Over prijs en waarde

Vanmorgen trof ik in mijn in-bakje een lezenswaardig artikel aan onder de titel ‘5 misvattingen bij waarderen’. Het origineel van de hand van beroepsvaluator dr Jan Vis is hier te vinden:
5 misvattingen bij waarderen

En om meer te doen dan gewoon een link naar een ander artikel opnemen, voeg ik er mijn eigen samenvatting bij. Ik lees het artikel als een setje vooronderstellingen (die niet zo expliciet worden benoemd) en met een aantal daarbij horende gevolgtrekkingen. Die gevolgtrekkingen worden als mogelijke misvattingen gepresenteerd. Misvattingen die natuurlijk bedoeld zijn als tips bij eigen handelen.

Vooronderstellingen:

  1. Binnen de onderneming werken ondernemers met causale rationele verbanden (gokken doen ze in het casino).
  2. Door het handelen van ondernemers wordt via combineren van productiefactoren (middelen) naar verwachting resultaat opgeleverd.
  3. Resultaat = economische waarde.
  4. Economische waarde wordt berekend door toekomstige verwachte kasstromen contant te maken (de zogenaamde ‘discounted cash-flow’ methode).
  5. De omgeving waarin dit gebeurt kenmerkt zich door transparante markten, volledige mededinging en volledige informatie voor alle deelnemers.

Gevolgtrekkingen:

  1. De prijs is niet de waarde. De waarde is zoals gezegd de stroom toekomstige (meer-) ontvangsten. De prijs is wat uiteindelijk in de transactie tussen koper en verkoper wordt betaald. Je zou kunnen zeggen dat voor een geslaagde transactie de prijs lager moet zijn dan de waarde voor de kopende partij maar hoger dan de waarde voor de verkopende partij. Deze laatste wordt ook wel de opgeofferde waarde genoemd. Dus: opgeofferde waarde < prijs < economische waarde (voor koper). Een transactie is pas geslaagd als die voor beide partijen een meerwaarde oplevert. Impliciet is hiermee ook gezegd dat economische waarde subjectief (=afhankelijk van het subject dat waarde toekent) wordt bepaald. En dat is te verklaren vanuit een verschillende positie en een verschillende situatie van de waarderende partijen.
  2. Het verleden speelt maar een bescheiden rol bij de waarderingen van de verschillende partijen. Of beter gezegd: zou een bescheiden rol moeten spelen. Welke kasstromen in het verleden allemaal gerealiseerd zijn is niet bepalend voor de nieuwe eigenaar. Het gaat zoals gezegd om de toekomstige kasstromen. Als metafoor wordt wel gebruikt: als je een wijngaard koopt dan is het mooi als die jaren lang veel druiven heeft geleverd (wijngaard = te kopen object, druiven = kasstromen). Maar de boom kan ziek worden, de grond vervuild zijn geraakt en misschien had de vorige eigenaar wel een bijzondere gave voor hoge oogsten die bij de verkoop verloren gaat. Omgekeerd zou ik zeggen: als de wijngaard nog nooit druiven heeft geleverd is dat wel degelijk relevante informatie. De rol die het verleden speelt zit daarmee meer in de vooronderstellingen: je hebt bij koop het recht om alle relevante informatie te kennen.
  3. Winsten hebben nauwelijks relatie met de waarde. Uiteraard wordt hier bedoeld: winsten uit het verleden. Het gaat immers om de winsten van de toekomst. De verwachte winsten, beter gezegd. Nee, nog correcter: verwachte kasstromen. Winsten zijn een fictief boekhoudkundig iets, door allerlei regels en afspraken (van de belastingdienst, van de beroepsgroep accountants etc) ‘mag’ je bepaalde dingen niet zomaar in je schriftje zetten. Als je een grote investering doet (=veel geld uitgeeft = een grote negatieve kassstroom) mag je niet zomaar je boekhoudkundige winst drukken. Daartoe hebben we afgesproken dat we dat over een aantal jaren uitsmeren via de fictie van ‘afschrijvingen’. Door dit soort constructies lopen kasstroom en winst niet meer in de pas. Geeft niks: gewoon naar kasstroom blijven kijken. De praktijk leert echter dat de winsten uit de boekhouding toch serieus worden genomen, en daarbij vergeten kopers wel eens dat winsten tot op grote hoogte manipuleerbaar zijn en dus weinig zeggen over de echte economische waarde van de toekomst.
  4. De vierde tip lijkt een spiegelbeeld van de vorige tip. Sommige valuators die het licht hebben gezien knopen dat in hun oren: het gaat om toekomstige kasstromen. En die moeten netjes worden berekend in een spreadsheet. En dat doe je door de correcte disconteringsvoet te hanteren. Jan Vis stelt dat het geen uitzondering is dat valuators deze discontovoet tot 3 cijfers achter de komma hanteren. Maar dan sla je dus door. Dat kan helemaal niet, het gaat over toekomstige verwachte kasstromen en die zijn per definitie met veel onzekerheid omgeven. De ruis om de bedragen is al zo groot dat het exacte percentage waarmee je contant maakt niet zo relevant is, sterker nog: tot schijnzekerheid leidt.
  5. De 5e tip is misschien nog wel de meest wijze. Waarde kan alleen worden vastgesteld rondom een specifieke transactie. We hadden al geconstateerd dat waarde aan een subject is verbonden (iemand moet immers verwachtingen hebben en gaan handelen). Maar dat doe je niet in het luchtledige, dat doe je rondom een specifieke invulling van de aankoop, oftewel in een specifieke context of transactie. Als iets er dus zomaar ligt of staat dan is het zonder specifieke vraagstelling (en zonder concrete subjecten koper en verkoper) onmogelijk tot een waardering te komen.

Dit zijn overigens mijn 5 conclusies, niet die van Jan Vis (hoewel ik zijn redeneerlijn wel stevig volg, maar om te voorkomen dat ik een opmerking krijg van: Jan Vis noemt bij punt 5 een andere conclusie (dat klopt dus)).

Waardevolle inzichten. Maar, en daar zal Vis vast anders over denken, het is echt wel denken vanuit een bepaalde school. Toen ik de dikke handboeken van Weston & Copeland (en zo zijn er nog honderden) bestudeerde was dit revolutionair gedachtegoed. Je kon er op promoveren en hele mooie modellen van maken. Inmiddels weten we dat de wereld vaak zo niet werkt. We hebben niet de volledige informatie, we handelen niet altijd rationeel, er zijn transactiekosten en zo verder en zo verder. Hebben de valuators zitten slapen de afgelopen 10 jaar? Hoe de prijs écht tot stand komt is een oneindig meer genuanceerd verhaal, zo complex dat de economische wetenschap nog decennia nog zal hebben om tot nieuwe generaties modellen te komen. Dus ‘moderne waardering’ is eigenlijk al oud denken.

Rudy van Stratum

Nieuwe reeks: Financiering van onderaf

Maandag 28 januari ging de aflevering van tegenlicht over gaten in de markt. Tegenlicht liet een groot aantal initiatieven zien waarbij burgers het heft zelf in handen nemen. In het kort was de strekking, we regelen het zelf wel, dan is het goedkoper, beter en krijgen we er nog eens extra waarden bij ook. Marktpartijen worden daarbij buiten spel gezet en gevestigde instituties zoals de overheid weten nog niet hoe ze hier mee om moeten gaan. Mooiste voorbeeld was wellicht het kinderdagverblijf dat door ouders gerund wordt. Elke ouder draait met enige regelmaat een dienst en zo passen ze op elkaars kinderen. Niet in de huiskamer, maar zoals de reportage liet zien in een echt kinderdagverblijf. Eén ‘probleem’ echter, de ouders zijn niet gediplomeerd en daar kunnen de overheid en controlerende instanties moeilijk mee omgaan.

Zelf zijn wij al een tijd zoekende naar de mogelijkheden van dit soort initiatieven. In het najaar hebben we voor een opdrachtgever een project uitgevoerd over de kwaliteit van onze leefomgeving Onze opdrachtgever worstelt met de vraag hoe je de kwaliteit van de leefomgeving in stand houdt wanneer de inkomsten uit de grondexploitaties wegvallen en overheden moeten bezuinigen. Eén van de richtingen die wij hebben aangedragen is het inzetten van onbenut potentieel. Mensen met tijd en capaciteiten mobiliseren die zelf werken aan behoud of verbetering van de kwaliteit van de omgeving. In mijn eigen woonplaats is bijvoorbeeld de stichting Groenkracht actief om met bewoners in de wijken buurttuinen aan te leggen. Een particulier initiatief van twee bewoners die graag zelf hun buurt willen verbeteren.

Wij plaatsen dit soort initiatieven onder de term financiering van onderaf, zelf georganiseerd, soms met geld, maar soms ook in natura. Wij zien dat naast geld lenen en eigendom afstaan als één van de drie basisvormen van financieringsconstructies (zie ook onze beslisboom). Tot nu toe hebben we financiering van onderaf altijd als een grote vergaarbak gezien. Maar, het is duidelijk dat hier veel speelt: crowdfunding (hebben we al uitgebreid behandeld), alternatieve valuta, ruildiensten, vrijwilligerswerk etc.. Kortom tijd om hier eens wat verder in te duiken. Wat speelt er allemaal, hoe werkt het, wat zijn de voor en nadelen en vooral is hier sprake van een ontwikkeling waarmee je een bijdrage kan leveren aan de grote vraagstukken van deze tijd? Bijvoorbeeld, ligt hier een oplossing voor behoud of verbetering van de kwaliteit van het stedelijk en landelijk gebied? Of, kan dit een bijdrage leveren aan het structureel verlagen van de kosten voor de zorg?

Uiteindelijk willen we met deze reeks twee dingen bereiken:

  • Een antwoord op de vraag of dit werkelijk een nieuwe manier is om problemen van deze tijd aan te pakken
  • Meer structuur in deze vergaarbak van constructies

Tot slot een oproep. Ken je een mooi voorbeeld van financiering van onderaf? Een succesvol project? Laat het ons weten. De makkelijkste manier is gewoon een reactie onder dit bericht typen.

Financiële denkfout (18): action bias

Omschrijving

Wij hebben de neiging om liever iets te doen dan niets te doen en af te wachten. We willen in actie komen. Paar voorbeeldjes. Je bent aan het beleggen. Je hebt de neiging wekelijks naar je portefeuille te kijken en als het fout gaat wil je eigenlijk snel actie ondernemen, kijken of je nog iets van je verlies goed kunt maken. En dat terwijl het wel eens zo zou kunnen zijn dat je gewoon rustig moet afwachten.

Keepers in het voetbal: er schijnt onderzoek te zijn gedaan naar het verloop van penalty’s schieten. Ondanks dat statistisch blijkt dat de keeper ook gewoon in het midden kan blijven staan, gebeurt dat blijkbaar relatief weinig. Keepers hebben de neiging ófwel naar de ene kant ófwel naar de andere kant te duiken.

Huisarten: als je met een kwaaltje naar de huisarts gaat dan kom je al snel met een middeltje terug. Terwijl niets doen vaak een betere optie is. Overigens: voor mijn huisarts geldt dit niet, ik ben al een paar keer geweest en kwam steeds terug met de boodschap: nog even afwachten, we kijken over een paar weken nog wel eens. Hij blijkt tot nu toe overigens gelijk te hebben, maar ik heb besloten hier een volgende keer op te anticiperen. Als ik denk iets te hebben dan ga ik dus niet naar de huisarts en wacht dan zelf al een paar weken. Ga ik dan na een paar weken alsnog dan zeg ik dat ik dat wachten al gedaan heb omdat hij ongetwijfeld weer met datzelfde advies gaat komen.

Achtergrond

Waarom zijn we geneigd liever iets te doen dan gewoon af te wachten? Fijn, Dobelli geeft zelf antwoord. Volgens hem hoort actie bij de jagers / verzamelaars waar wij uit voort komen. Nadenken en stilzitten was in het algemeen in de toen voorkomende omstandigheden geen goede strategie. De nadenkers zijn uitgestorven en de snelle actiegerichten hebben hun genen aan ons doorgegeven.

De omstandigheden in onze leefomgeving zijn echter drastisch anders geworden. En lang niet altijd is de oude reflex van actie de beste handelswijze. Nadenken en de tijd nemen loont, zeker als de vraagstukken ingewikkelder worden. Maar in de praktijk blijft het lastig een medaille of lintje te krijgen omdat je toen zo netjes niets hebt gedaan (om erger te voorkomen).

Rudy van Stratum

Financiële denkfout (17): framing

Beschrijving

Framing betekent in dit verband dat het niet alleen gaat om wat je (objectief) vertelt maar ook over hoe je het vertelt. Dat komt er op neer dat het niet alleen om de uitkomst gaat (het eindresultaat, het product) maar ook om de weg ernaar toe (hoe het aan de man wordt gebracht, wat er allemaal omheen zit).

Voor marketingmensen niets nieuws. Elke auto is tegenwoordig goed en ze brengen je allemaal van A naar B. Het gaat vooral om het verhaal dat erbij wordt verteld en de vermeende voordelen die daarbij horen. Deze denkfout is eigenlijk zo algemeen ingeburgerd dat hij bijna omgekeerd geldt. Neem nu een slecht-nieuwsgesprek. Het heet dan ook geen kritiek spuien maar feedback geven. Dat klinkt al heel anders, de boodschap blijft hetzelfde. In zo’n gesprek maken we gebruik van de sandwich-formule: je begint met een compliment, dan komt de kern van de boodschap en dan eindig je met een positieve tip. Je pakt de ‘negatieve’ boodschap dus in tussen twee positieve lagen.

Je kunt zeggen: verhullend taalgebruik. Maar iemand die zegt ‘cut the crap’, dit is wat ik vind en doe er mee wat je wilt, die wordt niet zo gewaardeerd in het algemeen. Dat is een hork, een nerd, geen fijn mens, en die zal uiteindelijk minder effectief zijn. En wat hier voor mensen geldt, geldt ook voor aanprijzingen op producten. Als iets 99% vetvrij is, dat klinkt toch anders dan dat er 1% vet in zit. Suggestief taalgebruik kun je dus inzetten om je doel beter te bereiken.

Ik breng het hier misschien wat negatief, maar er zit natuurlijk een positieve kant aan dit verhaal. In NLP-termen heet het: de kaart is niet het gebied. Wat wij zien is niet hoe het in het echt is maar hoe het in ons hoofd zit. De verkoper maakt daar gebruik van door jou de auto aan te smeren. Maar omgekeerd betekent het dat als je ergens last van hebt dat dat dan vooral iets in je hoofd is en dat je zelf bepaalt wat er in je hoofd zit en wat je daarmee doet. In de termen van slimme financiering: het zijn niet de feiten die op zichzelf spreken, het is het filter in ons hoofd (onze overtuigingen, dat wat we belangrijk vinden) waarmee we de feiten zien en die ons zo tot conclusies leiden. Iedereen is de wereld om zich heen voortdurend aan het ‘framen’. En dat geeft ons ook de mogelijkheid om diezelfde wereld weer te ‘reframen’ naar iets wat beter past en beter werkt.

Achtergrond

Waarom doen we aan ‘framen’? Framen is onze manier om efficiënt met een complexe werkelijkheid om te gaan. Als we voortdurend ‘from scratch’ alle ins en outs zouden moeten analyseren, dan zou dat te lang duren. De tijger die eraan komt kan van alles betekenen, maar een snelle conclusie ‘die gaat me aanvallen’ heeft ons evolutionair veel opgeleverd. Framen is gewoon enorm handig, het koppelt iets nieuws aan wat we allemaal al weten.

De oplossing is jezelf wat vaker bewust te zijn van hoe dit kan werken. Bij complexe problemen waar veel vanaf hangt is het in de regel beter wél al die informatie objectief op een rijtje te zetten en heel indringend de vraag te stellen naar wat de feiten zijn, wat de achterliggende waarden zijn die de bril vormen waarmee we kijken en om te bezien welke conclusies/besluiten op die manier allemaal mogelijk zijn. Dit artikel had ook ‘de vrijheid van conclusie’ of ‘de feiten kunnen van alles betekenen’ kunnen heten.

Rudy van Stratum

Financiële denkfout (16): het anker

Omschrijving

Een anker is een vast punt dat je gebruikt als referentie. Dat werkt in het algemeen prima. Als je verdwaald bent (in het bos bijvoorbeeld) dan kijk je om je heen of je punten herkent: een kronkel in het wandelpad, bepaalde bomen, een toren of kerk in de buurt. Zo kun je dus ’terugredeneren’ en een oplossing bedenken voor je probleem. Dobelli komt met het voorbeeld van het beredeneren van het geboortejaar van een beroemd persoon. Stel dat ik het geboortejaar van Adam Smith moet beredeneren, dan vertrek ik vanuit wat ik weet: de publicatie van ‘The wealth of nations’ in 1776. Het gaat om een dik boek waarin Smith allerlei reizen (met koets) beschrijft om tot zijn inzichten te komen. Maar ik weet ook dat hij een eerder groot boek heeft geschreven, in 1759 ‘The theory of moral sentiments’. Om zo’n boek te schrijven moet je toch minstens 30 jaar oud zijn. Ik zou dus zeggen: ongeveer 1729. Ik ga het nu opzoeken en het antwoord is: 1723. Zoiets noemen ze dan een ‘educated guess’.

Wat is het probleem? Dat onze hersens deze truc ook gebruiken als die volstrekt niet functioneel is. Als je mensen vraagt om hoge getallen te noemen dan blijken ze (uit onderzoek) daarna bereid hogere prijzen te betalen. Als je mensen eerst aan een hoop ellende laat denken, en ze dan vraagt naar hun oordeel over jouw voorstel, dan zullen ze negatiever zijn dan anders. Hier kun je dus omgekeerd ook gebruik van maken. Ik kan me herinneren dat er bij ons vroeger op de markt een ‘bananenvrouwtje’ stond. Ze ging dan op de klep van de vrachtauto staan te blèren hoe goed(koop) haar bananen waren. Haar strategie was om een plastic tas te pakken en die al schreeuwend steeds voller met bananen te stoppen. Ondertussen riep ze: deze bananen zijn geen 20 Euro, en ook geen 15 Euro, en zelfs geen 10 Euro, vandaag gaan ze hier de deur uit voor 8 Euro. En omdat het vandaag feest is stop ik er nog eens 3 bananen bij, en nog eens 2, en aha voor uw dochter nog eens eentje.

Deze bananenvrouw was uiterst succesvol, de mensen dromden om haar heen. Je kreeg bijna het gevoel dat ze er geld op toe moest leggen. Dat is slim gebruik maken van een anker. Uiteraard is het voorbeeld van de versterker die met een adviesprijs van € 379 in de folder staat en dan in de winkel voor € 299 standaard wordt verkocht ook een voorbeeld van het zetten van een anker. Een anker speelt met je verwachtingen. De fout is dat je door het spelen met je verwachtingen eerder tot koop overgaat.

Achtergrond

Waar komt deze fout vandaan? In mijn ogen hebben onze hersens een hekel aan plotselinge overgangen. We zijn geneigd sprongen te vermijden en de zaken adaptief te ‘smoothen’. Een zachte overgang is aangenamer dan een harde overgang, we bereiden onszelf zo mentaal voor op een schok die staat te gebeuren. In ons hoofd hebben we al een sprongetje gemaakt dus de echte sprong zal ons makkelijk afgaan omdat we zijn voorbereid.

De natuur heeft ons zo voorbereid op beter omgaan met veranderingen van buitenaf. En dat vergroot de kans op overleving en op omgaan met verstoringen van de buitenwereld. Niets mis mee, behalve dat dit overlevingsmechanisme moeilijk onderscheid kan maken tussen echte schokken en manipulaties. Wat kun je hier in de praktijk aan doen, als je niet gemanipuleerd wilt worden? Je kunt je om te beginnen bewust worden van dit gevaar. Dan zeg je tegen jezelf: aha, hier is sprake van een anker dat ik gebruik. En dan is het goed op zoek te gaan naar een ander anker om te kijken of je mening dan stand houdt. Bij dat bananenvrouwtje bijvoorbeeld: hoeveel bananen zitten er in die zak en wat betaal ik daar in de supermarkt voor.

 

 

Rudy van Stratum

Crowdfunding in de praktijk, afronding / infographic

We gaan ongetwijfeld nog wel eens over crowdfunding schrijven maar voorlopig ronden we de reeks af. Als afronding een infogrpahic die het verloop van een corwdfundingsproject laat zien. Voor een toelichting op verschillende onderdelen verwijs ik naar de eerdere artikelen.

Wat we met de infographic vooral willen laten zien is dat crowdfunding niet alleen het openen van een rekeningnummer is (of aanmelding bij een platform) en het versturen van een aantal mails. Crowdfunding is uiteindelijk gewoon een zakelijk activiteit, die vraagt om een goede keuze aan het begin, een gedegen voorbereiding en een goede uitvoering.

crowdfunding nieuw-01Stijn van Liefland

Crowdfunding in de praktijk 4, nieuwe slimme verdienmogelijkheid?

We gaan onze reeks over crowdfunding afronden. In deze een na laatste aflevering de vraag of crowdfunding nou een slimme nieuwe verdienmogelijkheid is. In de laatste aflevering een infographic om het geheel samen te vatten.

Successen

Om te bepalen of het een slimme verdienmogelijkheid is moeten we eerst maar eens kijken naar de successen. Hiervoor verwijs ik naar de volgende link die ik toegestuurd kreeg. NU.nl geeft een overzicht van de 15 meest succesvolle crowdfunding projecten van 2012. Wat blijkt, crowdfunding kan heel succesvol zijn. Uitschieter is de € 7 miljoen die werd binnengehaald voor de bouw van twee windmolens, ik kom daar zo op terug. Ook bij andere projecten worden er aanzienlijke bedragen opgehaald (tonnen). Om een snelle indruk te geven van deze top 15, vijf projecten zijn commercieel, vijf in de sector kunst en cultuur, vier liefdadigheid (soms wel met financieel rendement) en dan hebben we nog de windmolens.

Teleurstelling

Dan mijn eigen investeringen, een schril contrast met deze 15. Van mijn woning duurzaam.nl is de termijn inmiddels ruim verstreken. Het streefbedrag is niet gehaald wel kreeg ik een mailtje:

“Helaas hebben we het streefbedrag van 10.000,- niet gehaald. Daarom hebben we jullie nog een vraag te stellen:
willen jullie alsjeblieft jullie investering standhouden en ons blijven steunen ook al hebben wij het streefbedrag niet gehaald?

Ja? Stuur deze mail dan aan ons terug met de tekst: “ja, ik ga akkoord en houd mijn investering stand.
Doe dit wel graag direct. We hebben een strikte deadline die komende donderdag verloopt.”

Ik ben nieuwsgierig naar het vervolg en ben akkoord gegaan. Maar, eigenlijk is het raar. Je hebt een bedrag nodig, start een campagne en geeft aan dat het project alleen start wanneer de complete investering binnen is. Als het dan niet is gelukt het volledige bedrag binnen te halen, ga je ‘bedelen’. Deze mail en mijn toezegging waren van eind november, daarna is het angstig stil gebleven.

Ook van een ander project is de doelstelling niet gehaald (gelukkig geen bedelbrief ontvangen), twee andere projecten lopen nog maar er zit niet veel progressie in. Op de platforms die ik nu een beetje volg bruist het ook niet van de activiteit. Mijn indruk is vooral dat de meeste projecten het gewenste bedrag niet halen. Wellicht maken de platforms het te gemakkelijk om met crowdfunding te starten en wordt het dus niet echt serieus genomen door de initiatiefnemers (‘ach dat kunnen we ook wel eens proberen’). Dan zou je overigens wel verwachten dat er een eindeloze stroom projecten op de sites binnenkomt en dat is nou ook weer niet zo.

Analyse en conclusie

Terug naar de successen en de windmolens in het bijzonder. Ruim 20 jaar geleden liep ik stage bij een organisatie die duurzame energie in Nederland promootte en veel contacten had met windmolenverenigingen. De leden van deze verenigingen legden geld in en kochten vervolgens gezamenlijk een windmolen en deelden weer in de opbrengsten of investeerden deze in nieuwe molens. Het is dus niet zo raar dat crowdfunding werkt bij de aankoop van een windmolen, het is een bewezen formule. En in zekere zin geldt dat ook voor veel andere projecten uit de top 15 van NU.nl. Liefdadigheid, dat kennen we ook al heel lang en ook in de kunst en cultuur sector is het niet ongebruikelijk geld te doneren. Voor de commerciële projecten geldt dat hiervan één de opschaling van een goed lopend restaurant betreft (dus ook een bewezen succes) en de overige toch ook ergens een ideële doelstelling hebben (gezonder, socialer, duurzamer etc.).

Ik durf  geen hele harde conclusies te trekken want realiseer me dat ik maar een heel beperkt onderzoek heb gedaan (eerder snuffelen dan onderzoek), toch een poging op basis van mijn eigen gesnuffel. Crowdfunding werkt goed bij bewezen succes zoals, opschaling, liefdadigheid, kunst en cultuur. Bij volledig nieuwe commerciële initiatieven (een product) is het lastig*.

Is crowdfunding dan een nieuwe slimme verdienmogelijkheid? Ik vind het in ieder geval niet dom, maar net als bij oudere verdienmogelijkheden vraagt ook crowdfunding om een goed idee, een goed businessplan, gedrevenheid en inzet. Ook crowdfunding is gewoon hard werken. Het slimme zit vooral in de binding met de investeerders, die kunnen je helpen bij het ontwerp, de marketing etc. Daar staat tegenover dat als het niet lukt het benodigde kapitaal voor een idee binnen te halen het vertrouwen in dit idee vermoedelijk sterk zal dalen.

Stijn van Liefland

*Dit laatste wordt overigens tegengesproken door het boek “crowdfunding, realiseer je droom zonder bank of subsidie. Hier staan wel degelijk succesvolle commerciële voorbeelden in (maar niet de vele mislukkingen die er ongetwijfeld ook zij).

Financiële denkfout (15): de schaarstedwaling

Omschrijving

De denkfout ‘schaarstedwaling’ komt erop neer dat ‘wat je van ver haalt is lekker’. Wat schaars is, dat moet je hebben, alleen al omdat het schaars is dus. Dobelli noemt als voorbeeld de introductie van gmail (de e-mail dienst van Google). In het begin werd er geheimzinnig over gedaan en kon je alleen een account krijgen als je via een vriend werd geïntroduceerd. Alleen dat feit al maakte het interessant om aan mee te doen. Niet omdat je behoefte had aan een nieuwe e-mail dienst, want je had ook toen al meerdere prima werkende e-mail adressen.

Of bij de aanprijzing die we allemaal kennen ‘maximaal 2 per klant’. Ook hier wordt gesuggereerd dat je er snel bij moet wezen anders loop je iets mis. En het werkt, we worden er hebberig van en sturen elk van onze kinderen erop uit om ieder voor zich met 2 stuks naar huis terug te kunnen keren.En dat was precies de bedoeling, dat de leverancier snel van zijn voorraad afkwam.

Dan een voorbeeld uit eigen praktijk en van recente datum. Een vriend van me had een nieuwe vriendin. Op een of andere manier liep het niet zo hard als mijn vriend had gehoopt, ze wilde zich niet echt aan hem binden. Wat hij (was dat op mijn advies? Daan?) toen deed: prima beste vriendin, je moet gewoon de tijd nemen, ondertussen voelen wij ons vrij om om ons heen te kijken. Hij schreef zich in bij een dating-site met een eerlijke boodschap: oriënteren en kennis maken, verder niets. Toen de eerste afspraakjes kwamen en hij daar openlijk over praatte met zijn eerste vriendin, begon die steeds vaker zelf initiatief te nemen om naar de film te gaan enzo. Uiteindelijk is het overigens niets geworden met die vriendin, maar we hebben het hier ook over denkfouten. Hier was dus sprake van de schaarstedwaling.

Achtergrond

Tja, weer die vraag, waarom trappen we hier eigenlijk in? Het ligt er toch dik bovenop? En weer geeft Dobelli geen verklaring voor het fenomeen, en ben ik weer gedwongen zelf met een speculatie te komen. Volgens mij heeft het te maken met het verwarren van de zaak zelf en de persoon erachter. Als je objectief naar iets kijkt dan besluit je of je het wilt hebben en tegen welke prijs. Of anderen het wel of niet willen hebben doet er ‘volgens de theorie’ dan niet toe. Dat is ook altijd het advies bij biedingen: laat je niet gek maken door het biedingsproces, bepaal vooraf wat je ervoor over hebt en haak daarna af.

Maar de praktijk is dat je je met een product kunt onderscheiden van de rest. Het is de illusie dat je door het bezit van een product zelf ook interessanter wordt (is dat echt een illusie? zie verderop voor de nuancering). Als iedereen dat product wil hebben, dan moet je niet die kans mislopen, het hebben van het product maakt je dan ook bijzonder. Jij hebt iets wat anderen niet hebben! Wij zijn sociale wezens en de hele reclame-wereld draait om de illusie dat je door een product te kopen een ander, beter, interessanter mens wordt. Is het niet juist het oude denken dat de waarde van een product alleen wordt bepaald door de objectieve eigenschappen ervan?

Overigens zit er ook een rationeel of objectief argument aan de schaarstedwaling. Als ik een product kan kopen waarvan ik inderdaad weet dat het schaars is, dan weet ik ook dat ik het makkelijker kwijt kan als ik het zelf niet meer hebben wil. Dit is weer het bekende Keynes-effect (zie eerdere blogs), het gaat er niet om wat het product kan maar om wat anderen denken dat het product kan. Ik koop dus niet een aandeel waarvan ik denk dat het meer waard wordt maar waarvan ik denk dat anderen denken dat het meer waard wordt. We komen zo in een oneindige luchtbel terecht die een keer tot uitbarsting komt. Maar zolang de loop intact blijft is het rationeel deze handelswijze te continueren (en op tijd uit te springen).

Een mooi voorbeeld wat mij betreft waarom alleen het zogenaamde objectieve denken te beperkt is. Ook denkfouten zijn een ‘fact of life’ en daarmee onderdeel van onze werkelijkheid. Het is dus rationeel rekening te houden met denkfouten. Het oude onderscheid tussen objectief en subjectief gaat hier dus mank. Dit is overigens precies waar de nieuwe economie over gaat, over het modelleren van verwachtingen over en weer. In de media (voorspellingen van het CPB, commentaren van deskundigen) wordt er zo nog niet over gesproken, maar de economische wetenschap onderzoekt het fenomeen al enkele decennia. Het wordt echter wiskundig zo complex dat de voortgang in het onderzoek mager blijft.

Achter elke denkfout schuilt een verdienmogelijkheid ….

Rudy van Stratum

Het brein van de bankier (2)

Eerder schreef Rudy in het kader van de denkfouten (denkfout 23) al over de aflevering van Tegenlicht (van 1 januari j.l.) over het brein van de bankier. Ik heb er nog een paar maal naar gekeken en geprobeerd in een schema weer te geven wat hier nou eigenlijk speelt. Het past een beetje in mijn ambitie voor dit jaar om meer inzicht te krijgen in allerlei economische mechanismen.

Ik zie drie werelden, die van de bankier, die van de modellenbouwer en die van de buitenwereld. Die laatste zou je kunnen zeggen is eigenlijk de rest van de wereld (ikzelf dus en vermoedelijk ook de lezer van dit artikel). Zij hebben het maar te doen met wat die anderen aanbieden maar snappen daar weinig van. Tegelijk, ze zijn niet echt kritisch en goed van vertrouwen. Zo lang alles goed gaat wordt het wereldbeeld van deze drie groepen alleen maar bevestigd en versterkt. Als het fout gaat, heeft dat vooral gevolgen voor de buitenwereld.

Nu het systeem vastloopt wijst iedereen naar elkaar en proberen we door middel van regels het systeem te verbeteren. Vraag is of de verbetering niet veel meer gezocht moet worden in een verandering van ons wereldbeeld.

In de figuur met kleine letters (cursief) een verwijzing naar een aantal denkfouten die bij deze mechanismen een rol spelen (een aantal verschijnt binnenkort). Eén denkfout komt niet terug in ons dossier, de outcome bias. Dit wil zeggen dat een goed resultaat niet altijd het gevolg is van een goede werkwijze. Als je de werkwijze niet onderzoekt, of zoals hier een financieel product niet begrijpt, kan het goede resultaat ook gewoon toeval zijn. Zolang de economie groeide was het niet zo moeilijk om geld te verdienen.

bankier-01

Stijn van Liefland

Financieringsvragen bij ruimtelijk planproces

Regelmatig geef ik cursussen en workshops over een duurzame ruimtelijke ordening. Centrale vraag, hoe zorg je dat ambities tot realiteit komen. Financiering is daarbij een belangrijk aspect dat vaak onderbelicht blijft. Al lange tijd loop ik daarom met het idee rond te komen tot een soort checklist die laat zien wat je nou in welke fase van het proces moet organiseren. Met andere worden, welke financieringsvragen zijn nou op welk moment van belang?

In het onderstaande overzicht heb ik financieringsvragen gekoppeld aan een veel gebruikelijkte fasering en tevens aangegeven welke financiële denkfouten op de loer liggen. De nummers bij de denkfouten verwijzen naar de artikelen (die deels nog moeten verschijnen).

Wat voor het ruimtelijk planproces geldt gaat natuurlijk ook op voor heel veel andere processen. Het is dan ook onze ambities vanuit dit eerste overzicht in een aantal stappen te komen tot een defnitief overzicht met fasering, vragen en denkfouten dat in verschillende vakgebieden gebruikt kan worden. Een beetje dezelfde aanpak als met onze beslisboom, daar hebben we ook een aantal voorlopers van gepubliceerd. Wij gaan er verder over nadenken en houden ons aanbevolen voor verbeteringen, suggesties etc.. (klik op afbeelding voor pdf) financiering planproces-01

 Stijn van Liefland