Breeam 2012: overzicht en evaluatie

Ik had natuurlijk al vaker gehoord van de Breeam-methodiek om de mate van duurzaamheid te beoordelen. Maar enkele weken geleden was er een bijeenkomst over het keurmerk Breeam-NL gebied 2012 dat mij triggerde er nog eens dieper in te duiken.

Aanpak

We hebben wat mensen uit ons netwerk uitgenodigd samen met ons te brainstormen over de methodiek. Het gaat in dit geval specifiek om de gebiedsbrede beoordeling die Breeam sinds enkele maanden in Nederland biedt. Hoewel we geen vast format of agenda hadden, leek het mij wel handig om vooraf de kern van de aanpak op een A4 samen te vatten. Vertrekpunt is de handleiding (augustus 2012) zoals die op de site van Breeam terug is te vinden. Hieronder is de samenvatting die wij gebruikt hebben te downloaden.

klik hier voor download

Positief

Het gaat hier om een korte discussie onder gelijkgestemden (zeker geen specialisten in de Breeam-methodiek) en onze eerste indrukken op basis hiervan.

Wat ons vooral aanspreekt is:

  • De systematiek en volledigheid van de onderwerpen met betrekking tot duurzame gebiedsinrichting
  • Het open source karakter van Breeam (in principe is alles gratis te vinden en te gebruiken)
  • De historie en ontstaansgeschiedenis (geen eendagsvlieg, 20 jaar denkwerk, roots in de UK)
  • De transparantie van de aanpak (zo wordt er bij elke claim gevraagd naar objectieve bewijslast en worden volgens een zogenaamde participatie-ladder betrokkenen geïnformeerd of geraadpleegd)
  • De aandacht voor het proces en de borging van de voorgenomen ambities (nieuw in deze aanpak ten opzicht van GPR en DPL is de expliciete toets bij het management om mensen met bevoegdheden ter beschikking te stellen inclusief een bijbehorende planning en begroting)
  • Er is sprake van een aantal ‘knock-out’ criteria. Als je daar niet aan voldoet dan lig je uit het spel.

Verbetering

Wat we twijfels over hebben is:

  • Het is een complexe systematiek die al snel leidt tot een enorme papierwinkel en bijbehorende hoge kosten van organisatie.
  • Het is meer een checklist dan een visie. Dat betekent dat de aanpak op zich niet inspireert, eerder een toets achteraf of tijdens is. Als contrast: Cradle-2-cradle is veel meer een inspirerende visie op duurzaamheid, maar is dan weer minder toetsbaar en concreet (althans op gebiedsniveau is ons niet bekend hoe je dat werkt).
  • De hele opzet lijkt integraal, overal wordt rekening mee gehouden. Maar in wezen is de opzet niet echt integraal maar gebaseerd op punten scoren per onderdeel. De onderlinge dwarsverbanden worden zo wat uit het oog verloren.
  • Duurzaamheid zou in mijn ogen moeten gaan over waardecreatie. De meeste punten die je kunt halen bij Breeam hebben dan ook te maken met het toevoegen van waarde aan een gebied (het meer dan wettelijk is vereist voldoen aan een bepaalde doelstelling levert dan punten op). Maar de systematiek kent geen strafpunten toe waar mogelijk sprake is van waarde-vernietiging. Je kunt bij wijze van spreken punten sprokkelen op onderdelen en waar de schoen mogelijk wringt komt je weg met ‘geen punten’.

Evaluatie

Per saldo zijn we positief over deze toevoeging aan het ‘landschap’ van duurzaamheidssystematieken. Er is overigens ook behoefte aan een overzicht van wat we nu beschikbaar hebben aan methodieken (GPR, DPL en Breeam zijn de bekendste) en welke aanpak waar voor staat (wellicht iets voor een vervolg onderzoekje). Met name de volledigheid en degelijkheid van Breeam spreekt aan. Nieuw is met name het toevoegen van proces- en borgings-indicatoren.

Niet helemaal duidelijk is voor wie we dit keurmerk nu in het leven roepen. Wie heeft hier nu de echte vraag? Zijn dat de adviesbureaus (meer werk) of zijn het de overheidsinstellingen die zo hun publieke uitgaven kunnen legitimeren? En is het gevaar van meerdere keurmerken (zonder duidelijke wettelijke status) niet dat er net zo lang geshopt wordt tot het ‘juiste’ keurmerk is gevonden? We hebben het idee dat de meerwaarde eerder zit in het gebruik als checklist dan als officieel keurmerk. Je moet dan wel vooraf zelf een visie op duurzaamheid formuleren, anders wordt het een ongeïnspireerde invuloefening.

Wij zouden willen pleiten voor een verkleinde en meer praktische diy (do it yourself) variant van het huidige Breeam-gebied. En dan geen keurmerk, maar meer zoiets als ‘gebruik gemaakt van Breeam’.

Rudy van Stratum