Tag archieven: mensenleven

Prijs van een mensenleven (3), kosten van de zorg

Op 16 augustus was er een interessante aflevering van éénvandaag met als centrale vraag, wat is een mensenleven ons waard. In de dagen daarna scheef Wouter Bos een column in de Volkskrant en verscheen er nog een ingezonden brief. Een mooie aanleiding om weer eens verder na te denken over het onderwerp ‘de prijs van een mensenleven’. Omdat ik net terug was van vakantie was het er tot nu toe nog niet van gekomen er een stukje over te schrijven. Vorige week stond er een column van Rutger Bregman in de correspondent die over hetzelfde onderwerp ging, hoogste tijd dus voor een bijdrage op slimme financiering.


In de uitzending en de krant ging het vooral over de vraag of je grenzen mag stellen aan een medische behandeling. Zo ging het bijvoorbeeld om een medicijn tegen een bepaalde vorm van kanker dat € 80.000 per behandeling kost maar dat bij slechts één op de vijf personen werkt. Ik vond het niet een hele sterke uitzending, maar de dilemma’s werden goed in beeld gebracht:

  • De zorg kost steeds meer geld, dat loopt een keer vast, je moet keuzes maken

  • De individuele patiënt wil de beste zorg die mogelijk is

  • De arts wil geen keuze maken op basis van fianciële argumenten

  • Artsen vinden wel dat er een limiet gesteld moet worden aan de kosten

  • Er spelen allemaal dogma’s, kort samengevat, een limiet stellen aan zorgkosten, dat hoort niet.

 

De argumenten

Ik heb een mindmap gemaakt waarin de belangrijkste argumenten terugkomen die in de uitzending en de artikelen worden genoemd. Een paar opvallende zaken licht ik kort toe.

zorgkostenmm-02

Sommige medicijnen zijn in het buitenland veel goedkoper dan in Nederland. Het eerder genoemde medicijn tegen kanker kost in Portugal de helft. In de uitzending van Eénvandaag werd betoogd dat het prijsmechanisme bij veel medicijnen gebaseerd is op de vraag wat men er voor over heeft en niet op wat de kosten zijn. Het instellen van een prijsplafond voor medische behandelingen zou als effect kunnen hebben dat de prijzen van de dure medicijnen gaan dalen. Daar staat tegenover dat goedkopere medicijnen wellicht duurder worden. Enerzijds om de verliezen op de duurdere medicijnen te compenseren, anderzijds omdat er blijkbaar een bepaald budget beschikbaar is.

Als je voor een prijsplafond kiest, dan is vervolgens de vraag hoe je dat plafond bepaalt en hoe je vervoglens de afweging maakt. In het Verenigd Koninkrijk werken ze met het concept van de QALY (quality-adjusted life year). Dit is een berekening van het aantal verwachte levensjaren maal de kwaliteit van leven. Stel iemand heeft kanker en er is een medicijn dat het leven met 6 jaar verlengd maar de kwaliteit van leven is 50% dan heeft dat een ‘waarde’ van 3 QALY’s. Dit klinkt redelijk objectief. Herbert Rolder betoogt in de Volkskrant van 19 augustus echter dat hier ook nogal wat haken en ogen aanzitten. Stel dat de kwaliteit met 10% verbetert, wat mag dat dan kosten en is zo’n verbetering wel goed te meten? Conclusie, als je voor een prijsplafond en een rationele afweging kiest dan moet er wel eerst een heldere en transparante methode liggen.

Ethisch gaat het om veel verschillende zaken, maar bijzonder argument is dat het niet alleen om cijfers gaat. Je kunt allerlei methoden en afwegingen maken, uiteindelijk gaat het ook om gevoel, emotie en een morele afweging. Dit is al in een eerder artikel ter sprake gekomen. Het is prima om gevoel en emotie mee te laten spelen, maar dan wel op basis van een goede analyse van de feiten.

 

Discussie is een taboe

Als reactie op het artikel van Rutger Bregman in De Correspondent schrijft Renske Leijten van de SP dat geen enkele politieke partij het idee van een maximumprijs omarmt. Ook Wouter Bos zegt dat hij in zijn tijd als minister deze discussie niet aandurfde. Juist doordat het al snel zo persoonlijk wordt is het lastig hier een besluit over te nemen. Ik heb geprobeerd mijn gedachten in een systeem weer te geven dat hopelijk meer inzicht geeft in hoe de discussie loopt.

zorgkosten

Als ik nu de dynamiek bekijk snap ik ook hoe de discussie loopt. De discussie start, dan dreigt er een keuze gemaakt te worden en komen mensen in opstand. Dan blijkt het allemaal erg gevoelig te liggen, er wordt geen besluit genomen. De publiciteit (‘over mensen buitensluiten’) wordt minder, maar de zorgkosten blijven stijgen. Na enkele jaren herhaalt de hele cyclus zich weer. Oplossing? Ik zou het niet weten.

 

Stijn van Liefland

De prijs van een mensenleven (2): Volkskrant 15-06-2013

Op 27 februari schreef Rudy een eerste artikel over de prijs van een mensenleven. Tussen haakjes stond er intro, met andere woorden wellicht het begin van een serie. We hebben het al een tijd over dit onderwerp en willen er graag een dossier aan wijden. Aanleiding was onder andere de discussie over de kosten voor tunnelveiligheid en tot hoeveel vermeden slachtoffers dit leidt. Maar, we hikken er ook erg tegenaan. Het is een beladen onderwerp en voor je het weet krijg je het etiket van kille rekenaar opgeplakt. We willen best kille rekenaars zijn, maar dan vooral vanuit de gedachte dat je daarmee zaken inzichtelijk en transparant maakt. Dus, in eerste instantie zonder direct consequenties te verbinden aan het resultaat van een berekening.

We merken dat het transparant maken van bepaalde onderwerpen (bijvoorbeeld over financiering van groen) niet altijd gewaardeerd wordt. Of anders gezegd dat lezers daarbij snel een oordeel hebben over ons, over wat voor ons de oplossing is. Om een lang verhaal kort te maken, met een serie over de waarde of prijs van een mensenleven zijn we nog niet veel verder gekomen dan intern wat uitwisselingen over de mail en we durven er niet echt aan te beginnen. Maar dit weekend zijn we gered door de Volkskrant.

Rutger Bregman schrijft in het katern Vonk (15 juni 2013) precies dat wat wij eigenlijk zouden willen schrijven. Korte samenvatting, je moet bij discussies over een mensenleven niet uitsluitend uitgaan van kille cijfers, maar het is wel erg belangrijk deze cijfers te kennen als je een besluit wilt nemen. Ik geef hier een korte samenvatting van zijn beredenering.

  1. Vrijwel alles draait om mensenlevens: hoger opgeleiden zijn gezonder en leven langer, investeren in onderwijs draagt dus ook bij aan een langer en gezonder leven; hoe schoner straten zijn, hoe minder criminaliteit en dus minder gezondheidsschade of risico op overlijden. Daarnaast zijn er in dit opzicht de meer klassieke thema’s zoals: veiligheid; gezondheidszorg en milieu.
  2. Als je kijkt waar het geld aan uitgegeven wordt dan is dat vaak nauwelijks onderbouwd. Of misschien kunnen we beter zeggen het is wel onderbouwd maar niet goed afgewogen. Bregman geeft aan dat Prorail 100 miljoen euro gaat investeren in de veiligheid op en rond het spoor terwijl dat in Nederland het veiligste vervoermiddel is. Een ander voorbeeld, er wordt de komende jaren 1,7 miljard uitgegeven tegen stralingsgevaar van hoogspanningsmasten. Dit is goed onderbouwd, want zou een half leukemiegeval per jaar kunnen voorkomen. Het is echter niet goed afgewogen, want met dit geld kan je ook 150 jaar lang alle Fabry-patiënten van medicijnen voorzien. Bijkomend punt er is vaak een sterke lobby van partijen die baat hebben bij deze investeringen of uitgaven. Niet de patiënten, reizigers of bewoners, maar de farmaceutische industrie, de asbestverwijderaars etc..
  3. Ondanks de hoge uitgaven en een algeheel gebrek aan financiële middelen zijn discussies over de prijs van een mensenleven taboe. Een voormalig GroenLinks kamerlid stelde over de hoogspanningsleidingen het volgende: “Het is wetenschappelijk bewezen dat kinderen er leukemie van kunnen krijgen. Hoe gepast is het dan er een financieel verhaal van te maken?” Youp van het Hek stelde over medicijnen voor patiënten met de ziekte van Pompe en Fabry: “over sommige zaken moet je als gezond mens, je bek houden”. Maar de vraag is natuurlijk is dat terecht? Is een mensenleven oneindig veel waard en moet alles daarvoor wijken? En zelfs als je op ethische gronden zou besluiten dat je hier niet over mag discussiëren, is het dan praktisch gezien ook verstandig om dit niet te doen?
  4. Bregman stelt dat een discussie over effectiviteit van een ingreep of maatregel noodzakelijk is. Je moet toch weten wat iets oplevert. Maar, dat wil niet zeggen dat besluiten daarmee alleen op basis van kille rekensommen gemaakt moeten worden. Sommige mensen hebben zoveel pech (zeldzame ziekte) dat het helemaal niet zo raar is een uitzondering te maken. Dus, na de inderdaad wat kille cijfers gaat het ook over moraal en solidariteit. Je hoeft dus niet “je bek te houden” maar je moet ook niet alleen op basis van de cijfers beslissen. Je zou ook kunnen stellen dat je pas een ethische discussie kunt voeren op het moment dat je inzicht hebt in de kille cijfers.

En daarmee komen we weer terug op onze serie over de prijs van een mensenleven. We gaan het weer oppakken en bovenstaande beredenering dient daar min of meer als uitgangspunt. Transparant maken, laten zien welke keuzes gemaakt worden, wat dat kost en oplevert en welke alternatieven er zijn. Zonder daar direct een oordeel of conclusie aan te verbinden.

Stijn van Liefland

 

 

De prijs van een mensenleven (intro?)

Een kleine nabrander naar aanleiding van de bespreking van het boek van Michael Sandel ‘Rechtvaardigheid’ (blog van gisteren).

Sandel verwijst in zijn boek een aantal malen naar berekeningen van de prijs van een mensenleven. Vanzelfsprekend liggen dergelijke berekeningen uitermate gevoelig en dat is ook juist de reden waarom ze in een boek over rechtvaardigheid worden genoemd. Eerder hadden Stijn en ik al het idee opgevat om die berekeningen te gaan verzamelen en achtergrondinformatie erbij te zoeken. Om dat later weer in een overzichtje te gaan zetten, zoals dat dan gaat bij ons. Maar het is er nog niet van gekomen, dus dit is een klein beginnetje.

Exploderende benzinetanks: $ 200.000

Bij de Ford Pinto is er ooit sprake geweest van een extra beveiligingsmaatregel. Kosten van die maatregel $ 11. Bij een aantal exemplaren Pinto’s van 12,5 miljoen stuks betekent dat een kostenpost van $ 137,5 miljoen. De schatting was dat de maatregel 180 levens zou besparen alsmede 180 brandwondenslachtoffers. Ford deed de aanname (bron niet genoemd) dat een mensenleven $ 200.000 waard was en een gewonde $ 67.000 aan leed/kosten betekende. Totale besparing $ 49,5 miljoen. Ergo: de veiligheidsmaatregel was te duur, niet rendabel. Later is er een rechtszaak geweest en een boete opgelegd aan Ford.

Luchtvervuiling: $ 3.7 miljoen voor mensen jonger dan 70 jaar

In het kader van de toename aan luchtvervuiling en de daarmee samenhangende gezondheidseffecten, is er begin jaren 2000 door het Amerikaanse EPA gerekend aan de kosten van die vervuiling. Daar werd in de berekeningen toen uitgegaan van de waarde (prijs?) van een mensenleven van $ 3,7 miljoen voor mensen jonger dan 70 jaar en een stukje minder, $ 2,3 miljoen, voor mensen ouder dan 70 jaar. Oudere mensen waren minder waard want hadden korter te leven en dus minder tijd van genieten. Het rapport is later terug getrokken. Overigens is het beeld dat in berekeningen mbt milieuvervuiling mensen hoger in de boeken staan dan in ‘commerciële’ berekeningen, ook wel apart.

Sneller rijden: $ 1,4 miljoen

Uit een tijdelijke maatregel om de snelheid te beperken van 100 km/uur naar 90 km/uur kon worden afgeleid wat dat betekende aan minder dodelijke slachtoffers. Toen de snelheid later weer werd terug gezet naar de oorspronkelijke 100 km/uur is een berekening gemaakt die een impliciete prijs voor een mensenleven opleverde. De opbrengsten bestonden uit bespaarde reistijd á raison van $ 20/uur. Blijkbaar vonden we de extra doden opwegen tegen de voordelen van de kortere reistijd en was zo’n leven ons $ 1,4 miljoen waard. Geen discussie, snelheidsverhoging is gewoon intact gebleven.

Meer roken: $ 1237 per jaar besparing

Dit voorbeeld wijkt wat af. Het gaat om Phillip Morris (de tabaksverwerker) en het speelt zich af in Tsjechië. Daar ontstond een discussie om het roken terug te dringen. Philip Morris heeft om de negatieve effecten voor de business tegen te gaan berekend wat het de overheid zou kosten om het roken terug te dringen. Roken leidt weliswaar tot hogere kosten voor ziekenhuisopnames etc maar mensen gaan ook eerder dood. Dat betekent minder pensioenuitkeringen en minder kosten (gedurende de ‘bespaarde’ levenstijd). De overheid zou aldus deze berekeneningen $ 1237 per extra dode per jaar besparen. Alles bij elkaar (inclusief accijnzen) zou de overheid een strop krijgen van $ 147 miljoen per jaar. Veel discussie en uiteindelijk heeft Phillip Morris excuses moeten aanbieden voor deze ongepaste manier van rekenen en handelen.

Zomaar een paar voorbeelden. Gebrekkig want ik weet niet welke bronnen zijn gehanteerd noch hoe de berekeningen zijn gedaan, maar hoe dan ook, ik kreeg ze op een presenteerblaadje aangeboden en het lijkt me een aardige exercitie meer voorbeelden te verzamelen en de achtergronden/beperkingen van de berekeningen verder uit te diepen.

Rudy van Stratum