Tag archieven: lenen

Nogmaals Peerby (deel 3)

Na een kort berichtje bij de start van Peerby schreef ik vorige week een update na 3 jaar bestaan van Peerby. Bottomline is dat de organisatie op zoek is naar een verdienmodel. Op zich niet zo bijzonder (wie wil er immers geen verdienmodel?) maar Peerby profileert zich als site die het (gratis) lenen van spullen tussen mensen onderling wil bevorderen.

De belangrijkste vernieuwing is dat Peerby naast gratis lenen nu ook (ver)huur introduceert. Dus je kunt vooral de wat duurdere spullen nu ook tegen betaling verhuren (waarbij Peerby als verdienmodel dan een percentage van het huurbedrag ontvangt).

Radiogesprek

Vanmorgen hoorde ik in de auto toevallig een gesprek met oprichter Daan Weddepohl op radio 1. In zo’n gesprek hoor je toch weer andere dingen dan je leest in een kort krantenartikel. Ook in dit radio-interview weer de voor de hand liggende vraag of opmerking: ‘Maar jullie waren toch zo’n sympathiek clubje dat vooral ‘delen is het nieuwe hebben’ uitstraalde? Gaat dat idee nu niet verloren bij de introductie van betaalde diensten?’.

Een aantal interessante nuanceringen uit de mond van Weddepohl:

  • Het doel van de site was vooral om de bezettingsgraad van spullen die er al zijn te verhogen. We hebben spullen genoeg met zijn allen, maar die liggen vooral ongebruikt opgeslagen. Het verhogen van de ‘gebruiksgraad’ heeft een enorme positieve impact op het klimaat (naast dat het je geld bespaart). En of je nu gratis uitleent of verhuurt: dat effect blijft gelden (het bespaart je nog steeds geld, alleen iets minder dan bij gratis).
  • Het aanvankelijke idee bij de start van de site was dat geld vooral een rol zou spelen bij de verhuurders (eigenaren) van de spullen. Maar tot onze grote verrassing is het vooral het verzoek van de inleners (gebruikers) van de spullen om te mogen betalen. Huh? Iemand vraagt om te mogen betalen? Inderdaad. Waarom? Hoezo? Nou, als je voor iets betaalt dan geeft dat je ook rechten. Je kunt met andere woorden ook eisen stellen. Dus misschien wil jij die grasmaaier morgen al hebben en die moet ook van een bepaalde kwaliteit zijn. Welnu, als je ervoor betaalt dan mag je die eisen ook gerust stellen. Andersom, bij gratis: ‘een gegeven paard mag je niet in de bek kijken’, dus dan moet je het er maar mee doen en blij zijn. De eyeopener hier is dat geld de balans tussen gever en nemer weer herstelt. (( Hier ligt denk ik ook een link naar de literatuur over denkfouten. Zoek even op denkfouten + wederkerigheid. ))
  • En dan is gratis misschien ook niet zo duurzaam of houdbaar. Stel je bent in het bezit van een leuke vakantietent. Die wordt maar één keer per zoveel seizoenen een paar weekjes gebruikt. Zonde, en je bent best bereid die tent aan anderen uit te lenen. Maar nu wordt die tent in de nieuwe situatie zeg tien keer in een seizoen uitgeleend. Van die tent is dan al snel weinig meer over vanwege het vele opzetten, afbreken, inpakken, uitpakken, regen, zonneschijn etc. Ook hier is de balans verstoord: de gulle gever zit nu met de gebakken peren en kan weer een nieuwe tent kopen. Als de eigenaar/verhuurder per keer uitlenen een vergoeding krijgt dan is het ook logisch om na slijtage van dat geld weer een nieuwe tent te kopen. En zo kan het systeem van lenen-uitlenen ook op langere termijn in stand blijven.

Dus bij deze wat nuancering en verdieping op de nieuwe koers van Peerby. Al zal natuurlijk de opmerking ‘ja maar jullie waren toch zo’n leuke clubje’ gesteld blijven worden. Huren kennen we namelijk al heel lang als verdienmodel en voor je het weet vraag je geen vergoeding voor de tent die je toch al op zolder had liggen maar wordt het kopen en verhuren van tenten je nieuwe business (met de vraag overigens of dat erg is).

Verlies van het een is winst van het ander

Interessant was ook nog het eigen verhaal van Weddepohl. Waarom was ie ook alweer begonnen met Peerby? Na het afbranden van zijn huis, het verliezen van zijn baan, het vastlopen van zijn relatie (en nog wat zaken) stond Weddepohl er helemaal alleen voor. Wat te doen? Lenen bij vrienden om te overleven! Hij merkte dat het wegvallen van dat bezit en het vragen (en krijgen) bij vrienden hem een nieuwe levensvreugde gaf. Paradoxaal genoeg betekende verlies van het ene het winnen/krijgen van nieuwe intermenselijke verdieping. De grote uitdaging bij het nieuwe verdienmodel zal dan toch zijn om die ‘missie’ vast te houden bij het verhuren van spullen.

Rudy van Stratum

Alternatieve financiering Rural Alliances (2)

In een eerdere blog hebben we een start gemaakt met de bespreking van het rapport ‘Alternatieve financieringssystemen voor het platteland’. Ditmaal ga ik meer in het bijzonder in op de besproken ‘verdienmodellen’ (dat woord mag volgens sommigen niet meer gebruikt worden …) en beperk me daarbij op de zaken die opvallend of anders of nieuw zijn. Als basis (voor wat we al kennen) kun je kijken bijvoorbeeld naar dit overzicht of naar dit overzicht.

Indeling

Het rapport gaat uit van een 4-deling (alternatieve financiering gebeurt door 1) krijgen, 2) verkopen, 3) ruilen, of 4) coöperatief samen werken). Volgens deze indeling lopen we de besproken financieringssystemen dan ook na.

In totaal worden 35 systemen besproken: ongeveer de helft is ‘krijgen’, ongeveer 20% is ‘ruilen’, ongeveer 20% is ‘coöperatief samenwerken’ en ongeveer 10% is’ verkopen’. Elk van de 35 mogelijkheden wordt gescoord in een tabel die 5 dimensies heeft zoals onderstaand is te zien:

ScreenShot138Krijgen

In deze categorie treffen we 16 van de 35 mogelijkheden aan. In onze beslisboom stelden wij destijds al snel: krijgen is de makkelijkste manier om je probleem voor elkaar te krijgen. Alleen jammer dat ‘krijgen’ (lees: subsidie) vandaag de dag niet meer aan de orde is. Wij hebben er daarom op deze site nauwelijks aandacht aan gegeven. Deze publicatie kiest dus een wat andere route.

ScreenShot139De meeste oplossingen die hier worden besproken zijn eerder op deze site aan de orde gekomen. Een landschapsveiling is een vorm van sponsoring waarbij je een stuk grond kan adopteren waarbij het geld wordt gebruikt voor bijvoorbeeld het beheer van het gebied. Een beursvloer is een soort marktplaats waar je ter plekke de ene dienst kunt ruilen tegen de andere (ik zou hem dus onder ‘ruilen’ plaatsen). De venture philantropy is een Belgische constructie waarbij er geleend kan worden tegen lage rente maar in combinatie met inbreng van expertise vanuit de uitlener (geconditioneerde lening). Nieuw is verder nog de JAK bank waarbij je renteloos kunt lenen en in ruil daarvoor ook de verplichting aangaat later voor eenzelfde bedrag renteloos te sparen (ook een vorm van ruilen dus).

We kijken nog even niet naar de scores, die komen in de volgende aflevering aan de orde.

Verkopen

Zoals gezegd: veel van de bestaande overzichten met verdienmodellen besteden de meeste aandacht aan nieuwe vormen van verkoop. Hier gaat het slechts om 5 mogelijkheden (van de 35). Visitor payback is een verzamelnaam voor alle vormen waarbij groen een ecodienst biedt die apart verkocht kan worden. Dus het kan gaan om heffen van parkeer- en entree-gelden, het verkopen van een routekaart of het verkopen van streekgebonden producten. De groengarantie behelst dat de koper van onroerend goed dat van groen geniet een opslag betaalt (die dan wordt besteed aan beheer van groen). Een knooperf is een voormalig (deel van een) landschap waar nieuwe bewoners komen die bij de koop overeenstemmen tevens het gebied te onderhouden (een vorm van geconditioneerde verkoop).

Verhandelbare ontwikkelingsrechten is iets complexer. De overheid geeft aan (eigenaren van) een gebied waar beheerd moet worden zogenaamde ontwikkelingsrechten. Aan andere gebieden wordt de verplichting opgelegd dat ontwikkelingsrechten nodig zijn alvorens te mogen bouwen. De opbrengst van de verkoop van de ontwikkelingsrechten gaat zo van het ene gebied naar het andere gebied (waardoor uiteindelijk nieuwbouw op de ene plek nodig is en voor beheer op een andere plek, geen houdbare oplossing voor de langere termijn).

Ruilen/complementaire munten

ScreenShot140Onder dit kopje gaat het om alternatieve en/of complementaire munten/biljetten/rekensystemen. Bij de Brixton Pound gaat het letterlijk om het introduceren van een nieuw lokaal geldsysteem (dat bestaat naast het bestaande ponden-systeem), bij Timebanking gaat het om het ruilen van uren arbeid onderling (waar je je tegoed of tekort op allerlei manieren kan bijhouden en/of ruilen). De Biwa Kippu is een Japanse uitvinding waarbij de overheid bewoners van een gebied verplicht stelt x uur te werken aan onderhoud en beheer en daarvoor in ruil een Biwa (munt) krijgen. Die lokale Biwa kan dan onderling weer worden gebruikt om elkaar af te rekenen.

Coöperatieve samenwerking

De laatste categorie financieringssystemen gaat uitgebreid in op een specifieke vorm van samenwerken, de coöperatie of ‘coöp’. Coöperaties zijn er in alle soorten en maten. Belangrijkste kenmerk van een coöperatie is dat je samen sterk(er) staat. De coöperatie is er voor en door de aangesloten leden. Als je als lid toe wilt treden moet je soms eerst geld inleggen waardoor ook de financiering van het collectief is geregeld. Als een coöperatie uitsluitend het doel heeft de belangen van de leden te behartigen dan is sprake van ‘mutual benefit’ (wederzijds voordeel). In zo’n geval zou je kunnen zeggen dat een coöperatie een vorm van anders en efficiënt organiseren is. Samen inkopen, samen reclame maken, samen verzekeren tegen ziekte of uitval, samen beheer uitvoeren etc. Wellicht is het zelfs een variant op winstmaximalisatie, alleen is hier sprake van een collectief aan leden die de winst maximaliseert (met allerlei restricties op wat er met die winst kan en mag gebeuren). Soms gaat een coöperatie echter verder dan het belang van de leden en is er ook een ‘hoger’ of maatschappelijk doel opgenomen in de statuten.

Duidelijk is dat de coöperatie op dit moment (weer) in de belangstelling staat.

In de volgende en laatste aflevering zullen we zien wat volgens deze publicatie de meest kansrijke verdienmodellen zijn voor de groene sector aka platteland.

Rudy van Stratum

Energienota-nul woningen, de constructie

Nadat Rudy een artikel geschreven had over de energienota-nul woning kregen we nog een aantal mails en kwamen we verschillende artikelen tegen op het web. Sommige waren enthousiast, andere kritisch. Bij een aantal hadden wij ook het gevoel dat de constructie niet geheel duidelijk was. In ieder geval voldoende aanleiding om hier nog eens verder in te duiken. Waarschijnlijk worden het drie afleveringen. Vandaag de kern van de constructie, hoe werkt het en is hier sprake van een slimme financieringsvorm? In de volgende aflevering wat praktische kanttekeningen voor de huizenbezitter, in de laatste wat overwegingen op macro-economisch / maatschappij niveau.

Praktische kanttekeningen, macro-economische overwegingen doet wellicht vermoeden dat wij niets zien in deze constructie. Maar, niets is minder waar. Het is wat ons betreft een mooi voorbeeld van een slimme constructie. In de afbeelding nog eens schematisch de kern van de constructie, je zou zeggen op het energiebedrijf na alleen maar winnaars.ons huis verdient het-01

Voor een verdere beoordeling van de constructie pakken we onze beslisboom erbij, toch onze referentie:

  • Doel: Helder, minder uitgeven aan energie, minder energie gebruiken, minder CO2 uitstoot.
  • Ingreep: Isoleren, installatie vervangen, dubbel glas etc.
  • Rendement: Positief en heel behoorlijk. De investering verdient zich binnen 15 jaar terug en dan blijft er ook nog genoeg over om rente aan de bank te betalen. Ook aan de andere doelen levert de investering een bijdrage.
  • Verdeling van het rendement: Geen probleem, het initiatief gaat over de particuliere woningbezitter, die doet de investering en krijgt ook de baten. In principe is belangen fuseren geen issue. Toch zit het wel een beetje in dit initiatief. Voor de bank is het prettig geld uit te lenen en rente te ontvangen, voor aannemers levert het werk op, de eigenaar krijgt meer comfort en een lagere rekening. Blijkbaar is er wel iets voor nodig om dit uiteindelijk te laten werken en partijen bij elkaar te brengen. Dat zou je belangen fuseren kunnen noemen.
  • Kapitaal beschikbaar / constructie: Hier zit de kern van de constructie en zo hoort het ook. Pas als het rendement en de verdeling in orde zijn komt een constructie in beeld. Deze constructie is bedoeld voor mensen die het geld voor deze investering niet beschikbaar hebben of wel geld hebben maar dat niet kunnen of willen missen. Lenen isin dit geval een prima oplossing, tegenover de lening en de investering staan duidelijke besparingen om de lening mee te financieren. Maar let wel, we bespreken hier de kern van de constructie zoals deze theoretisch werkt, in de praktijk kan dat een stuk ingewikkelder liggen. Heb je het geld wél en kun je het missen dan is het direct door naar uitvoering. Dit is een goede investering. Volgens Rudy is het rendement 8%, ik geloof het onmiddellijk. Het betekent dat het beter is te investeren in de woning dan bijvoorbeeld af te lossen.
  • Uitvoering: Als het allemaal zo goed werkt, waarom gebeurt het dan nog niet? Enerzijds wellicht omdat banken mee moeten werken, dat traject is dan nu blijkbaar in gang gezet. Maar er zit ook een andere kant aan het verhaal. Bewoners moeten ook meewerken en dat gaat niet alleen over geld maar ook over ongemak, of beter het vermijden van ongemak. Rudy heeft er al een paar keer over geschreven in het kader van de denkfouten. Al voorbeeld noemde hij een ander telefoonabonnement, dat kan best goedkoper, sneller, beter etc. zijn, je hebt gewoon geen zin in het gedoe. En bij een telefoon is het gedoe vrij gering. Bij verbouwing is het behoorlijk, aannemer over de vloer, offertes beoordelen, nadenken, knopen doorhakken, thuisblijven voor aannemer, rotzooi in huis en in de tuin etc.

 

Slimme financiering gaat wat mij betreft over dingen voor elkaar krijgen. Daarbij gaat het vaak om geld, maar het gaat ook om al die randzaken. Dit lijkt mij een prima constructie, het principe staat als een huis en financieel is (voor wat betreft de kern van de constructie) geen speld tussen te krijgen. Ik zou zeggen minimaal 4 sterren, nu nog iets briljants bedenken voor de uitvoering (geen gedoe voor bewoners) en de vijf sterren zijn binnen. Zijn we daarmee klaar met deze constructie? Nee want zelf blijven nadenken is wel heel belangrijk bij dit soort besluiten. In de volgende aflevering daarom wat kanttekeningen.

Stijn van Liefland