Tag archieven: wereldmodel

Bankencrisis verklaard door ex-bankier (MMM12)

Vorige week las ik een interessante bijdrage in de Volkskrant over het ontstaan van de bankencrisis (zie hier het volledige stuk op de site van Sezen). Nu hebben we inmiddels tientallen verklaringen voor het ontstaan van de crisis, maar deze is om minstens twee redenen interessant:

  • De schrijver is ex-bankier en heeft zo’n 25 jaar in en rond de top van de Rabo-organisatie gewerkt. Wim van Dinten heeft dus een kijkje in de keuken gehad en dicht bij het vuur gestaan. Een blik van binnenuit dus.
  • Veel verklaringen leggen het accent op de techniek van bankieren en regelgeving. De crisis is in die verklaringen ontstaan door de toenemende vrijheid die banken kregen in combinatie met de opkomst van ict en complexe producten (verpakte hypotheken, ‘kwants’ en zo verder). Je zou de recente film ‘The big short’ ook in deze laatste categorie kunnen indelen (met name het eerste deel van de film). De verklaring van Van Dinten legt het accent meer op een andere moraliteit en daaruit volgend ander gedrag.

De opstart

Het is maar een kort artikel dus zelf lezen heeft de voorkeur. Ik volg het artikel zoveel mogelijk en probeer tot een systeemdiagram te komen.

Het begint volgens Van Dinten ergens rond 1988 toen het boek ‘Breaking up the bank’ verscheen. Hierin werd, conform de nieuwste economische inzichten, uit de doeken gedaan hoe je als bank meer kon verdienen door de bank op te splitsen in losse delen. McKinsey stuurde dat boek op naar haar klanten om de mogelijkheden van dit nieuwe ‘verdienmodel’ met de top van de banken te bespreken. De banken hadden wel oren naar dit nieuwe model en er brak een fase aan van implementatie.

Bij de implementatie (na het opsplitsen) werden de verschillende nieuwe business-units elk verantwoordelijk voor het maximaliseren van hun winsten. Er werd gestuurd op cijfers en economische rationaliteiten. En het nieuwe model bleek uitstekend te werken. In de jaren daarna explodeerden de winsten van banken. Aan de zijlijn gaf de grote toezichthouder en regelgever Alan Greenspan goedkeurende knikjes (en/of loftuitingen): ja, dit is een prima model, eigenbelang is goed.

Ik vat deze opstarthistorie samen met:

    • Focus door managers op eigenbelang en maximale winst.
    • Rationele sturing (nieuwe economische technieken gebaseerd op spreadsheets en scorecards) op financiële resultaten.

 

ScreenShot148

De stand van de economische wetenschap speelt hier dus een belangrijke rol. Eerder schreven we al over de ideologie van de vrije markt die nauw verweven is met wat economen in hun boeken en tijdschriften publiceren.

De cirkel

Maar dit is slechts de opstart (de aanleiding, de historie). Hoe ziet de zichzelf versterkende cirkel (de dynamiek waar we naar op zoek zijn) er uit? Een kleine ‘loop’ hadden we al te pakken: de belangrijke toezichthouder die de banken complimenteert met hun gedrag en bijpassende resultaten. Het succes is dermate groot dat (bewust of onbewust) het idee ontstaat dat de mensen in de omgeving (de leefwereld) er niet meer zo toe doen. Althans, het is niet de business van de bank, dat is puur die maximale winst. Moraliteit (of het wel ‘klopt’ wat je doet) wordt zoetjesaan een ouderwets en stoffig begrip.

Het gedachtegoed van de economen en bankiers grijpt als een virus om zich heen. Het lijkt of er sprake is van ‘groupthink’ want ook journalisten, politici en zelfs burgers en consumenten gaan in deze nieuwe wereld van eigenbelang en rationaliteit mee. Gevolg is dat er geen tegengeluid en weerwoord meer is. Banken krijgen vrij spel om nieuwe producten te ontwikkelen waarbij geldt ‘zolang het niet verboden is mag het’. Van Dinten spreekt over het aansmeren van nieuwe producten. Managers en medewerkers moeten immers hun targets halen. De klant staat centraal maar vooral als middel om de eigen doelstelling te halen.

Uiteindelijk (zie The Big Short en vele vele artikelen) ontploft de boel na een aantal jaren en is vanaf 2007-2008 sprake van een internationale economische crisis met vele slachtoffers. De dynamiek wordt nu versterkt door de toezichthouders die reageren met meer toezicht en meer regels. Met andere woorden: het gedrag en het sturingsmodel worden niet ter discussie gesteld. Het is niet het gebrek aan moraliteit en/of de rationaliteit van targets die het probleem vormen. We hebben gewoon niet goed opgelet en te weinig kaders en regels gesteld. ‘Meer regels’ past met andere woorden prima in dezelfde wereldoriëntatie (van bankiers/economen) maar nu van toepassing op de toezichthouders. Ook de operatie van toezichthouders is immers gebaseerd op economisch rationele stuurmodellen en targets (de targets zijn ditmaal niet maximale winst maar maximale pakkans of minimale overschrijding van de regels oid). (( Vergelijk het met een medewerker die steeds te laat komt. De manager heeft het gehad met deze medewerker. Nog één keer te laat en je krijgt een boete! Nog een keer te laat en je wordt ontslagen. De manager wordt afgerekend op het aantal medewerkers dat op tijd komt. De medewerker raakt (nog meer) gedemotiveerd, wordt minder productief en het wordt van kwaad tot erger. In een andere wereldoriëntatie zou de manager het gesprek met de medewerker aangaan. Speelt er iets? Kan het bedrijf ergens faciliteren? Welke afspraken maken we met elkaar? ))

 

ScreenShot165

De grotere dynamiek

We kunnen de twee delen (opstart en cirkel) nu samenvoegen en de grotere dynamiek gaan bekijken.

Zonder volledig te willen zijn spelen heb ik nog enkele feedbackloops aangebracht:

  • Journalisten en politici kunnen ná het spatten van de crisis een tegengeluid laten horen (waardoor aansmeren nieuwe producten moeilijker wordt, zie Radar-uitzendingen).
  • Na het barsten van de bubble kunnen er scheuren komen in de bestaande wereldoriëntatie en/of kan de economische wetenschap andere modellen verkennen.
  • Zolang de winsten blijven stijgen (ondanks eventuele crises) is er juist een bevestiging van de huidige wereldoriëntatie.

 

ScreenShot153

 

De kern van het betoog van Van Dinten is dus dat zolang we eigenbelang en sturing op cijfers (zonder context) de gewoonste zaak van de wereld blijven vinden, we bezig zijn met symptoombestrijding. Ik zie wel overeenkomsten met het college dat Van Egmond onlangs gaf tijdens een Radar-extra college, waarbij ik het volgende diagram tekende:

wijzijn-ikheb02

Rudy van Stratum

Wat is er toch met Shell gebeurd? (MMM07)

Dit artikel is een gastbijdrage van Guus Hustinx. Voor een motivatie van ‘MMM’ in de titel zie deze eerdere blog.

Voor het eerst in de geschiedenis van Shell dalen de aandelen. Grote institutionele beleggers trekken hun handen van Shell af. Shell heeft zich recent in hoog tempo teruggetrokken uit onder meer Alaska en de teerzanden in Canada, met desinvesteringen van vele miljarden tot gevolg. Hoe kan het dat Shell in een vrije val dreigt te raken en totaal verrast lijkt te zijn door de ontwikkelingen? Een poging tot een systemische analyse van een complexe werkelijkheid.

Het grotere plaatje

In twee jaar tijd is de olieprijs met 65% gedaald. De OPEC landen hebben onlangs besloten om de olieproductie onverminderd hoog te houden. Ook de VS gaan onverminderd door met het produceren van schalieolie. Volgens Rens van Tilburg, econoom, heeft zich de afgelopen jaren een stille revolutie voltrokken die uitgemond is in het klimaatakkoord van december 2015. Daarin is de doelstelling vastgelegd van een maximale temperatuurstijging van 1,5° C. Dat stelt grenzen aan de hoeveelheid broeikasgassen die we in de nabije toekomst nog kunnen uitstoten. De consequentie daarvan is dat 60 tot 80% van de voorraden olie, kolen en gas in de grond moet blijven zitten en dus feitelijk waardeloos zijn geworden. Van Tilburg concludeert dat olie in de opheffingsuitverkoop is gegaan. Beter olie nu voor een lage prijs verkopen dan straks waardeloos in de grond . Deze stille revolutie heeft ook andere gevolgen gehad. Klanten van institutionele beleggers en milieuorganisaties hebben de laatste jaren, met succes, druk uitgeoefend op die beleggers om zich terug te trekken uit de fossiele energie.

De toestand bij Shell

Dit alles heeft grote gevolgen voor Shell. De sterke prijsdaling van olie heeft de winst van Shell zwaar onder druk gezet. Als gevolg daarvan heeft Shell zich teruggetrokken uit de teerzandolie in Canada en uit Alaska met een desinvestering van vele miljarden tot gevolg. Daarnaast snijdt het sterk in de kosten, vele duizenden banen gaan verloren. Voor het eerst in haar geschiedenis is de koers van het aandeel flink gedaald, nog versterkt door de institutionele beleggers die onder druk van klanten en milieuorganisaties hun handen van Shell aftrekken. Volgens Hans de Geus, beurscommentator RTLZ, wordt het aandeel Shell op dit moment op de beurs gewaardeerd als een rommelobligatie van een bedrijf dat zo in de schulden zit dat zonder herfinanciering een bankroet onontkoombaar is. En dit nog voordat Shell haar waardeloos geworden voorraden heeft moeten afwaarderen. Shell heeft besloten het Britse LNG bedrijf ‘BG Group’ (vloeibaar gas) over te nemen voor het enorme bedrag van 64 miljard euro. Volgens de topman Ben van Beurden een noodzakelijk stap om in de nabije toekomst de winstgevendheid te garanderen. Volgens van Beurden is Shell een degradatiekandidaat zonder de BG Group. Peter de Waard constateert in de Volkskrant dat een coach die dat zegt niet kan blijven zitten als de overname door de aandeelhouders geblokkeerd wordt en die kans bestaat.

Groene en ethische imago van Shell

Nog maar een jaar of tien, vijftien geleden was Shell een vooruitstrevend en innovatief bedrijf. Het investeerde in wind- en zonne-energie, plantte en beheerde bossen in Canada, investeerde in de ontwikkeling van biobrandstoffen. Het progressieve Shell bezat een stafafdeling scenarioplanning waar onafhankelijke, creatieve geesten diverse scenario’s voor de toekomst bekeken, doorrekenden en consequenties voor de strategie bepaalden. Zo onderzochten zij welke vooronderstellingen aan diverse scenario’s ten grondslag lagen en wat de consequenties zouden zijn als die vooronderstellingen niet zouden kloppen. Zoals bijvoorbeeld de aanname dat de olieprijs altijd zal stijgen. Wat gebeurt er als dat niet waar blijkt en de olieprijs juist gaat dalen? Wat betekent dat voor de strategie van Shell? Kortom, het bedrijf had een forse portie gezond tegendenken geïnstalleerd. Mede op basis van deze scenario’s heeft Shell destijds juist in groene energie geïnvesteerd. Aan dat alles kwam een eind met de intrede van het Angelsaksische model: primaire focus op het creëren van maximale aandeelhouderswaarde. Een omslag die in de jaren ‘90 tot 2000 plaatsvond en die met ingrijpende reorganisaties gepaard ging. Bonussen van de top werden gekoppeld aan de prestaties van de top 6 van de best presterende (lees: hoogst gerealiseerde aandeelhouderswaarde) oliebedrijven wereldwijd.

De afdeling scenarioplanning werd ontmanteld, stap voor stap bouwde Shell haar groene energiepoot af en ging zich volledig focussen op olie en gas, productie en distributie. Toen de toenmalig CFO daar op aangesproken werd door de pers antwoordde hij dat ‘groene energie leed aan haar gebrekkige winstgevendheid en dat Shell het (groene) imagoverlies voor lief zou nemen’. Er speelden al eerder de schandalen rond massale olieverontreiniging in de Nigerdelta en steun aan het corrupte en dictatoriale regimevan Nigeria (tot op de dag van vandaag spelen er rechtszaken rond deze kwestie) en het willen afzinken van de Brent Spar, dat Shell op een consumentenboycot kwam te staan. Later bleken de oliereserves in de boeken sterk overdreven. Het leidde tot boze aandeelhouders, dalende koersen en forse schadevergoedingen die betaald werden.

Het zou nog erger worden. In september 2015 werd bekend dat Shell, een van de medeoprichters, niet langer deel uitmaakt van ‘The Prince of Wales’s Corporate Leaders Group’ (CLG), een invloedrijke lobbyclub van leiders van toonaangevende multinationals tegen klimaatverandering, met prins Charles als beschermheer. Naar verluid als gevolg van groeiende spanning over Shell’s houding in milieuzaken, zoals het boren in de kwetsbare natuur van Antarctica. In diezelfde tijd stapt Shell, ondanks de Europese boycot van Rusland (i.v.m de oorlog in Oekraïne, de annexatie van de Krim, en het neerhalen van de MH17), in op de deal met Gazprom rond de Nord Stream 2 pijplijn. De publicist Rogier Ormeling constateert in de Volkskrant dat Shell opnieuw buigt voor Poetin en zich in ethisch opzicht een ‘empty shell’ betoont, waarin Poetin graag plaatsneemt.

Verwondering

Wat ik mij afvraag is hoe dit alles zo heeft kunnen gebeuren? Hoe kan het dat de top dit niet heeft zien aankomen? Dat ze achter de feiten aanlopen en zo het voortbestaan van Shell regelrecht in gevaar brengen? Dat ze keuzes maken die als immoreel of minstens onethisch bestempeld kunnen worden? Dat ze categorisch alle maatschappelijke verantwoordelijkheid afwijzen en alleen en uitsluitend aandeelhouderswaarde als leidend principe hanteren? Wat zijn de dieperliggende waarden en opvattingen van deze mensen aan de top? Wat is hun wereldmodel? Welke dynamiek speelt er intern, want daarin moeten we de verklaring zoeken voor de teloorgang, ethisch en economisch, zoals die zich nu lijkt af te tekenen.

Dynamiek

Wat de dieper liggende waarden zijn van de top dat weten we niet, daarvoor zouden we ze moeten interviewen (lijkt me overigens uitermate interessant om te doen op de NLP manier door ze te modelleren). We kunnen wel uit wat er gepubliceerd is over Shell een aantal van hun vooronderstellingen afleiden. Zo kan hun wereldmodel enigszins in kaart gebracht worden.

Een paar vooronderstellingen:

  • De olie- en gasprijzen zullen altijd blijven stijgen. (daar zit een hele gedachtegang achter over toenemende wereldvraag en schaarser wordende bronnen)
  • We hebben de beschikking over een onbeperkte hoeveelheid kapitaal. Dat betekent dat we altijd weer in kunnen stappen in groene energie op het moment dat we dat willen, dan kopen we gewoon de bedrijven op die we willen hebben
  • De aandeelhouders, de financiële markten, bevestigen ons gelijk, zie de alsmaar stijgende prijs van de aandelen
  • Wij zijn er alleen om voor de aandeelhouders zoveel mogelijk geld te verdienen
  • Wij doen niet aan politiek, dat is aan de politici
  • Wat (binnen de wet) kan mag en wat mag kan, mits voldoende winstgevend
  • Als wij het niet doen dan doet de concurrent het wel
  • Wij zijn goed in lokaliseren, boren, verwerken en distribueren, dat moeten we vooral blijven doen
  • Wij horen bij de top 6, daar willen we dan ook naar beloond worden
  • Onze bonuscultuur geeft prima onze ondernemingszin weer

Vanuit dit wereldmodel ontstond jarenlang een dynamiek waarin de top steeds bevestigd werd in haar model van de wereld. Handelend vanuit het creëren van maximale aandeelhouderswaarde bleven de winsten stijgen, nam de waarde van de aandelen Shell alsmaar toe, werden de bonussen uitgekeerd en zo werd het eigen gelijk steeds bevestigd. En zeg nu zelf, het hele economische klimaat met het neoliberale denken als motor, functioneerde al die tijd bijna als een applausmachine. Het creatieve tegendenken was afgeschaft, er ontstond een ja-knik cultuur en iedereen pikte zijn graantje mee. De ‘sky was de limit’, niemand die bedacht dat het ooit eindig zou zijn. Ja, als olie en gas op zouden raken, maar dat lag nog in een verre toekomst verscholen. Vooralsnog rees de prijs de pan uit en dat rechtvaardigde de investeringen in teerzanden, schaliegas en -olie en boren in Alaska.

guus01
Totdat het ondenkbare gebeurde. Er ontstond een nieuwe realiteit. Een paar belangrijke aannames uit het oude wereldmodel bleken ineens niet meer te kloppen. Dat lijkt niet door te dringen tot Shell, die gewoon conform hun oude wereldmodel bleven opereren, zelfs tot op de dag van vandaag, getuige de overnameplannen van de BG Group. Volgens het FD is de schatting van de overnamewaarde van BG op een reeks langetermijnaannames gebaseerd voor de olieprijs van $70 tot $110 per vat. Een vat Brent-olie kost nu $36. Op 27 januari a.s. stemmen de aandeelhouders over de overname.

De nieuwe dynamiek waar Shell in terecht is gekomen laat zien hoe het oude denken niet in staat is om te reageren, laat staan te anticiperen op de nieuwe werkelijkheid. Die laat zich samenvatten in drie bewegingen: het klimaatakkoord, de uitverkoop van fossiele brandstoffen, de druk op institutionele beleggers om duurzaam te beleggen. Dat leidt tot een scherpe daling van de winst van Shell en beleggers die het geloof in de onderneming verliezen.

guus02De maatregelen die de top treft werken, zeker op de langere termijn, eerder averechts (in de systeemtheorie heet dat het lapmiddelen patroon). En zo is een negatieve spiraal ontstaan, een zichzelf versterkende loop die tot escalatie van het systeem kan leiden. Kan, want het is natuurlijk niet zeker dat het systeem ook daadwerkelijk gaat escaleren. Het risico is reëel en wordt door diverse analisten en economen onderkend.

Fragiel systeem

Ik vind het choquerend om te zien hoe fragiel een organisatie als Shell dus blijkt te zijn. Shell heeft altijd te boek gestaan als een robuust systeem, zelfs in de recente crisistijd bleef ze een baken van zekerheid en soliditeit. Om dit te kunnen begrijpen is het interessant om de ideeën van Taleb (Antifragiel. Dingen die baat hebben bij wanorde, 2013) nog een keer van stal te halen. Taleb hanteert het begrip antifragiel als tegenovergestelde van fragiel. Hij betoogt dat het fragiele kwetsbaar is voor toevallige gebeurtenissen en stressfactoren. Daartegenover staat het antifragiele dat juist baat heeft bij toevallige gebeurtenissen en stressoren doordat het daar juist sterker en creatiever van wordt en groeit. Complexe systemen -zoals organisaties- hebben juist baat bij antifragiliteit.

Tegelijkertijd ziet hij dat juist alle variatie en volatiliteit (beweeglijkheid) uit huidige organisaties wordt weggehaald en dat maakt ze juist meer fragiel en dus kwetsbaar in een veranderende wereld. Dat beschrijft aardig wat er bij Shell is gebeurd. Met de omslag naar de focus op aandeelhouderswaarde werd veel creativiteit en diversiteit uit de organisatie weggesneden, de organisatie werd daardoor meer fragiel. Controle mechanismes werden aangescherpt, schaalvergroting vergrootte de complexiteit en ‘en passant’ verdween flexibiliteit en het denken in meerdere scenario’s –meerdere mogelijke modellen van de werkelijkheid- uit de organisatie: gevolg nog meer fragiliteit. En dan plots een onverwachte(?) gebeurtenis, een zwarte zwaan, zoals Taleb ze noemt en dan blijkt de fragiel geworden organisatie daar niet tegen bestand. Was deze ontwikkeling echt niet te voorzien geweest? Ik denk het wel, maar kennelijk niet voor de mensen die zo vast zitten in het oude denken.

Hoe verder?

Hoe moet het nu verder met Shell? Een grote vraag, want ik vraag me af of er in deze complexe situatie iemand is die daar het ultieme antwoord op heeft? Maar laten we er bij wijze van experiment de ideeën van Taleb eens op los laten. Shell ombouwen tot een antifragiele organisatie: opsplitsen in kleine eenheden die flexibel in kunnen spelen op snel veranderende omstandigheden. Focus op alle stakeholders, een gezamenlijke belangenafweging, oftewel de slag maken naar maatschappelijk verantwoord ondernemen. Vooral verbindingen aangaan met allerlei huidige start-ups, met lokale energiecollectieven, hoe elkaar te versterken? Van geopolitieke macht naar lokale samenwerking. Ophouden te denken in termen van olie en gas, maar denken in termen van energie en duurzaamheid, hoe duurzaamheid ook economisch rendabel kan zijn. Hoe olie en gas voorlopig nog een noodzakelijke aanvulling zullen en kunnen zijn in de energievoorziening, en hoe dat op een duurzame wijze, in lijn met het klimaatakkoord, gerealiseerd kan worden. De ruim aanwezige kennis en expertise inzetten op het ontwikkelen van nieuwe revolutionaire technieken, bijvoorbeeld rond CO2 afvang en opslag. Inzetten op de transitie die gaande is, daar voorloper in worden. Ik weet, ik ben een idealist, maar ik word enthousiast bij de gedachte dat dit zomaar zo zou kunnen werken.

Reageren: guus@intens.com

Tegendenken (5): verruiming van het wereldmodel

Een eerdere blog ging over het stellen van vragen om meer zicht te krijgen op de beperkingen van iemands wereldmodel. Uiteindelijk gaat het er natuurlijk om dat al die vragen tot iets leiden. Dat de vragen meer zicht geven op de oplossing of de nieuwe denkrichting. Een manier om die openheid te bieden is het verruimen van iemands wereldmodel.

Wereldmodel nog eens

Voor de uitleg verwijs ik naar de eerdere blog hierover.Het model kent drie basisingrediënten: het feit of verschijnsel (1), de conclusie of betekenis (2) en het filter op basis waarvan je tot die conclusie komt (je criteria, dat wat je belangrijk vindt (3)).

We hadden als feit of verschijnsel: mensen reageren niet op onze blogs.

Als conclusie: we zijn slechte bloggers.

Als criterium: we willen gelezen worden.

Samenvattend: Jij zegt dat jullie slechte bloggers zijn omdat mensen niet reageren op jullie blogs (en jullie wél gelezen willen worden).

verruimenwereldmodel-01

De simpele verruimingen

Verruiming 1: een andere conclusie. Het feit dat mensen niet reageren op jullie blogs kan ook betekenen dat jullie zulke interessante stukken schrijven die ook daadwerkelijk gelezen worden dat mensen in verwondering achterblijven en nog niet aan reageren toe zijn gekomen.

Verruiming 2: een ander criterium. Je zegt dat het belangrijk is om gelezen te worden. Maar is het niet veel belangrijker dat mensen met elkaar in gesprek gaan over het onderwerp en concreet tot andere acties komen?

Verruiming 3: een ander (interpretatie van het) feit. Is dat wel zo dat mensen niet reageren op jullie blogs? Ze reageren wel degelijk maar doen dat onderling (in plaats van naar jullie) en mondeling (in plaats van via de mail).

Andere verruimingen

De lijst met mogelijke verruimingen is nog veel groter. We noemen er nog vier die we zelf wel handig en leuk vinden.

Verruiming 4: een andere context. Als je iets nieuws wilt leren is het goed dat je een slechte blogger bent. Zo kun je alleen nog maar een betere blogger worden. Oefening baart kunst. Keulen en Aken zijn ook niet op één dag gebouwd.

Verruiming 5: extreem doortrekken van de consequenties van je eigen conclusie. Als je zo blijft denken, kun je wel stoppen met blogs, eigenlijk wel stoppen met schrijven en nadenken, er zit helemaal niemand te wachten op al die onzin.

Verruiming 6: een ander wereldmodel (waarbij de conclusie juist goed uitpakt). In de wereld van de topsport is het juist goed dat je je beseft dat je slecht bent en het altijd beter kan. Dat is de manier om verder te komen en niet op te geven.

Verruiming 7: analogie (een belachelijke vergelijking maken). Dat jij zegt dat je een slechte blogger bent omdat mensen niet reageren is net zoiets als zeggen dat je geen goede gelovige bent omdat God nog nooit heeft gereageerd.

Rudy van Stratum

Tegendenken (4): verkennen van het wereldmodel

In de vorige blog gaf Stijn aan dat er te vaak en te snel naar de oplossing wordt gesprongen. Zonder dat duidelijk is wat nu het échte probleem is en voor wie dat dan (wanneer? hoe?) een probleem is. Om een betere en robuustere oplossing te krijgen is het daarom efficiënt wat langer bij het probleem stil te staan.

Wereldmodel

Stijn heeft daarom een aantal vragen op een rijtje gezet die je kunt gebruiken om het probleem verder af te pellen. Je zou ook kunnen zeggen: tegendenken, dat is de kunst van het vragen stellen en afpellen. En als dat zo is: wat maakt een vraag dan tot een goede vraag?

tegendenken 5-01Daar is een klein stukje theorie voor nodig. Misschien denken sommigen nog dat de feiten gewoon de feiten zijn. Dat zal ook wel, alleen die feiten die zich voordoen komen alleen maar tot ons via onze zintuigen (ogen, oren, neus etc). Deze instrumenten hebben van zichzelf al technische beperkingen maar ons brein (de verwerkingsmachine) laat lang niet alle signalen die binnen komen door. We zouden dan volledig gestoord worden en niet meer normaal kunnen functioneren. Ons brein filtert dus de signalen en haalt er uit wat voor ons van belang is. Op basis van de feiten en de criteria trekken we dan conclusies en geven we betekenis. De hele soep van criteria en betekenissen die we zelf brouwen van de feiten wordt ook wel ons ‘wereldmodel’ genoemd.

Kunst van het vragenstellen

Wat is het doel van vragen stellen bij tegendenken? We worden ons dan bewust van de beperkingen die ons wereldmodel ons oplegt (1) en we kunnen dan onderzoeken hoe we die beperkingen in ons wereldmodel kunnen omzeilen (2). Het doel van vragenstellen is dus om ons wereldmodel te verruimen. Nu kunnen we pas de vraag beantwoorden wat een vraag een goede vraag maakt. Elke vraag is een goede vraag zolang die vraag ons wereldmodel verruimt en ons leidt naar meer keuzevrijheid.

De vragen van Stijn uit de vorige blog zijn dus allemaal bedoeld om meer zicht te krijgen op de wereldmodellen die achter een probleem of vraagstelling steken. Laten we ze nog eens noemen:

Wat wil je bereiken? Vraagt naar hoe het eruit zou moeten zien (en wat er nu nog aan schort).

Voor wie is het belangrijk en waarom? Vraagt naar de criteria, wat belangrijk is voor wie.

Wat gebeurt er als je niets doet? Vraagt naar de urgentie van het probleem.

Waarom deze oplossing? Vraagt naar alternatieven.

Wat is het probleem? Vraagt om te preciseren (wat, waar, wanneer, hoe lang)  en met concrete voorbeelden te komen.

De lijst is niet per se volledig en de volgorde is ook willekeurig. Ik zou bijvoorbeeld nog toe kunnen voegen:

Waar ga je vanuit? Vraagt naar de randvoorwaarden/condities wil deze oplossing bij dit probleem werken (wat zijn je overige aannames, wat moet er waar zijn wil dit werken?).

Een ‘wereldmodel’ klinkt misschien abstract. Ik ben als econoom gewend te werken met (wiskundige) modellen. Wat je hier eigenlijk doet is net zoiets: wat zijn de exogenen (de randvoorwaarden), wat zijn de endogenen (de vergelijkingen die het hart van het model vormen) en wat zijn de uitkomsten die het model genereert?

Zo zien we dat de ‘waarom-vraag’ eigenlijk een verzamelbus is voor een hele trits onderliggende vragen die het wereldmodel rondom de casus in kaart brengt. Later in deze serie gaan we verder in op hoe je het wereldmodel kunt verruimen.

Rudy van Stratum

PS Zijn er ook ‘foute’ vragen? Nou ja, vanuit deze insteek wel. Vragen die NIET leiden tot een verruiming van het wereldmodel zijn contraproductief. Voorbeelden:

– Waarom heb jij niks met duurzaamheid? (dit is een aanval, leidt tot verdediging en dus tot vasthouden aan bestaande wereldmodel).

– Is het niet zo dat alle managers alleen maar in macht zijn geïnteresseerd? (die vraag gaat op zoek naar bevestiging van je eigen wereldmodel en probeert niet dat van de andere ruimer te maken).