Tag archieven: Bentham

Financiële denkfout (24): de rechtvaardigheids-illusie?

Waar gaat dit boek over?

Aanleiding voor deze ‘denkfout’ is een boek van enkele jaren geleden waar we door een trouwe lezer op werden gewezen. ‘Dit heeft ook wel te maken met jullie beslisboom’. Niet te beroerd om zo’n boek er dan ook bij te pakken, hebben wij afgelopen week ‘Rechtvaardigheid’ van Prof Michael Sandel gelezen. Een boek uit 2009 met een Nederlandstalige editie uit 2010.

Deze prof Sandel staat overigens bekend als een uitstekende communicator, zie bijvoorbeeld de recente oproep van Alexander Klöpping om meer colleges online te zetten, ook in Nederland.

http://www.nrc.nl/wetenschap/2012/12/05/alexander-klopping-start-online-universiteit-en-nrc-nl-zendt-de-colleges-uit/

Onmogelijk om zo’n boek in een blog recht te doen. Ik haal er dus alleen wat krenten uit die in onze kraam passen, excuus daarvoor.

Waar gaat het boek over? Over rechtvaardigheid, of zoals de Amerikanen sappig uit drukken ‘What’s the right thing to do?’. Hoe pakt Sandel dat vraagstuk aan? Hij neemt ons mee aan de hand van een aantal bekende filosofen die over dit vraagstuk hebben nagedacht. Eigenlijk niet zo nieuw, er zijn vele boeken die dit doen, maar Sandel schrijft toegankelijk en het is zijn verdienste dat hij vele actuele en boeiende voorbeelden erbij pakt om de filosofen uit te leggen.

Laat ik een paar voorbeelden noemen waar Sandel uitgebreider op ingaat.

  • Mag je mensen martelen als je weet dat ze cruciale informatie hebben die mogelijk duizenden mensenlevens kan sparen? Actueel Amerikaans oorlogsvraagstuk natuurlijk.
  • Mag je de waarde van een mensenleven in Euro’s uitdrukken? Een sigarettenfabrikant heeft zo berekend dat roken (meer belastingopbrengsten, per saldo lagere kosten door eerder overlijden) de overheid veel geld oplevert. Maar kun je dat wel maken?
  • Mag je andere, vaak arme, mensen inhuren om jouw oorlog elders in de wereld uit te vechten? Is jouw strijd ‘uitbesteedbaar’ zoals je ook de catering in je kantine regelt zeg maar?
  • Een voetballer (basketballspeler): mag die eigenlijk wel zoveel verdienen? Talent? Jawel, maar anderen hebben ook veel talent en die krijgen veel minder. En dat talent: dat heeft hij toch ook maar toevallig van zijn ouders? En het is toch ook geluk dat juist nu in deze tijd er een markt is voor ‘voetbaldiensten’?

De filosofen die Sandel bespreekt lopen van Bentham, via Mill en Kant naar de wat recentere John Rawls (1972). Grofweg, en ik weet dat ik daarmee Sandel tekort doe, zou je voor onze doelstellingen en site in deze filosofen een tweedeling kunnen aanbrengen. De utilitaristen (met name Bentham) en de ‘principiëlen’ (mijn woord, met name Kant). Ik ga inhoudelijk kort in op deze tweedeling met betrekking tot de discussies die hier worden gevoerd en onze eigen aanpak. Maar eerst een evaluatie van het boek, wat ik graag anders had gezien.

Waar zou het boek (ook) over moeten gaan?

Puntsgewijs de dingen die mij opvallen en soms ook irriteren bij het lezen:

  • Goede schrijver en prima voorbeelden. Dat is knap. Maar nu ik er zo van afstand nog eens naar kijk, is het boek niet veel meer dan een klassieke behandeling van een aantal filosofen die over rechtvaardigheid hebben geschreven. Maar eigenlijk wil ik niet zozeer weten wat die filosofen allemaal vinden (historische correctheid), maar ik wil weten hoe ik zo’n vraagstuk kan aanpakken. Ik zou liever de vraagstukken zelf centraal stellen en daar dan per vraagstuk een beslisboom bij willen zien. Welke argumenten zijn er voor en welke tegen? En waar zit de crux van zo’n vraagstelling, waar zit het scharnierpunt? En is er over alle vraagstukken heen sprake van gemeenschappelijke scharnierpunten? Eigenlijk zou een betere benadering in mijn ogen zijn die van de argumentenfabriek bijvoorbeeld.
  • Dat valt me wel vaker op bij dit soort boeken: Sandel is niet zozeer zelf een filosoof, iemand die origineel filosofeert of nadenkt, maar iemand die vooral praat over filosofen. Uitleggen wat een filosoof gezegd heeft is toch iets anders dan zelf een filosoof zijn en op een nieuwe manier vraagstukken aanpakken. Lijkt een beetje op mijn eerste punt overigens. Mijn inspirator is Bert Hamminga: een filosoof die zelf wilde filosoferen en zijn collega-filosofen verweet vooral te doen aan tekst-exeges (naar binnen gekeerde discussie tussen beperkte groep collega’s onderling). Exit Bert Hamminga, die woont nu als kluizenaar in een boot op het Victoria-meer.
  • Het boek heeft geen conclusies. En het schrijven van een mooi ’to do’ lijstje op het einde is toch vooral iets Amerikaans. Als je het nu gelezen hebt dan blijf je toch met vele vragen zitten. Allerlei discussies zijn onbeslist. Tja, zou je kunnen zeggen, that’s filosofie! Maar concludeer dat dan ook: er is geen sprake van progressie, je kunt het zo benaderen of je kunt het zus benaderen, maar een echt antwoord krijg je niet.
  • Het boek lijkt actueel met zijn voorbeelden. Maar eigenlijk gaat het boek vooral over dat handjevol bekende filosofen die in vorige eeuwen leefden. Het verhaal eindigt ook bij John Rawls, ook al weer meer dan 50 jaar geleden. Is er daarna dan niets meer gebeurd dat de moeite waard is op het gebied van ‘doing the right things’? Misschien niet in de filosofie (wat ik overigens betwijfel, maar ik heb daar te weinig zicht op) maar zeker in andere vakgebieden is er natuurlijk veel meer te zeggen over rechtvaardigheid. Ik zou mijn licht vooral opsteken bij de biologie (evolutie, wij denken over rechtvaardigheid, hoe is dat zo gekomen en anders dan bij andere soorten?) en de psychologie (wat gebeurt er in onze hersenen als we denken over rechtvaardigheid, is er wellicht sprake van denkfouten?).
  • Sandel lijkt voorkeuren en afkeuren voor bepaalde filosofen te hebben. Dat mag natuurlijk, maar liefst op basis van uitgesproken argumenten. Kant is duidelijk zijn lieveling (moeilijk stof hoor! maar wel lezen hoor want echt de moeite waard!) en Bentham lijkt hij wat plat en achterhaald te vinden (hoewel de discussie op argumenten onbeslecht is).

Utilitarisme als basis

Na deze stevige kritiek (sorry hoor) terug naar de inhoud. Een flink deel van het boek gaat over het utilitarisme van Bentham. Ook voor slimme financiering is dit een belangrijke basis. Wat houdt het in? Je doet het juiste ding, volgens deze filosofie, als je de som van alle genoegens maximaliseert. Het voorkomen van pijn en het bevorderen van plezier (of geluk), en dat voor zoveel mogelijk mensen. Het is de basis, nog steeds, van veel economische modellen.

Er is wel wat op deze filosofie af te dingen:

  1. Je kunt de redenering altijd kloppend krijgen, het wordt een soort logische cirkelredenering. Stel iemand heeft een bezwaar: je mag niet zo over mensen praten alsof het calculatie machines zijn. Dan zegt deze filosofie: aha, jij vindt het dus vervelend om op deze manier over mensen te praten? Welnu, dat zijn dus ook kosten en die nemen we dan ook gewoon mee in onze redenering.
  2. Het utilitarisme doet ook vergelijkende uitspraken. Stel dat je door het opofferen van één mens het leven van duizenden anderen kunt redden? Als het vergelijkbare mensen zijn (en waarom niet), dan levert dat meer geluk in totaal op, dus doen. Principiëlen zeggen: zo kun je niet mensenlevens onderling uitruilen. En daar is veel voor te zeggen. Economen wagen zich dan ook niet aan dat soort uitspraken, je kunt het geluk van de een niet zomaar optellen bij de pech van een ander. Economen hebben daar het begrip Pareto-optimaal voor uitgevonden. een oplossing die het geluk van de een bevordert zonder het geluk van de ander aan te tasten is Pareto-efficiënt, dus te prefereren boven die andere oplossing. Sandel gaat overigens niet in op dergelijke varianten van het utilitarisme.
  3. Nog een keer dat principe-argument. Er zijn zaken die buiten elke calculatie vallen, dat noemen we principes. Eerste tegenargument (zie hierboven): prima, dan heeft dat gewoon een oneindig hoog gewicht in de berekening. Neenee, dat is toch weer wiskunde en rekenen, dat mag niet, het is echt van een hóger niveau. We komen dan in de discussie terecht over intrinsieke waarde, een hoge waarde buiten alle bestaande werkelijkheden om, dus om zichzelfs wille. Zie het boek van Bas Haring over de plastic panda’s, zie discussies op deze site over de intrinsieke waarde van groen: je komt er niet uit, iets heeft alleen maar waarde vanuit een subject dat waardeert. En een ander argument, en wat mij betreft nog veel belangrijker, is: of je nu wilt of niet, door je feitelijke handelen doe je toch uitspraken en waarderingen over zaken die je buiten de discussie wilt houden. Ook uitgebreid hier aan de orde geweest: de neiging van veel mensen om te gaan voor ‘zero risk’ als het gaat om hele principiële zaken. Tunnels moeten koste wat kost veilig zijn want het spaart mensenlevens, en een mensenleven is niet onderhandelbaar. Maar de enorme kosten die in de veiligere tunnel gaat zitten, betekent veel geld dat je niet kunt uitgeven aan andere zaken die wellicht nog veel meer mensenlevens gaan redden (zie Ira Helsloot: geef alle kinderen op school dagelijks een appel voor dat geld, spaart veel meer mensenlevens).

Relatie met slimme financiering

Er valt nog veel meer over te zeggen, maar het idee is wel duidelijk: ook ik ontkom niet aan een eigen voorkeur, ik zit meer in het kamp van de utilitaristen dan van de principiëlen. Laat ik afsluiten met wat conclusies en wensen:

  • Er is nog steeds behoefte aan een boek of publicatie die dieper ingaat op vraagstukken over rechtvaardigheid. Zet de voorbeelden centraal, maak gebruik van visuele overzichten met argumenten voor en tegen in een beslisboom.
  • Ik vraag me af of hier niet sprake is van een nieuwe denkfout (vandaar de titel van de blog). Wij mensen willen alsmaar principiële vragen stellen over rechtvaardigheid. Feitelijk gebeuren er toch steeds andere dingen: mensen worden gewoon gemarteld als dat leidt tot redden van andere levens. Als de gelegenheid zich voordoet, dan pakken we die bonus en wentelen we de shit af op de maatschappij en we hebben er achteraf nog een kloppend verhaal bij ook.
  • Fatalistisch? Cynisch? Misschien wel. Rechtvaardigheid is een praat-hobby voor filosofen zonder dat er sprake is van progressie in de inzichten de laatste 300 jaar. En als er sprake is van progressie dan moeten we die zoeken bij de psychologie en bij de biologie (daar moet dat boek dus ook over gaan). Maar wat is het alternatief? Dat is er wel degelijk:
  1. Maak een discussie transparant.
  2. Verzamel alle feiten die relevant zijn.
  3. Zet de alternatieven op een rijtje, met argumenten, voor- en nadelen.
  4. Maak het inzichtelijk en begrijpelijk, maak gebruik van samenvattingen, overzichten, visuals.
  5. Voer de discussie op een open manier.
  6. Ga terug naar eerdere stappen als daar aanleiding voor is, leer van nieuwe inzichten.
  7. Accepteer dat het gaat om het ‘beste besluit op dat moment voor dit vraagstuk met deze partijen in deze context met wat we nu weten, denken en aan belangen hebben’.

En dan nog: de meest belangrijke beslissingen worden nog steeds dagelijks genomen op basis van willekeur, toeval, specifieke belangen, emoties, de waan van de dag. Dus niet volgens bovenstaand rijtje. Ik wil dan weten: het zal een reden hebben, iets gebeurt niet zomaar, wat zijn de diepere achtergronden van waarom het gaat zoals het gaat? Daarom zijn we ook begonnen met de serie over denkfouten.

Rudy van Stratum