Financiële denkfout (11): de tragiek van de meent

Beschrijving

De tragiek van de meent is voor de economische wetenschap een van de hoofdparadoxen. Echte oplossingen en theoretische onderbouwingen zijn er niet of nauwelijks en je komt voor een beetje extra inzicht al snel terecht bij de speltheorie. De tragiek van de meent is het effect dat jij voor jezelf een goede beslissing neemt maar omdat iedereen op die manier zo’n zelfde beslissing neemt kom je op een ongewenst totaaleffect uit. Micro goed, macro slecht.

De meent staat voor (letterlijk) de gemeenplaats, de plek van en voor iedereen. Iedereen kan hier zijn koeien laten grazen. Als de ene boer besluit om er nog een extra koe op te laten grazen, dan is dat voor hem een prima beslissing. Ook voor het geheel maakt het niets uit, die ene koe erbij. Maar andere boeren denken er net zo over en voegen elke week ook weer een koe toe. Er komt al snel een moment waarop sprake is van overbegrazing. Het gevolg is een verschraalde grond waar al snel geen gras meer groeit en koeien massaal verhongeren. Niemand heeft dit zo letterlijk gewild, maar ondertussen gebeurt het toch. Dat is de paradox.

De voorbeelden liggen voor het oprapen en daarom is de denkfout ook zo actueel. Neem het bouwen van huizen. Iedereen wil een zo groot mogelijk huis met een dito tuin voor zo weinig mogelijk geld. In de totaalexploitatie die de gemeente met de projectontwikkelaar maakt is er dan ook steeds de neiging zoveel mogelijk grond ‘uitgeefbaar’ te maken. Hoe meer grond uitgeefbaar hoe meer geld er op het eind over blijft. Het gevolg is vaak dat er een te dicht bebouwde woonwijk ontstaat. Op termijn is het gevaar dat de wijk onleefbaar wordt (weinig openbare ruimte, gevoel van onveiligheid, eenvormigheid etc) waardoor niemand nog in de wijk wil wonen en huizen in prijs dalen.

Of neem opleidingen en scholing. We willen allemaal een leuke baan die goed betaalt. Een hogere opleiding (zo denken we) geeft toegang tot een leukere en beter betaalde baan. Dus om ons te onderscheiden op de arbeidsmarkt gaan we een opleiding volgen. Dat kost ons geld en vrije tijd. Helaas gaat ook onze buurman zo’n hogere opleiding doen en zo verder. Op het eind hebben we allemaal een hogere opleiding maar zijn ook onze concurrenten sterker geworden. We hebben allemaal onze vrije tijd opgeofferd en de kans op een betere baan is effectief niet toegenomen. Per saldo zal zelfs sprake zijn van verdringing: ook de lager geschoolde banen zullen worden ingenomen door de nu overtollig geworden hoogopgeleide werknemers.

Achtergrond

Waarom werkt deze dynamiek zo? Het antwoord heeft twee dimensies. Groepsgrootte en beschikbaarheid. De mens heeft historisch samen geleefd in groepen met een omvang van ongeveer 50-100 personen. Onze hersens zijn aan deze groepsgrootte aangepast. Binnen deze menselijke maat snappen we dingen nog en kunnen we onderling overleggen en afstemmen. Als we ons niet aan de groepscode houden dan worden we uitgestoten. Het is dus de sociale controle die de tragiek van de meent oplost.

Dan het tweede argument van de beschikbaarheid. In het ontstaan van de mensheid was grond in principe overvloedig beschikbaar. Als het al zover kwam dat de grond schraal werd, dan trokken we als groep gewoon naar het volgende aangrenzende stuk grond.

De tragiek van de meent is vanuit deze redenering dus om 2 redenen een probleem. De groepen zijn te groot geworden en de natuurlijk hulpbronnen schaars. Sociale controle heeft plaats gemaakt voor anonimiteit waardoor er geen straf meer is op het najagen van je eigen belang. En vluchten naar een volgend stuk grond is niet meer mogelijk want alles is al van iemand en in gebruik voor iets.

Volgens Dobelli zijn er 3 oplossingen voor dit probleem. Oplossing 1 is voorlichting, uitleg, acties voor goede doelen en zo verder. Dobelli zegt hier kortweg: helpt niet, vergeet het, is geen oplossing. Wel goed dat hij dit zo duidelijk stelt want vaak gaan adviezen wel in deze richting. De onderbouwing hiervan zou overigens nog wel wat onderzoek behoeven. Blijven er nog 2 oplossingen over: regelgeving en privatisering. Waar het op neerkomt is dat je iemand verantwoordelijk maakt voor het bereiken van het grotere doel. Dat kan een overheid zijn die regels opstelt of een private partij die uiteindelijk zijn belang ontleent aan het behoud van dat geheel. Dobelli stelt dat in het algemeen privatisering de voorkeur heeft maar dat er domeinen zijn waar privatisering geen optie is en regelgeving de enige manier is. Overigens: er zijn ook auteurs die stellen dat er überhaupt geen oplossing is, uiteindelijk keert de wal het schip en komt er een nieuw evenwicht en begint alles weer van voren af aan, met of zonder de mens.

Rudy van Stratum

 

 

 

 

Achtergrond