die ander treden en doen, voelen, horen wat die ander doet. En dat net zo vaak herhalen tot het helemaal klopt. Tijdens dat langdurige proces, waar vooral geduld en volhouden belangrijk zijn, worden de belangrijkste stappen van het vermogen geïnternaliseerd. En zodra de dingen automatisch gaan, je er niet meer over hoeft na te denken, creëer je extra ruimte in je hoofd om te oefenen met varianten en op zoek te gaan naar verbeteringen. En pas dan kom je in de fase van de meester die boven de stof staat en zelf iets toevoegt aan het repertoire, zelf de grenzen van het vak of de kunst verlegt.

Ik zei het al: als je het zo opschrijft dan blijft er weinig over van de honderden pagina’s met schitterend proza. Sorry.

Paar plaatjes

Als ik het betoog van Greene in een plaatje zou moeten zetten, dan krijg ik zoiets:

ScreenShot339En niet toevallig heb ik hier een duidelijk begin en eind bij getekend. En iets er tussen in. Dus nog meer gestileerd zou je kunnen tekenen:

ScreenShot340Het begin en het eind van het plaatje vormen de belangrijkste onderdelen voor het bereiken van meesterschap. Daarom heb ik ze ook groot getekend. Maar het zijn ook wolkjes. Het klinkt leuk maar het is niet zo duidelijk wat het is. Hoe kom je achter je roeping en je echte drive? Wanneer weet je of die ‘echt’ is en geen ‘vals pad’? En wat is die lange termijn visie waar je steeds aan vast moet houden? Mijn conclusie is dat de meest belangrijke delen goeddeels onbegrepen zijn. Het tussenliggende traject is veel rationeler en kan bij wijze van spreken stapsgewijs worden uitgewerkt.

En eigenlijk is ook het tussendeel (de stapjes op weg van a naar b) niet echt rationeel. Het openstaan voor de kansen die op je pad komen. Dat is natuurlijk geen echte ‘stap’. Het geduld en de rust hebben om te zien dat ‘een idee naar je toekomt’ (ik meen me te herinneren uit de biografie van Steve Jobs dat daar ook enkele keren die term wordt gebruikt ‘when an idea comes to you’). Ook al geen echte stap. In dit hele trajecten van oefenen en vallen en opstaan spelen de spiegelneuronen een dominante rol. Greene stelt dat deze spiegelneuronen uniek zijn voor de soort mens en ons in staat stellen virtueel uit onszelf te treden, van afstand te kijken, vanuit de ander te kijken, vanuit de toekomst te kijken, vanuit een andere discipline te kijken. Deze voortdurende ‘back-forth dynamic’ kun je nauwelijks rationeel noemen maar maakt wel de kern uit van het proces dat leidt naar meesterschap.

Link naar ondernemerschap

Ik kan al een bruggetje slaan naar de twee visies die ik grofweg terug vindt over ondernemerschap. De meeste boeken gaan over het rationele deel, over de stappen die je moet zetten om tot succes te komen. Dit is een opgeruimde en ‘in control’ visie op ondernemerschap en succes. Bedenk waar je goed in bent, formuleer een visie, maak een stappenplan, zoek partners en zo verder. Hier worden de scholen mee gevuld. Maar dat is allemaal simpel, een kwestie van uitwerking, netjes je pad lopen van roeping naar visie.

En roeping en visie, dat is het onbegrepen deel. Dat is de ‘fuzzy’ visie op ondernemerschap. Een ondernemer heeft een diepe passie. Hij weet zelf niet eens waar het vandaan komt, het zit in hem, meestal al van jongs af aan. Greene geeft hier veel voorbeelden van. Vaak heeft het te maken met de jeugd en de opvoeding, met bijzondere diepe indrukken achterlatende ervaringen. Ze kunnen donker gekleurd zijn (jezelf bewijzen, een statement maken, je vader de loef af steken) of juist heel licht (willen weten hoe het zit, iets beters maken, die ene oplossing vinden). Maar hoe dan ook: onbegrepen, anekdotisch.

Iets soortgelijks geldt voor de finish, de langere termijn visie. Wat ik inmiddels wel begrijp is dat het hier niet gaat (of hoeft te gaan) over een in woorden of cijfers uit te drukken visie. Dat is wat op de opleidingen wordt onderwezen: het plan, de begroting, de woorden en de cijfers. Het kan juist gaan om een gevoel, om beelden, om geluiden. En ze fungeren als een soort anker dat je voortdurend te hulp roept om te checken of je nog op koers ligt. Een anker dat je steeds weer herinnert aan die diepere roeping, die je de energie geeft om die 10.000 uur te maken, om vol te houden, niet op te geven, dat bord voor je kop te houden, alleen dat te zien wat je wilt zien.

Wat een ondernemer gemeen heeft met een ‘meester’ is dat beiden ‘gewoon weten’ dat er een drive is, daar voortdurend mee in contact staan en dat ze helder hebben (qua gevoel) waar ze uit willen komen. Je zou kunnen zeggen dat iemand die dat voor zichzelf niet helder heeft van nature geen ondernemer of meester is of wordt. Blijkbaar heb je dan niet die opvoeding gehad of die unieke momenten mee gemaakt die je deze belangrijke start en finish inzichten hebben opgeleverd. Greene stelt echter dat iedereen wel zo’n start en finish heeft maar dat je er alleen nog niet bij kunt komen. De kern van ondernemerschap en meesterschap zou dan dus moeten bestaan uit het onderzoeken bij jezelf wat die drive en die visie is en in het verlengde daarvan hoe je dicht bij jezelf kunt blijven tijdens de weg van a naar b.

Wat onderscheidt een ondernemer van een meester? Een ondernemer is volgens mij ook een meester. Maar een meester is niet per se een ondernemer. Iemand kan vanuit deze opzet een zeer goede wetenschapper en Nobelprijswinnaar worden, maar is daarmee geen ondernemer. Een ondernemer is een meester maar met een bepaalde subset aan drives en visies. Ik heb dat niet helemaal helder maar een ondernemer lijkt (meer dan een meester in het algemeen) gedreven door status, door geld, door macht, door risico. En de uitingen zullen vaker zitten in fysieke en verkoopbare realisaties (dus een uitvinding is niet genoeg, het gaat om concrete realisatie en verspreiding en verkoop ervan).

Rudy van Stratum

Ondernemerschap (2): globale verkenning

Ondernemerschap als tovermiddel

Afgelopen week nog was ik bij een bijeenkomst waar ondernemerschap een belangrijk onderwerp was. Niet écht belangrijk in de zin dat het thema ‘ondernemerschap’ in de meest brede zin van het woord op de agenda stond (als studie-object). Maar het stond centraal als oplossing van de problematiek waar het die dag over ging. En die problematiek had te maken met de economische crisis en het wegvallen van een fors deel van de subsidies.

Het zal me nu meer opvallen dan voorheen. Omdat ik me heb voorgenomen wat over dit onderwerp te schrijven. Maar ondernemerschap wordt (ook op deze bijeenkomst) gebruikt als een soort tovermiddel. Ondernemerschap betekent dan iets als: de mouwen opstropen, aan de slag, je blik verruimen, met goede ideeën komen, volhouden, met je klanten gaan praten, weten wat er in de markt speelt en zo verder en zo verder.

Niemand durft daar ook tegenin te gaan. Lastig om het niet eens te zijn met dit soort oproepen. Omgekeerd betekent het ook een beetje: jullie zijn subsidie-slaven, zitten te pitten, weten niks nieuws te verzinnen. In mijn ogen is een dergelijke oproep obligaat. Niet iedereen is nu eenmaal ondernemer. Soms geen ondernemer omdat je dat niet kan, soms ook heel terecht omdat je dat niet wilt. Want er wordt maar een deel van het verhaal verteld. Het is dat deel dat met de reeks denkfouten te maken heeft. Ondernemen betekent ook risico (willen) nemen. En er wordt zelden bij verteld dat het vaak fout afloopt of niet brengt wat je ervan had verwacht. De mislukte plannen/ondernemers worden zelden uitgenodigd over hun ervaringen te vertellen.

Een definitie?

Ondernemerschap werd hier overigens wel netjes gedefinieerd (met een bronvermelding erbij, ik heb de moeite niet eens genomen die bron te noteren). Ondernemerschap kenmerkt zich door: – het hebben van een (innovatief) idee en bereid zijn tot uitvoering/realisatie over te aan, – het willen nemen van risico, – het toevoegen van waarde.

Los van vragen als ‘wat is precies innovatief?’, ‘Is innovatie per se nodig voor ondernemerschap?’, ‘Wat is waardecreatie precies en is dat nodig voor ondernemerschap?’ miste ik vooral als kenmerk de drive om succesvol te worden, om erkend te worden, om de revenuen van je risico-lopen te willen incasseren. Maar dat is niet romantisch, want dan staat de hang naar geld en succes voorop en niet de drive om innovatief te zijn en waarde te creëren (veel mooier, nietwaar?).

Want, ik heb het al eens eerder aangesneden, een ondernemer wil vanuit de economische theorie niet per se risico lopen. Liever niet zelfs. Risico lopen doe je omdat je denkt dat je daarmee de concurrent een stap voor kan zijn en omdat je dan kans hebt op een hoger rendement. Een ondernemer wil ook niet per se innoveren. Dat is alleen maar lastig en kost geld. Wederom doe je dat omdat je denkt dat het je verder brengt. Maar liever wil je monopolist zijn, lui achterover hangen en vasthouden aan je bestaande producten.

Ik denk dat de waarheid in het midden ligt. Het verhaal uit de economische theorie klopt natuurlijk niet helemaal, het is een karikatuur. Een ondernemer streeft niet koud naar zo veel mogelijk opbrengsten of winsten en heeft geen afkeer voor risico of innovatie. Er moet iets zijn van passie of een ‘ex ante’ gedrevenheid iets te willen bereiken. En het populaire verhaal over ondernemerschap klopt ook niet want dat is overdreven romantisch. Waarde toevoegen? Dat is braaftaal. Dat is net zoiets leegs als stellen dat de klant centraal staat. Natuurlijk staat de klant niet centraal. De klant staat centraal omdat je donders goed weet dat dat je meer klanten zal opleveren. De klant is een middel voor je doel. Zodra je een klant vindt die er niet om maalt en alles voor zoete koek slikt, zul je als ondernemer toch voor die klant kiezen?

(Tussenoverweging: het romantische concept van ondernemerschap vervult evolutionair een functie, zoals alle denkfouten dat in wezen doen. Als iedereen vol goede moed met de uitvoering van een idee begint, dan levert dat macro de meeste kans op succes en vooruitgang op. Als iedereen vooraf al koud statistisch gaat inschatten hoe groot de kans op succes is, dan zouden te veel ideeën-houders afhaken. Vergelijk het met het willen worden van een succesvolle rock-star. Elke dag oefenen honderdduizenden bandjes in de volle overtuiging toe te kunnen treden tot het stardom. Slechts een hele kleine fractie scoort uiteindelijk een hitje. Het is maar goed dat al die bandjes doorgaan met lekker passievol oefenen en hopen op die ene hit. Anders hadden we al die mooie nummers niet. Soortgelijke filosofieen trof ik aan bij het lezen van ‘Zwarte zwanen’ van Taleb. Stijn en ik zijn op dit moment bezig dit boek visueel samen te vatten en komen daar tzt op terug).

Eerste scan

Genoeg gefilosofeerd. Aan de slag (het begint al te werken)! Ik was er heilig van overtuigd vele studies te vinden naar ondernemerschap. Met strakke definities en vele relativeringen en over ondernemerschap in allerlei soorten en maten. Nou, dat valt dus vies tegen. Er is niet zo heel veel snel opzoekbaar. Ik heb een aantal artikelen gevonden en een aantal sites die spreken over testen die je kunt invullen (de meeste moet je kopen, enkele zijn vrij in te vullen).

Mijn conclusies op basis van enkele middagen googlen (ik kom op onderdelen later nog wel uitgebreider terug):

  • Er is sprake van een hoge rondzoem-graad. Intuïtief is het wel duidelijk waar ondernemerschap over zou moeten gaan. Iedereen heeft er wel een idee bij. Het gaat over een neus voor zaken, juiste timing, volhardend zijn etc. Maar ik verwachtte dat er basis-artikelen zouden zijn waarin deze aspecten worden uitgefilterd en gemotiveerd. Die artikelen zijn er niet of nauwelijks dan wel zijn ze niet makkelijk te vinden. Kort door de bocht komt het erop neer dat er een aantal testen op het internet is te vinden. Die testen vertrekken vanuit een ongetoetste vooronderstelling dat een ondernemer een andere persoonlijkheid heeft die te maken heeft met …. de factoren die ik al noemde. Daar worden dan wat vragen omheen gebouwd en per vraag krijg je punten en voila je hebt een ondernemerstest.

  • Er is niet of nauwelijks sprake van een duidelijke of logische onderzoeksopzet, of wederom: die is lastig vindbaar. Ik kan me vragen bedenken als:

    • Wat is ondernemerschap, waarom is het belangrijk, voor wie?

    • Welke soorten ondernemerschap heb je? Over welke gaan we het hebben? Hoe herkennen we die?

    • Welke soort ondernemerschap pik je eruit en waarom?

    • Wanneer doe je dit ondernemerschap goed. Wat zijn de succescriteria? Gaat het om omzet, om winst, om beursgang, om innovatie, over snelheid, over langdurigheid?

    • Hoe ga je op zoek naar mensen die bewezen hebben op jouw criteria hoog te scoren? Wat is met andere woorden je referentie of je norm?

    • Veel van de verhalen lijken ervan uit te gaan dat het vooral om persoonlijkheidsfactoren gaat. Maar hoe zit het met omgevingsfactoren zoals een tijd van economische voorspoed, de geografische locatie, de opkomst van bepaalde sectoren, van toeval, van geluk? Hier heb je uiteraard allerlei statistische methoden voor om die zaken uit te filteren. Maar weinig over te vinden.

    • Als het je dan al lukt te destilleren welke persoonlijksfactoren je blijkbaar helpen een succesvolle onderneming op te zetten, is die set dan ook noodzakelijk én voldoende? Met andere woorden, ga actief op zoek naar tegenvoorbeelden. Zijn er personen die aan deze eigenschappen voldoen maar geen succesvolle ondernemers bleken te zijn?

 

Vervolg

De conclusie lijkt duidelijk dat ondernemerschap nauwelijks een wetenschappelijke basis heeft. In onze termen speelt het hele gebeuren zich veel meer af in de hoek van de denkfouten. Er is een wolk aan overtuigingen en beelden rondom wat ondernemerschap is of zou moeten zijn. Veel daarvan is ongetoetst en vooral romantiserend van aard.

Er lijkt een enorme markt voor ondernemerschap te zijn. Er zijn vele opleidingen waar je ondernemerschap kunt leren. Absoluut niet duidelijk is of die opleidingen ook succesvolle ondernemers opleveren. De vele écht succesvolle ondernemers zitten volgens mij niet bij deze opleidingen in de schoolbanken. Hooguit komen ze daar vertellen wat hun succesverhaal is (en dat weten ze zelf in de regel ook niet, dat wordt achteraf bedacht).

Gelukkig ben ik ook op een stroming binnen het denken over ondernemerschap gestuit die inderdaad stelt dat de ‘schoolboekjes-aanpak’ van ondernemerschap in de empirische praktijk niet zo blijkt te werken. Kort door de bocht is de schoolboekjes aanpak: je hebt een idee, je verkent de markt, je schrijft een business-plan, je maakt een begroting, je zoekt naar financiering, je bent vooral een doorzetter en wil risico nemen etc. Dit is de rationele aanpak die gelooft in cijfers, in planning, in sturing. De alternatieve aanpak stelt daar een veel meer ‘fuzzy-achtige’ praktijk tegenover.

Maar voor ik uitgebreider terugkom op deze 2 verschillende benaderingen over ondernemerschap, ga ik in de volgende aflevering in op het recentste boek van Robert Greene, ‘Mastery’.

Rudy van Stratum

 

Ondernemerschap (1)

Wat heeft ondernemerschap te maken met slimme financiering?

Slimme financiering gaat over hoe je bij een gegeven budget toch je doelen kunt bereiken. In wezen gaat het om besluitvorming. We zijn daarbij begonnen bij de economische en rationele kant van besluitvorming: hoe bereken je het rendement van een plan en hoe besluit je rationeel of je dat plan ook gaat uitvoeren. Maar zoetjes aan werd, juist vanuit de praktijkervaringen, steeds duidelijker dat je ook een meer onbegrepen en psychologische kant hebt van besluitvorming.

Opmerkelijk is dat je objectief renderende plannen hebt die desondanks niet worden uitgevoerd. En omgekeerd dat je objectief niet-renderende plannen hebt die desondanks toch worden uitgevoerd. We hebben dat rondgebreid door te stellen dat er dan sprake moet zijn van verborgen kosten en opbrengsten. Blijkbaar heb je dan toch niet alles goed in kaart gebracht. Immers, als mensen besluiten iets te doen, en je gaat ervan uit dat ze niet ‘zomaar iets doen’, dan moet er nog iets zijn waar we nog niet de vinger op kunnen leggen.

Het rationele deel van de besluitvorming hebben we gevisualiseerd in onze ‘beslisboom’. De psychologische kant van de besluitvorming, de verborgen kosten en opbrengsten, hebben we verkend vanuit de gedragseconomische literatuur en is neergeslagen in de infographic ‘checklist denkfouten’.

In gezamenlijkheid kun je zo een aardige achteraf (!!) verklaring geven van hoe een besluit is genomen. Zie voor zo’n makkelijke achteraf verklaring bijvoorbeeld onze recente blog over de woonwijk-die-er-niet-kwam in Sneek op http://www.slimmefinanciering.nl/?p=2484.

Maar: eigenlijk gaat het alleen nog maar over het plan zelf. Maar een plan komt niet uit de lucht vallen. Er is altijd sprake van een persoon of een groep van personen die zo’n plan bedenkt. Aan al deze discussies gaat dus vooraf: de persoon achter het plan. De bedenker of indiener van zo’n plan noem ik ‘de ondernemer’. De aspecten rondom de ondernemer als beslisser, bedenker, persoon zou ik willen aanduiden met ‘ondernemerschap’.

In een plaatje

Hieronder heb ik deze opzet nog eens in een plaatje neergezet.

ScreenShot305

Discussies rondom een plan en een besluit tot uitvoering hebben zich tot nu toe beperkt tot mogelijke aanpassingen/verbeteringen van het plan zelf. Maar uiteindelijk moet je je ook de vraag stellen of er ook aanpassingen mogelijk zijn rond de persoon van de ondernemer, kan een ander gedrag leiden tot een hoger ‘rendement’ (in termen van: met minder moeite toch je doelen bereiken)?

Persoonlijke motivatie

Het onderwerp ondernemerschap intrigeert mij al langer. Er is ergens op het internet een lijstje te vinden van onderwerpen die in de economische wetenschap onderbelicht of onbegrepen zijn gebleven. Hoog op dat lijstje prijkt ‘ondernemerschap’. En dat is opmerkelijk omdat de basis van de economie vooral ligt juist in dat ondernemerschap. Wie is bereid onder welke condities tot initiatieven te komen? Natuurlijk, Keynes schreef al over ‘animal spirits’ als het ging over entrepreneurship. Maar het zit tot op de dag van vandaag allemaal niet in het hart van de economie, het heeft meer het karakter van inleidende opmerkingen.

Elke ondernemer die wel eens een gesprek met zijn bank heeft gehad om zijn plan te financieren zal herkennen dat het gesprek bij de bank niet alleen ging over het plan zelf en de cijfers. De bank wil graag weten wie er achter dat plan zit. Is het iemand die wij kunnen vertrouwen? Is het iemand die na heeft gedacht? Die alternatieven heeft? Die een goed netwerk bezit? Die zuinig leeft? Die flexibel is en zich dus snel kan aanpassen? Kortom, zo wordt mij verteld door banken, de ondernemer als persoon speelt minstens een zo belangrijke rol als het plan of de begroting.

En als we dat dan constateren, dat de persoon achter het plan zo belangrijk is, dan is het ook opvallend dat er zo weinig materiaal is om dat objectief vast te kunnen stellen. Er zijn bibliotheken vol geschreven over plannen en begrotingen en berekenen van rendementen. De bank verstrekt je graag een spreadsheet die je in kunt vullen met cijfers. Allemaal tot uw dienst. Maar de analyse van de persoon gebeurt eigenlijk vooral op basis van een persoonlijk gesprek en op gevoel en ervaring. Zeker, er zijn ook ‘ondernemerstesten’, maar de status daarvan is onduidelijk en ik heb ook niet het idee dat ze veel of systematisch worden ingezet bij het beoordelen van plannen.

Wat ik tenslotte ook uitermate fascinerend vind is hoe ‘wij’ denken over ondernemerschap en hoe snel dat kan veranderen. Ik kan me uit mijn eigen studietijd herinneren dat ondernemen niet zo’n hoge status had. Je ging studeren om de maatschappij beter te maken of om onderzoeker of hoogleraar te worden. Als je snel veel geld wilde verdienen (een houding die toch vaak wordt geassocieerd met ondernemerschap) dan hoorde je er niet echt bij. Ondernemen was niet zo ingewikkeld, ondernemen was ‘plat’. Nog geen 10 jaar later was dat beeld 180 graden gekanteld. Ondernemen was hip, veel geld willen verdienen was prachtig, ondernemers vormden de ruggengraat van onze economie, greed is good, werken bij de overheid was voor ambtenaren (en ambtenaren was hier niet bedoeld als een neutrale omschrijving voor een beroepsuitoefening). Inmiddels lijkt de pendule weer de andere kant in te bewegen.

Metafoor ‘Moneyball’

Ik zag ongeveer een half jaar geleden bij DWDD een analist zitten die voetballers in een database had gestopt. Het nieuwe daarvan was dat er minitieuse gegevens over het feitelijke gedrag en prestaties van al die voetballers werd verzameld. Zo’n benadering is nog vrij ongebruikelijk. Meer gebruikelijk is de benadering dat voetbalexperts samen in een vergadering beslissen wie een goede voetballer is die ze willen aankopen. Het gaat hier om enorme bedragen en er lijkt weinig structuur te zitten in de aankoopbeslissingen.

Uit de objectieve database analyse, zo werd betoogd, blijkt onomstotelijk dat de subjectieve en gevoelsmatige manier van werken niet tot optimale beslissingen leidt. Sommige spelers zijn simpelweg te duur in termen van hun geleverde prestaties en juist andere komen uit de database als ‘onbekende pareltjes’. Deze objectieve getalsmatige benadering van de aankoop van topsporters is ook bekend van de film ‘Moneyball’.

De parallellen met slimme financiering springen in het oog. De objectieve benadering van ‘Moneyball’ zou je kunnen vergelijken met onze beslisboom. Maar feitelijk kun je waarnemen dat er niet zo objectief wordt beslist en dat andere subjectieve argumenten een belangrijke rol spelen (de trainers die op gevoel beslissen). Dat zijn dan de verborgen kosten en opbrengsten en dat is onze checklist ‘denkfouten’.

Agenda

Kortom: ondernemerschap is een boeiend onderwerp. Ik wil in een serie blogs dit onderwerp verder uitdiepen. Een voorlopige agenda 2013-2014 (onder voorbehoud) voor de blogs:

  • Globale verkenning en eerste indrukken.

  • Robert Greene’s ‘Mastery’ als raamwerk voor ondernemerschap?

  • 2 benaderingen van ondernemerschap

  • De ‘entrepreneurship scan’ (artikel)

  • De visie van Bert Goos met zijn ‘octogram’ (NL)

  • De ‘entrepreneur next door’, achtergrond ondernemerschapstest van Bill Wagner (VS)

  • Resultaten van ‘next door’ ondernemerschapstest door mijzelf ingevuld

  • Conclusies en afronding

 

Rudy van Stratum