Tag archieven: economisering

De volgende crisis: update Radar college (MMM10)

Na de uitzending(en) van Radar Extra in december 2015 (zie mijn eerdere blogs deel 1 (mindmap) en deel 2 (dynamiek)) ging de discussie enkele weken later gewoon door. Op 14 januari 2016 was er een debat met lezingen onder de naam ‘Radar college’. Sprekers waren o.a. Dirk Bezemer en Klaas van Egmond, beiden ook te zien in de betreffende uitzending van 28 december. Het debat (ongeveer 2 uur lezingen met discussie) is integraal opgenomen en via deze link te zien.

Radar Extra college: wat voegt het toe?

Als ik met name de twee lezingen van Bezemer en Van Egmond naast de inhoud van de uitzending leg, dan vallen me een paar dingen op:

  • In de tv-uitzending ligt het accent vooral op de rol van de banken. Misschien wordt het niet letterlijk gezegd maar de banken zijn toch meer de boosdoeners (voor het uitblijven van structurele veranderingen ná de crisis) dan ‘de rest’.
  • In het ‘college’ wordt een ander accent gelegd. De crisis zit veel dieper en iedereen is medeschuldig. De crisis is een systeemcrisis waar we samen in verzeild zijn geraakt.
  • De oorzaak van het ontstaan van de crisis (en het uitblijven van een structurele oplossing) wordt in beide lezingen gelegd bij onze (veranderde) normen en waarden. Onze economische crisis is met andere woorden (ook) een culturele crisis. We waarderen het publieke domein minder of anders dan enkele decennia geleden. Ik licht dat hieronder nog kort toe.
  • Omdat het om een systeemcrisis gaat krijgt de situatie waarin we nu verkeren soms ook iets onvermijdelijks. Het zat er gewoon aan te komen, je doet er weinig aan, het zit in de lucht etc.
  • De stoerheid van een ideale oplossing gaat er dus ook vanaf. Nog duidelijker wordt daarmee gesteld dat meer regels en meer toezicht niet bijdragen aan de oplossing. Sterker nog (hier is Van Egmond veel explicieter dan Bezemer): regels maken de situatie nog complexer en ondoorzichtiger. De oplossing ligt dus in een systeemverandering (Van Egmond, herwaardering publieke waarden, opnieuw opeisen publieke domein) en/of in een debat waarin nieuwe vragen worden gesteld (Bezemer).

Cultuurcrisis?

Laat ik (in mijn woorden) de verandering in onze normen en waarden volgens de twee lezingen proberen samen te vatten. Zie het volgende diagram:

wijzijn-ikhebVan Egmond illustreert zijn betoog met (mijn versie van) dit plaatje. Er zijn twee assen: de wij-ik as en de zijn-hebben as. Wij staat voor het publieke domein, ik voor het private domein. Zijn staat voor waarde en zingeving, hebben voor bezit en voor spullen (materie, ‘stuff’). De laatste decennia ligt het accent (in onze Westerse maatschappij) steeds meer op het individu (ik) en op spullen (hebben). De ik-phone en de ik-pad zijn metaforen voor deze ontwikkeling. In een plaatje:

wijzijn-ikheb02Volgens Van Egmond zijn we in zekere zin ‘fundamentalistisch’ geworden: er is maar één waarheid en dat is die van meer spullen (hebben) en meer marktwerking (eigen verantwoordelijkheid, meer ik dan wij). Het publieke domein (wij en waarden) wordt kleiner en geleidelijk verschoven naar marktwerking en private verantwoordelijkheid (winst en ondernemerschap). Van Egmond stelt: we hebben het doel en de middelen zo’n beetje omgedraaid.

Eigenlijk zou het moeten gaan om je doel (wat je wilt bereiken, wat belangrijk is) en daarvoor heb je nu eenmaal ‘economie’ nodig (spullen maken, fabrieken, kantoren) en daarvoor heb je nu eenmaal geld nodig (om af te rekenen, je boekhouding op orde te brengen):

ScreenShot108

Het geld en de economie zijn in zo’n geval dienstig aan je doelen. Maar inmiddels zijn de zaken omgedraaid en staat het geld bovenaan. Wat je wilt bereiken is als het ware een afgeleide van het doel, namelijk zo veel mogelijk geld vergaren. Het geld is geen middel meer maar doel geworden. Bezemer zegt in zijn woorden eigenlijk hetzelfde, hij spreekt van ‘financialisering’ van onze samenleving. Financialisering (aka ‘economisering’?) houdt volgens hem in dat onze beslissingen steeds meer gestuurd worden door financiële overwegingen. Een paar voorbeelden:

  • Een huis kopen. Eigenlijk zou je je moeten afvragen in welk huis je graag zou willen wonen (wat is je doel, wat is van waarde). Vervolgens ga je dat huis zoeken en kijk je of het in je budget past. Maar de afgelopen decennia ging het omgekeerd. Je onderzocht hoeveel geld je kon lenen op basis van je inkomen en de bestaande hypotheekrente-aftrek. En op basis van dat bedrag zocht je een huis. Iedereen die dat niet deed was immers ‘een dief van zijn eigen portemonnee’.
  • De studiekeuze. Eigenlijk zou je je moeten afvragen welke talenten je hebt (wat je kunt, wat je leuk vindt) en dan op zoek gaan naar de studie die het meest aansluit. Maar (aldus het voorbeeld) het gaat nu meestal andersom. Waar kan ik veel geld mee verdienen, waar is mijn studieschuld het laagst? Dan kies ik die studie.

Een variant

We kunnen datzelfde verhaal ook in een wat ander plaatje zetten:

publiekvsprivaatOp de ene as staat publiek versus privaat (wat we hiervoor wij versus ik noemden). Op de andere as staat waarde versus geld (wat we hiervoor zijn en hebben noemden). Hoe het ‘eigenlijk’ zou moeten werken is dat dat wat van waarde is het doel is en dat het geld het middel is om die doelen te realiseren. Een privaat doel is bijvoorbeeld: ik wil een gezond leven. Een publiek doel is bijvoorbeeld: wij willen als samenleving genieten van goed onderwijs en van natuur. Om als persoon (privaat) dat doel te bereiken heb je spullen en winst nodig. Om als samenleving goed onderwijs te kunnen bieden heb je geld nodig  en dat kun je bijvoorbeeld goedkoop voor elkaar krijgen door je land in te richten als belastingparadijs voor multinationals ( … huh?).

De beweging die we (nogmaals: volgens de sprekers) de laatste decennia hebben doorgemaakt in termen van dit diagram is dan:

publiekvsprivaat02De rode pijl zou je kunnen zien als de ‘financialisering’. De publieke waarde wordt door het private geld overgenomen. Ik heb als (willekeurig) voorbeeld genomen de discussie over de onbetaalbaarheid van onze natuur. De natuur en het onderhoud daarvan kost geld en dat hebben we er in het publieke domein niet (meer) voor over. Minder wij en meer ik betekent dan dat je de ondernemer inschakelt om dat probleem op te lossen. De vraag wordt dan: hoe kun je met natuur geld verdienen. We hebben hier eerder en vaker over geschreven, zie bijvoorbeeld de blog van Stijn over de ondernemende schaapsherder.

De titel van ons eerste boek was niet voor niets ‘Geld is een middel’ … (overigens gratis te downloaden).

Rudy van Stratum

Markt, Macho’s en Mythes (MMM02)

Deze site bestaat inmiddels bijna 5 jaar. De eerste blog verscheen op 6 juni 2011. Ons idee destijds was om het begrip ‘rendement’ te herwaarderen. Later hebben we dat verwoord in de slogan: ‘rendementsdenken, maar dan goed’.

Termen als ‘rendement’ en ‘verdienmodel’ waren toen hot. Subsidies werden in rap temp afgeschaft. De ambitieuze en duurzame plannen werden er intussen niet minder om, dus moesten nieuwe listen worden verzonnen. Geld was er nodig! En duurzaam moest het (toch) zijn. Dus daar kwam het nieuwe verdienmodel + ondernemerschap uit de hoge hoed. Alles moest een business case krijgen (zie in die traditie ook de opkomst van het canvasmodel).

Subsidies zijn uit, zelf je geld verdienen is in. (( Bij DWDD is er jaarlijks een mogelijkheid bepaalde woorden of uitdrukkingen uit het Nederlands te bannen. Een paar weken geleden werd nog voorgesteld het woord ‘uitrollen’ uit ons taalgebruik te schrappen.  ‘Je eigen broek ophouden’ zou wat mij betreft ook een goede kandidaat zijn. Het betekent: niet je hand ophouden, je eigen boontjes doppen, niet teren op de zak van een ander, ‘you’re on your own’. ))

Beslisboom

En soms worden wij ook gestoord van weer het zoveelste nieuwe verdienmodel. We zagen het als onze taak om al die inmiddels honderden verdienmodellen terug te brengen tot de kern. Al die modellen zijn natuurlijk niet echt anders. Een aardig overzicht van die verdienmodellen is bijvoorbeeld te vinden in deze infographic. Uiteindelijk, zo denken wij, zijn alle verdienmodellen te herleiden tot slechts vier ordenende principes.

Hoewel het denken alleen in termen van rendement het zicht op de werkelijkheid enorm kan vernauwen (de term ‘rendementsdenken’ is inmiddels een scheldwoord geworden), zijn wij nog steeds fan van de structurerende werking ervan. Ook een duurzaam plan moet uiteindelijk rendement hebben. Rendement moet dan niet per se gelezen worden als ‘levert harde Euro’s op op korte termijn’. Rendement is dan in onze definitie: de maatregel moet je dichter bij je doel brengt. Deze basisgedachte staat nog steeds centraal in onze ‘beslisboom’, een infographic die hier is te vinden.

Focus aanbrengen door het kiezen van een jaarthema

Meer over de historie van de inmiddels bijna 400 blogs is te vinden in dit samenvattende overzicht. We hadden vooraf niet bedacht dat we het zo lang zouden volhouden. Na een stuk of 50 blogs heb je alles wel een keer gezegd immers. Toch komen we elke week weer artikelen, films, boeken, discussies tegen die ons inspireren weer een stukje te schrijven in onze vrije tijd.

Het gevaar is steeds dat we afdwalen van het oorspronkelijke thema. Daarom zitten Stijn en ik elk jaar een paar keer bij elkaar om weer focus aan te brengen. Dat lukt lang niet altijd en eigenlijk vinden we dat ook niet zo erg. Meestal is het ons gelukt (een deel van het) thema vast te houden door een werktitel voor een komend jaar te bedenken. Een paar voorbeelden:

  • Denkfouten (2012): de stokoude rationele beslisboom werd uitgebreid met de irrationele denkfouten (Kahneman en consorten).
  • Ondernemerschap (2013): omdat ondernemers de oplossing voor al onze problemen zijn, zijn we een zoektocht begonnen naar wat ondernemerschap is.
  • Tegendenken (2014): om meer grip te krijgen (in boeken, discussies etc) op het voorkomen van ‘group think’ etc.
  • Systeemdenken (2014): een boeiende manier om complexe vraagstukken in beeld te brengen.

De werkwijze was om gewoon aan de gang te gaan met zo’n onderwerp en elk stukje door te nummeren. Onze ervaring is dat het focus aanbrengt in ons eigen speur- en schrijfwerk. Op het moment dat je 30-40 stukjes over zo’n onderwerp hebt geschreven tekent zich vanzelf een patroon af. En als het een beetje meezit (én als je daar zin en tijd voor hebt) dan kun je op basis van die 30-40 stukjes een boek schrijven. In 2013 hadden we ‘Geld is een middel’ (inmiddels uitverkocht, we zullen het binnenkort als pdf hier op de site plaatsen) en deze zomer publiceerden we ‘De kunst van het tegendenken‘ (volop verkrijgbaar 🙂 ).

Toekomst (2016)

Op dit moment hebben we niet zo’n bindend jaarthema. ‘Systeemdenken’ is inmiddels wat weggezakt. Een deel van de blogs over het systeemdenken is terecht gekomen in ‘De kunst van het tegendenken’. Destijds hebben Stijn en ik voor dat systeemdenken de samenwerking gezocht met Guus Hustinx van Intens. Guus schrijft regelmatig over zijn ervaringen in ‘De elektronische eenhoorn’ en heeft ook hier al eens geschreven over NS-Prorail. (( Guus schreef eerder o.a. het boek ‘Ecologisch veranderen van organisaties’. ))

We hebben ontdekt dat alleen schrijven over een aanpak (systeemdenken, tegendenken) deels ook afleidt van wat ons echt boeit. Het gaat dan ook in de weg zitten. Uiteindelijk is onze drive de verbazing, irritatie, verwondering, woede die bij ons opkomt als we ons dagelijks werk doen. Daarover willen we schrijven. En natuurlijk zetten we daarbij tools in waarvan wij geloven dat ze bijdragen aan meer inzicht of een oplossingsrichting. We hebben inmiddels stapels aantekeningen en foto’s van flapovers waar we meer mee willen doen, maar niet zonder concrete voorbeelden uit de dagelijkse praktijk van verwondering of irritatie.

Wat ons bindt (zo ontdekten we vorige week in een overleg) is:

  • Een complex of gelaagd probleem.
  • Met een maatschappelijke component.
  • We snappen het niet, dat is raar, hoe zit dat?
  • Dat kan toch niet waar zijn! Verwondering, verbazing.
  • Dat inzichtelijk(er) willen maken.
  • Dat willen visualiseren.
  • Daar structuur in aanbrengen. Afpellen.
  • We krijgen een kick als we een kleine bijdrage leveren:
    • als we het zelf beter snappen (begrip, inzicht)
    • als anderen het gaan gebruiken (doceren, erkenning)
    • ….. (dat is lastig) .. aan een betere wereld (bijdragen, onderdeel van een groter geheel zijn)

We constateren ook dat we allemaal geen demonstranten zijn en niet op de barricades gaan staan. We zijn onderzoekers en adviseurs. En hebben een beschouwende rol aan de zijlijn. We kennen onze beperkingen.

Thema’s

Vervolgens is het leuk eens na te gaan op welke thema’s we ieder van ons ‘aanslaan’. Dat kun je simpelweg zien door naar de reeks eerdere blogs of columns te kijken.

Rudy:

  • Economisering van de werkelijkheid (ideologie van de vrije markt, marktwerking etc).
  • Banken.
  • KPMG-achtige constructies.
  • Ondernemerschap.
  • Vestia.
  • Fraude.

Stijn:

  • De natuursector (als sekte, als ideologie, de schaapsherder).
  • Recycling, theezakjes-paradox.
  • Aanbesteding (binnen overheidsland).
  • Gaat de wereld ten onder? Doemscenario’s
  • Volkswagen (milieufraude)

Guus:

Duidelijk is dat er accentverschillen zijn. Maar ook is duidelijk dat we heel veel gemeen hebben in wat ons boeit.

Markt, macho’s & mythes (3M, MMM)

Even nagedacht over de gemeenschappelijke noemer van bovenstaande rijtjes. Het gaat allemaal over Markt, Macho’s en Mythes.

Dat wordt dus voor 2016 de focus van (een aantal van) de blogs die we gaan schrijven. Hopelijk MMM(1) tot MMM(40). Stijn heeft deze week al de eerste blog geschreven onder deze noemer: 15 mythes over de circulaire economie (MMM01)

Rudy van Stratum