Categoriearchief: Informatiebronnen

Handleiding transformatie kantoorgebouwen

Op 6 juni organiseren wij ons symposium over slimme financiering. Als casus kijken we naar leegstand van kantoren. Niet voor niets natuurlijk want het is een zeer actueel onderwerp. Deze week bijvoorbeeld publiceerde het SEV een handleiding voor de transformatie van kantoorgebouwen in woonruimte (zie hier).

De handleiding bestaat uit twee delen. Het eerste deel geeft achtergronden bij de leegstand van kantoren. Hoe is dit zo gekomen, wat zijn de mechanismen en welke succesvolle voorbeelden zijn er van transformatie? Het tweede deel geeft een stappenplan voor transformatie. Lees verder

Greco (slot): kredietunies

The end of money

In de vorige bijdragen over het boek van Greco (‘The end of money’) heb ik nogal eenzijdig benadrukt dat het simpele feit dat het fenomeen rente bestaat niet de hoofdoorzaak van onze economische crisis is. Daarbij is enigszins het zicht verloren op de oplossing die Greco bepleit en waar de kaarten nog steeds goed voor zijn. Laten we deze nieuwe werkelijkheid van Greco eens nader bekijken.

Huidige problemen

Eerst nog even wat de problemen zijn in de huidige situatie (geen volledigheid):

  • Er is op grote schaal groot wantrouwen richting de bancaire sector
  • Er is sprake van quasi-monopolie situaties in de financiële sector
  • Er zijn nieuwe producten ontwikkeld die door consumenten als onnodig zijn ervaren en vooral tot doel hadden de winstbijdrage te vergroten
  • Leningen zijn op grote schaal herverpakt en doorverkocht, dit leidde tot ondoorzichtigheid op de achterliggende risico’s en eigenschappen, tot speculatief gedrag en lucht in de prijsvorming, en uiteindelijk tot instabiliteit op de financiële markten
  • Een te grote afhankelijkheid van de ‘echte’ economie van de financiële markten die een eigen leven zijn gaan leiden
  • Overmatige beloningen en bonussen met perverse prikkels die tot genoemde fenomenen hebben geleid
  • Afwenteling van de problemen op de belastingbetaler
  • Afnemende mogelijkheden voor het MKB om toegang te krijgen tot krediet (toenemende afstand MKB tot bancaire sector door schaalvergroting, meer afstand en minder kennis van de klant)

Het alternatief: mutual credit clearing

Het uitgangspunt van Greco is ‘in the end we each pay for the things we buy with the things we sell’ (p. 131). En dit is de kern van wat hij ‘mutual credit clearing’ noemt. Waar het op neer komt is dat er sprake is van leden of gebruikers die gezamenlijk gefaciliteerd worden door een administratieve ‘bijhoud fabriek’. Je ruilt als het ware diensten of producten tegen kredietpunten. Die kredietpunten worden over en weer bijgehouden in een modern ict-ondersteund web-based systeem. Het is dus in essentie niet veel meer dan een hoogwaardig kasboekje waarin netjes staat beschreven welk tegoed iedereen heeft op basis van zijn geleverde diensten. Er is sprake van ‘mutual credit clearing’ omdat er niet 1-op-1 wordt bijgehouden aan wie je hebt geleverd en van wie je een tegoed hebt, nee per persoon wordt het netto tegoed of de netto schuld berekend. Zo wordt dus inzichtelijk welke positie je als het ware hebt ten opzicht van het systeem of het grotere geheel (de collectiviteit van de aangesloten deelnemers).

Een dergelijk systeem is destijds ook de opzet geweest van het huidige bankwezen. Maar nu is de techniek beschikbaar om dit eenvoudigweg over te doen zonder de eerdergenoemde nadelen ervan. Het is een systeem van onderop met een grote nadruk op de eigen lokale economie. In principe denkt Greco aan lokale credit clearing associations die via (ict-) netwerken gekoppeld zijn aan grotere federaties dit uiteindelijk de hele aardbol omspannen. Greco maakt hier de vergelijking met een (decentrale) energie-opwekking (ook wel smart grid genoemd). Hier wekt elke consument via bijvoorbeeld zonnepanelen op zijn dak zijn eigen energie op. Maar daar waar sprake is van een lokaal en tijdelijk surplus en tekort kan hij dat uitwisselen mijn zijn directe omgeving. Eerst in een kleine cirkel, waar alle plussen en minnen weer worden gesaldeerd, en later eventueel als dat nodig is, in een grotere cirkel buiten het lokale netwerk. Zo zijn uiteindelijk alle lokale energie-leveranciers gekoppeld in een wereldomvattend smart grid van energielevering. En zo kan het ook gaan met onderlinge kredieten.

In deze constructie kan makkelijk rekening worden gehouden met de mogelijkheid van wanbetaling door een interne reserve aan te houden. Jaarlijks wordt de optimale buffer berekend en een eventueel overschot wordt weer uitgekeerd aan de deelnemers.

Krediet-unie

Ik leg hier de koppeling met een recente bijdrage van Piet Duffhues en Benjamin Camdzic in het Brabants Dagblad van 28 december (artikel is te vinden op: artikel kredietunie ). Ook deze auteurs starten met de problemen rondom het huidige bankwezen en financiering. Zij leggen in hun betoog veel meer de nadruk op de problemen die het MKB ondervindt bij het niet meer of steeds moeilijker kunnen financieren bij de gebruikelijke banken. Banken zijn gericht op het vergroten van hun winst leningen gaan doorverkopen, gekoppeld aan schaalvergroting is de afstand tot en daarmee de kennis van de MKB-klant vergroot. De auteurs breken een lans voor het alternatief van de krediet-unie. Het gaat in wezen om wat ooit de gedachte achter de oprichting van de Rabo-bank was. De leden zoeken elkaar op en belenen elkaar. In de kern heeft de krediet-unie geen winstoogmerk en blijft in principe kleinschalig. Uiteindelijk zou dat moeten leiden tot lagere kostenniveaus, minder risico’s van wanprestatie door kredietnemers en tot hogere spaarrentes. In het buitenland bestaan dergelijke krediet-unies en werken ze zoals verwacht. In Nederland zijn op dit moment nog geen krediet-unies operationeel. Er is sinds een aantal jaren een werkgroep aan de slag om nieuwe krediet-unies in Nederland van de grond te krijgen. Zie ook www.dekredietunie.nl.

Overwegingen

Ik denk dat we moeten concluderen dat de nieuwe opzet technisch gesproken realiseerbaar is. Oud geld is simpelweg niet meer nodig, het openstellen van kredietlijnen kan in al onze behoeften voorzien. De techniek is zover dat we op deze manier een geldsysteem van onderop kunnen organiseren. Natuurlijk zijn er wel kanttekeningen te plaatsen. De kernvraag is hoe zo’n systeem een goede ’take-off’ kan krijgen. Er is immers een voldoende grote kritische massa van deelnemers nodig en die deelnemers moeten in hun aanbod ook voldoende diversiteit bieden. Ook moeten de deelnemers of leden ‘gekend’ worden, er zal sprake moeten zijn van een rating of iets dergelijks. Maar eerder hebben we gezien dat nagenoeg vanuit het niets grote nieuwe systemen kunnen ontstaan, denk hierbij aan marktplaats, google, amazon, ebay of paypal om maar wat voorbeelden te noemen. Het online verkoopsysteem ebay heeft zelfs een interactief rating-systeem ingebouwd dat zo overgenomen kan worden in het nieuwe bankieren. Technisch gesproken bieden sites als ebay en paypal al behoorlijk wat ingrediënten die we nodig hebben. Dan hebben we nog een infrastructuur nodig van pasjes (credit cards) en inlees systemen. Ook hier zou je kunnen denken dat simpele aanpassingen op onze mobiele telefoons voldoende zijn om van start te kunnen.

En dan zijn er nog juridische en fiscale aspecten. Als het systeem gaat werken en uit de pilot fase komt (serious business) dan ontkom je niet aan belastingheffing op transacties die in de nieuwe eenheden plaats vinden. Ook zullen er allerlei afspraken gemaakt moeten worden in geval van wanbetaling, faillissementen, overlijden etcetera. Maar niets dat niet gewoon is op te lossen.

Tenslotte, en dit zou wel eens de grootste hobbel kunnen zijn, zijn er de gevestigde machten en belangen. We weten hoe krachtig de lobby van banken is. Het gaat hier om enorme belangen. Grote banken zullen alles in het werk stellen om nieuwe alternatieven klein te houden. De huidige markten kennen hoge toetredingsdrempels. Maar ook hier geldt: waar een wil is, is een weg.

En, nog niet helemaal tenslotte dus, we moeten niet naïef zijn. Zoals gezegd is de Rabo ook ooit begonnen met deze gedachte als uitgangspunt. Inmiddels voldoet de Rabo blijkbaar niet meer aan de kernvereisten van een krediet-unie (anders zouden we hier nu niet deze discussie hebben). En dit gevaar ligt voor alle nieuwe initiatieven op de loer. Elk nieuw systeem creëert weer nieuwe belangen. En als er nieuwe belangen zijn dan zullen die op hun beurt weer verdedigd worden door hun houders. Ook binnen krediet-unies ontstaan weer management-lagen met hun baasjes. Er ontstaan met andere woorden wat in de economische literatuur ‘agency costs’. We zullen dus toezicht moeten organiseren op de ‘agents’ die voor ons het onderhoudswerk doen. En zo wordt het systeem vanzelf ingewikkelder en gaat een eigen leven leiden.

Maar zover is het nog niet: vooralsnog is er behoefte aan een nieuw geld- en leensysteem. Technisch hebben we alle tools tot onze beschikking om er vandaag mee aan de slag te gaan!

Rudy van Stratum

Tranisitie naar 80% CO2 reductie in 2050

Het planbureau voor de leefomgeving heeft een verkenning uitgegeven over de wijze waarop Nederland in 2050 klimaatneutraal kan worden. Een aantal bevindingen, hoofdzakelijk over de kosten van ons energiesysteem, heb ik kort samengevat (klik op afbeelding).

Creatief met hypotheekschuld

Studieschuld

Aanleiding is de column van Frank van Kalshoven in de Volkskrant van afgelopen zaterdag 12 november 2011. Hij verwijst daar naar een aantal creatieve mogelijkheden die circuleren om de hypotheekschulden te verminderen. Eentje daarvan wil ik er hier uit lichten. Hij doet me denken aan de mogelijkheid die studenten in de jaren 80 van de overheid kregen om hun studieschuld met korting versneld af te lossen. Het was toen nog de tijd van renteloze schulden die je in 120 termijnen (elke maand 10 jaar lang) moest aflossen. En aflossen hoefde alleen als je inkomen boven een bepaalde minimale grens lag. Na een bepaalde tijd (ik dacht diezelfde 10 jaar) werd een eventueel restant van je schuld kwijtgescholden. Er was dus in feite geen enkele prikkel om je studieschuld versneld af te lossen, je betaalde immers geen rente en bovendien als je per ongeluk werkloos was hoefje niet te betalen. En dat terwijl heel wat werkenden best het geld beschikbaar hadden om die aflossing versneld te doen. De overheid gaf toen iedereen de gelegenheid die schuld versneld af te lossen met een korting van (uit mijn hoofd) 20%. Dus een schuld van € 10.000 kon je aflossen door € 8.000 van je spaargeld af te staan.

Hypotheek

Iets soortgelijks circuleert nu met betrekking tot de hypotheekschulden. Stel dat je € 100.000 aan hypotheekschuld hebt. Elk jaar betaal je daarover een rente en mag je die rente weer aftrekken bij je belastingaangifte. Stel dat je de bank 5% rente betaalt en dat je in het 50% tarief valt, dan betaal je effectief 2,5%. Veel mensen hebben ondertussen ook flinke bedragen op hun spaarekening staan als een appeltje voor de dorst. De rente op zo’n spaarrekening is belabberd laag maar toch loont het niet om versneld je hypotheek af te lossen. Je verspeelt daarmee immers de mogelijkheid  van rente-aftrek. De overheid zou sparende particulieren over de streep kunnen halen door aan te bieden: als je nu € 80.000 betaalt dan ben je je hypotheekschuld van € 100.000 kwijt (stel even voor gemak weer die korting van 20%).

Eerst moet de overheid dan de betreffende schulden van de banken overnemen, maar 80% daarvan krijgt ze onmiddellijk weer terug. Per saldo moet de overheid dus € 20.000 lenen op de kapitaalmarkt. Stel dat dit tegen een wat hoger speciaal tarief zal plaats vinden van ook weer 5% rente. Dan betaalt de overheid elk jaar € 1.000 aan rente over die € 20.000. Daar staat tegenover dat de overheid extra belastinginkomsten krijgt omdat de hypotheekrente aftrek vervalt. In ons voorbeeld gaat het dan om extra inkomsten van 2,5% over € 100.000 oftewel € 2.500. Door deze operatie krijgt de overheid dus jaarlijks € 1.500 aan extra inkomsten binnen. Na 20 jaar kan de schuld van € 20.000 opnieuw gefinancierd worden, maar dat is iets wat we nu niet meer willen neem ik aan. Dus een correctie voor een tussentijdse aflossing moeten we ook nog meenemen. Jaarlijks voordeel voor de overheid is hoe dan ook een bedrag ergens tussen de € 500 en € 1.000.

Wat verandert er voor de particulier die zijn schuld versneld aflost? In de oude situatie was hij elke jaar € 2.500 aan rente kwijt maar kreeg hij ook een rente op zijn spaargeld van € 80.000. Als we aannemen dat hij 2,5% rente op zijn spaargeld (is al behoorlijk hoog) krijgt dan is dat jaarlijks € 2.000 rente-inkomsten. Per saldo is deze particulier jaarlijks € 500 kwijt. In de nieuwe situatie heeft hij geen schuld meer, geen belasting aftrek meer maar ook geen spaargeld meer. In de nieuwe situatie betaalt noch ontvangt hij geld. De nieuwe situatie betekent voor de versneld aflossende particulier dus een verbetering van minimaal € 500 per jaar.

Conclusie

Een simpele constructie die 2 winnaars kent. Misschien zelfs drie winnaars. Want de banken krijgen een verkorte balans: € 80.000 minder spaargelden maar ook € 100.000 minder uitstaande tegoeden/hypotheken. De totale effecten voor de geldmarkten zijn wat lastiger in te schatten, maar ik zie zo 1-2-3 geen nadelige effecten. Het kortingspercentage van 20% is hier willekeurig gekozen. Je zou dit percentage kunnen fine-tunen zodat de constructie de grootste voordelen voor alle partijen laat zien. Het zou een eenmalige operatie kunnen worden, net zoals destijds bij de studieschuld de aanbieding eenmalig was.

 

Greco: the end of money (1)

The end of money

 

Een aantal weken gelden zijn we in het kader van slimme financiering op het thema van alternatieve geldsystemen gekomen. Ik zei al eerder dat dit een hele nieuwe wereld is, ook voor ons. Maar ondanks de overvloed aan informatie, is er ook veel kaf tussen het koren. Na wat speurwerk heb ik besloten eens te starten met een recent werk van Thomas Greco. Greco is iemand die als sinds de jaren 80 op dit thema zit en inmiddels een van de bekendste namen op het gebied is. Ik neem een recent werk van hem als uitgangspunt voor verdere discussies over en afbakeningen van het thema alternatieve geldsystemen.

Ik heb besloten uitvoerig op dit boek in te gaan. Inclusief een uitgebreide inleiding van mezelf betekent dat een serie van een aantal blogs die op elkaar voortborduren. Ik weet nog niet hoeveel blogs ik nodig heb maar ik zal ze netjes nummeren en er komt er om de 1-2 weken eentje bij.

Voordat ik op de inhoud van Thomas Greco ‘The end of money’ (2009) in ga, is het handig eerst een economisch-theoretisch kader neer te zetten. Misschien een lange inleiding, maar het voorkomt misverstanden en later bij de bespreking van Greco bespaart het ook weer tijd.

Eén enkel persoon: Robinson Crusoë

De arbeidsbeslissing

Voor de duidelijkheid vind ik het handig helemaal terug te gaan naar de kern van de economie. Stel er is maar 1 persoon op de wereld (en dat is dus de metafoor van Robinson Crusoë op het onbewoonde eiland), hoe ziet het plaatje er dan uit? Robinson heeft eigenlijk twee dingen tot zijn beschikking: tijd en een eiland met spullen om zich heen. Die spullen, laten we zeggen noten, liggen op het eiland maar om ze op te kunnen eten moet hij moeite doen, hij moet de noten oprapen en openmaken voordat hij ze kan eten. In wezen is hier het economische vraagstuk: hoeveel van mijn (vrije) tijd moet ik opofferen om tot een bevredigende consumptie te komen? Afhankelijk van hoeveel moeite het hem kost de noten te vinden en open te maken (in economisch jargon: de productiefunctie) enerzijds en hoeveel honger hij heeft en hoe lui hij is (zijn voorkeur voor consumptie en vrije tijd, in economisch jargon: de nutsfunctie) anderzijds, bepaalt hij de optimale hoeveelheid arbeid die hij naar de ‘markt’ brengt. Zijn ‘reële loon’ is nu in feite hoeveel noten hij krijgt voor een uur of een dag arbeid.

Lees verder

Alternatief geldsysteem (3)

Vandaag, 21-10-2011, een passend artikel over de crisis en de rol van banken daarin van de hand van Bernard van Praag (oud hoogleraar economie) in de Volkskrant. Strekking van het verhaal is dat banken een bijzondere eigenschap hebben. Ze kunnen namelijk zelf ‘geld’ maken. Door het verdwijnen van de scheiding tussen gewoon bankieren en zakelijk bankieren enerzijds en het aanhouden van steeds lagere buffers anderzijds, is op grote schaal misbruik van dit voorrecht gemaakt. Ook voor gewone spaarders kan het daarom flink misgaan doordat de banken nu praktisch failliet kunnen gaan. Door misbruik van de bijzondere positie worden te grote risico’s genomen die afgewenteld kunnen worden op spaarders en de belastingbetaler. Nog los van de enorme effecten die het afnemende vertrouwen heeft op de echte economie en de levensomstandigheden van miljoenen mensen. Voorwaar een perverse causaliteit. Van Praag sluit niet uit dat er binnen afzienbare tijd nog grote banken failliet zullen gaan. Hij stelt voor de oude scheiding weer in ere te herstellen. Maar nog zal dat niet voldoende zijn: er moeten regels worden gesteld aan speculatieve bewegingen van grote hoeveelheden geld over de aardbol. Wat we nodig hebben, aldus Van Praag, is een nieuwe Pieter Lieftinck. Maar niet voor Nederland, minstens voor Europa.

Een paar dagen geleden kwam Ronald Plasterk ook al met een stappenplan voor het beteugelen van banken en de inherente risico’s van de huidige praktijk. Nadenken over alternatieve geldsystemen (of bestaande geldsystemen maar dan wel met andere spelregels) is zo vreemd nog niet dus.

Rudy van Stratum

Toekomstwaarde nu!

 In juni 2011 is door Agentschap NL de publicatie “Toekomstwaarde nu! Duurzaamheid verzilveren in gebiedsontwikkeling” uitgegeven (hier te downloaden). De publicatie stelt dat bij gebiedsontwikkeling duurzame ontwikkeling een randvoorwaarde is. Het is niet meer vanzelfsprekend dat elke woning of elk kantoorpand direct verkocht of verhuurd is. Ook de uitgifte van bedrijventerreinen loopt moeizaam. Focus op kwaliteit is dus noodzakelijk.

Globale inhoud

De aanpak die wordt voorgesteld is het centraal stellen van waarden. Dit gaat verder dan alleen economische  waarden want het zijn vaak de niet economische, zachte,  waarden die een groot deel van de kwaliteit van een gebied bepalen. Denk aan comfort, gezondheid, groen, etc. De volgende stap is te denken in opbrengsten in plaats van in kosten. Welke toekomstige opbrengsten zijn er? Als de opbrengsten bekend zijn kan ook de financiering geregeld worden. Namelijk alle gebruikers en partijen die delen in de opbrengst kunnen gevraagd worden een bijdrage te leveren aan de investering. De publicatie draagt diverse hulpmiddelen aan om dit voor elkaar te krijgen. Met andere woorden ook het proces rondom het denken in waarden krijgt aandacht. Bijvoorbeeld de vraag hoe ik partijen om me heen verzamel, welke partijen relevant zijn, hoe ik draagvlak organiseer en wat slimme, goede oplossingen zijn.

Zonder volledig te zijn, een aantal interessante zaken die we kunnen vinden in deze rapportage.

  • Uitleg van begrippen op het gebied van financiering, gebiedsontwikkeling en duurzame ontwikkeling Lees verder

Olson over kosten en baten van democratie

Per toeval kwam ik een artikel uit 1993 tegen van de econoom Mancur Olson: dictatorship, democracy and development (google en gij zult vinden). Het trof me als een origineel artikel dat op een treffende manier laat zien hoe economen consequent over eender welk thema door redeneren. Zelfs op het ontstaan van democratie kun je het economen-instrumentarium toepassen. Hoe gaat zo’n redenering in een notendop?

Het verhaal begint bij wat Olson ‘roving bandits’ noemt. Iemand die sterk is komt in een gebied en dwingt iedereen zijn spullen aan hem af te staan. ‘Dit land is van mij’. Eventuele weerstand wordt snel de kop in gedrukt. Als de zaak is leeg geplunderd gaat de ‘mobiele bandiet’ op naar de volgende plek waar hij zijn dingetje herhaalt en zo verder. Olson stelt dat dit gedrag uiteindelijk niet rationeel is. De mobiele bandiet moet elke keer verkassen en loopt het risico dat het een keer fout gaat. Hoge kosten en veel risico dus. Tot het moment dat er een slimme bandiet kwam die bedacht dat hij gewoon op de plek in kwestie kon blijven en er zelf beter van kon worden. Hij zette een kroon op, noemde zich koning, en zou in plaats van anarchie zorgen voor heldere regels en rust. De ondergeschikten wisten voortaan waar ze aan toe waren en moesten in ruil daarvoor niet alles maar een deel van hun goederen (productie) af staan aan de zelfbenoemde koning. Logisch: de zekerheid voor de burgers bracht hen er toe het land weer te gaan bewerken in de overtuiging dat ze een fors deel daarvan zelf mochten houden. Van loslopende boeven zouden ze voortaan verlost zijn. Win-win dus.

Lees verder

Joop Hartog over waarde van ruimte en bevolkingsgroei

Joop Hartog, een van de bekende arbeidseconomen in Nederland, hield zijn afscheidscollege op 29 juni aan de Universiteit van Amsterdam. De tekst is elders op internet in zijn geheel te vinden. Aanbevolen literatuur, makkelijk leesbaar en frisse originele inzichten. De titel is ‘Is de maat nou echt vol?’. Joop begint zijn verhaal met de constatering dat hij al 30 jaar dagelijks vanuit zijn dorp per fiets en trein naar Amsterdam op en neer beweegt. Hij ziet en hoort minder vogeltjes, voorheen vrije en groene ruimte is opgevuld met woningen en/of asfalt. Hij vindt dat jammer en vraagt zich af of hij vanuit zijn economische instrumentarium iets rationeels kan zeggen over dit gemis. Er is toch sprake van groei geweest? Dat is toch goed? Of is Nederland te vol?

Opmerkelijk feit: Nederland is tusen 1500 en 2000 qua bevolking met een factor 15 gegroeid, waar dat bijvoorbeeld in Frankrijk en Belgie slechts een factor 4 en 6 was. De belangrijkste reden voor deze uitbundige groei was economisch van aard en had te maken met de hoge vruchtbaarheid van katholieke gezinnen op zandige grond met intensieve landbouw (goedkope arbeid voor familie ondernemingen). Vanaf 1970 wordt Nederland een immigratieland. Het immigratieoverschot van Nederland bedraagt in 2009 40% (van de aanwas van 89.000 zielen is 51.000 eigen kweek, de resterende 40% immigratie). Op de totale bevolkingsomvang is de immigratie in dat jaar 0,9% waar dat in de VS in dat jaar 0,3% is. De politieke redenering is meestal: bevolkingsgroei (of dat nu eigen kweek is of immigratie) is nodig voor economische groei. Maar is dat ook zo? Lees verder

Kosten en rendement van alcoholgebruik

Vandaag 9-7-2011 gaat de Volkskrant uitgebreid in op alcoholgebruik in Nederland. Op zich past zo’n onderwerp niet op deze site ware het niet dat in het artikel van Bert Wagendorp een aantal interessante kengetallen vermeld staan (titel van artikel is overigens: ‘Op naar een alcoholvrij Nederland). Deze kengetallen zeggen iets over het rendement van investeringen om het alcohol gebruik te verminderen. Daarnaast laat het artikel zien dat ondanks een hoog rendement van die maatregelen ze nog niet zomaar worden uitgevoerd.

De totale schade van alcolhol gebruik in Nederland in 2011 wordt geraamd op € 3,74 mrd. Het grootste deel van deze schadepost ligt in een hoger ziekteverzuim en lagere productiviteit op de werkplek. De volgende hoofdcomponent van de schadepost wordt gevormd door de met alcohol samenhangende criminaliteit. De kosten van gezondheidszorg en verslavingszorg voor alcohol gebruikers vallen relatief mee (met name begrijp ik omdat de levensverwachting van gebruikers lager is en dat pensioenkosten scheelt). Bovenop dit bedrag van € 3,74 mrd komen nog de kosten van verkeersongevallen door alcohol-gebruik, ongeveer € 1,7 mrd op jaarbasis. De opbrengsten voor de staat bedragen minder dan € 1 mrd aan accijnzen.

Nu is het blijkbaar zo dat de prijs van een glas bier niet de totale maatschappelijk schade compenseert. De huidige 8 cent accijns per glas zou dan naar 32 cent per glas moeten. Verder toont een studie uit 2010 aan dat elke Euro die geïnvesteerd wordt in alcohol reducerende maatregelen de samenleving € 2,80 oplevert. Een rendement van 180%! Ongetwijfeld zal er op de berekeningen wat af te dingen zijn, maar duidelijk is dat vanuit ‘maatschappelijke kosten baten analyse’ perspectief hier veel winst is te halen. De vraag is dus waarom ondanks dit hoge rendement striktere maatregelen achterwege blijven.

Het artikel noemt 2 hoofdoorzaken. Op de eerste plaats zijn daar de belangen van de alcohol-producerende sector met de bijbehorende lobby-inspanningen. Ik weet ook niet in welke mate winsten en werkgelegenheid van deze sector in de bovengenoemde berekeningen zijn meegenomen (maar nog los hiervan: een verhoging van accijnzen leidt zonder twijfel tot hogere opbrengsten voor de staatskas zonder een navenante daling van winsten en werkgelegenheid in de sector). De tweede oorzaak is het onvermijdelijke van alcohol, het is er altijd geweest en het zal er altijd zijn, het is de smeerolie van veel levens en overstijgt economie en rendement.

Rudy van Stratum