De prijs van een mensenleven (intro?)

Een kleine nabrander naar aanleiding van de bespreking van het boek van Michael Sandel ‘Rechtvaardigheid’ (blog van gisteren).

Sandel verwijst in zijn boek een aantal malen naar berekeningen van de prijs van een mensenleven. Vanzelfsprekend liggen dergelijke berekeningen uitermate gevoelig en dat is ook juist de reden waarom ze in een boek over rechtvaardigheid worden genoemd. Eerder hadden Stijn en ik al het idee opgevat om die berekeningen te gaan verzamelen en achtergrondinformatie erbij te zoeken. Om dat later weer in een overzichtje te gaan zetten, zoals dat dan gaat bij ons. Maar het is er nog niet van gekomen, dus dit is een klein beginnetje.

Exploderende benzinetanks: $ 200.000

Bij de Ford Pinto is er ooit sprake geweest van een extra beveiligingsmaatregel. Kosten van die maatregel $ 11. Bij een aantal exemplaren Pinto’s van 12,5 miljoen stuks betekent dat een kostenpost van $ 137,5 miljoen. De schatting was dat de maatregel 180 levens zou besparen alsmede 180 brandwondenslachtoffers. Ford deed de aanname (bron niet genoemd) dat een mensenleven $ 200.000 waard was en een gewonde $ 67.000 aan leed/kosten betekende. Totale besparing $ 49,5 miljoen. Ergo: de veiligheidsmaatregel was te duur, niet rendabel. Later is er een rechtszaak geweest en een boete opgelegd aan Ford.

Luchtvervuiling: $ 3.7 miljoen voor mensen jonger dan 70 jaar

In het kader van de toename aan luchtvervuiling en de daarmee samenhangende gezondheidseffecten, is er begin jaren 2000 door het Amerikaanse EPA gerekend aan de kosten van die vervuiling. Daar werd in de berekeningen toen uitgegaan van de waarde (prijs?) van een mensenleven van $ 3,7 miljoen voor mensen jonger dan 70 jaar en een stukje minder, $ 2,3 miljoen, voor mensen ouder dan 70 jaar. Oudere mensen waren minder waard want hadden korter te leven en dus minder tijd van genieten. Het rapport is later terug getrokken. Overigens is het beeld dat in berekeningen mbt milieuvervuiling mensen hoger in de boeken staan dan in ‘commerciële’ berekeningen, ook wel apart.

Sneller rijden: $ 1,4 miljoen

Uit een tijdelijke maatregel om de snelheid te beperken van 100 km/uur naar 90 km/uur kon worden afgeleid wat dat betekende aan minder dodelijke slachtoffers. Toen de snelheid later weer werd terug gezet naar de oorspronkelijke 100 km/uur is een berekening gemaakt die een impliciete prijs voor een mensenleven opleverde. De opbrengsten bestonden uit bespaarde reistijd á raison van $ 20/uur. Blijkbaar vonden we de extra doden opwegen tegen de voordelen van de kortere reistijd en was zo’n leven ons $ 1,4 miljoen waard. Geen discussie, snelheidsverhoging is gewoon intact gebleven.

Meer roken: $ 1237 per jaar besparing

Dit voorbeeld wijkt wat af. Het gaat om Phillip Morris (de tabaksverwerker) en het speelt zich af in Tsjechië. Daar ontstond een discussie om het roken terug te dringen. Philip Morris heeft om de negatieve effecten voor de business tegen te gaan berekend wat het de overheid zou kosten om het roken terug te dringen. Roken leidt weliswaar tot hogere kosten voor ziekenhuisopnames etc maar mensen gaan ook eerder dood. Dat betekent minder pensioenuitkeringen en minder kosten (gedurende de ‘bespaarde’ levenstijd). De overheid zou aldus deze berekeneningen $ 1237 per extra dode per jaar besparen. Alles bij elkaar (inclusief accijnzen) zou de overheid een strop krijgen van $ 147 miljoen per jaar. Veel discussie en uiteindelijk heeft Phillip Morris excuses moeten aanbieden voor deze ongepaste manier van rekenen en handelen.

Zomaar een paar voorbeelden. Gebrekkig want ik weet niet welke bronnen zijn gehanteerd noch hoe de berekeningen zijn gedaan, maar hoe dan ook, ik kreeg ze op een presenteerblaadje aangeboden en het lijkt me een aardige exercitie meer voorbeelden te verzamelen en de achtergronden/beperkingen van de berekeningen verder uit te diepen.

Rudy van Stratum