Tag archieven: rijk worden

Verschrikkelijk rijk worden: hoe doe je dat?

Vorig week verscheen het nieuwe boek van econoom Sam Wilkin in Nederlandse vertaling onder de titel ‘Heel veel geld’. Mijn aandacht werd getrokken door de boekbespreking 1 die naar aanleiding daarvan in het NRC van vorige week verscheen.

Wilkin heeft een aantal superrijken die ooit op deze aarde hebben rond gelopen bestudeerd op de vraag hoe ze zo rijk zijn geworden (van de oude Romeinen tot aan Bill Gates). Tja, met zo’n boek en zo’n titel dan vraag je er natuurlijk om: bij elk interview is de standaardvraag of Wilkin dan zelf ook rijk is (geworden), nu hij dan het geheim van rijk worden te pakken heeft. En ja dan is het antwoord ook voorspelbaar: Wilkin is een econoom die slechts geïnteresseerd is in het onderzoek en niet zo nodig zelf rijk hoeft te worden.

Rijk worden: hoe doe je dat?

Nou, voor mij geldt eigenlijk net zoiets. Ik wil graag weten hoe het zit maar zelf kom ik er eigenlijk niet aan toe (aan dat rijk worden)  …

Ik had ook geen zin het boek meteen te kopen en helemaal door te worstelen. Je kunt nu eenmaal niet alles lezen wat interessant is of lijkt. Ik vond het wel een aardig experiment eens te kijken hoe ver je kunt komen door gewoon te putten uit de inhoudsopgaven en enkele beschouwingen die aan het boek zijn gewijd. Naast de boekbespreking van NRC vond ik bijvoorbeeld deze boekbespreking 2 die weer net andere informatie gaf.

ScreenShot380De zeven geheimen van de superrijken

Zo heb ik dus wat informatie bij elkaar gegrabbeld en mezelf bewust beperkte tijd gegeven. De beschouwingen brengen vrij snel de eindconclusies van het boek ter sprake. En dan gaat het over de ‘zeven geheimen van de superrijken’ (zie hierboven bij de inhoudsopgave het laatste hoofdstuk 7). Met andere woorden: het wordt persoonlijk gemaakt en de lezer wordt getriggerd met de vraag: ja, allemaal leuk en aardig, maar hoe ga IK dan superrijk worden? Geef me kortom eens een stappenplan!

Laat dat dan maar meteen helder zijn: hier wringt het boek natuurlijk. Het boek is veel te dik en te genuanceerd om op zo’n vraag antwoord te kunnen geven. Wat je vooral niet moet doen (denk ik) als je rijk wilt worden is zo’n boek helemaal te lezen (in die zin ben ik dus al op de goede weg). Een tweede nuancering is dat het boek niet zomaar over rijk worden gaat maar over superrijk worden. We hebben het dus niet over miljonairs, daar zijn er veel te veel van. Dus bankiers vallen bij wijze van spreken al af. We hebben het echt over de top 100 rijksten aller tijden.

Die zeven geheimen kun je vrij snel terug lezen in de boekbesprekingen. Het belangrijkste ‘geheim’ is: schakel je concurrenten uit (zorg dat je de enige bent, creëer een monopoliepositie). Maar wat ik miste was iets van een logische volgorde van de geheimen of de stappen. Ik heb zoals gezegd mijn informatie bij elkaar gesprokkeld en de meest relevante quotes daarna geclusterd in logische brokjes. Ik ben ervan overtuigd dat je dat op clusteren op meerdere manieren kunt doen maar ik kwam uit op de ordening: wie? hoe? waar? en wat?

Rijk worden: Wie? Hoe? Waar? Wat?

In onderstaand plaatje heb ik mijn bij elkaar gegrabbelde quotes geordend.

We zien dan nogal wat elementen terug die we in eerdere blogs over ‘ondernemerschap’ al hebben gezien. Het begint (in mijn ordening) met de vraag of je wel de goede persoonlijke eigenschappen hebt om superrijk te kunnen worden. Dat wordt bepaald door de genen en/of door de omstandigheden (zoals opvoeding, cultuur etc). Superrijken hebben al van jongs af aan gedroomd van rijk worden. Ze zijn gedreven door een ‘geldmotief’. Eerder hebben we dat in de serie over ondernemerschap ‘Porsche at the house’ genoemd.

Superrijken rekenen graag en denken als het ware in geld. Ze zien voortdurend mogelijkheden en zijn op zoek naar de gaten die anderen laten liggen (omzeilen van de regels, doen wat anderen niet doen).

Verder zijn deze lieden niet echt aardig of vriendelijk of sympathiek. Termen als meedogenloos, over lijken gaan en psychopaat, zijn meer van toepassing. Je moet dat doel strak in het oog houden en er helemaal voor gaan. Het doel heiligt de middelen.

 

ScreenShot375

 

Okay, dan ben je zo’n meedogenloze geldbeluste guy, en dan? Dan zorg je ervoor dat je je concurrenten uitschakelt en dat je de hele keten beheerst. Ze kunnen met andere woorden niet meer om je heen. Eigendom (van natuurlijke bronnen, maar ook in de vorm van octrooien) speelt een belangrijke rol. Zorg dat je op de bron zit en dat ze niet om je heen kunnen. Dan bepaal jij de condities.

Waar moet je dat dan allemaal doen? Volgens Wilkin daar waar niemand wil zijn. Daar valt immers nog veel te halen. Ik kan me daar wel iets bij voorstellen: doe je trucs daar waar het nog niet zo druk is. Dan hoef je immers ook minder concurrenten uit te schakelen en word je sneller monopolist. Meer algemeen (zou ik denken) zou het advies kunnen luiden: zoek die markt op waar je met minimale kosten relatief veel kunt bereiken. Vaak zijn landen waar niemand wil zijn ook problematische landen. Misschien is er een wisselend en onbetrouwbaar regime of is er geen afzetmarkt etc.

Dan tenslotte de wat-vraag. Wat je in ieder geval moet doen is een hele grote speler worden (volgens Wilkin maar weer). Dan krijg je een schaalgrootte die je een cruciale voorsprong op je concurrenten geeft. Want, en dat is de rode draad bij Wilkin, zorg ervoor dat een ander niet kan kopiëren wat jij doet. Je kunt nog zo origineel zijn, of nog zo hard werken, er is altijd nog zo’n grapjas die ook heel rijk wil worden en die gaat gewoon nadoen wat jij ook doet. Op het moment dat je concurrenten zijn uitgeschakeld en jij controle over de keten hebt (met voldoende schaal) dan kan een ander niet of nauwelijks meer toetreden. Nog mooier is het als je zo groot wordt dat ze echt niet meer zonder je kunnen. Bij banken is dat ’too big to fail’ gaan heten waardoor je met je monopolie als het ware een partij met een publiek belang bent geworden. Mocht het dan fout gaan, dan hebben de anderen vooral een probleem (en niet jij alleen).

Te lang! Korter! Rijk worden in slechts vier stappen

Dus bij elkaar grabbelen, in hokjes plaatsen en je krijgt bovenstaand overzicht. Maar kan het nog korter? Elk stapje in enkele kernwoorden terug snoeien. Wat krijgen we dan?

 

ScreenShot377

We hebben nodig een geldgedreven snoeiharde ondernemer, die zijn concurrent elimineert, zijn truc doet daar waar het relatief makkelijk te halen is en daarbij anderen uitknijpt en risico’s afwentelt.

Recept rijk worden versus braaftaal

Natuurlijk heb ik het verhaal hier en daar wat uitvergroot en wat vetter aangezet. Maar als je het recept van ‘hoe word ik extreem rijk’ (zoals hierboven tot stand gekomen) nu eens afzet tegen wat we vaak lezen in de managementboeken over wat ondernemers vooral doen of zouden moeten doen, dan ontstaat een flink contrast.

ScreenShot378

Een ondernemer in ons wensdenken (in braaftaal) is iemand die vol passie en op eigen kosten nieuwe producten ontwikkelt waar we allemaal op zitten te wachten. Deze ondernemer wil graag scherp blijven en opereert daarom graag in concurrentie met andere ondernemers op een gelijk speelveld. Daar waar nodig werkt hij samen in de keten. En vooral zijn de medewerkers die voor hem werken zijn ‘human capital’. Het is dan win-win-win om iedereen zijn fair-share te geven en alle talenten maximaal in te zetten.

Alle gekheid op een stokje

Even relativeren:

  • Dit boek gaat alleen over extreem rijken, zeg maar de top 100 aller tijden. (Je kunt je afvragen: hoe nuttig of handig is dat?). Dus voor de overige 99 procent gelden andere regels, wetten, tips en geheimen?
  • Ik heb het boek niet gelezen en me beperkt tot een aantal makkelijk vindbare boekbesprekingen. Het boek zal ongetwijfeld genuanceerder zijn.
  • De factor toeval of geluk lijkt nu wat onderbelicht (wellicht gaat het eerste hoofdstuk daar uitgebreider op in). We hebben hier te maken met de zogenaamde survivorship bias: alleen de succesvollen komen in de geschiedenisboekjes terecht. Met andere woorden: er zullen ook veel soortgelijke lieden op soortgelijke plekken zijn geweest die er niks van hebben gebakken.

Maar als het snoeiharde ondernemersbeeld uit dit boek van Wilkin maar beperkt geldig is, dan is ook dat andere braaftaalbeeld van de passievolle ondernemer die graag innoveert en risico’s neemt beperkt geldig en onderdeel van mythevorming. De waarheid ligt zoals meestal ergens in het midden.

Rudy van Stratum

 

Je onderneming als geldmachine? (MMM16)

Een paar weken geleden liep ik toevallig aan tegen een leuk boek met de prikkelende titel ‘De geldmachine’ (want rijk worden willen we allemaal …?). Het boek is geschreven door de jonge ondernemer/consultant Pieter Bas Jansen. In dit boek zijn (wat mij betreft) geen schokkende nieuwe inzichten te vinden, maar het valt op door de heldere uitleg en klare taal. Ik zou zeggen: aangeraden voor startende ondernemers zonder financiële achtergrond.

Maar dat is (voor mij) te weinig om wat langer bij stil te staan. Het boek lijkt behalve de eerste laag van tips voor de succesvolle (startende) ondernemer ook een tweede meer verstopte laag te hebben. Juist deze hybride spanning in dit boek maakt het voor mij interessant.

Laten we beginnen met de eerste laag.

Succesvol ondernemen is ..

Deze eerste laag (pas op: dit is 90% of meer van het boek) gaat over hoe je succesvol kunt ondernemen. Met name kijkend met een economisch-financiële blik. Want: meten is weten en je kunt pas goed (bij-) sturen als ondernemer als je zicht hebt op je eigen cijfers. Helemaal eens.

Dus wat is dat dan: succesvol ondernemen? Je geloof het niet maar de kern van goed ondernemerschap is dat je ervoor zorgt dat er meer geld binnen komt dan er uit gaat. Oftewel: de inkomsten moeten hoger zijn dan de uitgaven. Als dat niet lukt en  de uitgaven overtreffen de inkomsten, dan ontstaat een tekort. En zo’n tekort leidt al dan niet via schuldvorming uiteindelijk tot een faillissement. Weinig tegen in te brengen.

Maar wat doe je nu als je inkomsten lager zijn dan je uitgaven? Welnu, er zijn in dat geval twee knoppen waar je aan kunt draaien: ofwel ga je minder uitgeven ofwel zorg je dat je meer geld binnen krijgt.

geldmachine - 1Ik doe er misschien wat flauw over, maar dat neemt niet weg dat het klopt als een zwerende vinger. Sterker nog, dit is waar wij jaren geleden onze beslisboom op hebben geënt. Als je een tekort aan middelen hebt (om je droom te realiseren) dan begin je wijselijk met het draaien aan deze twee knoppen. Destijds kregen we dan bijvoorbeeld (zie op deze site meer voorbeelden onder het tabje ‘infographics’):

 

geldmachine - 2
In bovenstaande ‘mindmap’ vind je ook al een voorzetje voor hoe je dan tot meer inkomsten respectievelijk minder uitgaven kunt komen. Pieter Bas komt in zijn boek op vergelijkbare wijze tot onderstaande succesfactoren voor de ondernemer die werkt volgens de ‘gouden driehoek’ (waarover later meer):

geldmachine - 3Een ondernemer heeft (in het boek) doorgaans een eigen bedrijf in de vorm van een BV. De ondernemer is dan als het ware in dienst van zijn eigen bedrijf en kent zichzelf dan een salaris of loon toe. De meest voor de hand liggende oplossing om de ’tering naar de nering’ te zetten is dan om jezelf als ondernemer minder loon uit te betalen. Dat betekent dus dat je een stapje terug doet en soberder gaat leven. Je gaat wat minder uit eten en koop geen overbodige of luxe goederen. Spullen kopen dus alleen als ze noodzakelijk zijn (privé) of als ze leiden tot een positieve kasstroom (in je bedrijf). Kortom: schrappen, saneren, uitbenen, back to basics. That’s the spirit.

Dan de inkomsten. Uiteindelijk houdt het een keer op met jezelf een steeds lager loon uitkeren en schrappen en bezuinigen. Leuk kan het op termijn alleen worden als je ervoor zorgt dat de inkomsten toe nemen. Meer inkomsten krijg je door bijvoorbeeld niet meer te leveren aan sommige klanten. Dat klinkt raar, maar soms stop je zoveel tijd in een klant (of groep klanten) dat je er per saldo niet zo veel aan over houdt. Je boekhouding geeft je zicht op wat je nu precies verdient aan welke klant. Als je aan een klant verliest is dat natuurlijk helemaal erg. Maar het is ook mogelijk dat je aan een klant wel iets verdient maar relatief weinig. In zo’n geval is het dus gunstig afscheid van die ene klant te nemen en je uren te stoppen in meer lucratieve bezigheden (je stopt je energie en uren in de klanten die het meest opleveren).

Wat opvalt is dat het woord stoppen nog te vaak voorkomt. Echte groei en rendement komt uiteindelijk van het werven van nieuwe klanten met het juiste rendement. En die krijg je door te investeren in je ‘verkoopapparaat’ (wat een term! maar past wel mooi bij ‘geldmachine’!). Dus zoals ze vroeger bij Randstad (een eerder werkgever van me) zeiden: met je kont in de markt zitten (met je poten in de klei, ook zo’n gevleugelde uitdrukking). Allemaal waar en prachtig natuurlijk. Maar ja, hoe word je een goede verkoper, dat blijft natuurlijk de hamvraag. Daar geeft dit boek natuurlijk geen antwoord op. De cijfers uit je boekhouding kunnen je verkoopinspanningen wel enorm helpen. En hoe zit het dan met innovatie? Je moet toch een goed product hebben om te kunnen verkopen? Volgens Pieter Bas Jansen is dat zeker het geval, maar is het toch vooral de goede verkoopinspanning waar je het moet zoeken.

Van een positief winstsaldo naar een gezonde balans

Jansen heeft tot nu toe eigenlijk de ‘winst- en verliesrekening’ (aka resultatenrekening) behandeld. Een goede ondernemer weet hoe hij/zij die moet lezen en vooral hoe hij/zij die in iets positiefs kan ombuigen. Maar hoe zit het dan met dat andere boekhoud-fenomeen: de balans?

Nou, als je iets over houdt dan kun je daar natuurlijk ruimer van gaan leven (lees: een hoger loon ontvangen). Maar dat is natuurlijk geen lange termijn strategie. Beter is het om dat positieve saldo te stoppen in die dingen die (zoals je net aangetoond hebt) nog meer opleveren. Je gaat, kortom, dat geld investeren in je eigen bedrijf. Zo bouw je in je bedrijf vermogen op en doe je aan balansverlenging. Nog meer verkopers, nog mooiere producten etc. Je wordt als bedrijf sterker, je krijgt een grotere leencapaciteit, ontvangt eventueel rente op een positief saldo en zo verder. Je komt nu in een positieve spiraal terecht waar je nog makkelijker succes krijgt en je inkomsten nog makkelijker groter worden dan je uitgaven.

geldmachine - 4Leidt dat nu (eindelijk) tot een hoger loon en meer genieten? Nee, je moet bij voorkeur alles wat je overhoudt in je bedrijf terug ploegen. Daar is immers die geldmachine aan het werk. Het is nog erger! De ondernemer die van zichzelf al zuinig leefde moet zelf privé ook nog eens 15% van zijn inkomsten apart zetten op een spaarrekening. Jansen rekent voor dat als je 40 jaar elke maand 15% van je netto inkomen op een spaarrekening zet dat je dan een stevig pensioen voor de duur van 20 jaar opbouwt.

Even op hoofdlijnen het sommetje maken. Een directeur-grootaandeelhouder (DGA) moet zichzelf € 3.667 bruto per maand betalen. Daar houdt ie € 2.360 per maand netto aan over. 15% hiervan apart zetten betekent elke maand € 354 sparen. Bij een rente van 8% (!! erg stoere aanname van Jansen, maar hij baseert zich op de het verleden die zoals bekend geen garantie voor de toekomst biedt) en correctie voor inflatie en vermogensbelasting een bedrag oplevert van € 462.000 (op je 67e als je vanaf je 27e spaart). Als we dit delen door 20 (jaar) dan krijgen we € 23.000 per jaar oftewel bijna € 2.000 per maand aan inkomsten. We hebben dan tot ons 87e levensjaar een pensioen op ongeveer 85% van  het oude niveau tijdens werken. En sterker nog: elk jaar blijft dat opgebouwde vermogen 8% genereren en precies intact (de pensioenuitkering is precies gelijk aan de jaarlijkse rente-ontvangsten).

Als we tegen die tijd sterven blijven we dus nog zitten met een restkapitaal. Verder hebben we (hopelijk?) nog iets over van de huidige AOW. En dan heb ik het nog niet gehad over dat succesvolle bedrijf dat elk jaar maar meer waard wordt.

Hoezo eigenlijk de gouden driehoek?

Maar hoe zit het nu met die ‘gouden driehoek’ die als een soort rode draad door de ‘geldmachine’ heen loopt? Daar bedoelt Jansen het volgende mee:

  1. De privé-poot: maak niet te veel op (als het niet kan) en spaar 15% per jaar.
  2. Hierdoor moet je ruimte en kapitaal vrij voor je geldmachine (je bedrijf) waardoor hier steeds meer (geïnvesteerd) vermogen ontstaat.
  3. Vanuit dat ruime vermogen in je bedrijf kun je zelfs besluiten deel te gaan nemen in andere bedrijven (die op die manier op de automatische piloot geld voor je genereren).

Poot 3, die nog een kleine toelichting behoeft, is zeg maar de geldmachine op afstand. Je kunt natuurlijk ook je privé geld in andere bedrijven stoppen (aandelen kopen) maar dat is fiscaal minder aantrekkelijk. Door je eigen inspanning af te bouwen en tegelijk vanuit je bedrijf te beleggen in andere succesvolle bedrijven sla je twee vliegen in één klap: meer vrije tijd en toch een hoog rendement.

Door je eigen bedrijf af te bouwen (en in derden bedrijven te beleggen) creëer je een ‘passief inkomen’: het geld komt naar je toe zonder dat je er iets voor hoeft te doen. Dat is een mooi bruggetje naar ‘de tweede laag’. Want waar gaat het nu om: een goed bedrijf neerzetten of zorgen dat je zo snel mogelijk niets meer hoeft te doen?

geldmachine - 5De tweede laag in de geldmachine

Wat hebben we tot nu toe gezien? Eigenlijk, en ik bedoel dat niet vervelend, is hier sprake van basic boekhouden. Jansen is commerciëel genoeg te beseffen dat niemand hier ‘de motor voor start’ (nog zo’n gevleugelde uitdrukking uit de Randstad-tijd, betekent ongeveer ‘daar kom ik mijn bed niet voor uit’). Geldmachine en gouden driehoek vormen de verpakking en strik die Jansen slim gebruikt voor de volgens velen saaie inhoud.

Prima wat mij betreft. Kunnen wij van slimfin nog wat van leren. Bij zo’n aanpak hoort ook een stukje bravoure. We krijgen als lezer een positief beeld van wat de jonge ondernemer vermag te betekenen met zijn adviespraktijk. Persoonlijk vind ik dat dit boek op net te veel plekken het karakter krijgt van een veredelde verkoopbrochure. Superconsistent om toch gewoon € 20,95 voor dit boek van beperkte omvang te vragen.

Maar dat is allemaal niet wat me triggerde. Dat ging zoals gezegd om die tweede laag, een diepere laag om het geld heen.

geldmachine - 6

Want uiteindelijk blijkt het helemaal niet om dat geld te gaan. Al die moeite is uiteindelijk bedoeld om minder zorgen te hebben over je toekomst en meer te kunnen genieten van het heden (dat nog moet komen). Het gaat om rust en het realiseren van je dromen. Om doen wat je echt wilt.

Dat is precies de reden waarom wij ons eerdere boek ‘Geld is een middel’ hebben genoemd. Al te vaak gaat het alleen nog om geld en verdienen zonder dat het doel nog helder voor ogen staat. De stap die aan deze boekhoudexercities vooraf dient te gaan is: wat wil ik bereiken? En: welke bijdrage kan dit bedrijf aan dat doel leveren? En: welke andere manieren staan er nog ter beschikking om datzelfde doel (nog beter, sneller) te bereiken? Kijk dat is pas economie: is er een andere manier die mij nog sneller naar mijn doel brengt? Hoe kan ik een nóg hoger rendement realiseren (maar dan wel in termen van mijn doelfunctie, dus niet per se in Euro’s)?

We krijgen dus:

geldmachine - 7

In onze beslisboom ‘slimme financiering’ is de start daarom altijd de vraag wat het doel van de ingreep is.

De tweede laag is dus een soort dubbelheid in het boek: het gaat om de geldmachine en toch ook weer niet. Ik heb wel een vermoeden hoe dat in het boek terecht gekomen kan zijn. Het boek is zoals ik al zei feitelijk een uitleg aan de non-financial hoe je je boekhouding kunt lezen en gebruiken (heel waardevol). Maar dat is wat mager en dus moet er een gouden driehoek aan te pas komen en moet er een link worden gelegd met ‘succes’ en ‘rijk worden’. En dan gaat het bijna automatisch ook over ‘je dromen realiseren’, ‘doen wat je altijd al had willen doen’.

Maar misschien zit ik er ook naast. Want her en der zijn in de tekst ook leuke ‘systeeminzichten’ te vinden. Waarom sparen goed is. En lenen juist slecht. Het gaat dan niet meer om een boekhoudprincipe maar om iets ‘hogers’ of ‘abstracters’. Ik heb puur ter illustratie van mijn punt (en omdat ik het leuk vind) vier van die ‘systeemdingetjes’ uit de tekst gehaald en in een plaatje gezet.

Hier de eerste twee, over sparen en lenen:

geldmachine - 8Het hele boek draait vanaf het begin om: zorg dat de inkomsten hoger zijn of worden dan de uitgaven. Sparen (toevoegen aan je vermogen) is de eerste stap naar een succesvol bedrijf. Maar ook vond de auteur dat de boekhouding alleen te mager was. Sparen geeft, zo blijkt ook uit onderzoek, een beter en rustiger gevoel. Hierdoor ben in in staat betere beslissingen te nemen. En dat leidt dan weer tot een succesvoller bedrijf. Dus via sparen, via betere beslissingen, word je rijker en gaat dat sparen ook steeds makkelijker. Je komt in een positieve spiraal of in een ‘flow’ terecht. Bij lenen (en het aangaan van schulden) krijg je precies het tegendeel. Je wordt afhankelijk (van de bank) en ligt er wakker van hoe je terug moet betalen. Dat leidt tot stress en het nemen van slechtere beslissingen. Daardoor wordt je armer (minder succesvol) en ben je nog minder in staat je schulden af te lossen. Hier kom je dus in een negatieve spiraal terecht.

Je kunt hier van alles van vinden maar het is geen boekhouden meer.

Wat later in het boek wordt het voordeel van ‘inkomsten > uitgaven’ nog eens benadrukt met een reputatieverhaal, zie het plaatje hieronder. Als je spaart en je dus netjes je geleende geld terug kunt betalen dan leidt dat tot een positieve reputatie. Je bent immers een betrouwbare en solide partner. Daardoor zul je in de toekomst makkelijker en goedkoper een lening krijgen mocht je die nodig hebben. We krijgen hier een soort banken-paradox: de bank heeft het liefst mensen die veel verdienen en goed terug kunnen betalen als klant, maar juist die mensen hebben de bank dan weer niet nodig.

geldmachine - 9Dan de laatste en zo’n beetje de uitsmijter van het boek: geven als verdienmodel. Weer blijkt dat geld verdienen niet gelukkig maakt. Maar toch ook weer wel. Hoe zit dat dan? Geven blijkt ons gelukkig te maken. Als we gelukkig zijn dan halen we meer uit ons onszelf en zijn we beter in staat te groeien (ons te ontwikkelen, onze talenten in te zetten etc). Daardoor gaan we dan weer meer geld verdienen. En dus kunnen we dan ook weer meer geven.

Het lijkt op een struggle van iemand die op zoek is naar geluk maar vanuit de premisse dat ‘geld verdienen’ hoe dan ook in het verhaal terug moet komen. Logisch want je verhaal gaat ‘in the end’ toch over de ondernemer en zijn boekhouding. Het boek ‘de geluksfabriek’ bestond immers al.

Rudy van Stratum

PS Die 8% rendement: daar moet je toch echt eens naar kijken hoor. Nu algemeen wordt aangenomen dat de rente rond de 0 of zelfs negatief wordt zijn we in een ander tijdsgewricht aanbeland.

Succesvollere projecten? Meer controle over je budget? Tips uit de praktijk.

Aanleiding voor deze blog is a) een leuk artikel dat ik enkele weken geleden zag in de NY-times, b) een presentatie die we (Stijn en ik) vorige week mochten geven op het Flexival in Amsterdam.

Meer controle over je geld

Om met het artikel (in de geest van een soort ‘eindejaarsartikel’) te beginnen (link naar artikel ny-times) : de auteur vraagt zich af hoe moeilijk het kan zijn om meer controle te krijgen over je geld of je budget? Er zijn de afgelopen jaren tientallen boeken verschenen met ronkende titels in de trant van ‘In zoveel stappen geld besparen’, ‘Persoonlijke financiën hoeft niet moeilijk te zijn’, afijn allemaal met de boodschap ‘how to get rich’ (of minder ‘poor’) en/of ‘being happy with less’.

Die boeken worden goed verkocht en dus waarschijnlijk veel gelezen. En, zoals gezegd, het is allemaal best eenvoudig, het is zoals de Amerikanen zo mooi zeggen geen ‘rocket-science’. En toch, zo constateert de auteur van het artikel, waarom gaat het in de praktijk dan zo vaak mis? Waarom blijven er dan maar steeds nieuwe boeken verschijnen die in essentie steeds dezelfde boodschap en dezelfde stappenplannen verkondigen? Zo komt ie op het idee om enkele auteurs van die succes-boeken over geld-besparen te vragen naar:

  • Waarom gaat het zo vaak mis? Waarom is het toch moeilijk om geld te besparen?
  • Hoe doe je het nu zelf eigenlijk? Als expert zeg maar.

Hij vraagt de auteurs om hun beste tips (en verklaringen) handgeschreven op een briefje te zetten (een ‘index-card’). Hier een voorbeeld (uit het artikel) van zo’n handgeschreven briefje dat een van de boekenschrijvers instuurde:

 

succesvolle projecten - 1

 

Tja, het is natuurlijk wel een meta-onderzoek. Iemand die een boek met tips schrijft over geld besparen vragen naar de beste tips? Maar ik was meteen getriggerd door deze aanpak:

  • Hij heeft een hele serie schrijvers (experts in de budgetkunde) gevraagd dit te doen. Dat geeft een nieuwe dimensie: is er sprake van een patroon?
  • Er zit een boeiende paradox in de vraagstelling: iets is in wezen heel simpel en toch is het (in de praktijk) zo moeilijk. Hoe kan dat nou?

Wat ik gedaan heb is alle kaartjes bekeken en er een mindmap van gemaakt. Let dus goed op: de beste boeken op het gebied van tips om geld te besparen, daar dan de beste tips uit en die weer bij elkaar gezet van meerdere succesvolle auteurs! En dat dan weer in een mindmap. Beter dan dit gaat het niet worden ….. (this is as good as it gets). Hier komt ie dan:

De mindmap geld besparen

succesvolle projecten - 2

 

Waarom lukt het volgens de auteurs van de boeken in de praktijk zo moeilijk? Dat is vooral door de voortdurende verleidingen om ons heen, elke dag worden we weer bloot gesteld aan al die mooie nieuwe producten die roepen ‘koop ons’. We kunnen de verleiding niet weerstaan, we hebben met andere woorden een gebrek aan zelfdiscipline. Een andere belangrijke reden is dat we te weinig vooruit plannen en/of onvoldoende gebruik maken van ‘ingebouwde verplichtingen’ of automatismen. Als we ons voornemen om elke maand een bedrag apart te zetten en we doet dat door aan het eind van de maand te kijken wat we over hebben houden, dan gaat dat (blijkbaar) niet goed. Op het moment dat we dit gaan automatiseren (elke maand een vast bedrag van je lopende rekening naar je spaarrekening) dan hebben we geen echte keuze meer. Dan moeten we het gewoon doen met het geld dat we daarna nog wél tot onze beschikking hebben.

Uiteindelijk gaat het nog dieper. Het zit niet (alleen) in de techniek dat je meer geld overhoudt (en een makkelijker leven kan leiden zonder schulden) maar het zit (ook) in de psychologie, in je hoofd, in je overtuigingen. In de mindmap zien we dat ook terug komen. Voortdurend nadenken over wat je écht nodig hebt (en wat vooral dus niet), je niet gek laten maken door je omgeving, je realiseren dat veel goederen je niet gelukkig maken (of maar eventjes). En de (weinige) spullen die je dan wél koopt, daar dan heel lang mee doen. Het geld dat je dan overhoudt dat boek je elke maand automatisch over naar je spaarrekening.

Ik haal er twee belangrijke overtuigingen uit (die ook wel wat Amerikaans zijn) die het grote verschil maken:

  • Fall in love with savings (verliefd worden op sparen).
  • Hate debts (een bloedhekel krijgen aan schulden)

Oh, wat zou je hier mooie oefeningen mee kunnen maken!

Ook in Nederland is dit patroon van handelen en denken in een aantal boeken terecht gekomen. Denk bijvoorbeeld aan de boeken van Gerhard Hormann (o.a. Hypotheekvrij!) die laten zien hoe je met zuiniger leven in een beperkt aantal jaren van je ellendige hypotheek kan afkomen. Daarna heb je de beschikking over een basisinkomen van € 1.000 in de maand omdat je geen geld meer kwijt bent aan wonen (ja, je hebt nog je gas, water, licht, ozb etc maar het scheelt enorm). De ’twist’ in de boeken van Hormann is dat het niet (alleen) gaat over jarenlang afzien in armoede, maar dat het juist tot nieuwe inzichten en nieuw genot leidt. ‘Meer doen met minder’, dat wordt een levensmotto dat verrijkt en verruimd (not unlike ‘slimme financiering’ wat mij betreft).

De moraal is: het is eigenlijk heel makkelijk (uit te leggen) maar oh zo moeilijk om voor elkaar te krijgen. We hebben daar eerder over geschreven als het gaat over ‘afvallen’ of ‘diëten’. Iedereen weet hoe je de gewenste staat van ‘minder dik’ kunt bereiken: minder eten en meer bewegen. Dat je daar dan toch steeds weer een nieuw boekje over kunt schrijven? Ook hier geldt dat het moeilijk is omdat we de voortdurende verleiding niet kunnen weerstaan. En dat heeft weer te maken met de dieperliggende ontbrekende overtuigingen (‘you have to hate fat food’, ‘fall in love with sla’ of zoiets) en/of het gebrek aan automatismen (geen chips in huis, geen auto voor de deur etc).

En ook onze eigen ‘slimme financiering’ (hoe krijg je een project voor elkaar als er even te weinig middelen voorhanden zijn?) is in wezen simpel uit te leggen en in de praktijk zo moeilijk voor elkaar te krijgen. ‘Slimme financiering’ is in de kern: minder uitgeven en meer verdienen (zie deze mindmap van alweer wat jaartjes geleden). Ja zo flauw is het (maar daarom niet minder waar). In de praktijk is het zo moeilijk omdat we vol zitten met dieperliggende overtuigingen die in de weg zitten (het moet ‘mooi’ worden, een ‘statement’ zijn, vasthouden aan een te duur plan, niet kijken naar goedkopere alternatieven etc, ‘you have to fall in love with cheap solutions’, ‘you have to get an eye to see what others benefit from it’) en/of een gebrek hebben aan automatismen (tegendenken niet organiseren, napraten wat anderen zeggen). Dat is de reden dat we al vrij snel meer aandacht hebben gevraagd voor de zogenaamde ‘denkfouten’ literatuur.

Mutual Gains Approach en het Flexival

En dan eindelijk naar de tweede aanleiding voor deze blog: onze aanwezigheid op het Flexival dat vorige week plaats vond in Amsterdam. Op het jaarlijkse Flexival komen ruim 50 professionals bij elkaar uit de wereld van ondergronds ruimtegebruik. Deze professionals zijn vaak werkzaam voor ministeries, provincies, gemeentes, Rijkswaterstaat, projectontwikkelaars, architectenbureau etc. De vraag aan ons wat de aanpak die bekend staat onder ‘Mutual Gains Approach’ (a.k.a. MGA) kan betekenen voor de praktijk van (de projecten of processen rondom) ondergronds ruimtegebruik.

De inhoud van de MGA-aanpak valt buiten het bestek van deze blog, wellicht kunnen we daar in de toekomst een aparte serie blogs aan wijden. Het artikel uit de NY-times over het beheren van je budget bracht ons op het idee om de deelnemers van onze workshop te vragen naar hún tips en die op te schrijven. Centrale vraag: welke tips geef jij een jonge startende collega mee om een project succesvoller te laten verlopen? Deze vraag stelden we helemaal vooraan dus zonder dat we nog iets over onze ervaringen (met slimme financiering, met MGA) hadden verteld. Ons vermoeden vooraf was dat wederom zou gelden:

  • Er zal vrij snel een patroon zichtbaar worden in de tips die we van de deelnemers krijgen.
  • In wezen is het allemaal niet zo moeilijk om een succesvol project te realiseren. Dat is snel uit te leggen. Geen ‘rocket-science’ dus.
  • Maar ondertussen is het oh zo moeilijk in de praktijk en gaat het te vaak mis.

Het laatste punt hebben we niet gevraagd en is wellicht iets voor een later experiment. De eerste twee punten kwamen aardig uit. Hieronder zie je enkele ingevulde post-its van de deelnemers met hun tips ‘wat te doen om je project beter te laten slagen’:

 

succesvolle projecten - 3

 

En wederom heb ik alle briefjes op een rijtje gelegd en ben op zoek gegaan naar het patroon in de tips. Ik kom tot de volgende mindmap ‘meer succes met je project’:

 

succesvolle projecten - 4Wat valt op bij succesvolle projecten?

De tientallen tips konden vrij makkelijk worden geclusterd. Er ontstaat een driedeling (( Het maken van een mindmap is uiteindelijk een subjectieve keuze. Ik sluit niet uit dat iemand anders met dezelfde input tot een andere indeling komt. )) :

  • Techniek
  • Jouw persoonlijke rol als projectleider
  • De rol van anderen in het project

De techniek is helder. Je moet een plan van aanpak maken, dingen op papier zetten, je tijd managen en prioriteiten stellen. Dit is als het ware de ‘bovenstroom’, wat je objectief moet doen. Hier zijn honderden boeken over geschreven en vele stappenplannen beschikbaar. Allemaal logisch en geen rocket-science. Het equivalent van ‘minder-eten-meer-bewegen’ van het afvallen. Maar als het allemaal zo simpel zou zijn …. Daarom gaan de andere twee takken van de mindmap over de meer (inter-) subjectieve en persoonlijke kanten van het project. De ‘onderstroom’ van je project als het ware. Wat ik hier vooral uit haal is dat je goed moet luisteren en je kwetsbaar moet opstellen (verwachtingen uitspreken, risico’s bespreken). Met name het (gebrek aan) persoonlijk contact wordt als faalfactor genoemd: te veel gaat de communicatie via e-mails en schriftelijke stukken. Voor onze bespreking van het nut van MGA was het mooi dat in deze groep spontaan naar voren kwam dat een groot deel van het succes zit in het maken van allianties (wat in MGA-speak ‘het vergroten van de koek’ wordt genoemd). Hier haal ik met name uit dat de blik naar buiten moet, dus vragen hoe anderen het doen en ruimte maken voor andere geluiden (kritiek, 2nd opinion, andere disciplines, zie ook: onder ’tegendenken’).

Nou lijkt het of we een stap verder zijn …. Is dat ook zo?

We hebben nu een tweede laag ontdekt: behalve de techniek (schrijven van plannen) is er de onderstroom (luisteren, allianties etc). Zo dat is dan opgelost, dan gaan we het voortaan zo doen!

Helaas, ook hier geldt weer: simpel stappenplan, moeilijk om uit te voeren. It’s not the strategy (that matters) but the execution of the strategy (that matters). Geen idee van wie die uitspraak komt overigens. Uiteindelijk telt dan toch de ervaring, het vele malen doen, het leren van je eigen fouten, tussen de regels door kunnen lezen en wat niet al. Het zou zo maar kunnen zijn dat ‘in the end’ deze waarheid niet te codificeren valt in stappenplannen en manuals. Ik weet het niet en sluit het ook niet helemaal uit overigens. Het doet me in ieder geval denken aan een boek dat ik vele jaren geleden las van Malcolm Gladwell ‘Uitblinkers’. Echt goed in iets word je niet zomaar door een stappenplan te volgen. Zelfs het grootste genie met alle talenten in huis moet 10.000 uur oefenen en fouten maken om naar buiten het grote succes uit te stralen. (( Overigens bedenk ik me nu dat ik weer te veel nadruk leg op het behalen van succes. Dat is weer een denkfout. Je kunt prima en jarenlang functioneren zonder dat je ook maar in de verste verte het succes van de Beatles bereikt. Genoegen nemen met een tandje minder kan heel vruchtbaar werken. Toch een beetje de kern van de ‘meer doen met minder’ aanpak. )) Zelfs de Beatles hebben voordat ze doorbraken die 10.000 uur op de teller gemaakt door avond aan avond in de Hamburgse bierkellers op te treden. (( Overigens was ik in de gelukkige omstandigheid om onlangs een live-optreden van ‘The analogues’ mee te mogen maken. Een integrale uitvoering van de ‘Magical mystery tour’ van de Beatles. Een optreden dat door de Beatles zelf nooit is gedaan, het gaat om een gemixed studio-album dat nooit live te horen is geweest. Een kopie van een origineel dat er nooit is geweest dus …. Ook hier durf ik wel de weddenschap aan dat de leden van ‘The analogues’ hun uren op de teller hebben. Een geweldige ervaring, dank daarvoor! ))

Rudy van Stratum

Met dank aan de deelnemers van onze workshop van vorige week (en dank aan Henk Werksma voor de organisatie en voor de uitnodiging op te mogen treden).