Tag archieven: milieuprobleem

Top 10 milieu: Waarom we milieuproblemen niet zien (afl. 3)

Er is iets geks aan de hand. Milieuproblemen spelen in de omgeving van de mens en hebben een negatieve invloed op deze omgeving. Ze beperken dus onze mogelijkheden. Hoe kunnen ze dan ontstaan? Je zou verwachten dat bij ieder (potentieel) milieuprobleem een opstand uitbreekt.

Een eerste reden is natuurlijk dat we de ernst van een probleem onderschatten. Ik vergelijk het maar met een bureau vol rommel, ik heb daar zelf ook regelmatig last van. Eigenlijk heb je helemaal niet zo door dat het je belemmert en lijkt het probleem klein. Totdat je het bureau hebt opgeruimd en merkt hoe lekker dat werkt, het probleem was een stuk groter dan je dacht. Maar zoals het voorbeeld laat zien, dit is vrij universeel en niet specifiek voor milieuproblemen. Wat zijn dan specifieke mechanismen bij milieuproblemen?

Afwenteling

Een belangrijke reden dat we milieuproblemen niet zien is dat we te maken met afwenteling. Ik heb het al over tijd gehad. Een probleem als klimaatverandering wentelen we af in de tijd. Wij hebben nu een mooi leven met vliegreizen, autoritjes etc. Het probleem van overstromingen, oververhitting etc. daar hebben ze pas over 50 of 100 jaar mee te maken. We weten wel dat dit probleem speelt, maar wij, gewone mensen, merken er eigenlijk nog niets van. En omdat we er weinig van merken doen we er weinig aan. Het zijn vooral wetenschappers die ons er op wijzen.

Ook in ruimtelijke zin kan je heel goed afwentelen. Frankrijk loosde jarenlang zout in de Rijn, in Nederland hadden we daar last van en konden we het Rijnwater niet gebruiken voor de tuinbouw en als drinkwater. Nederland was natuurlijk boos. Maar, zelf deden we het ook en doen we het nog steeds. We halen graag producten uit landen waar de milieuregels minder streng zijn, zodat we er zelf geen last van hebben. Nederland is de laatste 20 jaar een stuk schoner geworden, voor een deel omdat we het probleem hebben verplaatst, vervuilende activiteiten vinden ergens anders plaats, we profiteren er wel van.

Draagkracht

Een andere reden is dat het milieu best wel wat kan hebben. Neem het probleem van de klimaatverandering. Het duurt heel lang voordat de concentratie aan CO2 in de atmosfeer zo hoog is dat we daar echt wat van merken. Dat komt als eerste natuurlijk omdat de aarde gewoon heel groot is. Je moet dus wel heel veel CO2 uitstoten wil de concentratie omhoog gaan. Daarnaast zijn er allerlei natuurlijk processen waardoor de toename van CO2 in de atmosfeer langzamer gaat. Bijvoorbeeld doordat een groot deel van de CO2 in de oceanen wordt opgenomen.

Zo gaat het ook met bodemverontreiniging. Als je bijvoorbeeld teveel mest op de bodem brengt dan zakt het teveel aan mest (nitraten) door de bodem naar het grondwater. Maar, dit gaat heel langzaam. Nitraat kan zich goed binden aan bodemdeeltjes en vooral in diepere bodemlagen is bijna geen nitraat aanwezig. Daar is dus veel ruimte om al dat nitraat te binden. Maar, als er jaren lang een teveel aan mest wordt opgebracht raakt de bodem verzadigd met nitraat en sijpelt het nitraat rechtstreeks het grondwater in. Het kan dus jaren duren voordat zo’n probleem zichtbaar wordt. Bij waterverontreiniging zien we iets vergelijkbaars daar zijn zelfs voorbeelden waarvan het systeem ineens omslaat van het een (met bepaalde soorten en helderheid van het water) naar het ander (met andere soorten).

De draagkracht van het milieu zorgt ervoor dat milieuproblemen maar heel langzaam zichtbaar worden. Zo raken we er langzaam aan gewend en zien we niet wat er om ons heen gebeurt. Waarschijnlijk ken je wel het syndroom van de gekookte kikker. Als je een kikker in een pan met koud water doet en langzaam verwarmt vindt hij dat heerlijk en blijft lekker zitten. Dat het langzaam te heet wordt heeft de kikker niet door. Als je een kikker in een pan met heet water gooit wil hij er zo snel mogelijk uit. Zo is het ook met een groot aantal milieuproblemen, ze ontstaan zo geleidelijk dat we het nauwelijks doorhebben. In tegenstelling tot de kikker hebben wij mensen vaak op het laatste moment wel door dat het misgaat. Waarmee ik niet wil zeggen dat we het dus maar gewoon moeten laten gebeuren. Als het bijna misgaat zijn de oplossingen over het algemeen erg duur.

Schijnbare oplossing

Afwenteling en draagkracht maken dat we in de loop der jaren talloze oplossingen voor milieuproblemen hebben bedacht die eigenlijk niet werkten.

De eerste milieumaatregelen in Nederland werden in het begin van de twintigste eeuw genomen. Deze maatregelen waren vooral gericht op de volksgezondheid. Er werd riolering aangelegd, maar het water werd ongezuiverd geloosd. Er kwamen schoorstenen zodat de luchtverontreiniging niet in de directe omgeving terechtkwam maar in een groter gebied. Als je verontreiniging maar genoeg verdunt (en dat is het effect van een hoge schoorsteen) dan merk je er in eerste instantie niets meer van. (Chemisch) afval werd simpelweg in de grond gestopt, daar merkte je niets van.

Maar, hiermee waren de problemen niet opgelost. Door het aanleggen van een riool ontstond een probleem op een andere plek. Nu was het milieu in de steden verbeterd, maar was het water buiten de stad verontreinigd, met alle gevolgen voor mensen die daar woonden, de landbouw, natuur etc. Ook het bouwen van hogere schoorstenen bleek geen oplossing. Verontreinigende stoffen slaan ergens anders neer en leiden daar tot problemen, zware metalen kwamen terecht op landbouwgrond en zwaveldioxide leidde tot het sterven van bossen. En, sommige stoffen hopen zich op bepaalde plekken op en komen uiteindelijk weer bij de mens terecht. Een voorbeeld hiervan zijn DDT en dioxine die via de voedselketen uiteindelijke weer op ons bord terecht komen.

In eerste instantie leken dit echter goede oplossingen. Het duurde bijvoorbeeld jaren voordat duidelijk werd dat de bossen te leiden hadden onder luchtverontreiniging. De bodemverontreiniging kwam ook pas jaren later weer in beeld.

Milieuproblemen

Tot zover het beschrijven van milieuproblemen. Kort samengevat, milieuproblemen:

  • Spelen in de omgeving van de mens en worden veroorzaakt door de mens.
  • We hebben er last van.
  • Zijn van alle tijden en spelen op alle schaalniveaus (van lokaal tot mondiaal).
  • Zien we vaak niet omdat we ze afwentelen, doordat ze geleidelijk ontstaan en doordat ze door de draagkracht van het milieu lang verborgen blijven.

In de volgende twee afleveringen gaan we wat meer in de basisprincipes achter milieuproblemen wroeten, daarna kijken we naar oplossingen.

Top 10 milieu: Indelen van milieuprobleem (afl. 2)

We gaan proberen milieuproblemen in te delen. Ik kan vooraf al verklappen, wat mij betreft voldoet geen enkele indeling. Het indelen van milieuproblemen is vooral handig omdat we zo meer te weten komen over de aard van milieuproblemen. Het zegt iets over de aspecten waar we op moeten letten. Als we te strak vasthouden aan allerlei indelingen lopen we het risico dat we van alles over het hoofd zien.

Een eerste indeling

In de vorige aflevering hebben we gezegd dat er sprake is van een milieuprobleem als er sprake is van aantasting van het milieu. Aantasting wordt vaak als algemene term gebruikt, maar ik vind het niet zo gelukkig gekozen ik had echter ook niet echt een alternatief paraat. Als we namelijk naar milieuproblemen kijken kunnen we die grofweg in drie soorten indelen:

  • Verontreiniging
  • Uitputting
  • Aantasting

Omdat iedereen wel aanvoelt wat we met een milieuprobleem bedoelen gebruiken we aantasting nu alleen nog maar als één van de categorieën van milieuproblemen en niet meer als algemene term (dat is gewoon ‘milieuprobleem’).

Bij verontreiniging voegen we iets toe aan onze omgeving waardoor de kwaliteit van de omgeving achteruit gaat. Dat kan van alles zijn, olie, afval, rioolwater, mest, radioactieve stoffen noem maar op. Het is hierbij niet van belang of deze stoffen van biologische oorsprong zijn (mest) of niet (dioxine). Kern van verontreinigingsproblemen is dat het natuurlijk systeem (inclusief de mens) niet meer goed kan functioneren door de aanwezigheid van bepaalde stoffen. Voor de mens kan dit bijvoorbeeld leiden tot gezondheidsproblemen, voor het natuurlijk systeem kan het leiden tot een afname van de biodiversiteit.

Bij uitputting halen we wat weg waardoor er op termijn minder beschikbaar is. Dat kan gaan om delfstoffen als olie, kolen en metalen, maar ook om natuurlijke stoffen als hout, vis, grondwater etc. Kern van uitputtingsproblemen is afname van de beschikbaarheid van grondstoffen.

Bij aantasting gaat het om verandering in het natuurlijk systeem waardoor dit anders gaat functioneren. Denk bijvoorbeeld aan ingrepen in het landschap zoals bijvoorbeeld het rechttrekken van beken. Hierdoor verandert de waterstroom, veranderen de oevers, wordt water sneller afgevoerd etc. Dit heeft allemaal weer gevolgen voor de omgeving van deze beek. Sommige soorten verdwijnen, er zal eerder sprake zijn van verdroging of juist van wateroverlast benedenstrooms. Een andere vorm van aantasting is bijvoorbeeld de aanleg van infrastructuur waardoor het leefgebied van soorten in tweeën wordt gedeeld wat uiteindelijk tot het verdwijnen van deze soort kan leiden. Als je het heel precies bekijkt wordt er bij aantasting vaak ook wel wat weggehaald of toegevoegd maar dat is niet de oorzaak van het probleem.

Deze indeling is best handig maar heeft ook wel wat beperkingen. Ten eerste heel praktisch, wat is geluidsoverlast voor probleem? Feitelijk voeg je iets toe, dus het is verontreiniging. Zelfde vraag voor risico’s, bijvoorbeeld door verwerking of transport van gevaarlijke stoffen. Maar daar kom je wel uit. Een tweede probleem is dat er vaak sprake is van een combinatie van problemen. Het rijden met een auto leidt tot verontreiniging maar veroorzaakt ook uitputting. En het kappen van bossen voor hout leidt tot uitputting maar ook tot aantasting.

Compartimenten

Als het gaat om verontreiniging dan zal die verontreiniging altijd in een bepaald compartiment aanwezig zijn. Tijdens mijn studie kon je bij het kiezen van een oriëntatie de keuze maken uit water, bodem en lucht. Sommige studenten (waaronder ik) vonden dat veel te beperkt. Milieuproblemen moet je integraal bekijken. Waterzuivering leidt tot baggerslib en waar laat je dat? Ergens op de bodem. Deze indeling werkt niet vonden wij. Maar, zo’n 25 jaar later moet ik erkennen dat er toch wel wat in deze oude indeling zit. Je kunt er lang over doorpraten maar verontreiniging bevindt zich altijd af in het water, de bodem of de lucht. Er is geen speld tussen te krijgen. En als je meer wilt weten over de ernst, de effecten etc. dan is het wel heel handig als je veel van deze systemen af weet. Ik weet er dus niet ze veel van maar heb gelukkig weer verstand van andere zaken.

Voor uitputting en aantasting gaat de indeling in water, bodem en lucht niet op. Daar komt ook het natuurlijk systeem om de hoek kijken. Natuurlijk kan je zeggen dat overbevissing zich afspeelt in het water en het rechttrekken van een beek in de bodem, maar dat is niet de kern van probleem. Het natuurlijk systeem zou je als vierde compartiment kunnen zien. Uitputting speelt dan vooral in bodem, water en het natuurlijk systeem. Aantasting speelt vooral in het natuurlijk systeem.

Waar bij water, bodem en lucht wel duidelijk is wat er mee bedoeld wordt moeten we dat bij het natuurlijk systeem nog wel even verhelderen. Bij het natuurlijk systeem gaat het als eerste om alles dat leeft (van micro-organisme tot olifant en van alg tot eikenboom). Maar daarmee hebben we nog niet het systeem te pakken. Bij het natuurlijk systeem gaat het ook om de relaties tussen al deze soorten. Maar wellicht nog belangrijker is de samenhang met het abiotische systeem. Daaronder valt bijvoorbeeld de opbouw van de bodem, het watersysteem (met haar dynamiek zoals getijden en wisselende afvoer van rivieren) en het reliëf.

Schaalniveaus

Een andere manier om naar milieuproblemen te kijken is door de ruimtelijke schaal als uitgangspunt te nemen. Sommige problemen spelen heel lokaal, mogelijk in één straat, of alleen in jouw tuin, andere problemen spelen juist in de hele wereld.

Een indeling die ik vroeger veel tegenkwam, maar tegenwoordig nauwelijks nog is die van lokaal, regionaal, nationaal, continentaal en mondiaal. Fluviaal werd daar nog wel eens aan toegevoegd, daarmee werd het schaalniveau van grote waterstromen bedoeld. Bijvoorbeeld het hele gebied dat afwatert op de Rijn. Die schaalniveaus zijn handig omdat ze iets zeggen over de schaal waarop je aan oplossingen moet werken. Bodemverontreiniging en geluidsoverlast zijn over het algemeen hele lokale problemen (ook al komen ze overal voor). Je moet dus ook op lokaal niveau naar een oplossing zoeken. Afbraak van de ozonlaag en klimaatverandering zijn juist mondiale problemen die je dus ook op mondiaal niveau moet oplossen.

Hiermee komt wel direct een aantal dilemma’s van deze indeling naar voren. Geluid is een lokaal probleem, maar als het het gevolg is van een snelweg, dan vraagt dat toch om een aanpak die het lokale niveau overstijgt. Klimaatverandering is een mondiaal probleem en vraagt om mondiaal beleid en regels. Voor het oplossen van het probleem zal uiteindelijk op lokaal niveau hard gewerkt moeten worden.

Een ander voorbeeld is het verontreinigde havenslib in Rotterdam. Eigenlijk een heel lokaal probleem. De oorzaak ligt echter honderden kilometers verderop in Duitsland en Frankrijk (en overigens ook in Nederland). Hiervoor is destijds het fluviale niveau bedacht.

Wat leren we hiervan? Bij een milieuprobleem moeten we dus altijd naar de schaal kijken. Daarbij gaat het om de schaal van het effect, de oorzaak maar ook de schaal waarop je het probleem moet aanpakken. Dat laatste leidt er overigens wel weer toe dat je de hele tijd naar elkaar kunt wijzen. “Het is een mondiaal probleem dus het heeft geen zin om er alleen iets aan te doen”. Of, “het is een lokaal probleem, dan moeten ze dat ook zelf oplossen, dat is hun eigen keuze”.

Tijdsschaal

Je kunt bij milieuproblemen ook kijken naar de tijdsschaal waarop ze spelen. Sommige effecten zijn heel acuut, bijvoorbeeld geluid. Andere kunnen juist heel sluipend zijn met effecten die pas op lange termijn zichtbaar zijn, bijvoorbeeld verontreiniging van het grondwater, uitputting en natuurlijk klimaatverandering. Hoe dat komt bespreken we in de volgende afleveringen. Bij tijd hoort ook dat de negatieve effecten niet direct verdwenen zijn als je maatregelen neemt. Sommige milieuproblemen ijlen lang na. Tot slot gaat het bij tijd ook om de vraag hoe snel je een oplossing kunt organiseren.

Hieronder een mindmap met de genoemde indelingen en enkele voorbeelden van milieuproblemen.

Milieuproblemen

Wet van behoud van ellende

Als laatste weer even terug naar water, bodem en lucht. Reden dat wij deze indeling maar niets vonden had ook te maken met de wet van behoud van ellende. Als je de bodem wilt saneren doe je dat bijvoorbeeld door deze met water te wassen, bij sommige bodemverontreiniging blaas je er warme lucht doorheen. Gevolg is dat de verontreiniging niet weg is maar verplaatst van de bodem naar de lucht of het water. Als je een proces hebt waarbij luchtverontreiniging ontstaat kan je een filter of gaswasser op een schoorsteen zetten. Ook hier, de verontreiniging is niet weg maar verplaatst naar afval (filter) of naar water. Dit wordt ook wel de wet van behoud van ellende genoemd. Als die vervuiling er eenmaal is ben je er dus niet zomaar vanaf. Inmiddels weten we beter en is hier meer aandacht voor. Sommige vervuiling kan je echt opruimen, bij bodemverontreiniging worden soms micro-organismen ingezet die de vervuiling letterlijk opeten. Ook is er veel meer aandacht voor preventie gekomen, het voorkomen van problemen in plaats van achteraf opruimen.

Top 10 milieu: Milieu en milieuprobleem (afl. 1)

Voordat we in kunnen gaan op milieuproblemen en achterliggende principes moeten we bepalen wat het milieu precies is. Toen ik ging studeren koos ik voor de opleiding milieuhygiëne, maar halverwege mijn studie ging het opeens over duurzaamheid en duurzame ontwikkeling. Milieu, milieuproblemen en duurzame ontwikkeling, daar gaan we het dus over hebben.

Milieu

Het begrip milieu zoals wij dat gebruiken bestaat nog niet zo lang. Tot ca. 50 jaar geleden werd milieu vooral gebruikt als begrip om de sociale omgeving van iemand aan te duiden. Hoewel al veel eerder over de kwetsbaarheid van de natuur en de gezondheidseffecten van milieuverontreiniging wordt gesproken wordt de term milieu pas eind jaren 60 algemeen gebruikt. Tegenwoordig zien we als milieu de fysieke omgeving van de mens die invloed heeft op ons welzijn. Heel simpel zou je kunnen zeggen dat het om de bodem, de lucht en het water gaat. Daar kan je dan nog het natuurlijk systeem aan toevoegen (planten / dieren). Zo lang als de mens bestaat is er dus sprake van milieu. Maar is er dan ook altijd sprake geweest van milieuproblemen?

Milieuprobleem

Als eerste gaat het om aantasting van het milieu, de directe fysieke omgeving van de mens. Omdat tegenwoordig zo’n beetje overal op aarde mensen wonen kan een milieuprobleem zich dus overal voordoen. We hebben het dus over problemen in de fysieke omgeving. Ruzie met je buurman, of met de hele straat, valt niet onder een milieuprobleem. Achter dit eerste criterium zit natuurlijk de belangrijke vraag wanneer er sprake is van aantasting van de omgeving. Iedereen begrijpt dat als ik op de Veluwe één boom omhak of in de Noordzee één liter afgewerkte olie loos er nog geen sprake is van aantasting. Als ik alle bomen omhak of tonnen olie loos is er wel sprake van aantasting. Een belangrijke vraag is dus waar de grens ligt en hoe je dat bepaalt.

 

Ten tweede is een milieuprobleem door de mens veroorzaakt. Dus, geluidsoverlast, bodemverontreiniging, het kunnen allemaal milieuproblemen zijn. Een vulkaanuitbarsting valt niet onder de milieuproblemen, waarmee niet gezegd is dat het geen probleem is. Sterker nog, bij een vulkaanuitbarsting komen vergelijkbare stoffen vrij als bij een kolencentrale of olieraffinaderij en ook nog eens in grotere hoeveelheden. Het verschil is dat we bij een kolencentrale of raffinaderij iets aan de oorzaak kunnen doen en bij een vulkaan niet.

Er wordt als derde criterium wel eens gezegd dat er pas sprake is van een milieuprobleem als de mens het als een probleem ervaart. Dit is in zekere zin een beetje dubbel op omdat milieuproblemen gaan over onze directe leefomgeving. Een meer filosofische vraag is of er sprake kan zijn van een milieuprobleem buiten de mensheid om? Dit lijkt een beetje over de discussie die Bas Haring in het boek Plastic Panda’s over intrinsieke waarde van de natuur aanstipt. Heeft de natuur ook waarde buiten de mensheid om. Een interessante discussie, ook in het kader van milieuproblemen, maar ik wil het hier praktisch houden dus we laten het hier bij.

Historie

Er is veel geschreven over de invloed van de mens op het milieu door de eeuwen heen. “Een groene geschiedenis van de wereld” is een leuk leesbaar boek geschreven door Clive Ponting. Hij begint in de tijd dat mensen nog jagers en verzamelaars waren. In die tijd veroorzaakten mensen nog nauwelijks milieuproblemen. Toch lijken deze mensen zich bewust te zijn van hun invloed op de omgeving. Ze hadden voldoende te eten maar hielden vermoedelijk de groep bewust klein, een deel van de baby’s werd simpelweg gedood. Twee belangrijke ontwikkelingen hebben gemaakt dat de invloed van de mens op het milieu groeide, de landbouw en de industriële revolutie.

Door de landbouw ging de mens heel bewust de omgeving aanpassen waardoor sommige soorten bevoordeeld werden ten opzichte van anderen. Het maakte ook dat mensen op één plek bleven wonen en uiteindelijk de steden ontstonden. Het is ook het moment dat de eerste grote milieuproblemen ontstonden. In Mesopotamië bouwde men huizen van stenen van gebakken klei. Hiervoor was heel veel hout nodig wat leidde tot ontbossing, wat vervolgens weer leidde tot droogte en uiteindelijk tot de ondergang van deze steden.

De industriële revolutie had als gevolg dat mensen op grote schaal fossiele brandstoffen gingen gebruiken. In eerste instantie vooral steenkool, later ook olie en gas. Dit leidde tot uitstoot van schadelijke stoffen, maar ook tot uitputting van grondstoffen. Overigens werd in Engeland in de 13e eeuw al steenkool gebruikt voor verwarming en dat leidde ook toen al tot klachten over milieuverontreiniging. En, leuk detail, in 1865 schreef W. Stanley Jevons het boek “The Coal Question”. Zijn stelling was dat kolen op korte termijn onbetaalbaar zou worden. De makkelijk winbare voorraden zouden uitgeput raken en winning op grotere diepten te duur en gevaarlijk. Hij zat er natuurlijk heel ver naast, maar dacht in ieder geval wel na over de relatie van de mens met haar omgeving. Daarin was hij overigens niet de eerste en zeker niet de laatste.

Onderstaande figuur laat mooi zien hoe de invloed van de mensheid op het milieu zich de afgelopen duizenden jaren heeft ontwikkeld (gegevens overgenomen uit het boek “living in the environment”, Tyler Miller).

top 10 milieu-01

Te zien is hoeveel kilocalorieën (energieeenheid) een mens gemiddeld per dag gebruikt voor alles wat je maar kunt bedenken. De eerste mens gebruikte per dag ca. 2000 kilocalorieën, dat was alleen eten. In de loop van de tijd werden er steeds meer calorieën gebruikt. Eerst voor een vuurtje om warm te blijven en om op te koken, later ook voor allerlei andere activiteiten, bijvoorbeeld om metalen te smelten, om klei te bakken. Na de industriële revolutie gaat de mens helemaal los en neemt de hoeveelheid energie die we per persoon gebruiken met een factor 50 tot 100 toe ten opzichte van de eerste mens. Energie is hier een indicator voor onze impact op de omgeving, vergelijkbare grafieken kunnen gemaakt worden voor het gebruik van grondstoffen, water, hout, vis etc. en het produceren van afval.

Tegelijkertijd is ook het aantal mensen op aarde toegenomen, van circa 4 miljoen 10.000 voor christus tot ruim 7 miljard nu.

Dus kort samengevat, milieuproblemen worden door de mens veroorzaakt, er zijn de afgelopen jaren steeds meer mensen bijgekomen en al die mensen zijn steeds meer energie en grondstoffen gaan gebruiken.

Draaien aan de knoppen

Hiermee hebben we belangrijke knoppen gevonden waar we aan kunnen draaien om milieuproblemen aan te pakken. Als eerste is er het aantal mensen dat op de aarde rondloopt. Hoe meer, hoe groter de invloed op het milieu. Ten tweede is er het gebruik van energie, grondstoffen en het ontstaan van afval per persoon. Deze laatste is afhankelijk van de hoeveelheid die we consumeren en de milieubelasting die dat per eenheid met zich meebrengt.

Samengevat in een formule ziet dat er als volgt uit:

Totale milieudruk = Aantal mensen * consumptie per persoon * impact per eenheid consumptie

De laatste factor zou je ook kunnen omschrijven als “de stand van de technologie”. Als we dus milieuproblemen op willen lossen moeten we of met minder mensen zijn, of minder consumeren of een betere technologie gebruiken. Hier wordt al eeuwen over gediscussieerd. In 1798 schreef Thomas Maltus “An essay on the principle of population” waarin hij wees op de gevaren van bevolkingsgroei. Daarna zijn er verschillende grote denkers geweest die het accent eveneens op bevolkingsgroei legde, maar net zoveel die juist één van de andere knoppen aanwezen.

Bovenstaande formule is trouwens niet alleen handig als je het over milieuproblemen op wereldschaal hebt. Ook voor zoiets als milieubelasting door autoverkeer geeft het richting. Auto’s worden wel schoner en zuiniger (technologie) maar we gaan wel steeds meer kilometers rijden (consumptie) en voorlopig groeit de bevolking in Nederland ook nog steeds. Netto is het resultaat daarom gering.

Genoeg over milieu en milieuproblemen. Er rest wat mij betreft nog één vraag, wat is de relatie tussen milieu en duurzaamheid of duurzame ontwikkeling.

Duurzame ontwikkeling

In de jaren 80 van de vorige eeuw kwam het besef dat de milieuproblemen in de wereld echt heel groot waren. In Europa hadden we bijvoorbeeld de zure regen, de vervuiling van rivieren en bodemverontreiniging. In andere delen van de wereld ging het bijvoorbeeld om de vernietiging van het tropisch regenwoud en watertekort. In de hele wereld speelde het probleem van de aantasting van de ozonlaag.

Meer en meer kwam het besef dat deze problemen niet op zich zelf staan maar met elkaar samenhangen. En, dat deze problemen ook samenhangen met bijvoorbeeld armoede. In Nederland hadden (en hebben we nog steeds) het mestprobleem. Dit probleem is eigenlijk een verstoring van de mineralenbalans. We importeren veevoer voor de varkens en de koeien, het vlees en de melk eten we op en exporteren we voor een deel. Maar, de hele berg mest die hier als bijproduct bij ontstaat blijft in Nederland. Geen wonder dat hier het grondwater vervuild raakte. Tegelijkertijd werd aan de andere kant van de wereld het regenwoud gekapt om veevoer voor Nederland te telen wat weer allerlei gevolgen had voor de lokale bevolking.

In 1987 werd door de Verenigde Naties het rapport “Our Common Future” uitgebracht. Hierin wordt het begrip duurzame ontwikkeling geïntroduceerd:

Sustainable development is development that meets the needs of the present without compromising the ability of future generations to meet their own needs.

De definitie gaat dus uit van voorzien in behoefte. Eigenlijk kan je zeggen dat je alles mag doen zolang dat anderen maar niet belemmert in het voorzien in hun behoeften. En die anderen dat zijn dan niet alleen jouw eigen kinderen maar iedereen die op aarde rondloopt of daar ooit nog rond gaat lopen. Een belangrijk punt was dat in het rapport de link werd gelegd met economische ontwikkeling. Een duurzame ontwikkeling is alleen mogelijk als ook de economie zich blijft ontwikkelen. Want, daarmee kan je armoedeproblemen oplossen maar ook werken aan betere technologie.

Zoals het begrip duurzame ontwikkeling in 1987 werd gedefinieerd kan er weinig discussie zijn over wat de gewenste ontwikkeling is. In de loop van de tijd is het begrip echter steeds anders uitgelegd. Het werd vertaald in de bekende 3 p’s (people, planet, profit) en het accent komt bij sommige wel erg sterk op het profit deel te liggen (en als je dan ook wat aan people en planet doet dan is het toch heel duurzaam!). Als iemand zegt dat hij of zij wil bijdragen aan een duurzame ontwikkeling kan het daarom geen kwaad even te vragen wat daar precies onder verstaan wordt.

Duurzame ontwikkeling laten we in deze serie voorlopig even liggen. We komen er weer op terug als we het over oplossingen gaan hebben. Eerst moeten we meer te weten komen over milieuproblemen.

Stijn van Liefland