Maandelijks archief: november 2012

Schuld: de eerste 5000 jaar (David Graeber) (1)

Schuld: de eerste 5000 jaar. David Graeber (2011-2012).

Het gaat hier om een vuistdikke publicatie. En eentje die je wat mij betreft ‘ideosyncratisch’ kunt noemen: een auteur met een eigen mening en met een eigen (wat breedsprakige) schrijfstijl. Ik ga niet volledig recht doen aan de hele inhoud van het boek. Ik beperk met tot de zaken die mij aanspreken of als bijzonder opvallen en haal daar een rode draad uit die past bij ons werk van de laatste jaren op slimmefinancering.nl. Een gekleurde samenvatting dus aan de hand van een aantal stellingen.

Stelling 1: Het ontstaan van geld en schuld zoals door economen wordt verteld, spoort niet met de historische gang van zaken.

Hoe verklaren economen het ontstaan van schuld en geld? Het verhaal van de standaard tekstboeken gaat ongeveer als volgt. In den beginne ruilden we goederen met elkaar. Als je een varken over had en je had behoefte aan schoenen, dan ging je op zoek naar iemand die schoenen had in de hoop dat die je varken in ruil wilde aanvaarden. Dat was natuurlijk lastig en tijdsintensief. Na verloop van tijd ontstonden ‘universele ruilmiddelen’ waar je eigenlijk altijd mee aan kon komen zetten. Die dus iedereen wilde aanvaarden als tegenprestatie (omdat je wist dat je dat ene ruilmiddel zelf ook weer kon gebruiken voor wat jij dan weer graag wilde hebben). Zo ontstonden kleine stukjes waardevol materiaal (goud en zilver) die dienst deden als universeel ruilmiddel. Het ontstaan van geld was een feit. Maar ook dat was maar lastig. Als je veel handel dreef dan liep je rond met hele zakken goud. Dat was vermoeiend maar ook dreigde het gevaar overvallen en bestolen te worden. En zo kwam iemand op het idee om dat goud ergens in bewaring te geven (achter slot en grendel) en een papiertje te maken waarop stond ‘ik heb hier goud in bewaring gegeven, bij inlevering van dit papiertje krijg ik dat goud weer terug’. Als een handelaar dan iets wilde kopen dan had hij niet langer de zak met goud nodig maar kon het papiertje aan de verkoper overhandigen. De verkoper kon dan op elk moment zelf zijn goud gaan ophalen bij de ‘bank’. Vervolgens gingen die papiertjes een eigen leven leiden en werden ze geaccepteerd als finale betaling. Bijna niemand ging nog naar de bank om zijn zak goud op te halen. De ‘goudbewaarder’ bedacht vervolgens dat hij op eigen titel ook ‘papiertjes’ kon uitgeven want immers zijn ‘papiertjes’ werden geaccepteerd als finale kwijting over en weer. Zo ontstonden de banken, schulden en het fenomeen van geldschepping.

Volgens Graeber gaat het hier om een mooi maar verzonnen verhaal. Het is een economische fictie, die niet gecheckt is met de feiten en niet is gebaseerd op historische bronnen. Hoe is het volgens Graeber dan wél gegaan? De volgorde is historisch precies andersom: eerst ontstond schuld, toen ontstond geld en pas veel later ontstaat ruilhandel. Precies zoals economen beweren blijkt ruilhandel een onwerkbare en zeer kostbare aangelegenheid. Daarom heeft het ook nooit echt bestaan. In kleine gemeenschappen had vroeger ieder zijn eigen functie en taak. Je ging een brood halen bij de bakker en rekende niet meteen af. Het werd op de lat geschreven waardoor je een schuld had opgebouwd. Zo had iedereen bij elkaar schulden, iedereen had iets bij elkaar te goed. Dat werd allemaal niet precies uitgerekend en op papier gezet, hooguit zette de bakker streepjes voor het aantal broden dat persoon x bij hem had opgehaald (de kerfstok!). Ook waren er geen exacte rekenschema’s waarin werd gesteld dat 1 varken correspondeerde met y broden. Er was sprake van onderlinge sociale controle en er was een gevoel van globale ‘kloppendheid’. Een keer per jaar werden er rituele feesten gehouden waarin onderlinge schulden en tegoeden werden weg gestreept.

Schulden zijn dus van alle tijden (zie volgende stelling). Geld is pas later ontstaan (zie stelling 3). Van ruilhandel is eigenlijk nooit echt sprake geweest. Ruilhandel ontstaat vanuit een geldmaatschappij als die door omstandigheden (crisis, oorlog) terugvalt. Ruilhandel ontstaat dan spontaan van onderop als geld niet langer beschikbaar is.

Wat wil Graeber zeggen met het fabeltje dat economen vertellen? Mijn eerste reactie was: ja, nou en, maakt me eigenlijk niet zoveel uit hoe schuld of geld historisch is ontstaan, de economie-boeken maken gebruik van een didactisch model om uit te leggen welke functies schuld en geld hebben. Maar bij tweede overdenking: het verhaaltje dat verteld wordt om uit te leggen hoe het werkt gaat een eigen leven leiden, en is de basis van heel veel maatregelen die dagelijks worden genomen om bijvoorbeeld bestaande systemen en belangen te verdedigen. Dit wordt verder uitgewerkt in stelling 6.

Stelling 2: Schuld is van alle tijden, schuld is in wezen ook iets goeds.

Schuld is dus de oorsprong van economie en transacties of ruil. Schuld is van alle tijden en de oervorm. Schuld is daarmee niet per se iets ‘slechts’, heeft niet per se te maken met ‘uitbuiting’ of wat dan ook. Integendeel, schuld was een normaal intermenselijk bindmiddel. Schuld erkende dat je altijd met elkaar te maken had en bleef hebben binnen je gemeenschap. Het hoefde ook niet te worden opgeschreven, het was voortdurend in de onderlinge relaties aanwezig. Schuld had op die manier alles te maken met onderling vertrouwen in relatief kleine gemeenschappen.

Misschien dat dit de indruk wekt dat het vroeger allemaal beter was. Dat is beslist niet het geval. Schuld was dan weliswaar sociaal bindmiddel, uiteindelijke ging het wel degelijk om een hardvochtig mechanisme van checks en balances. Iemand die structureel geen tegenprestatie kon leveren, werd uit de gemeenschap verstoten. Graeber geeft voorbeelden van samenlevingen waarin profiterende individuen simpelweg werden vermoord. Blijkbaar was vermoorden minder problematisch dan heronderhandelen over schuldsanering. Ook kwam het veel voor dat de tegenprestatie uit hele andere domeinen kwam dan wij nu gewend zijn. Als je als vader flinke schulden had, kon je die ook terug betalen met het ‘uitlenen’ van je dochter. Prostitutie en slavernij gaan dus prima samen met schulden in de hier bedoelde oervorm. Dat dan weer wel.

Stellingen 3-6 in volgende afleveringen.

Rudy van Stratum

 

 

 

 

Crowdfunding TEDx-Leiden

In deze lezing tijdens de TEDx-Leiden geeft Ronald Kleverlaan een heldere uitleg over wat crowdfunding inhoudt. Hij geeft een mooi kader van drie manieren om iets terug te krijgen voor je investering. Daarnaast een aantal aardige voorbeelden van crowdfunding. Snel meer weten over crowdfunding, kijk dan naar deze film van ca. 15 minuten die van zijn lezing is gemaakt. Nog meer weten, lees verder in ons dossier.

 

Financiële denkfout (11): de tragiek van de meent

Beschrijving

De tragiek van de meent is voor de economische wetenschap een van de hoofdparadoxen. Echte oplossingen en theoretische onderbouwingen zijn er niet of nauwelijks en je komt voor een beetje extra inzicht al snel terecht bij de speltheorie. De tragiek van de meent is het effect dat jij voor jezelf een goede beslissing neemt maar omdat iedereen op die manier zo’n zelfde beslissing neemt kom je op een ongewenst totaaleffect uit. Micro goed, macro slecht.

De meent staat voor (letterlijk) de gemeenplaats, de plek van en voor iedereen. Iedereen kan hier zijn koeien laten grazen. Als de ene boer besluit om er nog een extra koe op te laten grazen, dan is dat voor hem een prima beslissing. Ook voor het geheel maakt het niets uit, die ene koe erbij. Maar andere boeren denken er net zo over en voegen elke week ook weer een koe toe. Er komt al snel een moment waarop sprake is van overbegrazing. Het gevolg is een verschraalde grond waar al snel geen gras meer groeit en koeien massaal verhongeren. Niemand heeft dit zo letterlijk gewild, maar ondertussen gebeurt het toch. Dat is de paradox.

De voorbeelden liggen voor het oprapen en daarom is de denkfout ook zo actueel. Neem het bouwen van huizen. Iedereen wil een zo groot mogelijk huis met een dito tuin voor zo weinig mogelijk geld. In de totaalexploitatie die de gemeente met de projectontwikkelaar maakt is er dan ook steeds de neiging zoveel mogelijk grond ‘uitgeefbaar’ te maken. Hoe meer grond uitgeefbaar hoe meer geld er op het eind over blijft. Het gevolg is vaak dat er een te dicht bebouwde woonwijk ontstaat. Op termijn is het gevaar dat de wijk onleefbaar wordt (weinig openbare ruimte, gevoel van onveiligheid, eenvormigheid etc) waardoor niemand nog in de wijk wil wonen en huizen in prijs dalen.

Of neem opleidingen en scholing. We willen allemaal een leuke baan die goed betaalt. Een hogere opleiding (zo denken we) geeft toegang tot een leukere en beter betaalde baan. Dus om ons te onderscheiden op de arbeidsmarkt gaan we een opleiding volgen. Dat kost ons geld en vrije tijd. Helaas gaat ook onze buurman zo’n hogere opleiding doen en zo verder. Op het eind hebben we allemaal een hogere opleiding maar zijn ook onze concurrenten sterker geworden. We hebben allemaal onze vrije tijd opgeofferd en de kans op een betere baan is effectief niet toegenomen. Per saldo zal zelfs sprake zijn van verdringing: ook de lager geschoolde banen zullen worden ingenomen door de nu overtollig geworden hoogopgeleide werknemers.

Achtergrond

Waarom werkt deze dynamiek zo? Het antwoord heeft twee dimensies. Groepsgrootte en beschikbaarheid. De mens heeft historisch samen geleefd in groepen met een omvang van ongeveer 50-100 personen. Onze hersens zijn aan deze groepsgrootte aangepast. Binnen deze menselijke maat snappen we dingen nog en kunnen we onderling overleggen en afstemmen. Als we ons niet aan de groepscode houden dan worden we uitgestoten. Het is dus de sociale controle die de tragiek van de meent oplost.

Dan het tweede argument van de beschikbaarheid. In het ontstaan van de mensheid was grond in principe overvloedig beschikbaar. Als het al zover kwam dat de grond schraal werd, dan trokken we als groep gewoon naar het volgende aangrenzende stuk grond.

De tragiek van de meent is vanuit deze redenering dus om 2 redenen een probleem. De groepen zijn te groot geworden en de natuurlijk hulpbronnen schaars. Sociale controle heeft plaats gemaakt voor anonimiteit waardoor er geen straf meer is op het najagen van je eigen belang. En vluchten naar een volgend stuk grond is niet meer mogelijk want alles is al van iemand en in gebruik voor iets.

Volgens Dobelli zijn er 3 oplossingen voor dit probleem. Oplossing 1 is voorlichting, uitleg, acties voor goede doelen en zo verder. Dobelli zegt hier kortweg: helpt niet, vergeet het, is geen oplossing. Wel goed dat hij dit zo duidelijk stelt want vaak gaan adviezen wel in deze richting. De onderbouwing hiervan zou overigens nog wel wat onderzoek behoeven. Blijven er nog 2 oplossingen over: regelgeving en privatisering. Waar het op neerkomt is dat je iemand verantwoordelijk maakt voor het bereiken van het grotere doel. Dat kan een overheid zijn die regels opstelt of een private partij die uiteindelijk zijn belang ontleent aan het behoud van dat geheel. Dobelli stelt dat in het algemeen privatisering de voorkeur heeft maar dat er domeinen zijn waar privatisering geen optie is en regelgeving de enige manier is. Overigens: er zijn ook auteurs die stellen dat er überhaupt geen oplossing is, uiteindelijk keert de wal het schip en komt er een nieuw evenwicht en begint alles weer van voren af aan, met of zonder de mens.

Rudy van Stratum

 

 

 

 

Achtergrond

Financiële denkfout (9): availability bias

Beschrijving

De availability bias houdt in dat we gebruiken wat ons ter beschikking staat. Dat betekent dat een gemiddelde adviseur bij elk probleem dat hij hoort komt met een bekend recept. Het is dus ‘wij van wc-eend adviseren wc-eend’. Wat in onze herinnering blijft hangen is waar we al vaker kennis mee hebben gemaakt, waar we in zijn getraind of mee zijn opgevoed, maar ook zaken die door hun dramatisch effect (kleur, geluid, opvallendheid) schreeuwen om aandacht.

Het gevaar van deze menselijke neiging is dat we niet meer echt nadenken over wat voor deze specifieke situatie nu de beste aanpak is. We worden gewoontedieren die in herhaling vallen en steeds met dezelfde mantra aan komen zetten. Door dezelfde dingen vaak te doen op dezelfde manier worden we als het ware geconditioneerd of geprogrammeerd om steeds dezelfde stappen in dezelfde volgorde te herhalen. Onze blik wordt daarmee beperkt en verengd.

Het is als het bekende verhaaltje van de man die zijn fietssleuteltje kwijt is. Hij is druk aan het graven en zoeken onder een lantaarnpaal. Een voorbijganger besluit hem te helpen met zoeken. Als ze na een minuutje of tien nog steeds niets hebben gevonden, vraagt de voorbijganger: ‘wanneer had je het sleuteltje voor het laatst in je handen?’ Waarop de zoekende man antwoordt: ‘daar een meter of 5 verderop’. De helper: ‘maar waarom zoek je daar dan niet naar je sleuteltje?’. De man: ‘omdat het hier licht is en daar donker’.

De huidige economische crisis vertoont ook tekenen van de availability bias. De groei wordt minder. Dus we moeten alle zeilen bijzetten om die groei terug te krijgen. De woningen worden niet meer verkocht. Er worden geen hypotheken meer verstrekt. We willen winst blijven maken en blijven consumeren, dus moeten er weer kredieten komen. Want als we weer schulden aangaan, dan kunnen we weer huizen kopen, en gaan we weer groeien.

Achtergrond

Waarom hebben we de neiging te gebruiken wat voorhanden is? Dat heeft te maken met efficiëntie, met zuinig omgaan met schaarse hulpmiddelen. Als we iets vaker doen dan worden we er goed in en dat betekent dat we sneller en succesvoller worden. Het kost steeds minder (zoek) energie om tot besluit en actie te komen. In tijden van nood weet je daarom meteen welke kant je uit moet wat vervolgens je overlevingskans vergroot.

De hersens zijn zo gemaakt dat er voorkeurspatronen uitslijten na vaker dezelfde handelingen verrichten (of dingen denken). Het is als een riviertje dat van een berg stroomt en ook een voorkeursroute heeft ontwikkeld. De hersens worden op deze manier dus voorgeprogrammeerd. Na een bepaalde ’trigger’ volgen dan alle acties die horen bij dat vaste programma. Bij een ritueel als een vergadering opent de voorzitter de vergadering met een vaste openingszin, dan komen de notulen aan de orde, dan stelt x een vraag, y voegt wat toe en de notulen worden ‘gearresteerd’. Want zo doen wij dat al jaren.

De oplossing is dat je waar er veel vanaf hangt indringende vragen blijft stellen en blijft nadenken over alternatieven. Programma’s en rituelen zijn prima en efficiënt, maar soms zitten ze in de weg. Je zult een gevoel moeten ontwikkelen waar rituelen wél voldoen en waar niet meer. In die gevallen waar de bekende oplossingen niet meer volstaan zul je nieuwe wegen moeten zoeken en moeten herprogrammeren.

Crowdfunding in de praktijk 2, projecten en investeren

Tweede aflevering van crowdfunding in de praktijk. De eerste aflevering was wat teleurstellend, vandaag wat mij betreft een wisselend beeld, soms word ik zeer enthousiast, maar vaak ook weer erg teleurgesteld. Inmiddels heb ik wel geld in vier projecten geïnvesteerd. In dit artikel het volgende: nog een platform met projecten; wat voor projecten worden er aangeboden; mijn investeringen en ik sluit weer af met wat conclusies. Nog even voor de duidelijkheid, ik wil weten wat ik met crowdfunding kan. Misschien ben ik op de verkeerde weg, laat het me weten dan breid ik mijn speurtocht verder uit. In deze aflevering ga ik wat dieper in op de projecten die aangeboden worden en de “investeringen” die ik gedaan heb.

Nog een crowdfundingsplatform met projecten

Ik heb toch nog een platform gevonden dat mogelijk interessant is: Oneplanetcrowd. Reden om hier nog even bij stil te staan is allereerst inhoudelijk, het platform richt zich op duurzame en innovatieve ideeën. Als tweede, hierop staan 9 projecten waar ik in kan investeren. Dat is een stuk meer dan bij veel anderen. Wel is ook hier iets opmerkelijks aan de hand. Alle projecten hebben een looptijd van nog 47 dagen. Dat wil zeggen de periode om geld te werven is nog 47 dagen, de totale periode was bij alle projecten 90. Blijkbaar zijn alle projecten tegelijkertijd op de site gezet en zijn ze pas onlangs begonnen. Dat blijkt ook wel als je wat verder rondkijkt op de site. Op zich niets mis mee. Maar, blijkbaar is het niet gelukt om in die 43 dagen (de periode dat de projecten online staan) nieuwe projecten te werven. Eigenlijk een beetje hetzelfde stramien als bij de andere sites, er is iets mis met het aanbod, blijkbaar is er niet zo veel behoefte aan crowdfunding of het loopt via andere kanalen.

Wat voor crowdfundingsprojecten zijn er te vinden?

Als eerste, zoals gezegd, bij de meeste sites is de keuze gering. Maar alles bij elkaar wordt het toch wel een aardig lijstje, een webwinkel voor verduurzaming van je woning, een bloemenzaak, werkkapitaal voor een bedrijf, investering in een machine, een re-integratiebedrijf dat na financiële problemen een doorstart maakt en geld nodig heeft om schulden af te lossen, ook wat duurzame projecten, een eenvoudig waterfilter voor drinkwaterzuivering in Afrika, elektrische taxi’s, autodelen, games etc. Best wel wat keus en diversiteit.

Maar van een groot aantal projecten wordt ik niet echt blij. Veel projecten vind ik niet echt inspirerend (investeren in bedrijfsmiddelen) anderen krijgen niet mijn vertouwen (doorstart bedrijf). Maar, wat me vooral tegenstaat is de hele opzet. Het komt er in het kort op neer dat er (kijkend door de oogharen) twee soorten projecten zijn:

  • Projecten die nog een lange crowdfunding periode voor de boeg hebben (50 – tot soms meer dan 300 dagen) en nog weinig geld binnen hebben gehaald.
  • Projecten die een korte crowdundingperiode voor de boeg hebben (50 of minder dagen) en die ook nog maar weinig geld binnen hebben gehaald.

Voor beide soorten geldt dat ik niet veel zin heb er in te investeren. Bij de eerste duurt het te lang voordat er wat gebeurt. Bij de tweede heb ik er weinig vertrouwen in dat het benodigde bedrag binnen wordt gehaald. Maar uiteindelijk zijn er wel wat leuke projecten te vinden, ik kom er zo op terug.

Dan is er ook nog de inhoud en onderbouwing van de projecten. Die vind ik over het algemeen ook niet echt overtuigend. Er worden wel hoge rendementen in het vooruitzicht gesteld, maar dat is een mogelijk of verwacht rendement. Komt bij dat het lastig is snel inzicht te krijgen in rendementen en investeringen. Omdat de meeste mensen kleine bedragen investeren is snel inzicht gewenst.

Hoe zit dat dan bij projecten die wel gefinancierd zijn? Daar zitten soms best aardige bij. Een succesvol horecabedrijf zoekt € 125.000,= om de succesformule ook in andere steden te kunnen exploiteren. Veel investeerders hebben gezamenlijk met kleine bedragen dit grote bedrag bij elkaar gekregen. Wellicht de eigen klanten, waarom niet, als je er lekker kunt eten heb je waarschijnlijk wel vertrouwen in deze opschaling.

Maar er zijn ook rare projecten, mensen die € 3.000,= zoeken voor de verbouwing van een woning en dat tegen een rendement van 10% willen lenen op geldvoorelkaar.nl. “Mijn vrouw en ik hebben beide een goede baan met een vast dienstverband. Terugbetalen zal dus geen problemen zijn. Geldvoorelkaar.nl sprak ons aan omdat het een goed initiatief is dat er geen bank aan te pas komt en de rente naar de investeerders gaat. Ik hoop dat wij mede door uw hulp ons droomhuisje af kunnen maken.” Ik zou er geen vertrouwen in hebben, allebei een goede baan, dan moet je toch € 3.000,= kunnen sparen? Maar, het is wel gefinancierd door 6 investeerders (vrienden en familie?).

Mijn investeringen in crowdfunding

Ik heb de afgelopen dagen 4 projecten financieel ondersteund. De komende tijd ga ik kijken wat er gebeurt, gaan mijn projecten door, ga ik geld verdienen, of gebeuren er andere spannende dingen?

Mijn eerste investering via Crowdaboutnow is in mijnwoningduurzaam.nl, een webwinkel waar je artikelen kunt kopen voor het verduurzamen van je woning. Ik vind het een sympathiek project. Het geld wordt gebruikt om de bestaande webwinkel beter te promoten. Daarvoor is € 10.000,= nodig. Met nog 6 dagen te gaan is ongeveer een kwart binnen. Een dubbel gevoel dus, enerzijds dit zal wel geen succes worden, er moet in korte tijd nog relatief veel geld worden binnengehaald. Als er niet voldoende geld binnenkomt gaat de investering niet door en krijg ik mijn geld terug. Anderzijds, ik weet in ieder geval wel snel waar ik aan toe ben. En, omdat ik op alle sites succesvolle projecten zie staan zou het zomaar kunnen dat de laatste paar dagen het bedrag bij elkaar gehaald wordt, je moet het in ieder geval niet uitsluiten. Wat overigens leuk is, als investeerder krijg ik 10% korting op alle artikelen uit de webwinkel. Je zou denken dat alleen dat al een enorme stimulans voor alle klanten zou moeten zijn om te investeren.

Mijn tweede investering, is in een online WineNetwork (via Symbid). Idee, informatie over wijn online delen met vrienden zodat je beter weet wat je koopt. De ondernemers willen uiteindelijk met dit netwerk ook marktaandeel in de verkoop van wijn te krijgen. Ik hou van wijn maar met zo’n netwerk heb ik niet zoveel, maar goed, best een aardig idee dat zou best wat kunnen worden. Het voorspelde rendement is enorm, tot 5 maal mijn inleg. Wat ze precies gaan doen en hoe dat rendement tot stand komt is in mijn ogen een wat warrig verhaal. Standaardisatie, een formulier o.i.d. zou hier op z’n plek zijn. Ondanks dat zijn er nu (incl. mijzelf) 15 investeerders en die hebben 20% van de beoogde € 47.000,= bij elkaar gebracht. Met 37 dagen voor funding te gaan kan dit nog wel een succes worden.

Mijn derde project komt ook via Symbid maar is een verhaal op zich, ik hou het kort. Ik schreef n.a.v. de Volkskrant een stuk over crowdfunding en mijn idee om bij wijze van onderzoek wat geld te investeren. Naar aanleiding daarvan kreeg ik een mail van één van de projecten die daar in genoemd worden. Of ik daar dan ook in wilde investeren en er tevens iets over wilde schrijven. Ik had het project, “Lost in Time”,  al op Symbid zien staan, maar omdat het om een ‘spannende game’ gaat had ik het project niet verder bestudeerd (ook daar heb ik niet zoveel mee). Naar aanleiding van het mailtje heb ik dat wel gedaan en ik ben overtuigd, wat een ontzettend leuk idee. Eerlijk, ik raad iedereen aan om even te gaan kijken (www.lostintime.eu).
Dit project maakt twee zaken duidelijk.  Als eerste het gaat het om reclame je moet je idee uitdragen en iedereen die mogelijk geld in het project wil stoppen benaderen. Dat werkt dus blijkbaar. Het tweede leerpunt, het gaat om emotie. Ik vind het een heel leuk idee en dus heb er in geïnvesteerd. Maar wat is nou het verwachtte rendement, wat krijg ik er voor terug? Helemaal vergeten naar te kijken. Wat blijkt, ik krijg helemaal geen rendement, ik krijg “een uitnodiging voor de Sneak Preview op 20 augustus of een speciale investeerdersbijeenkomst met de makers op een later moment”. Maar het mooiste is, ik vind het helemaal niet erg, het is gewoon een leuk idee, ik ben in contact gekomen met de initiatiefnemer en het is leuk om daar een bijdrage aan te leveren. En zie hoe het werkt, ik ben nu zelf ook reclame aan het maken.

Het laatste project is de ontwikkeling van een app (Toogethr, via oneplanetcrowd) die helpt bij het carpoolen. Nog 47 dagen voor de funding, slechts 3% van het benodigde geld is binnen. Ik krijg geen rendement op mijn investering, wel een tegoedbon ter waarde van mijn investering om met andere te carpoolen. Ook hier dus een tegenprestatie in natura.

Voorlopige conclusies crowdfunding

Symbid en Oneplanetcrowd hebben de meeste projecten om in te investeren en daar zitten ook leuke inspirerende projecten bij. In de andere sites ben ik gewoon zeer teleurgesteld.

Crowdfunding is marketing, dat is tenminste mijn conclusie. Ik verwacht niet dat veel mensen op zoek gaan naar leuke projecten om in te investeren zoals ik nu doe. De weg zal eerder zijn dat ze op de een of andere manier in aanraking komen met een leuk project en besluiten te investeren. Dat kan doordat de initiatiefnemer bestaande klanten benadert, familie en vrienden inzet, sociale media gebruikt etc. Dat betekent dat de platforms er niet zozeer zijn voor investeerders die geld kwijt willen maar voor mensen die een idee hebben en een medium zoeken dat de administratieve rompslomp afhandelt. Het gebrek aan aanbod hoeft dan ook niet zo erg te zijn. Blijkbaar is er niet zoveel behoefte aan crowdfundingof in ieder geval niet via een platform. Mijn zoektocht heeft wat dat betreft een beetje de verkeerde invalshoek.

Uiteindelijk gaat het bij mij toch voor een groot deel om emotie. Je zou kunnen zeggen dat crowdfunding op een hele slimme manier gebruikt maakt van allerlei denkfouten die wij steeds maken (zie onze serie). Het idee is leuk, iemand is sympathiek, het is een bekende etc. eigenlijk hele slechte argumenten voor een investering.

Als laatste een praktisch punt, de investeringstermijnen. Daar knelt het wat mij betreft. Wie heeft er nou zin om 300 dagen te wachten voordat duidelijk is of een project doorgaat? Juist als je ‘emotioneel’ betrokken bent wil je toch snel resultaat? En, als het in 100 dagen niet lukt om het geld bij elkaar te krijgen, lukt het dan wel in 200 of 300 dagen?

 

Stijn van Liefland

Crowdfunding in de praktijk 1, eerste indrukken

Naar aanleiding van ons laatste artikel over crowdfunding heb ik besloten er wat meer studie van te maken. Met het idee middels crowdfunding geld te investeren in een aantal interessante projecten heb ik (op maandag 19 november 2012) een aantal crowdfundingplatforms bezocht. Ik hoop dat dit weer inzichten oplevert in de vraag hoe we crowdfunding kunnen gebruiken bij het type projecten waar wij in de dagelijkse praktijk mee te maken hebben (onze fysieke leefomgeving). We gaan hier meerdere artikelen aan wijden en verzamelen alles in het dossier crowdfunding, vandaag de eerste indrukken.

Ik heb verschillende sites bezocht op zoek naar investeringsmogelijkheden. Dat klinkt heel stoer, maar mijn budget is beperkt en vooral bedoeld om te kijken wat er mogelijk is. Vijf algemene sites:

En twee specifieker:

Hierbij heb ik me beperkt tot Nederlandse sites met het idee dat als je met crowdfunding iets wilt doen aan onze leefomgeving je op lokaal of regionaal niveau moet opereren.

Algemene platforms

Hier kunnen alle soorten projecten zich aanmelden voor financiering. Dit loopt uiteen van investeringen in nieuwe productiegoederen, een bloemenzaak en een persoonlijke lening voor het verbouwen van een woning. Je zou denken, daar moeten leuke projecten bijzitten, maar er is iets raars aan de hand. Op vrijwel alle sites is slechts een heel beperkt aantal projecten waar op ingeschreven kan worden. Crowd about now heeft twee projecten, geld voor elkaar heeft er vier en Share 2 Start  en Seeds hebben er beide ook slechts twee. Uitzondering is Symbid, hierop zijn 27 projecten te vinden (overigens staat in ieder geval één project er twee keer op, maakt dus 26). Deze zijn voor een groot deel in het Engels wat doet vermoeden dat het buitenlandse projecten zijn die ook in Nederland aangeboden worden. Op de site wordt niet duidelijk of Symbid internationaal opereert of niet.

Waar ik dacht te kunnen kiezen uit een stuwmeer van initiatieven wacht hier dus een eerste teleurstelling, weinig aanbod. Een tweede teleurstelling is de inhoud van de projecten, maar meer daarover in de volgende aflevering. Opvallend is dat de sites wel allerlei successen laten zien. Zo is bij geld voor elkaar een project van € 125.000,= gefinancierd, het gaat hier om de opschaling van een succesformule (horeca). Ik zie twee rare zaken. Ten eerste hoe kan het dat het aanbod aan projecten zo klein is als er zoveel succesvolle projecten zijn afgerond? Heb ik iets gemist, kijk ik op de verkeerde sites, is iedereen naar een ander platform gegaan? Ik ben natuurlijk relatief nieuw, maar het zou me verbazen als ik het belangrijkste platform gemist heb.

Een tweede punt, waarom lees ik niets over projecten die niet zijn gefinancierd? De investeerders krijgen dan hun geld terug, maar waar zijn deze projecten gebleven. Kennelijk worden ze zo snel mogelijk van de sites gehaald of ze worden allemaal gefinancierd. Dat laatste lijkt mij onwaarschijnlijk maar daarover meer in het volgende artikel. Ik vind dat weinig transparant. Ik zou graag willen weten welke projecten wel en niet geslaagd zijn en daarmee welke meer en minder kansrijk zijn. Als ik immers geld investeer in een project en we weten pas over 100 dagen of er voldoende geld binnenkomt dan staat mijn geld 100 dagen vast. In die periode kan ik het niet ergens anders in investeren of er wat leuks mee doen. Dat betekent dat je dus beter kunt wachten tot tegen het einde van de crowdfunding periode. Ook voor de ondernemer die een project inbrengt is het leerzaam te zien welke projecten wel en niet gefinancierd worden.

Specifieke platformen

Deze richten zich op een bepaald domein, Tenpages.com voor het uitgeven van een boek en Cinecrowd voor het produceren van films. Internationaal is er Kickstarter voor alle creatieve ideeën maar die laat ik hier even buiten. Opvallend, hier zijn wel volop mogelijkheden om te investeren, tientallen boeken en zo’n 15 films. Eigenlijk niet zo gek, crowdfunding komt uit de culturele hoek en dat is te zien. Het ziet er goed en toegankelijk uit. Bij Tenpages wordt nog de schijn opgehouden van financieel rendement (ik twijfel daaraan, maar ook daarover later meer) bij Cinecrowd krijg je gewoon iets leuks. Een DVD van de film, een bezoek aan de set, een workshop met acteurs en regisseurs, bijwonen van de première etc. Eigenlijk heel aantrekkelijk, ook hier gaan we in een latere aflevering verder op in.

Voorlopige conclusie

Los van de inhoud, bij de algemene platformen toch een hele grote teleurstelling. Blijkbaar stelt crowdfunding nog niet zo veel voor of werkt het gewoon niet. Anders zou je verwachten dat de projecten staan te dringen om op zo’n site te mogen. De twee specifieke platformen werken blijkbaar wel.  Wat de succesfactor is, blijft voor mij gissen, een trouwe groep investeerders, emotionele binding, de fun factor? Blijft de vraag over of ik dan toch iets gemist heb. Waarschijnlijk zijn er ook aardig wat projecten die buiten dit soort platformen om zelf aan crowdfunding werken. Daar moeten we dus ook naar op zoek gaan.

Volgende aflevering meer over de inhoud van de aangeboden projecten op de genoemde platformen.

 

Financiële denkfout (8): contrast effect

Beschrijving

De denkfout is dat we niet zozeer kijken naar de absolute getallen of waarden maar naar de relatieve verschillen. Dus verschillen ten opzichte van een andere situatie. In economische termen lijken sommige dingen daarom goedkoop of duur terwijl ze het absoluut gesproken niet zijn.

Voorbeeld: het werken met een zogenaamde ‘adviesprijs’. Ik weet dat Philips in zijn audio-range vroeger werkte met adviesprijzen. Een versterker had dan een adviesprijs van € 499 in de folder. Met dat beeld in je hoofd ging je dan naar de winkel waar je een ‘afgeprijsde’ versterker zag staan van € 349. Viel dat even mee! Helemaal niet zo duur als ik had gedacht. Achteraf bleek dat de versterker overal voor € 349 werd aangeboden en dat de adviesprijs nergens hoefde te worden betaald.

Natuurlijk is het fenomeen van aanbiedingen voor € 0,99 of € 9,99 ook gebaseerd op de illusie dat je dan minder kwijt bent dan € 1 of € 10. We weten het allemaal maar toch voelt het anders aan.

Of de folder die een aanbieding voor een nieuwe tv heeft voor een wel erg lage prijs. Los van het fenomeen dat je naar de winkel wordt gelokt en dat het betreffende type dan even niet op voorraad is (en je toch iets wilt kopen) is het verkoopproces gericht op het de klant naar het duurdere type praten. Het goedkope model heeft toch wel een lagere kwaliteit en een beperkt aantal opties. Deze tv is ‘slechts’ 100 Euro duurder en kijk eens naar het verschil. En zeg nu zelf: hoe vaak in je leven koop je nu een tv? En reken eens uit wat het verschil in prijs is in termen van kosten-per-uur-kijkgenot.

Dat is ook de reden dat ze vaak 3 in prijs uiteenlopende modellen hebben staan. Een goedkope, een hele dure en eentje er tussenin. Je gaat van de goedkope (die kan zo weinig), naar de hele dure (die is zo duur) en gaat uiteindelijk met de middelste naar huis. En als je dan bij de kassa staat om af te rekenen, dan kun je er nog een gouden kabeltje bijkopen voor ‘maar €25′ (eigenlijk best weinig ten opzichte van het totale aankoopbedrag). Je vergeet dan even dat een gewoon kabeltje van € 2 hetzelfde effect geeft.

En het zijn niet alleen winkeliers die zo werken. Ook bij het Centraal Planbureau (CPB) rekenden we vroeger meestal 3 verschillende scenario’s uit: tegenvallende groei, uitbundige groei en normale groei. Uiteindelijk had dan iedereen het idee dat je kon kiezen, maar praktisch werd alleen gesproken in termen van het middelste scenario.

Achtergrond

Ik kan zo nog uren doorgaan met voorbeelden uit de praktijk. Als je er eenmaal op let dan zie je het overal om je heen (ook weer zo’n denkfout overigens). Maar waarom doen we dat eigenlijk? En wat is het gevaar? Om met dat laatste te beginnen: we kunnen snel op het verkeerde been worden gezet en nemen dus besluiten die we objectief beschouwd niet hadden moeten nemen. Natuurlijk speelt dat ook bij grote infrastructurele projecten waar veel publiek geld in omgaat.

Maar waarom zitten we zo in elkaar? Ik kan daar weinig over terug vinden, Dobelli zegt er in zijn boek niets over. Ik denk dat het iets te maken heeft met het managen van onze verwachtingen. We vinden het onaangenaam om plotselinge overgangen of schokken te ervaren. Het is fijn als we er in een geleidelijk pad naar toe kunnen gaan, als we langzaam worden voorbereid, als we mentaal de ruwe werkelijkheid al een keer hebben geanticipeerd. Het zal te maken hebben met de flexibiliteit van onze geest die ons dan in staat stelt beter met de werkelijkheid om te gaan, die ons in staat stelt beter te overleven omdat we ons sneller gaan aanpassen (in plaats van te schrikken of te klagen).

Rudy van Stratum

Gevaren van crowdfunding?

Wij hebben al een aantal maal over crowdfunding geschreven, het blijft een interessant fenomeen. Afgelopen zaterdag stond er in de Volkskrant een groot artikel over “de gevaren van crowdfunding”. Het prikkelde mij wel, de gevaren van crowdfunding, ik dacht aan verminderde belastinginkomsten voor de staat of allerlei onbedoelde (negatieve) neveneffecten. Gelukkig het blijkt allemaal mee te vallen.

Als eerste gaat het artikel in op de bedragen die in crowdfunding omgaan. De afgelopen tijd hoor ik er steeds meer over maar het gaat vooralsnog niet om grote bedragen. Totaal gaat het om 2 miljoen die daadwerkelijk geïnvesteerd wordt en 4 miljoen in de vorm van donaties (samen dus 6 miljoen). Eerlijk gezegd was ik nogal verrast, ik had verwacht dat het om veel grotere bedragen zou gaan. Eén project is er buiten gehouden, de bouw van twee windmolens, een initiatief van Greenchoice, hiermee werd 7 miljoen opgehaald. Mijn eerste conclusie, crowdfunding is echt nog heel marginaal, maar het maakt het wel mogelijk om een groot kapitaal bij elkaar te krijgen (zie Greenchoice).

Het is interessant te kijken hoe dat succes van Greenchoice tot stand is gekomen. Het gaat hier om het project winddelen (inschrijven niet meer mogelijk). Een winddeel kost € 351,=, de jaarlijkse kosten zijn € 16,=. Het verwachtte rendement bij gelijkblijvende energieprijzen is 4,2%, bij stijgende energieprijzen wordt het rendement uiteraard hoger, met dalende energieprijzen wordt geen rekening gehouden. (kijk hier om de berekeningen te volgen) Een aardig rendement en tegelijk een bijdrage aan een betere wereld. De site vermeldt tevens: “MilieuCentraal heeft de berekeningen geverifieerd en bevestigt dat investeren in Winddelen gunstig is”.

Om wat verder in de materie te duiken ben ik mij gaan aanmelden en op zoek gegaan naar de kleine lettertjes. Drie zaken vallen me op. Als eerste, ik moet starten met aanmelden om statuten en voorwaarden te vinden, op een andere mannier kom ik er niet bij. Ten tweede moet ik ook stroom gaan afnemen van Greenchoice, zolang als ik aandeelhouder ben. Eigenlijk best raar, als ik aandelen koop van Philips kan ik toch ook gewoon producten van Sony blijven kopen? Komt bij, op de achtergrond speelt een ideële doelstelling, zoveel mogelijke duurzame energie in Nederland. Dan is het volgens mij beter om aandelen bij Greenchoice te kopen en vervolgens groene stroom bij een ander. Zo stimuleer ik immer twee partijen, maar dat terzijde. Als derde valt op dat ik nergens iets lees over calamiteiten. Wat als de windmolen defect raakt, omwaait etc. Moet ik dan opnieuw investeren, heb ik dan geen rendement meer? Na snelle lezing kom ik hier niet uit.

Terug naar de Volkskrant en de gevaren van crowdfunding. Op de Nederlandse economie zal het nog weinig invloed hebben daarvoor gaat er te weinig geld in om. Wat is dan wel het gevaar? Het voorbeeld van Greenchoice illustreert het eigenlijk wel aardig. Ik heb best vertrouwen in het project van Greenchoice gezien de partijen en de mensen die er achter staan. Maar, er blijft veel onduidelijk. Dat is ook het geval bij veel andere crowdfunding initiatieven. Krijg je, je geld terug als er te weinig deelnemers zijn? Hoe wordt het rendement berekend? Hoe groot zijn de risico’s? In geval van Greenchoice, wat gebeurt er bij dalende energieprijzen of als de molen defect raakt? In de Volkskrant wordt dan ook terecht opgemerkt, dat je het als risicodragend kapitaal moet beschouwen en je alleen moet investeren als je het kunt missen. Geen groot gevaar dus, wel goed opletten als je wilt investeren. Maar eigenlijk is het een pleidooi voor een soort keurmerk en een financiële bijsluiter.

Hoe dan ook, het blijft een interessant fenomeen. Ik heb me voorgenomen om een aantal crowdfunding projecten te gaan ondersteunen om zelf maar eens te ervaren hoe dat werkt.

Wordt vervolgd.

 

Stijn van Liefland

 

 

Financiële denkfout (7): authority bias

Beschrijving

De fout is dat wij deskundigen (of autoriteiten op hun gebied) graag serieus nemen. Als een deskundige iets beweert dan moet dat wel waar zijn. Het is een fenomeen dat in de reclame fors wordt uitgepond: een man in een witte jas staat waspoeder aan te prijzen. Ik heb er geen onderzoek naar gedaan (dus geen reden om mij te geloven, geen expert namelijk) maar veel komische typetjes uit het cabaret zijn gebaseerd op (het belachelijk maken van) het deskundigen-effect.

Je kunt je overigens afvragen wie hier nu een probleem heeft. Is het de deskundige als aanbieder die zo graag wil laten zien dat hij het weet of is het het publiek als vragende partij die zo graag iets aanneemt? Waarschijnlijk gaat het hier om een wederzijdse afhankelijkheid die zichzelf in stand houdt: expert wil graag erkenning en status, publiek geeft graag waardering.

Het gevaar van de authority bias is dat er niet meer kritisch wordt nagedacht. Er ontstaat ‘groupthink’ en een cultuur van ja-knikkers. Zo kan een krachtige leider met veel autoriteit op een sluipende manier een bedrijf ten gronde richten als dit fenomeen de overhand krijgt.

Achtergrond

Waarom hebben we de neiging deskundigen te willen geloven? Achter elke fout zit immers een dieperliggende rationaliteit (opdrachtje tussendoor: van welke denkfout maak ik nu gebruik?). Ik zie eigenlijk twee evolutionaire redenen voor onze goedgelovigheid. De eerste heeft te maken met luiheid en efficiency. Als een deskundige iets heeft uitgezocht, waarom zou ik dat dan opnieuw moeten doen? Het is gewoon efficiënt, een vorm van taakverdeling en specialisatie om één iemand iets te laten uitzoeken en dat de rest daar dan verder zijn voordeel mee doet. Ik kan dan mijn eigen tijd weer ergens anders aan besteden. Lekker makkelijk en win-win. De andere reden heeft te maken met straf en uitsluiting. Als je een autoriteit kritisch tegemoet treedt dan word je daar meestal niet beter van. Niemand vindt het fijn om kritiek te krijgen (want kritiek op een mening = kritiek op de persoon). Empirisch zul je best kunnen aantonen dat mooipraterij en vleierij je sneller op de gewenste positie brengt dan steeds maar te komen met ‘verbeterpunten’.

Het efficiency-deel van de authority bias is in de economie verder uitgewerkt onder het kopje ‘signalling’. Een witte jas is een signaal (aan de markt) dat iemand dokter is en het dus wel weet. Dat is goedkoop en versoepelt de onderlinge transacties. Stel je voor dat de dokter zonder witte jas steeds maar weer opnieuw zijn patiënt zou moeten overtuigen van zijn kunsten! Dat schiet natuurlijk niet op. Maar het simpele feit dat er een signaal voor deskundigheid bestaat, introduceert een nieuwe prikkel ‘andersom’. Het is verleidelijk een witte jas aan te trekken zonder dat je de juiste papieren hebt: wel de voordelen, niet de nadelen (van een dure opleiding volgen tot dokter). Een mooi voorbeeld van systeemdynamiek. De misbruikers nopen weer tot het opstellen van regels en die leiden weer tot het houden van toezicht op die regels.

Rudy van Stratum

 

Financiële denkfout (6): confirmation bias

Beschrijving

Deze denkfout wordt ook wel de moeder aller denkfouten genoemd, wie kent hem niet. Het komt erop neer dat je overal om je heen bewijzen ziet van je eigen gelijk. Ik zie wat ik wil zien, ik zoek en zie bewijs van wat ik graag wil geloven. Als je dan toch toevallig iets ziet wat niet helemaal klopt, dan is dat een uitzondering en zeker geen bewijs voor het niet kloppen van je theorie.

Wat hier achter zit (waarom doen wat dat eigenlijk, dat zoeken naar je eigen gelijk?) is dat we ons bestaande wereldmodel graag intact houden. Als ons wereldmodel niet meer blijkt te kloppen dan voelen we ons ongemakkelijk, dan hebben we ongelijk, dan hadden we het fout. Het wereldmodel wordt gelijk gesteld aan je eigen persoon, niet alleen je wereldmodel is fout maar eigenlijk ben je zelf ook fout of mislukt. En evolutionair zal er een goede reden zijn voor deze overlevingsstrategie: de mensen die iets te veel met alle winden mee waaiden hebben het niet gehaald, de mensen die helemaal nooit iets aanpasten aan hun opvattingen ook niet. Een beetje vasthoudendheid aan je eigen wereldmodel is helemaal niet verkeerd blijkbaar.

Fout gaat het natuurlijk als je onbewust en tegen je eigen voordeel in blijft vasthouden aan je eigen gelijk en je eigen wereldmodel, terwijl de omstandigheden aangeven dat je het beter anders kunt doen en beter anders kunt geloven.

Aanpak

De oplossing is eigenlijk simpel. Een beetje eigenwijs zijn kan geen kwaad, je komt dan ook zelfverzekerd over (zie ‘authority bias’) en kan andere mensen zelfs van hun (soms terechte) twijfel afhelpen en er zelf meer status aan ontlenen. Maar beter nog is het om bewust te zoeken naar tegenvoorbeelden. Niet omdat je zo graag ziet dat je weer eens ongelijk had, maar juist om scherp te blijven en je eigen theorie robuuster te maken dan wel aan te passen.

Disney (ja die van de Donald Duck) had hier een strategie voor (niet toevallig ook wel de ‘Disney strategie’ genoemd, de term komt overigens van Robert Dilts die de werkwijze van Disney in de vorige eeuw heeft gemodelleerd). In zijn bedrijf maakte hij bewust een onderscheid tussen de creatievelingen (die op zoek moesten gaan naar nieuwe ideeën voor films) en de criticasters (die daarna op zoek gingen naar wat er fout zou kunnen gaan). Maar niet in een vijandige sfeer van ‘hullie tegen zullie’ maar in een voortdurende loop waarbij de creatievelingen na de ronde kritiek weer werden uitgenodigd hun voorstellen beter te maken. Net zolang tot iedereen het idee had dat dit het best mogelijke idee was dat tevens uitvoerbaar was.

In de praktijk van een directie of bestuur of Raad van Commissarissen zou zo’n werkwijze ook kunnen worden ingevoerd. Iemand wordt aangewezen professioneel de plannen van kritiek te voorzien, een ander wordt aangewezen met een verbetervoorstel te komen dat de kritiek incorporeert. Het is dan handig om per vergadering de rollen om te draaien, want weer een andere denkfout zegt dat we lastig onderscheid kunnen maken tussen de boodschap zelf en de persoon die de boodschap de wereld in brengt.

Verder zijn er uitgewerkte technieken die je wereldmodel systematisch ter discussie stellen en varianten aanleveren. Vaak maken deze technieken gebruik van ‘reframing’ waarbij je eigen wereldmodel (waarin je dus vast zit of ‘geframed’ bent) bewust of expliciet wordt gemaakt en je andere wereldmodellen die net zo goed of beter werken krijgt aangeleverd. Het ‘in de week leggen’ van je eigen wereldmodel is voor het voorkomen van ‘confirmation bias’ dus een nuttige techniek.