Maandelijks archief: augustus 2011

Overzicht financieringsconstructies: eerste gedachten

Stijn geeft in een eerder bericht toekomstwaarde nu aan dat hij graag een overzicht wil maken van de belangrijkste financieringsconstructies. Dat lijkt me een strak plan en ik vermoed dat meer mensen hier belangstelling voor hebben, zeker als het visueel kan worden weergegeven in een samenvattend overzicht met belangrijke vormen en kenmerken. En waarom zouden we de discussie hierover niet gewoon hier voeren? Laat ik als start weer wat stellingen formuleren. En een stelling kan uiteraard verworpen of verbeterd worden.

Stelling:

De kern van financieringsconstructies is dat zij geldstromen in de tijd sturen, manipuleren of beïnvloeden zodat betrokken partijen daarmee hun doelen beter kunnen bereiken (een hoger intertemporeel nut kunnen bereiken).

Stelling:

In wezen gaat het hier om ‘verdienmodellen’. Eerst probeer je alles zo goed en optimaal mogelijk in te richten (het verdienmodel). Vervolgens kan als sluitstuk blijken dat de resulterende geldstromen tussen de partijen en in de tijd niet altijd matchen. De constructie die je opzet om die geldstromen tussen partijen en in de tijd te laten matchen noem je een financieringsconstructie. Eerder hebben we al eens gesteld dat als het verdienmodel klopt (goed in elkaar zit, een positief totaalrendement genereert) dat dan de financieringsconstructie een kwestie van uitwerken is, nooit het echte probleem kan zijn.

Stelling:

Omdat het spraakgebruik nu eenmaal anders is en ook de praktijk van verdienmodellen en financiering weerbarstig is, is mijn voorstel ze door elkaar te gebruiken. Het gaat erom hoe je je activiteiten of projecten zodanig opzet dat er voldoende rendement wordt gegenereerd en dat de financiële stromen in de tijd en tussen partijen zodanig wordt gematcht dat de projecten doorgang kunnen vinden.

Stelling:

Stap 1 is dan om zoveel mogelijk bestaande financieringsconstructies en verdienmodellen bij elkaar te harken. We hebben al een aantal recente publicaties genoemd op deze site zoals ‘Verdienmogelijkheden’ van Nederland onder Water en ‘Toekomstwaarde nu!’ van Agentschap NL. Zonder al te veel moeite kom je in eerste instantie op 40-50 soorten en vormen. De volgende stap 2 is dan om de verzameling te gaan ordenen. Een aantal vormen zullen bij nadere bestudering sterk op elkaar lijken. Zo zal een indikking ontstaan en blijven x aantal elementaire vormen over.

Lees verder

Toekomstwaarde nu!

 In juni 2011 is door Agentschap NL de publicatie “Toekomstwaarde nu! Duurzaamheid verzilveren in gebiedsontwikkeling” uitgegeven (hier te downloaden). De publicatie stelt dat bij gebiedsontwikkeling duurzame ontwikkeling een randvoorwaarde is. Het is niet meer vanzelfsprekend dat elke woning of elk kantoorpand direct verkocht of verhuurd is. Ook de uitgifte van bedrijventerreinen loopt moeizaam. Focus op kwaliteit is dus noodzakelijk.

Globale inhoud

De aanpak die wordt voorgesteld is het centraal stellen van waarden. Dit gaat verder dan alleen economische  waarden want het zijn vaak de niet economische, zachte,  waarden die een groot deel van de kwaliteit van een gebied bepalen. Denk aan comfort, gezondheid, groen, etc. De volgende stap is te denken in opbrengsten in plaats van in kosten. Welke toekomstige opbrengsten zijn er? Als de opbrengsten bekend zijn kan ook de financiering geregeld worden. Namelijk alle gebruikers en partijen die delen in de opbrengst kunnen gevraagd worden een bijdrage te leveren aan de investering. De publicatie draagt diverse hulpmiddelen aan om dit voor elkaar te krijgen. Met andere woorden ook het proces rondom het denken in waarden krijgt aandacht. Bijvoorbeeld de vraag hoe ik partijen om me heen verzamel, welke partijen relevant zijn, hoe ik draagvlak organiseer en wat slimme, goede oplossingen zijn.

Zonder volledig te zijn, een aantal interessante zaken die we kunnen vinden in deze rapportage.

  • Uitleg van begrippen op het gebied van financiering, gebiedsontwikkeling en duurzame ontwikkeling Lees verder

Olson over kosten en baten van democratie

Per toeval kwam ik een artikel uit 1993 tegen van de econoom Mancur Olson: dictatorship, democracy and development (google en gij zult vinden). Het trof me als een origineel artikel dat op een treffende manier laat zien hoe economen consequent over eender welk thema door redeneren. Zelfs op het ontstaan van democratie kun je het economen-instrumentarium toepassen. Hoe gaat zo’n redenering in een notendop?

Het verhaal begint bij wat Olson ‘roving bandits’ noemt. Iemand die sterk is komt in een gebied en dwingt iedereen zijn spullen aan hem af te staan. ‘Dit land is van mij’. Eventuele weerstand wordt snel de kop in gedrukt. Als de zaak is leeg geplunderd gaat de ‘mobiele bandiet’ op naar de volgende plek waar hij zijn dingetje herhaalt en zo verder. Olson stelt dat dit gedrag uiteindelijk niet rationeel is. De mobiele bandiet moet elke keer verkassen en loopt het risico dat het een keer fout gaat. Hoge kosten en veel risico dus. Tot het moment dat er een slimme bandiet kwam die bedacht dat hij gewoon op de plek in kwestie kon blijven en er zelf beter van kon worden. Hij zette een kroon op, noemde zich koning, en zou in plaats van anarchie zorgen voor heldere regels en rust. De ondergeschikten wisten voortaan waar ze aan toe waren en moesten in ruil daarvoor niet alles maar een deel van hun goederen (productie) af staan aan de zelfbenoemde koning. Logisch: de zekerheid voor de burgers bracht hen er toe het land weer te gaan bewerken in de overtuiging dat ze een fors deel daarvan zelf mochten houden. Van loslopende boeven zouden ze voortaan verlost zijn. Win-win dus.

Lees verder

Verdienmogelijkheden (8): erfpacht

Dit is een verdienmogelijkheid die aparte behandeling en verdieping verdient. Ik kan niet alle consequenties overzien. Het idee is dat je niet de nieuwe eigenaar van grond wordt maar dat je de grond als het ware huurt. Elke maand betaal je dan de vergoeding die hoort bij het gebruik van de grond aan de (bestaande) eigenaar. Je kunt op allerlei manieren de maandelijkse vergoeding afspreken, tegen een vaste rente op een variabele grondwaarde, tegen een vast bedrag per maand maar met een periodieke aanpassing etc. Voordeel is dat de initiële kosten van een bouwproject omlaag gaan en dat de financiering makkelijker zal worden. Een ander voordeel lijkt mij dat bij kopers het motief om te speculeren op een toekomstige waardestijging van de grond komt te vervallen. Hiermee zal de huizenmarkt wellicht een stabieler beeld vertonen qua waardeontwikkeling. Maar hier zit meteen ook het addertje vermoed ik. Huizenkopers vinden het juist leuk om eigenaar van de grond te zijn en daar ook de toekomstige voordelen van te plukken. Bovendien kunnen ze nu speelbal worden van de onzekere maandelijkse vergoeding die ze wellicht in de toekomst moeten betalen voor het gebruik van de grond. Ongetwijfeld zal dan allerlei regelgeving nodig worden geacht om dat in goede banen te leiden. En wat te denken van de rente-aftrek die dan niet van toepassing is op de grondwaarde voor de gebruiker annex bewoner? Toch zijn er ook nieuwe constructies te bedenken die lijken op de bestaande praktijk maar wellicht zonder een aantal nadelen. Je zou de grondvergoeding voor 50 jaar vast kunnen leggen. Dan ben je van de onzekerheid af. In dat geval kun je het recht tegen die prijs de grond te mogen gebruiken ook gewoon verhandelen of door verkopen als je je woning verkoopt. Ook dan kun je dus weer winst of verlies maken. Maar de grond blijft dan eigendom van ..  Ja, van wie eigenlijk. Ik kan me zo’n model voorstellen als grond in principe altijd eigendom blijft van de gemeente of een of andere niet-commerciële grondexploitatie-maatschappij. Op het moment dat de grond al in eigendom is van een willekeurige particulier of commerciële partij dan blijft een speculatief motief bestaan. Het voordeel van een lagere initiele aankoopsom blijft echter staan in deze variant. Zoals ik al zei: dit verdient nader onderzoek. Ik houd me aanbevolen voor mogelijke bestaande studies en verkenningen die voor- en nadelen van erfpacht ten opzicht van traditionele koop op een rij zetten (in dit cahier zult u ze dus tevergeefs zoeken).

Rudy van Stratum

Joop Hartog over waarde van ruimte en bevolkingsgroei

Joop Hartog, een van de bekende arbeidseconomen in Nederland, hield zijn afscheidscollege op 29 juni aan de Universiteit van Amsterdam. De tekst is elders op internet in zijn geheel te vinden. Aanbevolen literatuur, makkelijk leesbaar en frisse originele inzichten. De titel is ‘Is de maat nou echt vol?’. Joop begint zijn verhaal met de constatering dat hij al 30 jaar dagelijks vanuit zijn dorp per fiets en trein naar Amsterdam op en neer beweegt. Hij ziet en hoort minder vogeltjes, voorheen vrije en groene ruimte is opgevuld met woningen en/of asfalt. Hij vindt dat jammer en vraagt zich af of hij vanuit zijn economische instrumentarium iets rationeels kan zeggen over dit gemis. Er is toch sprake van groei geweest? Dat is toch goed? Of is Nederland te vol?

Opmerkelijk feit: Nederland is tusen 1500 en 2000 qua bevolking met een factor 15 gegroeid, waar dat bijvoorbeeld in Frankrijk en Belgie slechts een factor 4 en 6 was. De belangrijkste reden voor deze uitbundige groei was economisch van aard en had te maken met de hoge vruchtbaarheid van katholieke gezinnen op zandige grond met intensieve landbouw (goedkope arbeid voor familie ondernemingen). Vanaf 1970 wordt Nederland een immigratieland. Het immigratieoverschot van Nederland bedraagt in 2009 40% (van de aanwas van 89.000 zielen is 51.000 eigen kweek, de resterende 40% immigratie). Op de totale bevolkingsomvang is de immigratie in dat jaar 0,9% waar dat in de VS in dat jaar 0,3% is. De politieke redenering is meestal: bevolkingsgroei (of dat nu eigen kweek is of immigratie) is nodig voor economische groei. Maar is dat ook zo? Lees verder

Verdienmogelijkheden (7): energieproductie

Daar is die dan eindelijk: dit is de meest grijsgedraaide mogelijkheid om geld (terug) te verdienen met duurzame maatregelen. In tegenstelling tot de vorige verdienmogelijkheid (nr 6: energietransport) gaat het hier om de opwekking of productie van energie. Een huishouden kan door extra investeringen in energieopwekkende apparatuur jaarlijks een lagere energierekening realiseren. Er komt steeds meer ‘evidence’ dat het hier ook om een reële terugverdienmogelijkheid gaat. De apparatuur wordt door massaproductie en technologische verbetering steeds goedkoper en ondertussen blijven de prijzen van energie structureel stijgen. Deze terugverdienmogelijkheid kan in belang dus alleen nog maar toenemen.

In de praktijk zijn er nog wel wat hobbels. Zo is het niet zonder meer mogelijk om extra geld te lenen (als je bijvoorbeeld een nieuw huis koopt) om de meer-investeringen in duurzame maatregelen te financieren. Hoewel er mondjesmaat uitzonderingen binnen bijzondere regelingen (zoals de klimaathypotheek) worden toegestaan, stemt de huidige crisis op de financiële markten (en de bijbehorende economische neergang) hier niet tot vrolijkheid. Op zich vreemd (zelfs of juist bij een economische crisis) als je kunt aantonen dat je jaarlijkse cash-flow alleen maar toeneemt door deze ingrepen.

Een andere hobbel is dat je je zelf opgewerkte energie bij overschotten alleen tegen lagere tarieven aan het net terug kunt leveren. Hier zijn ook wel oplossingen voor in de maak. De zuiverste lijkt te zijn dat je tegen dezelfde tarieven levert als afneemt (eventueel minus een bepaald percentage voor ‘handling’ door de netwerkbeheerder). In Duitsland kennen ze een dergelijke regeling al langer. Een andere mogelijkheid is dat je zelf een energiebedrijf opricht of een ‘smart-grid’ van onderling gekoppelde gebruikers en mini-leveranciers realiseert waardoor je zoveel mogelijk decentraal oplost voordat je centraal aanlevert. Hierbij is weer een issue dat het vigerende belastingregime voor kleinproducenten belemmerend kan werken (ik ken hier niet alle ins en outs, maar ervan uitgaande dat je efficiënt energie produceert dan moet je ook in staat zijn de bijbehorende belastingen te innen en af te dragen, hooguit kan de hele administratieve rompslomp voor de beperkte schaalgrootte de pan uit rijzen, maar met de moderne ict moet dat op te lossen zijn).