Categoriearchief: SF

Blogs die kern van oude slimmefinanciering vormen

Superrijk in de lage landen (2018): een gitzwart verhaal met een paar kleine lichtpuntjes

Jos van Hezewijk (hierna JvH voor gemak) doet zijn leven lang onderzoek naar de rijken en machtigen der aarde. Van zijn hand verschenen eerder boeken onder andere over hoe je moet netwerken. Maar dit nieuwe boek zie ik als zijn ‘master piece’, de kroon op zijn werk, de vrucht van een levenlang nadenken. Ik beschouw het niet als een spoiler als ik zeg dat dit echt een uniek boek is in zijn soort. Het is een serieus en degelijk boek waarin een kleine 50 superrijken uit de lage landen (Nederland en België) worden geportretteerd over een periode die zo’n 1000 jaar bestrijkt. Er is ongelooflijk veel uitzoekwerk aan voorafgegaan om zelfs maar de globale cijfers over die rijken op een rijtje te krijgen. Maar het blijft niet bij portretjes van de rijken: het doel van het boek is om al die lijntjes te laten samenkomen en patronen te ontdekken. De helft van het boek is opgebouwd uit zo’n 10 hoofdstukken die de stuwende factoren achter het ontstaan (en behoud) van rijkdom afpellen.

Lees verder

Financiering van een buurthuis

Sommige dingen zijn in theorie zeer eenvoudig maar zien we in de praktijk eigenlijk nooit terug. Wij zeggen dan vaak dat er allerlei verborgen kosten een rol spelen waardoor iets eenvoudigs met een goed rendement toch niet lukt. Je zou ook kunnen zeggen dat er vaak heel veel storende variabelen een rol spelen die weinig met de casus te maken hebben maar er wel voor zorgen dat die praktijk zo lastig is. Een heel eenvoudig idee is bijvoorbeeld de kosten en de baten van een buurthuis op een rij te zetten, te kijken of het buurthuis meer oplevert en als dat zo is te kijken hoe we die baten om kunnen zetten in een financieringsmodel. Want, als je in een buurthuis allerlei zaken organiseert (of laat organiseren) dan kan dat allerlei positieve effecten hebben zoals minder schooluitval, minder criminaliteit en meer participatie van mensen in de samenleving, wat weer tot minder zorgkosten kan leiden. De Volkskrant en diverse andere kranten schreven gisteren over innovatief financieringsmodel van de gemeente Enschede om een buurthuis te realiseren. Een financieringsmodel waarmee recht gedaan wordt aan de verschillende soorten waarden die van belang zijn bij zo’n project.

Lees verder

Tegendenken in de Volkskrant, er is ook een GRATIS e-book!

Tegendenker des Vaderlands?

Afgelopen zaterdag stond er in de Volkskrant een interview met Simon Rozendaal (Volkskrant of Topics), wetenschapsredacteur van Elsevier Weekblad. Ik zal het maar meteen toegeven, ik had nog nooit van de man gehoord. Ik was vooral geprikkeld door de titel van het interview: “De nobele kunst van het tegendenken”. Ruim twee jaar geleden hebben wij een (papieren) boek uitgegeven, “De kunst van het tegendenken” en de afgelopen maanden hebben we er hard aan gewerkt om deze in de vorm van een Epub (hier te downloaden) op onze site te kunnen publiceren.

Zo’n interview is een mooie aanleiding om alvast wat reclame te maken voor ons boek. Vooral als in dat interview kort en bondig de essentie van “Tegendenken” (en daarmee ook de kern van ons boek) wordt gegeven.

Tegendraads en dwars, zijn de typeringen die u altijd aankleven. Hoe ziet u dat zelf?

‘Noem me liever een zelfstandig denker. Iemand die zich niet zo laat beïnvloeden door hypes en stromingen. Ik ben niet bewust tegendraads. Wel heb ik geleerd: als een heleboel mensen iets zeggen, dan moet je je achter de oren krabben. Mensen hebben de neiging om achter elkaar aan te lopen.’

Dat is precies waar tegendenken wat ons betreft over gaat, zelfstandig (of samen) kritisch nadenken, dingen nog eens tegen het licht houden, je achter je oren krabben om te checken of dit nu ook echt zo is. Als iedereen zegt dat A de beste  oplossing is dan is het verstandig om even na te gaan waar dat geloof in deze oplossing vandaan komt. Als een expert pleit voor oplossing B, is het goed te bedenken dat deze expert soms ook een slechte dag heeft, ook bepaalde belangen heeft en moet je niet vergeten na te gaan of dit wel binnen de expertise van deze persoon valt. En tot slot, wanneer iemand heel veel mooie en moeilijke woorden gebruikt kan dat betekenen dat iemand ergens heel veel van af weet, maar ook dat hij wat heeft te verbergen. Kortom ons boek is een pleidooi voor zelfstandig denken, het doen van wat extra onderzoek en het aanwakkeren van discussie. Niet omdat al die mensen altijd ongelijk hebben en jij het beter weet, maar om missers te voorkomen en beter voorbereid te zijn op wat mogelijk gaat komen.

Lees verder

De tiny bank van Dave Fishwick (‘Bank on Dave!’)

Als je tabak hebt van de grote banken en de praktijken waar dat mee gepaard gaat, dan kun je een eigen alternatieve munt invoeren. We schreven enkele weken geleden over @nder geld van Henk van Arkel van STRO.

Maar misschien kan het ook anders. Simpeler, praktischer.

Zelf een bank beginnen?

Stijn is geen econoom en stelde me de vraag: als die banken dan zoveel winst maken en er steeds mee wegkomen anderen voor de kosten te laten opdraaien, waarom beginnen dan niet meer mensen zelf een bank? Lijkt me een prima vraag. Mijn eerste antwoord was: het is niet zo makkelijk om een bank te beginnen, er komt een hoop papierwerk bij kijken en er zijn nogal wat toetredingsdrempels (waaronder het nodige startkapitaal dat je moet inleggen). Stijn’s wedervraag: kan wel zo zijn dat het lastig is, blijkbaar is het dus niet onmogelijk, er zijn heel veel rijke mensen in de wereld die nu ook grote bedragen in nieuwe initiatieven stoppen, dus wat is het probleem?

Er is wel het een en ander te vinden over deze ‘hoe een nieuwe bank te starten’ vraag. Met name op de site van De Nederlandse Bank staan de vereisten opgesomd. Ook staat er op de site van ‘Follow the Money’ enkele blogs van mensen die ervaring in de praktijk hebben.

Lees verder

Een betere wereld met een @nder soort geld? (deel 3)

Tijd om pas op de plaats te maken. In twee uitvoerige blogs heb ik aandacht besteed aan de voorstellen en ideeën over @nder geld zoals die door de Social Trade Organisation (STRO) en de bijbehorende ‘banking-software’ Cyclos worden uiteengezet. Deel 1 is hier te vinden, en gaat met name over de betaalfunctie, deel 2 is hier te vinden en gaat dieper in op de leen- en investeerfunctie van het @ndere geld.

Kern van de aanpak

Geld en de inrichting van onze monetaire systeem speelt een niet te onderschatten rol bij de inrichting van onze samenleving. We constateren dat we eigenlijk maar één dominant systeem kennen en we constateren ook dat er nogal wat onhebbelijkheden aan dat systeem kleven. Het geldsysteem is gebaseerd op geldschepping in handen van private partijen die als doel hebben hun eigen winst op korte termijn te maximaliseren. Met name de laatste decennia wordt een steeds groter deel van het geld aangewend voor speculatieve doeleinden en beweegt het geld vliegensvlug van de ene naar de andere kant van de aarde. Dit zorgt voor instabiliteit en verhoogde kans op crises in de reële economie met alle gevolgen van dien. De kosten van reparatie en herstel worden afgewenteld op de belastingbetaler. Geld is een eigen leven gaan leiden en werkt vooral voor een kleine groep rijken en machtigen. Vaak hoor je dat die dingen nu eenmaal zo gaan en zo werken. Dat zijn de wetten van de economie, that’s life deal with it.

Lees verder

Een betere wereld met een @nder soort geld? (deel 2)

Ander geld (of zoals het hier wordt genoemd @nder geld): is dat wat om een aantal economische en maatschappelijke vraagstukken op te lossen? Volgens Henk van Arkel en de Social Trade Organisation is het onvermijdelijk: @nder geld gaat er komen, hoe dan ook, linksom of rechtsom. Via deze organisatie en de bijbehorende software Cyclos kan elke locatie een eigen geldkring inrichten en zelf spelregels toekennen aan het economisch-maatschappelijke spel.

Lees verder

Een betere wereld met een @nder soort geld? (deel 1)

Bijeenkomst in Den Bosch

Vorig week mocht ik aanwezig zijn bij een bijeenkomst over de kansen en mogelijkheden van een lokale sociale munt (zie hier de link naar organisator RUW Den Bosch). Daar sprak ook Henk van Arkel van de Social Trade Organisation (STRO) en producent van ‘alternatieve bank software’ Cyclos. Ik was verrast door het verhaal van Henk met name omdat mijn indruk was dat er in de laatste 5 jaar jaar echt stappen zijn gezet. Ik heb in onze begintijd, einde 2011, naar Cyclos gekeken en daar toen een ‘genuanceerd’ stukje over geschreven. Met name in het buitenland zijn er inmiddels enkele honderdduizenden gebruikers van de software die daar hun eigen lokale munt mee uitgeven en beheren.

Lees verder

Geldscheppen: wat gebeurt er met de € 80 mrd (per maand) van de ECB?

Afgelopen zondag een aflevering van VPRO’s Tegenlicht over de experimentele vorm van geldcreatie door de ECB (Europese Centrale Bank): klik op deze link om de uitzending te bekijken. De moeite van het bekijken waard.

Het inspireerde mij om de belangrijkste elementen van de uitzending in een mindmap-achtige structuur te gieten.

Toelichting in staccato

We vinden dat de economische groei (sinds 2007-2008) achterblijft. Het idee (van de beleidsmakers, in dit geval de ECB) is dat als de rente maar laag genoeg is en blijft, ondernemers meer bereidheid tonen om te gaan investeren. Daarmee bedoelen we investeren in echte groei, dus fabrieken bouwen waar spullen worden gemaakt en mensen werken. Natuurlijk zal een ondernemer niet investeren als ie geen perspectief op omzet en winst in de toekomst heeft, hoe laag de rente ook is. En natuurlijk is het ook raar om zomaar meer spullen te gaan maken omdat mensen nu eenmaal een baan nodig hebben. Maar goed, daar gaat de uitzending niet over. Het ging dus om een lage rente (behouden). Dat doet de ECB door elke maand € 80 mrd nieuw geld te creëren. Geldschepping is een wonderlijk fenomeen, daar moet je nog maar eens op googlen. Maar feitelijk komt het er op neer dat er gratis geld wordt bij gemaakt. Zomaar, uit het niets.

Lees verder

5 Tips om je project gefinancierd te krijgen

Veel mensen die wij tegenkomen hebben het meegemaakt. Een goed en duurzaam project, veel enthousiasme, maar er is geen financiering. Hoe pak je dat aan? Hoe zorg je ervoor dat je project gaat lukken? Het is de vraag die ons al 10 jaar heeft bezig houdt, we zetten de vijf belangrijkste tips voor je op een rij.

1. Bepaal het probleem

Het klinkt als een enorme open deur, maar het begint echt met het analyseren van het probleem. Want, een probleem met de financiering kan met veel zaken te maken hebben. In grote lijnen kunnen er drie problemen spelen: onvoldoende rendement; oneerlijke verdeling van het rendement en te weinig kapitaal.

Bij rendement gaat het om de vraag of het project voldoende oplevert. Dat kan financieel zijn, maar ook in de vorm van andere waarden. Hierbij kijken we naar alle partijen die bij een project betrokken zijn. Levert het niet genoeg op, dan moet je eerst het rendement verbeteren, want aan het project met onvoldoende rendement wil niemand een bijdrage leveren.

De verdeling van het rendement kan ook een knelpunt zijn, totale rendement goed, verdeling van dit rendement scheef. Degene die investeren profiteren hier maar beperkt van en anderen die niet investeren profiteren ook. Ook hier, het kan gaan om geld maar ook om andere waarden.

Als het rendement goed is en het verdelingsvraagstuk is opgelost (of is niet van belang), dan moet je geld hebben voor de investering. Als je dan ook zelf nog eens geen geld hebt, dan is er sprake van een financieringsprobleem. Maar, goed nieuws, bij een goed rendement moet dit probleem op te lossen zijn, maar het vraagt wel kennis van financieringsconstructies.Dia8

Kijk dus goed welk probleem je op moet lossen, het rendementsprobleem, het verdelingsprobleem of het geldprobleem.

Hulpmiddel beslisboom slimme financiering.

2. Verbeter het financieel rendement

Je kunt tip 1 ook overslaan, want onze ervaring is dat het bij problemen met financiering in meer dan 80% van de gevallen om een rendementsprobleem gaat. Het project levert gewoon niet voldoende op en zoals gezegd dat gaat niet alleen over geld. Maar, Euro’s rekenen wel makkelijk en iedereen snapt wat financieel rendement is (meer Euro’s overhouden dan je er in stopt). Als je dus kunt laten zien dat het financieel rendement positief is heb je een grote stap gezet. Maar hoe verbeter je het financieel rendement? Heel simpel, je probeert de uitgaven zoveel mogelijk te beperken en de inkomsten zoveel mogelijk te vergroten. Onze ervaring is overigens dat het verminderen van de uitgaven een stuk makkelijker is dan het verhogen van de inkomsten. Belangrijk aandachtspunt is dat je het doel in de gaten rendement 1-01moet houden, waarom ben je ooit met dit project begonnen? Voor je het weet wordt financieel rendement het doel en vergeet je waar het echt om gaat.

Hulpmiddel: matrix met inkomsten en uitgaven per partij.

3. Verbeter het maatschappelijk rendement

Rendement gaat niet alleen over geld. Het is daarom altijd goed om het maatschappelijk rendement bij je project te betrekken, ook als je project financieel rendabel is. Immers, financieel rendement zegt niets over het maatschappelijk rendement. Het maatschappelijk rendement kan als gevolg van allerlei externe effecten zomaar negatief zijn. Voor maatschappelijk rendement geldt hetzelfde als voor financieel rendement, probeer zoveel mogelijk maatschappelijke waarden toe te voegen en zo min mogelijk bestaande waarden te vernietigen. Waar hebben we het over als het gaat om maatschappelijke waarden? Denk aan gezondheid, welbevinden, natuur, een schoon milieu, een betere toekomst, minder criminaliteit etc. Wij vatten het wel eens samen als zoveel mogelijk mensen gezond, veilig en gelukkig. Dat is wat iedereen uiteindelijk wil. O ja, en zoveel mogelijk mensen kan ook betekenen dat het wat oplevert voor mensen buiten Nederland of toekomstige generaties. En voor de mensen die niet zo malen om maatschappelijk rendement: bedenk dat een hoog maatschappelijk rendement vaak ook échte Euro’s kan genereren of je daar bij kan helpen (en dan zijn we weer bij stap 2).

4. Maak de maatschappelijke waarden inzichtelijk

Je kunt nog zoveel maatschappelijke waarden realiseren, het helpt je pas bij de financiering als anderen deze waarden ook erkennen. Dat begint met het inzichtelijk maken welke waarden gerealiseerd worden en voor wie die van belang zijn. Je kunt natuurlijk een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) uitvoeren, maar dat is ingewikkeld en kost veel tijd. Je kunt ook een lijstje maken, wat levert het op? Hoeveel minder kosten voor de gezondheidszorg? Hoeveel hectare nieuwe natuur? Hoeveel mensen met minder geluidsoverlast? Hoeveel gezonde kinderen (die weer beter leren)? Etc. Wij gebruiken waarderendement graphic blanco-04nkaarten om de gerealiseerde waarden (positief of negatief) in beeld te brengen. Hierbij maken we onderscheid tussen harde (financiële) waarden en zachte waarden en tussen private waarden en collectieve waarden. In de kaart kun je de waarden plotten en door middel van de grootte van cirkels het belang aangeven. Een mooi instrument om de discussie mee te voeren.

Hulpmiddel waardenkaart

5. Breng partijen bij elkaar

Partijen bij elkaar brengen is belangrijk om het verdelingsvraagstuk op te lossen. Hiervoor zijn allerlei ingewikkelde methoden en technieken ontwikkeld. Maar waarover gaan al deze methoden eigenlijk? Het belangrijkste is dat je de belangen van de partijen in beeld brengt. Dat is wat anders dan een standpunt. Bij belangen gaat het  er om te achterhalen wat een partij echt wil bereiken. Een groep bewoners die tegen een nieuwe weg is, is vaak niet zozeer tegen die weg maar wil rust, voldoende groen, schone lucht, veiligheid en vul zo maar aan. Degene die de weg wil aanleggen heeft ook een ander doel, betere bereikbaarheid, ontlasting van een ander gebied etc. De discussie verengt zich in dit soort gevallen echter al snel tot vóór of tegen de weg. Afpellen van de achterliggende belangen brengt nieuwe mogelijkheden in beeld. Als je dit gedaan hebt kun je gezamenlijk op zoek gaan naar een oplossing die beide partijen erkennen als beste oplossing.

Hulpmiddel Mutual Gain Approach (MGA), hierover moeten we nog een keer een goed artikel schrijven, voorlopig volstaan we hiermee. Of kijk even op de site van Rudy.

En de financieringsconstructie dan?

En hoe zit het dan met de financieringsconstructie? Onze stelling luidt: als het rendement goed is, dan kan een financieringsconstructie geen probleem zijn. Financieringsconstructies zijn een onderwerp waar vaak heel moeilijk over gedaan wordt en het is ook best ingewikkeld. Maar, ook dit maken we graag eenvoudig, zoveel smaken zijn er namelijk niet. Je kunt geld lenen of het eigendom afstaan. Geld lenen kennen we natuurlijk allemaal, veel constructies (zoals garanties) zijn hier gewoon een variant op. Eigendom afstaan kennen we als huren, lease etc. ook niet echt nieuw, maar ook hier veel varianten. Een derde variant is financiering van onderaf. Denk bijvoorbeeld aan crowdfunding (soms ook weer een vorm van lenen), werken met vrijwilligers en werken met alternatieve valuta, het zijn ook mogelijkheden om een project gerealiseerd te krijgen. Het is interessant om bij jouw eigen project eens na te gaan hoeveel je kunt realiseren zonder geld. Want geld is uiteindelijk alleen maar een middel om iets voor elkaar te krijgen.

Meer lezen,  download gratis ons boek geld is een middel, kijk hiervoor in de rechterkolom.

Samengevat krijgen we dan onderstaand plaatje.

5 tips voor financiering

Stijn van Liefland

 

 

 

 

 

 

 

Deeleconomie (2) volgens ING

We hebben al eerder een rapport van ING Bank besproken (over circulaire economie). Nu kwam ik een rapport / studie over de deeleconomie tegen. Verrassend dat een bank over dit soort zaken schrijft en voor mij een bevestiging dat de deeleconomie ‘echt een ding is’. Het is mooi beknopt geschreven rapport van ca. 20 pagina’s met wat figuren om één ander toe te lichten. Wil je snel weten wat de deeleconomie inhoudt? Dan kan je natuurlijk op onze site gaan zoeken maar dit rapportje wijst je snel de weg. Grofweg gaat het over de vraag wat de deeleconomie is, wat het belang er van is, wie er aan mee doet en wat de gevolgen zijn. Het sluit af met een aantal tips aan ondernemers en consumenten. Ik ga er niet al te veel woorden aan besteden, daarvoor leest het rapport veel te makkelijk, lees het vooral zelf even door. Ik haal er een paar punten uit en stel wat zaken ter discussie.

Wat is de deeleconomie?

Volgens ING heeft de deeleconomie 5 kenmerken

  • Het gaat om onbenut potentieel, dingen die je niet gebruikt en met een ander deelt.
  • Het gaat om bezit, spullen dus of een huis, auto etc. Hier hebben we al eerder over gehad, er valt wel wat op af te dingen, je kunt ook tijd en vaardigheden delen.
  • Het gaat om delen tussen consumenten.
  • Het gaat om tijdelijk. Deze is voor mij nieuw, maar ook heel logisch. Als het niet tijdelijk is dan is het verkoop. Dan kom je op het terrein van marktplaats.nl wat echt iets anders is dan delen.
  • Als laatste gaat het om delen tegen betaling, hier sta ik wat langer bij stil.

Gaat het om geld? Hier wijkt ING duidelijk af van de definitie die Frenken eerder gaf (zie eerdere blog). Het past wel bij een bank, het wordt pas interessant als er geld mee gemoeid is. Maar dit is een principieel punt, waarom niet onbetaald? Je zou kunnen zeggen dat echt delen juist onbetaald is. Het gaat dan om vertrouwen. Ik deel iets met jou, ik vertrouw erop dat jij iets met mij of met een ander deelt. En ik vertrouw er op dat de balans over een lange periode ongeveer in evenwicht is. En, als dat niet zo is dan vindt ik dat niet erg. Dat is toch waar echt delen over gaat? Maar goed, ING geeft twee argumenten voor de keuze om zich te beperken tot geld.

  • Praktisch, anders is de economische waarde zo moeilijk te bepalen.
  • Principieel, gratis delen gebeurt al heel lang. Waar trek je de grens? Als je iets leent aan je kind, valt dat dan onder deeleconomie?

Het eerste punt lijkt mij niet echt te kloppen, al is het natuurlijk wel meer werk. Wanneer ik mijn fiets gratis uitleen aan de buurman dan past dat niet zo goed in allerlei modellen. Maar de economische waarde, dat kan niet heel lastig zijn. Een fiets kost € 1000,= en je kunt er ongeveer 10.000 km mee fietsen (schatting), dat is dus 10 cent per kilometer. Andere beredenering, een fiets huren kost € 7,50. Heel moeilijk is het dus niet, wel veel werk.

Met het principiële punt ben ik het deels eens. Als ik mijn auto of boormachine uitleen aan mijn ouders is dat geen deeleconomie. Als ik mijn boormachine uitleen aan de broer van een vriend van een vriend dan zou ik dat wel deeleconomie willen noemen, ongeacht of er voor betaald wordt. Waar ligt dan de grens? Ik denk dat het bij deeleconomie vooral om min of meer anonieme of nieuwe relaties gaat. Je deelt met mensen die je niet of nauwelijks kent. En ja, die deeleconomie die bestaat natuurlijk al heel lang, want vroeger deelde je ook wel eens iets met de broer van een vriend van een vriend.

Leuke feitjes (volgens ING)

Het leuke van het rapport is dat het een snel beeld geeft van wat er speelt binnen de deeleconomie. Zo kunnen we lezen dat 1 op de 13 huishoudens mee doet aan de deeleconomie en daarbij gemiddeld € 90,= uitgeeft. De groep aanbieders daarbinnen is wat kleiner, die verdienen gemiddeld € 150,=. Waarbij opgemerkt wordt dat een kleine groep veel verdient en de meeste maar een paar tientjes.

Ook zien we wat er zoal wordt gedeeld (figuur).

deeleconomie 1

Ik denk deze figuur vooral een gevolg is van het criterium dat er voor betaald moet worden. Ik denk dat mensen veel meer boeken, dvd’s en games met elkaar delen. Ik zie bijvoorbeeld in hotels en campings en steeds vaker ook op straat stapels boeken liggen die mensen met elkaar delen. Maar dat telt bij ING niet mee omdat je er niet voor betaalt. Er zijn volgens ING twee keer zoveel mensen die boeken aanbieden als mensen die ze willen afnemen (uiteraard tegen betaling), voor auto’s en huizen is dat andersom. Wel logisch, een boek kan je vaak ook wel gratis bij iemand lenen.

Wie delen er en waarom?

Het zijn vooral de hoger opgeleiden en mensen met hoge inkomens die meedoen met de deeleconomie. En daarbinnen vooral de jongeren. De reden om deel te nemen aan de deeleconomie is vooral financieel (dit geldt overigens sterker voor de vragers dan voor de aanbieders). Ik zou zeggen uiteraard, je koppelt de deeleconomie aan geld. Daarmee sluit je een heel groot deel uit dat gratis wordt gedeeld en het dus niet voor het geld doet. En ook aardig waarom delen we niet?

deeleconomie 2

Gevolgen van de deeleconomie

Laten we beginnen met te stellen dat de deeleconomie op dit moment nog heel klein is. De gevolgen zullen dus wel meevallen. ING stelt dat de deeleconomie nog 5 keer zo groot kan worden, dan is het dus nog steeds heel weinig. Ik geloof niet zo in transities of in de gedachte dat we op een keerpunt staan, dat alles de komende 5 jaar gaat veranderen en al dat soort praat. Maar, ik kan me best voorstellen dat de deeleconomie de komende jaren nog veel groter gaat worden. Ik denk eigenlijk vooral dat een bank zich gewoon niet voor kan stellen dat je een flink deel van de economie ook op een andere manier in kunt vullen. 15 jaar geleden konden we niet voorzien dat zaken als AIRBNB, Uber, Snapcar en dergelijk zo zouden bestaan, laat staan dat ze zo groot zouden worden. Ik denk bij dit soort dingen altijd aan het boek Zwarte Zwanen van Taleb denken, de toekomst is moeilijk te voorspellen en sommige zaken kan je vooraf gewoon niet bedenken. (Ik wil hier een link opnemen naar een blog over dit boek, maar realiseer me dat Rudy en ik hier samen vaak over discussiëren en er ook regelmatig aan refereren maar dat er geen boekbespreking op onze site staat, actiepuntje voor ons. Tot die tijd verwijs ik naar ons eigen boek over Tegendenken waar we ook een aantal pagina’s over Taleb geschreven hebben.)

Maar de gevolgen voor de economie dan? Die laten zich niet makkelijk voorspellen. Als het groot wordt zullen mensen minder spullen kopen. Maar, die moeten misschien wel vaker gerepareerd worden. En misschien gaan ze wel betere spullen kopen die duurder zijn. Als we minder gaan kopen en de vraag daalt worden spullen weer goedkoper en kopen we ze misschien alsnog. Komt nog bij dat we geld uitsparen dat we op een spaarrekening kunnen zetten of weer uit kunnen geven aan andere spullen of een vliegreis. Kortom, we weten het niet. Ik heb zelf overigens nog een ander scenario, als je twee keer de sapcentrifuge hebt geleend dan vind je zo’n ding misschien wel zo handig dat je er zelf een wilt hebben. Met andere woorden de deeleconomie verleidt ons misschien alsnog om juist extra spullen te kopen.

ING sluit af met een aantal tips voor consumenten en ondernemers. Ik vond het echt een leuke en lezenswaardige publicatie, maar hier gaat het mis. Het format van deze publicatie zal wel voorschrijven dat aan het eind tips moeten komen, het zijn nogal open deuren. Kern van alle tips, denk goed na wat de deeleconomie voor jou betekent. Kan nooit kwaad. Wel een aardig aanleiding om eens na te denken over de tip die ik ING (en andere banken) mee zou willen geven:

Denk eens goed na hoe je de deeleconomie kunt faciliteren en kijk daarbij over de eigen grenzen. Als bank ben je gespecialiseerd in het stroomlijnen van transacties tussen verschillende partijen. Denk eens na hoe je deze kwaliteit kunt benutten voor de deeleconomie en neem daarbij alle soorten transacties mee, dus niet alleen financiële.

Stijn van Liefland