Duurzame financiering van het landschap

Onlangs hebben wij vanuit slimme financiering een lezing verzorgd voor het Plattelandshuis in de Achterhoek en de Liemers. Eén van de dilemma’s die in deze regio speelt is de financiering van het landschap. Het landschap is daar prachtig, maar om dat te beheren is geld nodig. Tot voor kort kwam veel van dat geld van buiten de regio. Vanuit het Rijk en de provincie was hiervoor geld beschikbaar. Door bezuinigingen wordt dit steeds minder, ook de gemeenten in de regio hebben minder te besteden, kortom er zijn weinig middelen beschikbaar.

Vanuit het gedachtegoed van slimme financiering zijn we vooral van het rendement uitgegaan. Wat kost het beheer van het landschap en wat levert het vervolgens op. Leidt het tot meer recreatie, meer omzet voor de horeca, meer overnachtingen etc. dan levert het landschap duidelijk wat op. Als partijen verdienen aan een mooi landschap kan je ze ook om een bijdrage vragen is onze gedachte. De praktijk blijkt hier weerbarstig, een mooi landschap is een vanzelfsprekendheid waar een aantal ondernemers al jaren van profiteert. Het zal niet meevallen om daar een bijdrage van te krijgen. Maar dat neemt niet weg dat het zinvol is je af te vragen of een investering in het landschap voldoende rendeert (financieel én maatschappelijk).

Zoals verwacht leidde onze insteek tot  wisselende reacties, de één vindt het een interessante kijk, de ander moet er weinig van hebben. Door één van de deelnemers werd ik geattendeerd op een rapportage van KPMG over de kosten van het landschap, “duurzame financiering van het landschap”. Een interessante publicatie uit 2010, Mijn verwachtingen waren hoog gespannen, duurzame financiering pretendeert een oplossing. Helaas, het gaat alleen over financieringsbehoefte van beheer en herstel van waardevol landschap. Enigzins teleurgesteld dus, maar een oplossing begint bij een goede analyse en dat biedt deze rapportage zeker.

Het rapport geeft een onderbouwing voor de kosten die de komende tien jaar nodig zijn voor beheer en herstel. Gemiddeld is dat € 418 miljoen per jaar. Waarbij opgemerkt moet worden dat niet alle landschappen en ingrepen meegenomen zijn. De ecologische hoofdstructuur en maatregelen t.b.v. de waterkwaliteit vallen er bijvoorbeeld buiten. In het rapport veel kentallen voor herstel en beheer, bijvoorbeeld de kosten voor de aanleg en het beheer van een bomenrij of de kosten voor de aanleg van een fietspad. Waarschijnlijk zijn er betere bronnen voor dit soort kentallen, maar die ken ik niet dus vind dit al een aardig overzicht. Suggesties welkom, we verwijzen op slimme financiering graag naar dit soort cijfers.

Aan het eind wordt de totale financieringsbehoefte bepaald, € 4.183 miljoen in 10 jaar (de eerdere 418 miljoen per jaar). Deze is onderverdeeld in verschillende type ingrepen, bijvoorbeeld de aanleg van nieuwe elementen (herstel, ca. 40 miljoen per jaar) en beheer van water en aardkundige elementen (beheer, ca. 19 miljoen per jaar). Een interessante vraag is natuurlijk welke maatregelen / ingrepen uiteindelijk het hoogste rendement hebben voor het landschap.  Met andere woorden, waar kunenn we onze euro’s het beste instoppen? beheer, herstel? en daarbinnen wat dan? Bij gebrek aan middelen zal je deze keuze moeten maken. Een tweede vraag is natuurlijk hoe we tot een echte duurzame financiering van het landschap komen?

Rapport downloaden kan hier, meer informatie te vinden op landschapsmanifest.nl.