Tag archieven: zonnepaneel

Sparen in natura (2): de kern

In de vorige blog besprak ik de kern van ‘sparen in natura’. Uitgangspunten van Robin Fransman waren dat er nauwelijks meer sprake is van reële groei in onze economie en dat de bevolking vergrijst. Te veel sparen leidt in zo’n situatie alleen maar tot het opzadelen van de jonge generatie met schulden. Per saldo wordt de crisis verergerd door het oppotgedrag van de oudere generatie.

Sparen: wat is dat eigenlijk?

Een hele tijd geleden al heb ik een veel te ingewikkeld verhaal geschreven over sparen in een Robinson Crusoë economie. Ook bij de bespreking van het werk van Piketty heb ik al wat uitgeweid over sparen bij (een gebrek aan) groei. Dat is dus de basis waar ik nu weer uit ga putten (sorry!).

Sparen is in wezen een manier om te komen tot een optimale consumptie in de loop van de tijd. Tijdens je werkzame leven ben je productief en maak je niet alle beloning van je inspanning op. Je legt dus ‘vrije uren’ opzij en maakt daar een voorraadje van. Als je dan later niet meer zo productief bent dan kun je uit dat potje ‘gestolde uren’ gaan snoepen.

Sparen is dus in wezen ook planning van vrije uren. Soms een gedwongen planning (door ouderdom misschien niet meer in staat te werken), soms een vrijwillige planning (sabbatical of vakantie) en dus een vakantie-planning.

Om de vraag te verkennen wat sparen met schuld of met investeren te maken heeft, ga ik de redenering opzetten met flauwe economische modelletjes en metaforen.

Crusoë alleen met besjes

Stel ik ben Crusoë en woon op een onbewoond eiland. Op dat eiland is voedsel beschikbaar maar dat voedsel is bederfelijk. Stel je voor dat je elke dag nieuwe besjes aan de planten komen. Die besjes moet je gewoon plukken en opeten. Niet plukken betekent dat de besjes aan het einde van de dag verschrompeld zijn. Je bent als een echte Crusoë dus alleen op je eiland.

Is het nu mogelijk om te sparen? Elke dag moet ik besjes plukken om in leven te blijven. Ik wil best een dag vrij om uit te rusten dus hoe krijg ik dat voor elkaar? Nou, dat kan dus niet. Je kunt hooguit ervoor kiezen soms wat minder te plukken en een deel van de dag vrij te hebben. Maar dan heb je wat meer honger. Meer plukken en dan bewaren voor de volgende dag (spaargedachte), dat kan dus niet in verband met bederf. Crusoë zal zijn hele leven, van jong tot oud, moeten blijven werken, er zit niks anders op.

Crusoë samen met besjes

Stel nu eens dat er heel veel Crusoës op dat eiland wonen (waardoor het natuurlijk geen Crusoë’s meer zijn!). De metafoor voor kinderen natuurlijk. In je eentje kun je geen kinderen krijgen natuurlijk, maar stel er spoelen nog wat andere jongere mensen aan. Kan er nu gespaard worden op dit eiland? Ja, dat kan. Crusoë kan besluiten gedurende een aantal jaren wat meer besjes te plukken dan hij op dat moment opkan. De jong aangespoelden kunnen dan van zijn besjes leven en genieten van het mooie uitzicht. De jongeren hoeven dan dus niet te werken. De oude Crusoë zal dat alleen maar willen doen als hij in ruil voor zijn zware arbeid later zelf uit mag rusten en dat de jongeren dan de bessen plukken en een deel daarvan aan hem geven.

Enter: schuld. Crusoë laat de jongeren een belofte doen dat zij later in ruil voor de besjes van nu besjes van dan terug zullen geven. Zo’n belofte is dus een onderlinge afspraak om later iets te leveren, een schuldbewijs zou je kunnen zeggen. Op zo’n moment ontstaat ook wat wij nu rente noemen. Als er veel mensen zijn die nu hard willen werken (heel veel besjes worden nu aangeboden) en er is niemand die nu bereid is een belofte voor later af te geven dus geen mensen die het goed uitkomt nu vrije tijd te nemen (weinig vraag naar besjes van nu) dan ontstaat er een lage of zelfs negatieve rente. Ik kan als oude Crusoë de jongeren misschien overhalen om nu 10 besjes te accepteren (en dus vrije tijd te nemen, studeren of zo) terwijl ze over zeg 5 jaar maar 8 besjes terug hoeven te geven (negatieve rente!).

In zo’n economie zal de wens tot sparen ofwel niet mogelijk zijn (Crusoë alleen) ofwel onherroepelijk leiden tot schulden van de jonge generatie aan de oude generatie. Is dat erg dat er schulden zijn? Nee op zich niet. Het is een vrijwillige keuze tussen de generaties en de rente (ruilverhouding oude versus nieuwe besjes) bepaalt de prikkel om nu wel of niet vrije tijd te nemen.

Maar stel nu dat er een grote generatie oudere Crusoës ontstaat en dat er nauwelijks jongeren bij komen? Dan ontstaat dus een enorme schuld en daarmee de verplichting dat de jongere generatie nagenoeg alle geplukte besjes zal moeten afstaan aan de dan met pensioen zijnde generatie ouderen. Het kan niet anders in zo’n economie want in feite is hier sprake van een omslagstelsel. Elke jaar is er niet meer dan de totale pluk aan besjes en die moet gewoon worden verdeeld. We hebben nu dus zowel geen groei (totale pluk beperkt, bederfelijke waar) én vergrijzing in het modelletje gestopt.

Fransman heeft dus een punt door te stellen dat bij uitblijven van groei en innovatie in combinatie met vergrijzing een last op de jongere generatie komt te liggen. Uiteindelijk resulteert een hele lage of zelfs negatieve rente en leidt de nieuwe verdeling tot gedwongen vrije tijd (werkloosheid ouderen), stress (overuren bij jongeren), armoede en honger (welvaartsvermindering).

Crusoë alleen met noten

Maar cruciaal in het verhaaltje was de aanname van ‘bederfelijke waar’. Je kunt met besjes niet ‘vooruit’ werken en een voorraad aanleggen. Stel dat Crusoë op een eiland terecht komt waar noten aan de boom groeien. Dan krijg je een heel ander verhaal omdat er dan voorraadvorming kan plaats vinden.

Kan Crusoë nu wél sparen? Jazeker. Crusoë kan zijn eigen levensplanning vorm geven. Hij kan besluiten vandaag overuren te maken door langer te werken en meer noten te plukken. Morgen kan hij dan vrij nemen en zijn overpluk noten van gisteren gebruiken. Dit is natuurlijk een bekend principe in de natuur, hamsters leggen een voorraad aan, roofdieren vreten zich overvol aan een prooi etc waardoor een langere tijd zonder voedsel kan worden overbrugd. Natuursparen zou je kunnen zeggen.

In deze economie bestaan geen schulden en is er ook geen rente.

Crusoë samen met noten

Wat verandert er als er veel oude Crusoës zijn en een relatief kleine generatie jonge Crusoës, dus wat gebeurt er op ons eiland met noten in een vergrijzingsfase? Veel ouder wordende Crusoës zien de bui al hangen en vrezen dat ze langer moeten doorwerken. Dat vinden ze niet fijn en dus zullen ze nu extra noten willen plukken. Ze hebben de neiging om aan voorraadvorming te gaan doen zodat ze dat beruchte ‘appeltje voor de dorst’ hebben.

De mogelijkheid om extra pluk noten aan anderen af te staan blijft natuurlijk gewoon open. Ook dan betekent dat de opbouw van beloften door jongeren aan ouderen. Jongeren moeten nu meer noten eten dan zij zelf plukken. Dat betekent dat jongeren nu meer vrije tijd hebben (bijvoorbeeld omdat ze studeren) en later dus extra moeten werken om aan hun verplichtingen te voldoen jegens de ouderen. Als niemand nu bereid is die extra vrije tijd te nemen, dan resulteert ook in deze economie een lage of zelfs negatieve rente. Een eventuele latere mogelijkheid van in gebreke blijven van levering van nieuwe noten (contract breuk door de jongeren) betekent ook hier een gedwongen afname van welvaart voor de ouderen.

Maar in deze economie is niet langer sprake van een simpel omslag-stelsel. Bij een omslag-stelsel is er een jaarlijkse maximale productie die simpelweg verdeeld moet worden. Nu is er naast de jaarproductie aan noten een opbouw aan voorraad oude noten die ook in de verdeling kan worden betrokken.

Deze economie lijkt het meest op waar Fransman het over heeft. Er is dan weliswaar geen sprake van innovatie en reële groei maar er is nu naast onderlinge afspraken en schuld ook de mogelijkheid om zelf op te potten en apart te leggen. De extreme druk van het omslag-stelsel en de dreiging van armoede (door niet nakomen van beloften) voor ouderen is hier minder dwingend. Er is minder druk op schuld-vorming door de mogelijkheid van eigen voorraden.

Nota bene 1: wanneer we aannemen dat sprake is van innovatie (en dus van efficiëntere technieken in de toekomst) dan krijg je echt een ander verhaal. Op dat moment leidt sparen nog steeds tot schulden aan jongere generaties maar die schulden kunnen met gemak worden terug betaald uit de hogere toekomstige opbrengsten. Daar is dus niet sprake van een klem.

Nota bene 2: het spaar- en consumptie-gedrag tussen de generaties bij vergrijzing (en geen groei) wordt ‘opgelost’ door een verlaging van de rente (of ruilverhouding, tot zelfs negatief aan toe) en/of een verhoging van de reële beloning van arbeid. Ook kan, in heel extreme gevallen, sprake zijn van simpelweg niet nakomen van beloften (‘afstempelen’) in de toekomst, waardoor de ouderen zullen verarmen en/of alsnog zelf aan de bak moeten. We komen dan terecht in de Piketty-discussies van een te grote ongelijkheid en mogelijke correcties daarvan (zie bijvoorbeeld deze eerdere blog).

Sparen in natura = afspraken tussen jongere zelf en oudere zelf

Wat Fransman, in deze termen, wil zeggen is dat de route van standaard sparen via banken en pensioenfondsen een onnodige druk legt op de toekomstige generaties. De enige weg die voor ouderen in deze bijzondere constellatie open lijkt te staan om het ‘appeltje voor de dorst’ op te bouwen is door het aangaan van schulden door jongere generaties.

We hebben in het simpele voorbeeldje gezien dat ondanks de ‘geen groei’ situatie én de vergrijzingsproblematiek buiten de opbouw van schulden de mogelijkheid bestaat je eigen spaarpot te creëren. Op deze manier ga je geen afspraak aan met de volgende generatie (met alle risico’s van dien, pensioenfondsen kunnen ook in de problemen raken) maar maakt je jongere zelf een afspraak met je oudere zelf.

Dat klinkt wat cryptisch, een afspraak met jezelf maken. Maar dat doe je dus door je overproductie van nu te stoppen in (investeren in) fysieke en reële kapitaalgoederen die daarna gratis hun diensten aan je kunnen leveren. Dat betekent dat je in de extra uren die je nu wilt werken elk jaar een klein stukje van je huis bouwt zodat je op je 65e een compleet huis gebouwd hebt waar je nog jaren gratis in kan blijven wonen. Dat doe je door nu een zonnepaneel te ‘bouwen’ dat je na je 65e gratis energie levert. Dat doe je door nu elk jaar een stukje auto te kopen die je na je 65e een complete auto garandeert die je nog jaren bijna gratis kan vervoeren. En dat doe je door elk jaar een stukje grond vruchtbaar te maken die ervoor zorgt dat je na je 65e elk jaar bijna gratis te eten hebt.

De ruil-economie nieuwe stijl kenden we al. Nu komt daar dus ook de spaar-economie nieuwe stijl bij.

Sparen is wel degelijk een deugd! Maar het ligt er aan hoe je spaart. De vraag blijft dan wel: als er ergens iets niet klopt in het huidige systeem en het is niet sparen als zodanig wat ondeugd is, wat is dan wél de ondeugd?

Rudy van Stratum

 

 

Sparen in natura? (n.a.v. Robin Fransman)

Robin Fransman stelt in zijn nieuwe boek (en Volkskrant artikel van afgelopen zaterdag waar ik me op baseer) dat sparen geen deugd is. Onze huidige spaarneiging verergert onze economische crisis en is ook niet rechtvaardig naar toekomstige generaties. Zijn uitgangspunt is dat onze huidige economie last heeft van 2 problemen:

  • Er is niet of nauwelijks sprake van echte (reële) groei
  • Er is sprake van vergrijzing (er worden relatief weinig kinderen geboren)

 

Natuurlijk is het logisch dat veel mensen zich zorgen maken over hun toekomst en dat ze een appeltje voor de dorst willen. Dus gaan ze sparen. Maar, zo stelt Fransman, dat sparen leidt tot schuldopbouw en verergert de crisis.

Neerwaartse spiraal

Want het tegoed van de een is (als er geen echte groei in de economie is) de schuld van de ander. Geen groei betekent geen productieve aanwending van de gespaarde middelen. Een steeds groter vermogen (spaarcentjes) zoekt zijn weg naar productieve bestemmingen die er niet zijn. Gevolg: de rente (vergoeding op sparen) zakt en zakt tot zelfs het niveau van 0%. Hierdoor krijg je nog meer zorgen over je toekomst (je spaargeld levert minder op) en dus ga je nog meer sparen. Gevolg: een nog lagere rente. Etcetera. We komen in een vicieuze cirkel van neerwaartse bestedingen en nog lagere groei terecht.

Ondertussen, alsof het nog niet erg genoeg is, zullen ondernemers ook wel nalaten te gaan investeren in nieuwe technologieën omdat er naar hun inschatting te weinig vraag is naar nieuwe producten. Er is te weinig koopkracht, er valt door de besparingen van de oudjes te weinig uit te geven aan nieuwe spullen.

Gevolgen van deze oppotwoede:

  • Groei wordt onnodig uitgesteld (crisis onnodig verlengd)
  • Opbouw van schulden voor toekomstige generaties

 

Opmerkelijk Keynesiaans onderbestedingsverhaal van liberaal Robin Fransman.

Oplossing

De oplossing (nogmaals: wanneer we aannemen dat de echte groei en innovaties voorlopig uitblijven) is niet dat de overheid dan maar meer belasting gaat heffen en het geld gaat uitgeven aan nieuwe infrastructuur of onderwijs. Een grotere overheid past niet bij Fransman (denk ik). Fransman pleit voor wat ik maar noem ‘sparen van onderaf’. Natuurlijk: er moeten ook meer kinderen komen, maar dat laat ik hier even liggen.

De overheid is al begonnen met het ontmoedigen van sparen door later AOW uit te keren (langer doorwerken dus) en door regelingen voor eerder uit te treden fiscaal te ontmoedigen. Je kunt zelf ook een deel van de oplossing zijn, door anders te denken over sparen.

De ‘nieuwe’ besparingen moeten vooral gaan zitten in:

  • Het aanwenden van je opgebouwde (of op te bouwen) pensioen in de aflossing van je huis.
  • Het in gebruik nemen van een moestuintje.
  • Het kopen van een nieuwe auto.
  • Het installeren van zonnepanelen op je huis.

 

Sparen van onderaf

Ik noem dat sparen van onderaf of ‘alternatief sparen’. Waar het bij sparen om gaat is dat je in een periode dat je niet meer productief bent toch normaal kunt leven. In een geld-economie betekent dat dat je eerder bent begonnen met sparen en dus met geld opzij zetten. Als je dan zelf geen inkomen uit arbeid meer hebt dan neem je elke maand wat geld van je spaarrekening op.

Maar als dat niet goed meer werkt (micro-motief: nauwelijks rente, maco-motief: de crisis wordt verergerd) ga je ‘sparen in natura’, ‘sparen van onderaf’ of ‘sparen in eigen kring’. Je denkt niet meer in geld maar in de diensten waar je op dat moment behoefte aan hebt.

Om te kunnen blijven leven (als je niet meer werkt) heb je een paar belangrijke zaken nodig:

  • Je moet eten en drinken.
  • Je moet een dak boven je hoofd.
  • Je hebt verwarming en licht nodig.
  • Je hebt behoefte aan vervoer.

 

Je kunt die zaken dus voor elkaar krijgen in natura. Door het hebben van een moestuin, produceer je je eigen groenten (en vlees als je er kippen op laat lopen). Door je pensioengeld meteen in je huis te stoppen heb je je huis grotendeels afgelost en woon je goedkoop of gratis. Door het kopen van zonnepanelen heb je nagenoeg gratis verwarming en licht. Door het kopen van een nieuwe auto heb je gedurende 10 jaar gratis vervoersdiensten. Je hebt nog wel wat aanvullend geld nodig (benzine, eten dat je niet zelf verbouwt etc) maar daar kan dan de basis-AOW in volstaan.

Een opmerkelijke gedachte. Je laat niet anderen investeren door te sparen (geld opzij te zetten en naar de bank te brengen) maar je investeert zelf. Je bent nu de producent van de diensten die je zelf later afneemt (van jezelf dus): de jonge producent helpt de oude consument (en beiden ben je dus zelf). Je huidige arbeidsoverschot sla je als het ware op in ‘fysieke voorraad’ die je later weer naar eigen inzicht kunt opmaken en afbouwen.

Dus je bouwt als het ware tijdens je werkzame leven steeds een stukje huis zodat je later dat huis af hebt en er gratis in kan blijven wonen. Het huis is de drager van je gestolde arbeid, een fysieke pot besparingen die ‘woondiensten’ levert.

Je koopt en bewerkt elk jaar een stukje land zodat je daar later elk jaar van kunt eten. De grond is de fysieke spaarpot, gestolde arbeid, die telkenjare tot uitkering komt in de vorm van groenten.

Het zonnepaneel is een fysieke spaarpot die je jarenlang gratis energie gaat geven. De auto is de fysieke spaarpot die je jarenlang (bijna) gratis vervoer gaat geven.

Je overgebleven uren in je eigen spaarpot (zonnepanelen etc) stoppen, levert dus een hoger rendement op dan die uren via geld en een omweg van banken en pensioenfondsen in een ‘algemene’ spaarpot te stoppen.

Ik wil nog een blog besteden aan wat volgens de economische theorie de kern van sparen is en wanneer dat wel/niet tot schulden leidt. Een opbouw ‘van onderaf’ zeg maar.

Rudy van Stratum