Greco: the end of money (5)
Dus weer even in termen van onze voorbeeld economie. Ik wil investeren (want ik geloof dat de omweg productie die mij voor ogen staat veel gaat opleveren, maar ik weet het niet zeker, het kan mislukken) maar heb onvoldoende middelen om dat nu zelf voor elkaar te krijgen. Ik kan mensen met een overschot aan goederen vragen of ze hun goederen aan mij willen afstaan. In ruil daarvoor krijgen ze een papier (een aandeel) waarop staat dat ze niet hun goederen terug krijgen maar elke periode een deel van de (onzekere) winst die ik ga maken. Als ik gebruik bij mijn investering gebruik maak van zowel vreemd als eigen vermogen geldt dat ik van de opbrengst van mijn omweg productie eerst de goederen terug moet betalen van de leningen en pas als er dan nog iets over is goederen kan uitkeren aan de verschaffers van eigen vermogen (dat heet dan dividend). De papiertjes waarop staat dat ik recht heb op dat jaarlijkse dividend heten aandelen en die kunnen worden verhandeld. De waarde van die aandelen worden bepaald door de verwachte stroom dividenden in de toekomst, door mijn tijdsvoorkeur en door het risico dat bij de investering hoort.
Geld
Merk op dat alle ingrediĆ«nten in het economische verhaal zitten en dat er nog helemaal niet is gerept over geld. Alles kan worden uitgedrukt in goederen: het loon, de rente, het dividend, de lening. In een simpele economie waar maar een soort goed bestaat dat voor alles en nog wat kan worden ingezet kan dat. Eigenlijk is het goed hier ook het geld. Het is reeel geld dat je ook kunt opeten. Sommige economen beweren dan ook dat geld in die zin niets toevoegt: geld is gewoon een manier om die goederen om te zetten in nominale bedragen (Euro’s). Er is een vaste verhouding tussen de hoeveel geld in de economie en de hoeveel goederen. Er komt nu wel een complicatie bij, want door de hoeveelheid geld te verhogen gaan alle goederen nominaal in prijs omhoog en omgekeerd. Geld introduceert dan inflatie of deflatie, maar die is puur rekenkundig, heeft geen reele effecten op onze voorbeeld economie.
In werkelijkheid is natuurlijk niet sprake van een universeel goed. Er zijn meerdere goederen en iemand die goederen van type a overheeft zal in de regel iemand ontmoeten die goederen van type b nodig heeft. Geld zorgt er dan voor dat de alle goederen vergelijkbaar worden gemaakt, zowel onderling als in de tijd. Nu zal dus iedereen in geldeenheden gaan rekenen. De loonvoet wordt nominaal, de rentevoet wordt nominaal en dividend wordt nominaal. Theoretisch hoeft er door de introductie van geld niet veel te veranderen in onze voorbeeld economie. Maar in de praktijk trekt geld een sluier om de reele economie, er komt een extra vertaalslag met alle mogelijke fouten, onzekerheden en verwarringen die daarbij horen. Hier zijn bibliotheken over vol geschreven en het gaat voor dit verhaal te ver daar op in te gaan.
Wordt vervolgd
Rudy van Stratum